Momenteel ben ik even niet homo sapiens. Momenteel ben ik de roodbontgespikkelde weetnietwatzeisus. Ofzo.
Ik voel me net tante Cato uit Pietje Bell. Zij het dat zij een wrat op haar neus heeft en ik alleen maar een pukkel op m'n kin. Maar het voelt even vernederend en ik snap ook niet waarom die krengen ten eerste altijd komen als je ze niet wilt en ten tweede ook nogeens zo ongelofelijk zichtbaar moeten zijn. Gelukkig heb ik dan weer geen neefje wat mij tijdens middagdutjes-die-ik-nooit-doe met een touwtje bevrijdt van zoiets potsierlijks. Zodat ik met luid kabaal ontwaak.
Desalniettemin voel ik me nog steeds de roodbontgespikkelde weetnietwatzeisus.
donderdag 8 maart 2012
woensdag 7 maart 2012
Stof.
Op de één of andere manier voelt m'n hoofd alsof het vol stof zit. Inspiratie? Non. Mooie woorden? Noppes. Spelfouten: Reeksen. Ergernis? Massa's. (Vooral omdat ik druk ben - en druk zijn klinkt net als griep hebben, haast hebben, verliefd zijn. Alsof je eigenlijk in bed hoort te liggen met een thermometer naast je, een koude washand op je hoofd en iemand die lief om je heen loopt om je te vertroetelen - als ziek zijn dus!). Hoe dan ook, druk zijn overleven we wel. En zo mag ik dus vanavond, allerheerlijkst en fijn, een tentamen herkansen. Wie weet nog dat ik maanden geleden over addertjes sprak? Nou. Het was een beste adder. Neuropsychologie is zo niet mijn ding dat ik maar gewoon voor beide deeltentamens een 5.4 heb gehaald. Leuk als je een gemiddelde van een 5.5 moet hebben. Vanavond ga ik een poging doen, maar heb weinig verwachting.
En nu tikt de regen als een malle tegen het raam, moet ik eigenlijk verder met een filmanalyse, maar motivatie is pleiten. En daarom dus nog maar weer een keer een liedje. Niet echt een liedje. Maar een gedicht op muziek. Als je 'm met je ogen dicht luistert en de tekst op je laat doorwerken. Nou. (Ik geef het toe. Zelfs na tig keer luisteren kan ik er nog om janken). Als de mevrouw achter me in de kerk weer vals zingt probeer ik hier maar aan te denken:
En nu tikt de regen als een malle tegen het raam, moet ik eigenlijk verder met een filmanalyse, maar motivatie is pleiten. En daarom dus nog maar weer een keer een liedje. Niet echt een liedje. Maar een gedicht op muziek. Als je 'm met je ogen dicht luistert en de tekst op je laat doorwerken. Nou. (Ik geef het toe. Zelfs na tig keer luisteren kan ik er nog om janken). Als de mevrouw achter me in de kerk weer vals zingt probeer ik hier maar aan te denken:
dinsdag 6 maart 2012
Daar worden de mensen moe van..
Als je verliefd bent en je praat er teveel over is het niet goed. Dan worden de mensen móe van je. Als je luduvudu hebt en je praat er veel over is het niet goed. Daar worden de mensen ook al moe van. (Hoe kan dat? Ze zouden blij moeten zijn) Als je luduvudu over is en je praat er veel over, is het niet goed. Daar worden de mensen namelijk - hoe raar - MOE van.
Als je iets niet durft is het niet goed. Daar irriteren de mensen zich aan. Als je het nog steeds niet durft, maar wel doet en trots bent op je overwinning kijken ze je vreemd aan. Want het was toch heel normaal? Daar hoor je niet trots op te zijn. Nee, eerst worden ze er moe van dat je dingen niet durft. Vervolgens worden ze er moe van dat je het wel gedaan hebt.
Als je goed bent in zenuwen over wat ook is het niet goed. Want daar worden de mensen moe van. Nee, wees vooral niet bang dat ze het vervelend voor jou vinden dat je 24/7 met jezelf opgescheept zit. Ze vinden het vooral beroerd voor zichzelf. Ze worden overal zo moe van. Ze worden het zo zat.
En daar word ik nou moe van. Want wanneer doe je het goed?
(Of moet je het 'ik-vind-het-belangrijk-wat-de-mensen-zeggen-duiveltje' een optater geven?)
Als je iets niet durft is het niet goed. Daar irriteren de mensen zich aan. Als je het nog steeds niet durft, maar wel doet en trots bent op je overwinning kijken ze je vreemd aan. Want het was toch heel normaal? Daar hoor je niet trots op te zijn. Nee, eerst worden ze er moe van dat je dingen niet durft. Vervolgens worden ze er moe van dat je het wel gedaan hebt.
Als je goed bent in zenuwen over wat ook is het niet goed. Want daar worden de mensen moe van. Nee, wees vooral niet bang dat ze het vervelend voor jou vinden dat je 24/7 met jezelf opgescheept zit. Ze vinden het vooral beroerd voor zichzelf. Ze worden overal zo moe van. Ze worden het zo zat.
En daar word ik nou moe van. Want wanneer doe je het goed?
(Of moet je het 'ik-vind-het-belangrijk-wat-de-mensen-zeggen-duiveltje' een optater geven?)
maandag 5 maart 2012
I am the sea on a moonless night..
(Of eigenlijk 'Restless'. Het liedje van Switchfoot waaraan ik de titel van m'n blog heb ontleend).
zaterdag 3 maart 2012
Summer evening.
Afgelopen zomer, een zondagavond. Na een regenbui. De merel in het boompje, heft nog even een lied aan voor de nacht :).
En als je wilt weten hoe ik dit gedaan heb: Gewoon zover inzoomen dat er geen diepte meer in de foto is. En tegen het licht in. En dan nog even op zwart/wit zetten met een fotobewerkingsprogramma en voilà, daar is het silhouetje :).
En als je wilt weten hoe ik dit gedaan heb: Gewoon zover inzoomen dat er geen diepte meer in de foto is. En tegen het licht in. En dan nog even op zwart/wit zetten met een fotobewerkingsprogramma en voilà, daar is het silhouetje :).
donderdag 1 maart 2012
Waarheid.
Dan zit je op de bank. Laptop op schoot. De kat voor de niet-brandende haard. En eigenlijk is het enige waaraan je kunt denken dat heerlijke woord van zes letters: slapen. Mooi woord is dat, als je 's ochtends om kwart over zes wakker werd, de vogeltjes hoorde beginnen met fluiten, de verdraaide rotpatrijs van broerlief hoorde jammeren en hoewel je uit kon slapen dat niet lukte. En om slapen een nóg mooier woord te maken: Vanmiddag weer een werkgroep gehad van drie uur. Ultieme manier om even helemaal moe te worden.
Zeker als, op het moment dat de werkgroep eigenlijk al had moeten stoppen, er nog een interessante discussie ontbrandt over geloof. (Het is een theologievak, dus dan mag dat). Okee. En het boeide me echt en daarom wil ik alles opschrijven, maar dat gaat me nooit lukken, want mijn gedachten lachen me uit omdat ik ze niet te pakken kan krijgen. (Nanananana). Waar het op neerkwam was dat er verschillende stijlen van geloven zijn. En dat één van de meest gevorderde stijlen er één was waarin je verschillende waarheden naast elkaar kon zien. Het ging over mensen van verschillende religies, met elkaar in gesprek. Ze waren het met elkaar oneens, maar deelden 'de zoektocht naar de waarheid'.
Het lijkt me zo onmogelijk om verschillende waarheden naast elkaar te zien. En nu zit ik in de knoop met het woord waarheid. (Okee, ik hoop dat ik de woorden vind). Ik ben christen. En ik geloof dat Jezus de waarheid is. En hoe onverdraagzaam dat ook mag klinken, wat daar tegenin gaat is geen waarheid voor mij. (Maar zie mij voorzichtig zijn, ik zeg al: voor mij. Ik durf uit angst om arrogant gevonden te worden niet te zeggen dat dat geen waarheid IS). Vanuit de niet-gelovige positie is geloven in een waarheid wel okee. Geloof maar wat je wilt. Doe datgene wat jou gelukkig maakt. Doe ik ook. Kunnen best meerdere waarheden zijn. Dat zijn dan gewoon JOUW waarheden.
En geloof me, ik laat iedereen vrij. Maar ik kan toch niet zeggen dat dit mijn waarheid is en dat de jouwe, dat het alletwee waar is (mijn positie dat God bestaat en de jouwe dat Hij niet bestaat of dat Hij niet op een bepaalde manier bestaat). Want hoe is het mogelijk dat iets voor mij waar is terwijl het in het algemeen niet waar is, maar alleen voor mij? En dat er tegelijk iets is wat voor jou waar is - iets tegenovergestelds. Twee tegenovergestelde dingen kunnen toch niet waar zijn? Dus God bestaat. En God bestaat niet. Die kunnen niet alletwee waar zijn. God kan wel bestaan voor de ene persoon. En voor de andere niet, in hun gedachten. Maar het feit is dat Hij wel of niet bestaat. En ik geloof dus van wel. *Knopen, knopen, knopen, rondbuitelende gedachten. Je hoeft het natuurlijk niet te begrijpen*.
Dan maar zeggen dat er geen waarheid is? Dat heel stellig beweren? Maar dan is dát weer je waarheid. Dus geloof je nog steeds in de waarheid dat de waarheid niet bestaat.
Ik geloof zelf dus in God. In Jezus. Dat Hij de waarheid is. Maar mijn geloof hoeft niet in alle opzichten de waarheid te zijn (Ho, ik geloof die kernaspecten nog steeds. Maar mijn interpretatie van Bijbelteksten kan er gruwelijk naastzitten). Dus - mijn geloof in de waarheid bevat zoveel ontoereikende pogingen tot waarheid bereiken. Ik vang alleen maar glimpjes waarheid op. En bereik de waarheid nooit helemaal, omdat dat niet kan. Ik kan bijvoorbeeld de Bijbel wel lezen, maar begrijp 'm nooit helemaal. Niemand. (En daarom word ik razend als mensen zeggen dat hun interpretatie van de Bijbel de waarheid is omdat ze dat zo voelen).
Zelfs de wetenschap is een voortdurende zoektocht naar waarheid. (Maar die waarheid lacht je geloof ik uit, want op het ene moment wordt het ene als waar aangenomen en het andere moment het andere. Dat betekent niet dat er geen waarheid is. Maar wel dat we 'm niet bereiken. Nooit of te nimmer. Hooguit ten dele - als dat dan maar het belangrijkste deel is).
Okee. Misschien snapt niemand hier iets van. Ik snap het zelf allemaal ook niet. Ik hoef geen antwoorden. Gedachten hierover wel welkom.
Zeker als, op het moment dat de werkgroep eigenlijk al had moeten stoppen, er nog een interessante discussie ontbrandt over geloof. (Het is een theologievak, dus dan mag dat). Okee. En het boeide me echt en daarom wil ik alles opschrijven, maar dat gaat me nooit lukken, want mijn gedachten lachen me uit omdat ik ze niet te pakken kan krijgen. (Nanananana). Waar het op neerkwam was dat er verschillende stijlen van geloven zijn. En dat één van de meest gevorderde stijlen er één was waarin je verschillende waarheden naast elkaar kon zien. Het ging over mensen van verschillende religies, met elkaar in gesprek. Ze waren het met elkaar oneens, maar deelden 'de zoektocht naar de waarheid'.
Het lijkt me zo onmogelijk om verschillende waarheden naast elkaar te zien. En nu zit ik in de knoop met het woord waarheid. (Okee, ik hoop dat ik de woorden vind). Ik ben christen. En ik geloof dat Jezus de waarheid is. En hoe onverdraagzaam dat ook mag klinken, wat daar tegenin gaat is geen waarheid voor mij. (Maar zie mij voorzichtig zijn, ik zeg al: voor mij. Ik durf uit angst om arrogant gevonden te worden niet te zeggen dat dat geen waarheid IS). Vanuit de niet-gelovige positie is geloven in een waarheid wel okee. Geloof maar wat je wilt. Doe datgene wat jou gelukkig maakt. Doe ik ook. Kunnen best meerdere waarheden zijn. Dat zijn dan gewoon JOUW waarheden.
En geloof me, ik laat iedereen vrij. Maar ik kan toch niet zeggen dat dit mijn waarheid is en dat de jouwe, dat het alletwee waar is (mijn positie dat God bestaat en de jouwe dat Hij niet bestaat of dat Hij niet op een bepaalde manier bestaat). Want hoe is het mogelijk dat iets voor mij waar is terwijl het in het algemeen niet waar is, maar alleen voor mij? En dat er tegelijk iets is wat voor jou waar is - iets tegenovergestelds. Twee tegenovergestelde dingen kunnen toch niet waar zijn? Dus God bestaat. En God bestaat niet. Die kunnen niet alletwee waar zijn. God kan wel bestaan voor de ene persoon. En voor de andere niet, in hun gedachten. Maar het feit is dat Hij wel of niet bestaat. En ik geloof dus van wel. *Knopen, knopen, knopen, rondbuitelende gedachten. Je hoeft het natuurlijk niet te begrijpen*.
Dan maar zeggen dat er geen waarheid is? Dat heel stellig beweren? Maar dan is dát weer je waarheid. Dus geloof je nog steeds in de waarheid dat de waarheid niet bestaat.
Ik geloof zelf dus in God. In Jezus. Dat Hij de waarheid is. Maar mijn geloof hoeft niet in alle opzichten de waarheid te zijn (Ho, ik geloof die kernaspecten nog steeds. Maar mijn interpretatie van Bijbelteksten kan er gruwelijk naastzitten). Dus - mijn geloof in de waarheid bevat zoveel ontoereikende pogingen tot waarheid bereiken. Ik vang alleen maar glimpjes waarheid op. En bereik de waarheid nooit helemaal, omdat dat niet kan. Ik kan bijvoorbeeld de Bijbel wel lezen, maar begrijp 'm nooit helemaal. Niemand. (En daarom word ik razend als mensen zeggen dat hun interpretatie van de Bijbel de waarheid is omdat ze dat zo voelen).
Zelfs de wetenschap is een voortdurende zoektocht naar waarheid. (Maar die waarheid lacht je geloof ik uit, want op het ene moment wordt het ene als waar aangenomen en het andere moment het andere. Dat betekent niet dat er geen waarheid is. Maar wel dat we 'm niet bereiken. Nooit of te nimmer. Hooguit ten dele - als dat dan maar het belangrijkste deel is).
Okee. Misschien snapt niemand hier iets van. Ik snap het zelf allemaal ook niet. Ik hoef geen antwoorden. Gedachten hierover wel welkom.
Learn to love.
Omdat het gewoon een heel erg mooi liedje is. Daarom. (Voor de rest ben ik tegen liefdesliedjes).
dinsdag 28 februari 2012
Shootje februari 2012!
Met dank aan C., waarvan ik toestemming kreeg om wat foto's die ik van haar gemaakt heb te plaatsen. En natuurlijk zitten er ook een stel van mij bij - met een véél te lange pony. Anyway. Hier wat foto's van afgelopen zaterdag! (En op de derde foto ben ik met recht een woodcricket. Vindt u niet?). *ooh, ik voel me zo allergruwelijkst inspiratieloos op dit moment!
Paperen!
Soms krijg ik het gevoel dat ik mezelf moet verdedigen. Dat ik toch heus wel een nuttig leven leid. Zoiets. Vanmorgen was mijn leven ook weer érg nuttig.
Mijn college begon om tien uur in de binnenstad. Gelukkig maar, want de Uithofcolleges konden niet doorgaan door vervelende mensen in gele hesjes die 'actie, actie' schreeuwen omdat ze in anderhalve minuut een wc schoon moeten maken. Normaal ga ik altijd lopen vanaf het station, maar lopen in de motregen vond ik, lui mormel, iets waar ik even geen zin in had. En dus heb ik de bus maar genomen. En toen dus college. Een film.
Dát is relax. Gewoon van tien tot kwart over twaalf film kijken. Maar dan wel met het doel om daar een opdracht over te gaan maken. Best prima. Deprimerende film trouwens. Nynke. Over de echtgenote van Troelstra. En over hysteria en dat soort dingen. Nare man, Troelstra. (Althans, als je die film zo bekijkt). Wel fijn was de popcorn, chips en chocola die een werkgroepgenoot had meegenomen. Zo voelt college helemaal niet per se als college. (Maar lunchen is daarna ook niet per se noodzakelijk..). En: PRESTATIE: Ik heb niet gejankt bij de film!
En nu is m'n concentratie weg. En dat paper.. ik moet een echtscheidingsmodel uit gaan leggen en.. wazig, wazig, wazig. En warreligheid. In m'n hoofd.
Mijn college begon om tien uur in de binnenstad. Gelukkig maar, want de Uithofcolleges konden niet doorgaan door vervelende mensen in gele hesjes die 'actie, actie' schreeuwen omdat ze in anderhalve minuut een wc schoon moeten maken. Normaal ga ik altijd lopen vanaf het station, maar lopen in de motregen vond ik, lui mormel, iets waar ik even geen zin in had. En dus heb ik de bus maar genomen. En toen dus college. Een film.
Dát is relax. Gewoon van tien tot kwart over twaalf film kijken. Maar dan wel met het doel om daar een opdracht over te gaan maken. Best prima. Deprimerende film trouwens. Nynke. Over de echtgenote van Troelstra. En over hysteria en dat soort dingen. Nare man, Troelstra. (Althans, als je die film zo bekijkt). Wel fijn was de popcorn, chips en chocola die een werkgroepgenoot had meegenomen. Zo voelt college helemaal niet per se als college. (Maar lunchen is daarna ook niet per se noodzakelijk..). En: PRESTATIE: Ik heb niet gejankt bij de film!
En nu is m'n concentratie weg. En dat paper.. ik moet een echtscheidingsmodel uit gaan leggen en.. wazig, wazig, wazig. En warreligheid. In m'n hoofd.
maandag 27 februari 2012
Chocolate Chip cookies.
NIET verstandig om hier een voorraad van in de kast te hebben staan. Ze zijn namelijk verslavend. En erg lekker. En nu zit ik hier dus met een hoop van die koekjes achter m'n kiezen.
En straks is het etenstijd..
zaterdag 25 februari 2012
Pyjama's, Friesland & een project.
En toen zat E., in pyjama (ja hoor, om kwart voor acht 's avonds), te luisteren naar Simon & Garfunkel's Bridge over Troubled Water. Welverdiend niksen, noemen ze dat. Zeker na twee heerlijke sociale dagen!
Zo ging ik gisteren naar vriendin C. in Friesland. Dat is best nog wel een hele reis, al viel me dat op de heenweg niet zo op. Neem een interessant studieboek mee in de trein, heb jengelkinderen met nintendo's achter je, over-schaatsen-pratende dames en de reis gaat zo voorbij. (Ik verschreef me bijna: de reis praat zo voorbij. Bijna-foutje). Anyway, het is heerlijk om vriendinnen na heel veel tijd weer te zien. Ik denk dat we van 13.00 tot 21.00 zo'n beetje non-stop gepraat hebben. Dus. Heerlijkheid! En ik moet echt even schrijven over het huis waar zij woont. De mensen daar praten Engels. Tamelijk scary voor mij, want ik heb zo'n gruwelijk accent dat ik liever niet in een andere taal praat. Maar als je dingen wilt leren moet je dat wel doen. En nou ja. Een Canadese keuken, koekjes, muffins, thee. Een echte open haard. (Zo één die ook echt naar hout ruikt en knappert). Ik wil later ook wel zo'n grote keuken. En zo'n haard-die-niet-met-een-knopje-aangaat.
's Avonds gingen we naar ons huis. Dat was, slik, zo'n beetje drie uur reizen. Met een halfuurtje extra omdat we kroketbroodjes wilden eten in Amersfoort. En op de één of andere manier ben je echt wel brak als je thuiskomt. We wilden eerst nog een film kijken, maar besloten om die uit te stellen.
Dat deden we dus vanmorgen. O lieve help. Ik denk dat ik beter helemaal alleen met een berg zakdoekjes films kan kijken. Ik slik duidelijk geen antidepressiva-die-emoties-afvlakken. En okee, jankhormonen (zie blog van gisteren). Maar allemensen. Ik heb echt keihard zitten snuffen. (Ice Castles was de film. Ik moet toch eens tegen mezelf zeggen dat het nep is, want ik jank al als er nog niets aan de hand is).
Vanmiddag hebben we een fotoshootje gedaan. (Ja, ik post binnenkort wel wat). Fotoshootjes zijn leuk. Gewoon in zo'n beetje je netste kleren in het bos. Kom je een allerschattigste berner-sennerhond met baasjes tegen. Zo'n beetje een grote pup ofzo. En hoewel ik niet zo'n enorm hondenmens ben was dit beest om van te smelten! Na een hele reeks foto's gemaakt te hebben, hebben we ook nog cookies gemaakt. Chocolate Chip cookies. Naar Canadees recept. Jum.
O en, lezers, (lieve lezers!), jullie kennen mijn gedichtjesblog wel. Die staat in de linkjeslijst hiernaast. Maar wisten jullie ook dat M. en ik vorig jaar zomer een brievenblog begonnen? Dat was eigenlijk nadat ik brieven aan Doornroosje van Toon Tellegen had gelezen. Ik weet niet meer of M. op het idee kwam, of ik. Volgens mij zij. Zij dacht dat het leuk was om brieven aan sprookjesfiguren te schrijven. En toen dacht ik dat het leuk was om dan maar gewoon geen grenzen te hebben en brieven aan alles te schrijven. Wat uiteindelijk resulteerde in dit project. Inmiddels zijn we wat verder en schrijven we allang niet meer met z'n tweeën. We hebben al elf auteurs. Maar iedereen die ergens een brief aan wil schrijven is welkom. (Dit is dus een pleidooi om brieven in te sturen. Op de site staat wel hoe het werkt). Verder word ik heel gelukkig als ik naar de site kijk, nu. Want eindelijk hebben we een passende mooie nieuwe layout!
Wat een zwamverhalen weer. Wie leest dit? Wie leest dit helemaal?
Zo ging ik gisteren naar vriendin C. in Friesland. Dat is best nog wel een hele reis, al viel me dat op de heenweg niet zo op. Neem een interessant studieboek mee in de trein, heb jengelkinderen met nintendo's achter je, over-schaatsen-pratende dames en de reis gaat zo voorbij. (Ik verschreef me bijna: de reis praat zo voorbij. Bijna-foutje). Anyway, het is heerlijk om vriendinnen na heel veel tijd weer te zien. Ik denk dat we van 13.00 tot 21.00 zo'n beetje non-stop gepraat hebben. Dus. Heerlijkheid! En ik moet echt even schrijven over het huis waar zij woont. De mensen daar praten Engels. Tamelijk scary voor mij, want ik heb zo'n gruwelijk accent dat ik liever niet in een andere taal praat. Maar als je dingen wilt leren moet je dat wel doen. En nou ja. Een Canadese keuken, koekjes, muffins, thee. Een echte open haard. (Zo één die ook echt naar hout ruikt en knappert). Ik wil later ook wel zo'n grote keuken. En zo'n haard-die-niet-met-een-knopje-aangaat.
's Avonds gingen we naar ons huis. Dat was, slik, zo'n beetje drie uur reizen. Met een halfuurtje extra omdat we kroketbroodjes wilden eten in Amersfoort. En op de één of andere manier ben je echt wel brak als je thuiskomt. We wilden eerst nog een film kijken, maar besloten om die uit te stellen.
Dat deden we dus vanmorgen. O lieve help. Ik denk dat ik beter helemaal alleen met een berg zakdoekjes films kan kijken. Ik slik duidelijk geen antidepressiva-die-emoties-afvlakken. En okee, jankhormonen (zie blog van gisteren). Maar allemensen. Ik heb echt keihard zitten snuffen. (Ice Castles was de film. Ik moet toch eens tegen mezelf zeggen dat het nep is, want ik jank al als er nog niets aan de hand is).
Vanmiddag hebben we een fotoshootje gedaan. (Ja, ik post binnenkort wel wat). Fotoshootjes zijn leuk. Gewoon in zo'n beetje je netste kleren in het bos. Kom je een allerschattigste berner-sennerhond met baasjes tegen. Zo'n beetje een grote pup ofzo. En hoewel ik niet zo'n enorm hondenmens ben was dit beest om van te smelten! Na een hele reeks foto's gemaakt te hebben, hebben we ook nog cookies gemaakt. Chocolate Chip cookies. Naar Canadees recept. Jum.
O en, lezers, (lieve lezers!), jullie kennen mijn gedichtjesblog wel. Die staat in de linkjeslijst hiernaast. Maar wisten jullie ook dat M. en ik vorig jaar zomer een brievenblog begonnen? Dat was eigenlijk nadat ik brieven aan Doornroosje van Toon Tellegen had gelezen. Ik weet niet meer of M. op het idee kwam, of ik. Volgens mij zij. Zij dacht dat het leuk was om brieven aan sprookjesfiguren te schrijven. En toen dacht ik dat het leuk was om dan maar gewoon geen grenzen te hebben en brieven aan alles te schrijven. Wat uiteindelijk resulteerde in dit project. Inmiddels zijn we wat verder en schrijven we allang niet meer met z'n tweeën. We hebben al elf auteurs. Maar iedereen die ergens een brief aan wil schrijven is welkom. (Dit is dus een pleidooi om brieven in te sturen. Op de site staat wel hoe het werkt). Verder word ik heel gelukkig als ik naar de site kijk, nu. Want eindelijk hebben we een passende mooie nieuwe layout!
Wat een zwamverhalen weer. Wie leest dit? Wie leest dit helemaal?
vrijdag 24 februari 2012
Kinderen en ik.
En dan ga je naar Friesland. Gewoon omdat het kan - omdat je vrij bent - en omdat daar een vriendin woont. Ik hou wel van lange treinreizen. En ik ben geloof ik sinds m'n negende niet meer in Friesland geweest of erdoorheen gekomen. Dus. Ik heb er zin in.
Maar om de dag in heerlijke stijl te beginnen: Bomvol jankhormonen zit ik op de bank. Vraagt schoonzus of ik éven op de babyfoon wil passen. Ze weet allang dat ik een ontaarde tante ben - ik pas nooit op en nou ja.. ik heb gewoon eigenlijk niks met kinderen (vandaar dat ik ook geen kinder- en jeugdpsychologie heb gekozen). Ze garandeerde me dat het kleintje wel bleef slapen. En ik garandeerde haar dat ik, als ze onverhoopt toch zou beginnen met huilen ik absoluut niets kon doen. En dat kan ik ook echt niet - want ik durf zo'n kind nieteens op te pakken. Ze zou maar heel, heel even weg zijn.
Inderdaad. En toen ze de deur uitwas en ik even aan het tutten was begon het eerste vragende huiltje. Gevolgd door ladingen gekrijs. Een bloednerveuze mij die het vertikt om er iets aan te doen. Uiteindelijk na een dik kwartier toen het geluid aanzwol besloot ik maar eens even te gaan kijken. En daar ontwaar je dan een krijsend kleintje - vuurrood en met de haartjes in de war. Sja. Praten: helpt niet. Zak uittrekken: helpt niet. (Meejanken: helpt ook niet). Dus. Gelukkig kwam schoonzus precies op dat cruciale 'ik wil gaan meejanken' moment thuis. Ik voel me zo faal dan. Ik bedoel - iedere normale vrouw moet een kind stil kunnen krijgen, maar ik kan er alleen dom naar kijken.
(Ik ben sowieso faal als het om kinderen gaat. Ik snap ook totaal niet dat vrouwen met z'n allen over een kinderwagen gebogen kunnen staan kwijlen). Maar ik geef dan wel weer toe dat ze wel leuk worden als ze wat ouder zijn. Een jaar of vier, op z'n minst.
Ik weet ook weer dat ik nog laaaaaaang geen kinderen wil. Dat is wel even de conclusie van vandaag.
Maar om de dag in heerlijke stijl te beginnen: Bomvol jankhormonen zit ik op de bank. Vraagt schoonzus of ik éven op de babyfoon wil passen. Ze weet allang dat ik een ontaarde tante ben - ik pas nooit op en nou ja.. ik heb gewoon eigenlijk niks met kinderen (vandaar dat ik ook geen kinder- en jeugdpsychologie heb gekozen). Ze garandeerde me dat het kleintje wel bleef slapen. En ik garandeerde haar dat ik, als ze onverhoopt toch zou beginnen met huilen ik absoluut niets kon doen. En dat kan ik ook echt niet - want ik durf zo'n kind nieteens op te pakken. Ze zou maar heel, heel even weg zijn.
Inderdaad. En toen ze de deur uitwas en ik even aan het tutten was begon het eerste vragende huiltje. Gevolgd door ladingen gekrijs. Een bloednerveuze mij die het vertikt om er iets aan te doen. Uiteindelijk na een dik kwartier toen het geluid aanzwol besloot ik maar eens even te gaan kijken. En daar ontwaar je dan een krijsend kleintje - vuurrood en met de haartjes in de war. Sja. Praten: helpt niet. Zak uittrekken: helpt niet. (Meejanken: helpt ook niet). Dus. Gelukkig kwam schoonzus precies op dat cruciale 'ik wil gaan meejanken' moment thuis. Ik voel me zo faal dan. Ik bedoel - iedere normale vrouw moet een kind stil kunnen krijgen, maar ik kan er alleen dom naar kijken.
(Ik ben sowieso faal als het om kinderen gaat. Ik snap ook totaal niet dat vrouwen met z'n allen over een kinderwagen gebogen kunnen staan kwijlen). Maar ik geef dan wel weer toe dat ze wel leuk worden als ze wat ouder zijn. Een jaar of vier, op z'n minst.
Ik weet ook weer dat ik nog laaaaaaang geen kinderen wil. Dat is wel even de conclusie van vandaag.
donderdag 23 februari 2012
Gedachten.
De ultieme manier om je tijd goed te besteden is door in de trein gewoon je artikelen te lezen. Geen afleiding in de vorm van feestboek en weblogs die staan te popelen om bijgehouden te worden. En popelen doen ze. Maar de trein dus. En ik, met nog de hartkloppingen van het bijna mislukte inparkeren. En mijn artikel. En wat betreft dat artikel moet ik nu iets kwijt.
Ik las deze uitspraak. En die vond ik inspirerend: "Ieder is precies zo ongelukkig als hij meent te zijn" - Seneca. Dat ging over de kracht van gedachten. En dat ons denken voor een groot deel bepaalt hoe we ons voelen. (Toen ik, als zeventienjarige ik, zelf naar een psycholoog ging vond ik het gruwelijk vervelend om gedachten en gevoel in schemaatjes te zetten en ik geloofde ook niet zo dat het kon helpen. Inmiddels geloof ik er wel in, omdat simpelweg bewezen is dat het werkt). Ik las die uitspraak en bedacht me dat het misschien wel heel erg okee is om, wanneer je jezelf beter wilt voelen, om maar gewoon met die gedachten te beginnen. Heel hard dwingen om iets wel of juist te denken werkt niet. Ik had mezelf een bepaald doel gesteld deze maand. Niet denken aan iets. Maar op de één of andere manier is het als met de bekende witte beren. Niet denken aan iets, betekent juist wél denken aan iets. Maar ik geloof wel dat jezelf gewoon af en toe trakteren op een leuke gedachte best effect kan hebben. Dus denk ik soms maar gewoon uit het niets, krankzinnig en volslagen idioot, ik ben E. en ik ben leuk. (In navolging van een dronken jongen ooit op Koninginnedag). (Nee, zeggen mijn gedachten, doe niet zo ráár. Heb niet zo'n eigendunk). Mijn gedachten kunnen de pot op, want ík ben de baas. (Ik sta er wel versteld van wat een macht gedachten kunnen hebben - ze máken je wereld als het ware). Maar het goede nieuws is dat we ze aan kunnen pakken. We vangen ze, schaven ze bij en maken er iets moois van. Een kunstwerk desnoods.
Ik las deze uitspraak. En die vond ik inspirerend: "Ieder is precies zo ongelukkig als hij meent te zijn" - Seneca. Dat ging over de kracht van gedachten. En dat ons denken voor een groot deel bepaalt hoe we ons voelen. (Toen ik, als zeventienjarige ik, zelf naar een psycholoog ging vond ik het gruwelijk vervelend om gedachten en gevoel in schemaatjes te zetten en ik geloofde ook niet zo dat het kon helpen. Inmiddels geloof ik er wel in, omdat simpelweg bewezen is dat het werkt). Ik las die uitspraak en bedacht me dat het misschien wel heel erg okee is om, wanneer je jezelf beter wilt voelen, om maar gewoon met die gedachten te beginnen. Heel hard dwingen om iets wel of juist te denken werkt niet. Ik had mezelf een bepaald doel gesteld deze maand. Niet denken aan iets. Maar op de één of andere manier is het als met de bekende witte beren. Niet denken aan iets, betekent juist wél denken aan iets. Maar ik geloof wel dat jezelf gewoon af en toe trakteren op een leuke gedachte best effect kan hebben. Dus denk ik soms maar gewoon uit het niets, krankzinnig en volslagen idioot, ik ben E. en ik ben leuk. (In navolging van een dronken jongen ooit op Koninginnedag). (Nee, zeggen mijn gedachten, doe niet zo ráár. Heb niet zo'n eigendunk). Mijn gedachten kunnen de pot op, want ík ben de baas. (Ik sta er wel versteld van wat een macht gedachten kunnen hebben - ze máken je wereld als het ware). Maar het goede nieuws is dat we ze aan kunnen pakken. We vangen ze, schaven ze bij en maken er iets moois van. Een kunstwerk desnoods.
woensdag 22 februari 2012
Betrapt.
Een van de allerstomste dingen die mensen kunnen doen is staren. Dat kan zomaar, in het luchtledige met een blik op oneindig en een denkwolk boven je hoofd. En ik geloof zomaar dat er wel meer manieren zijn. Van die 'als-blikken-boormachines-waren-was-jij-nu-zo'n-beetje-doormidden' manieren van kijken.
Vandaag was het weer eens zover. Ik zat in de trein naar Utrecht - en vaak meent het spoor nog even bezet te moeten zijn, dus we moesten wachten naast de verkeersschool met motorrijders. Ik denk dat ik bezig was met een kruising tussen in het luchtledige staren zonder iets te zien en staren naar de kunstjes van de heren op hun motoren. En daar, ineens, uit het niets, ziet één van die meneren mij (of iemand anders in die hele grote trein) kijken en besluit zomaar even heel hard te zwaaien, tussen de pionnetjes door. Met mijn stomme kop zwaai ik dan niet terug, want wie verwacht dat die meneertjes niet op hun motor letten maar op argeloze starende toeschouwers in de trein?
(Er bestaan vast ergere manieren van betrapt worden, maar toch. Ik schrok me rot).
Vandaag was het weer eens zover. Ik zat in de trein naar Utrecht - en vaak meent het spoor nog even bezet te moeten zijn, dus we moesten wachten naast de verkeersschool met motorrijders. Ik denk dat ik bezig was met een kruising tussen in het luchtledige staren zonder iets te zien en staren naar de kunstjes van de heren op hun motoren. En daar, ineens, uit het niets, ziet één van die meneren mij (of iemand anders in die hele grote trein) kijken en besluit zomaar even heel hard te zwaaien, tussen de pionnetjes door. Met mijn stomme kop zwaai ik dan niet terug, want wie verwacht dat die meneertjes niet op hun motor letten maar op argeloze starende toeschouwers in de trein?
(Er bestaan vast ergere manieren van betrapt worden, maar toch. Ik schrok me rot).
dinsdag 21 februari 2012
Moon is a magnet.
The moon is a magnet
Everyone's at it
Everyone's had it
Love is a sadness
Love is a madness
We are the addicts
What are we
If we're not in love?
What are we
If we're not in love?
These are the cages
A kiss is contagious
It will betray us all
A kiss will betray us all
Everyone's at it
Everyone's had it
Love is a sadness
Love is a madness
We are the addicts
What are we
If we're not in love?
What are we
If we're not in love?
These are the cages
A kiss is contagious
It will betray us all
A kiss will betray us all
maandag 20 februari 2012
De volgende keer.
Als wéér iemand aan me vraagt hoe oud ik ben - en ik zeg: tweeëntwintig, maar ik zie eruit als zestien - ga ik er bijzeggen dat ik me ook gedraag als zestien. (Hoeven ze dat zelf niet te zeggen).
Ik voel me namelijk verschrikkelijk zestien soms. Beschamend af en toe, zelfs.
Ik voel me namelijk verschrikkelijk zestien soms. Beschamend af en toe, zelfs.
zaterdag 18 februari 2012
Tussen haakjes.
Toch denk ik dat, als je dingen niet kunt zeggen zonder al te moeilijke woorden te gebruiken, je ze maar beter helemaal niet kunt zeggen. (Ja. Ik ben gefrustreerd. En niet door iemand - o wacht, wél door iemand. Het zit namelijk zo: We hebben dinsdag vrij van een college (zodat ik mooi een ander college kan volgen, dan) omdat de docente carnaval wil vieren. Leuk enzo. Ook best prima. Ik vind vrij zijn he-le-maal niet erg. Maar nu moeten we zes hoofdstukken uit een ***boek samenvatten. Stel je voor, een dame die hossend door de stad trekt op hoempapamuziek en wij die zitten te tobben achter onze laptopjes/pctjes om ook maar íets te snappen van zinnen als 'Volgens anderen is verbeelden de werkzaamheid van de geest die aan de andere functies ten grondslag ligt'. Vooruit. Die zin lukt nog als je je een beetje inspant. En met moeilijkere zinnen stoot ik lezers af. Dus maar niet doen. Maar ik haat het dat ik zes wazige hoofdstukken moet gaan samenvatten, terwijl ik ook 'intimate relationships' kan lezen. Of gewoon 'het vertrek van de mier'. Of 'verhaal van mooi meisje'. Of gewoon Casting Crowns kan luisteren - omdat dat mooier wordt als je het vaker luistert én omdat ik wil inluisteren voor de EOJD. Anyway, dit is het langste verhaal wat ik ooit tussen haakjes heb getypt. En ook niet heel nuttig). Ik wilde eigenlijk een betoog houden waarom mensen altijd van die moeilijke woorden gebruiken - en af en toe 'wellicht' zeggen valt daar niet onder - en zinnen die zo volstrekt onbegrijpelijk zijn - en dan vervolgens menen dat er mensen zijn die het (willen) snappen. Maar ik geloof dat ik zelf vrij onlogisch aan het schrijven ben, nu. Dan ga ik maar verder met Casting Crowns luisteren. En een fijn hoofdstuk over Bestaansoriëntatie samenvatten. (Hoera). (Ik ruik de eucalyptus weer, overigens).
(Voor de lezers die dit allemaal stom gezwam vonden - vind ik ook-, maar zwamblogs worden het best gelezen). Ik heb een briljant liedje voor jullie! (En ook als je het geen stom gezwam vond mag je 'm luisteren, vanzelfsprekend). Het gaat over dansers en dichters *yay*. En ik vond 'm wel briljant vormgegeven ofzo.
*Ik snap regelafstanden niet in blogger. Dus vandaar dat alles een beetje gek op elkaar gepropt zit.
vrijdag 17 februari 2012
En maar weer een virus.
Nog maar een paar weken geleden waren we met z'n allen geveld door een stom griepvirus. Ik háát griepvirussen, laat me dat vooropstellen. Hoe de één na de ander besluit om ziek te worden. En nee, nu zijn er even geen griepvirussen. Normaliter word je immuun (voorlopig, totdat het virus zich weer aanpast - slimme krengen). Maar je wordt niet immuun voor ándere virussen..
En één van die dingen waar ik nogal vatbaar voor ben zijn de verkoudheden. En als je iets doet doe je het goed. En dus lig ik nu met de laptop en een needtobreathemuziekje op de bank. Dat is alweer heel wat meer dan vanmorgen. Maar beter ziet niemand mij nu. *U kent dat wel, een pyjama, ongekamd haar, wazige blik*. Die ellende begon dinsdag al met een kriebelkeel. En een gruwelijke loopneus tijdens het college van gisteren. (Waarin we de IJsman gingen bekijken uit 'de wandeling' van de KRO - juist toen het leuk begon te worden zette mevrouw de aflevering stop, zodat we heel nuttig konden kijken op welke manier deze man tegen de zaken aankeek. Niet al te gezond als je in een bak met ijsklontjes gaat zitten met het idee dat je cardiovasculaire systeem daar wel tegen kan. Hij had het overigens niet over 'kou' maar over 'de koude'). Tegenover me zat iemand anders ook te snotteren. En op de één of andere manier voelt dat zo als lotgenoten. In ieder geval had ik eigenlijk moeten werken vanmorgen. En ik haat het om te snel af te zeggen, want gemotiveerde mensen werken natuurlijk ook door als ze eigenlijk niet kunnen.
Ik voel dat ik zin heb om te gaan vertellen wát een hoofdpijn ik had. (Die nu wat minder is). En hoe ontzettend vast alles zat (wat nog zo is). En dat ik zo allerverschrikkelijkst niks ruik. Je kent die stoomtabletten? Dat je met een handdoekje gebogen op de grond ligt, niet om te worshippen, maar om eucalyptusdampen in te ademen. En terwijl anderen dan roepen dat dat zo enorm sterk ruikt, kun je alleen in innig zelfmedelijden zwelgen (mooi woord is dat) want je ruikt zélfs die eucalyptusdamp niet.
(En nu wil ik eigenlijk ook wel een voorraad medelijden van mijn lezers. En ik wéét dat ik aan het drammen ben, deze maand. Maar snel beter!).
Nu ga ik - en dat is niet zielig - gezellig verder laptoppen en 'iedereen was er' uitlezen! :)
En één van die dingen waar ik nogal vatbaar voor ben zijn de verkoudheden. En als je iets doet doe je het goed. En dus lig ik nu met de laptop en een needtobreathemuziekje op de bank. Dat is alweer heel wat meer dan vanmorgen. Maar beter ziet niemand mij nu. *U kent dat wel, een pyjama, ongekamd haar, wazige blik*. Die ellende begon dinsdag al met een kriebelkeel. En een gruwelijke loopneus tijdens het college van gisteren. (Waarin we de IJsman gingen bekijken uit 'de wandeling' van de KRO - juist toen het leuk begon te worden zette mevrouw de aflevering stop, zodat we heel nuttig konden kijken op welke manier deze man tegen de zaken aankeek. Niet al te gezond als je in een bak met ijsklontjes gaat zitten met het idee dat je cardiovasculaire systeem daar wel tegen kan. Hij had het overigens niet over 'kou' maar over 'de koude'). Tegenover me zat iemand anders ook te snotteren. En op de één of andere manier voelt dat zo als lotgenoten. In ieder geval had ik eigenlijk moeten werken vanmorgen. En ik haat het om te snel af te zeggen, want gemotiveerde mensen werken natuurlijk ook door als ze eigenlijk niet kunnen.
Ik voel dat ik zin heb om te gaan vertellen wát een hoofdpijn ik had. (Die nu wat minder is). En hoe ontzettend vast alles zat (wat nog zo is). En dat ik zo allerverschrikkelijkst niks ruik. Je kent die stoomtabletten? Dat je met een handdoekje gebogen op de grond ligt, niet om te worshippen, maar om eucalyptusdampen in te ademen. En terwijl anderen dan roepen dat dat zo enorm sterk ruikt, kun je alleen in innig zelfmedelijden zwelgen (mooi woord is dat) want je ruikt zélfs die eucalyptusdamp niet.
(En nu wil ik eigenlijk ook wel een voorraad medelijden van mijn lezers. En ik wéét dat ik aan het drammen ben, deze maand. Maar snel beter!).
Nu ga ik - en dat is niet zielig - gezellig verder laptoppen en 'iedereen was er' uitlezen! :)
donderdag 16 februari 2012
Uit. En aan.
Alsof je in een college of werkgroep even niet in God gelooft. Want 'over het al dan niet bestaan van God doen we geen uitspraken'. (Kan ook niet als je wetenschappelijk bezig bent). Maar ik vind het altijd zo'n vreemd gevoel om na zo'n werkgroep weer te zeggen 'ik geloof in God'. Dat dóe ik ook - maar toch blijft het raar. Een knop omzetten. Alsof je even niet in Hem gelooft. En plots daarna weer wel.
Theologievakken zijn in zeker opzicht beroerder dan psychologievakken. Bij ons heb je eigenlijk alleen een beetje (best wel) problemen bij hersenvakken waarin het gaat over het brein en hoe dat ge-evolueerd is. Maar verder.. geen last. Ik heb er overigens ook geen last van bij theologie. Het voelt alleen een beetje vreemd dat je soort van je geloof even op de achtergrond zet. Uitzet als het ware. En weer aan als je de deur uitgaat en de trap afhobbelt - met drie uur lang zakdoekjes volsnuiten in je gedachten.
Theologievakken zijn in zeker opzicht beroerder dan psychologievakken. Bij ons heb je eigenlijk alleen een beetje (best wel) problemen bij hersenvakken waarin het gaat over het brein en hoe dat ge-evolueerd is. Maar verder.. geen last. Ik heb er overigens ook geen last van bij theologie. Het voelt alleen een beetje vreemd dat je soort van je geloof even op de achtergrond zet. Uitzet als het ware. En weer aan als je de deur uitgaat en de trap afhobbelt - met drie uur lang zakdoekjes volsnuiten in je gedachten.
dinsdag 14 februari 2012
Haat-liefde verhouding.
met de liefde. Maar de haat overheerst vooral. Vooral vanwege het 'ik stond erbij en keek ernaar' gevoel, denk ik. Dat wilde ik even demonstreren, afgelopen zomer. Deze foto is enorm fail (ik ben me ervan bewust dat ik mezelf eigenlijk belachelijk maak door 'm hier te posten, zelfs). Om het allemaal nóg iets erger te maken heb ik 'm maar even zwart/wit gemaakt. (Eigenlijk sta ik niet in één of ander straatbeeld onbeschoft te zijn - het was alleen maar in het openluchtmuseum). Ik vond 'm wel grappig. En wel passend bij Valentijn. Dus. Happy Valentine iedereen!
maandag 13 februari 2012
Hakken.
Een van de kwellingen van het vrouwzijn, zijn de hoge hakken. Ooit, op m'n oude blog nog, maakte ik eens een gedichtje over hakken en dat ik gympen véél fijner vind. Dat vind ik nog. Een middagje op hakken lopen en vervolgens zit je een week met een zielige kleine teen. (Of twee zielige kleine tenen).
En dat is dan nog het ergste niet. Kom je op je hoge hakjes aangestrompeld op de verjaardag van je zwager, zo opofferend, meent hij dat het leuk is (leuk!) om me voortdurend in te blijven wrijven (en nog welgemeend ook) dat ik moet oefenen. Oefenen. Want het is geen gezicht.
Dacht 't niet, dat oefenen. Voorlopig wachten ze (de schoenen) totdat ik zin heb om mezelf te martelen. En als ik daar nooit zin in krijg dan wachten ze en wachten ze, worden het schoenen onder het stof, meer stof, nog meer stof en uiteindelijk zullen ze vanzelf verdwijnen. Ofzo.
En dat is dan nog het ergste niet. Kom je op je hoge hakjes aangestrompeld op de verjaardag van je zwager, zo opofferend, meent hij dat het leuk is (leuk!) om me voortdurend in te blijven wrijven (en nog welgemeend ook) dat ik moet oefenen. Oefenen. Want het is geen gezicht.
Dacht 't niet, dat oefenen. Voorlopig wachten ze (de schoenen) totdat ik zin heb om mezelf te martelen. En als ik daar nooit zin in krijg dan wachten ze en wachten ze, worden het schoenen onder het stof, meer stof, nog meer stof en uiteindelijk zullen ze vanzelf verdwijnen. Ofzo.
zaterdag 11 februari 2012
Beautiful Bride.
Ik ben echt in de stemming voor dit soort herrie. De tekst is trouwens heel erg mooi..
We're not gonna fall and forget
How far You went to pick us up
If one part's hurt the whole body's sick
If one part mourns we all mourn with him
Rejoice, and we'll sing with you
Hallelujah, Hallelujah, Hallelujah, Hallelujah
We're not gonna fall and forget
How far You went to pick us up
If one part's hurt the whole body's sick
If one part mourns we all mourn with him
Rejoice, and we'll sing with you
Hallelujah, Hallelujah, Hallelujah, Hallelujah
Doemdenkerij.
Zo af en toe heb je dat. Ineens - als bij de krekel van TT - overvalt je een deken van.. een vervelend gevoel. (Het is vast zwart!). Depressie is het pas als het twee weken of langer duurt. Misschien past die krekel beter bij me dan ik dacht. (Maar lucky me, dit soort periodes duren altijd maar even, nooit twee weken, dus het labeltje blijft uit). Ik weet in ieder geval dat het erbij hoort - en dat alles maar gewoon accepteren zoals het komt, wellicht de beste oplossing is.
Een tijdje geleden las ik een blog over doemdenken. Herkenbaar is dat, dacht ik. Want in zekere zin heb je in dit leven geen enkele garantie, behalve dan dat het een keer ophoudt allemaal. Dus doemdenken is niet per se doemdenken: Het is de realiteit.
En dus denk ik dat ik maar steeds moet doemdenken, want dan schrik ik niet zo als de dingen echt gebeuren. Onzin, zeggen psychologen. Bewijs maar eens dat doemdenken iets oplevert. Bewijs maar eens dat wat jij denkt echt gaat gebeuren. Maar op de één of andere manier komen mijn worst-case scenarios vaak uit. En dus heeft mijn doemdenken zin, want ik ben er al op voorbereid (zie je wel, zeg ik, ik hád het al zo gezegd!). Eigenlijk, als ik de lijst met cognitieve vertekeningen bekijk die ik jaren geleden eens kreeg - toen ik zelf nog ijverig aan het therapieën was -, doe ik vooral aan waarzeggerij: toekomst voorspellen. En daarnaast dus doemdenken, want ik geloof altijd dat de dingen, zoals ze gaan gebeuren, veel heftiger zullen zijn dan ik aankan.
Het lijkt zo'n mooie lijn. Pessimisme. Realisme. Optimisme. Maar feit is dat het leven veel meer aan de pessimistenkant zit en dat optimisme puur een bias is. (We denken te positief over de toekomst, over onszelf, over de controle die we denken te hebben over alles). En wat ik ook las was dat gedwongen optimisme niet werkt (optimisme op zich dan weer wel). Irritante blije mensen.
Maar ik heb best zin om blij te zijn en stompzinnig een eind voor me uit te gaan dansen. Ik zou wel zin willen hebben in taart. Keihard willen lachen om iets heel erg stoms. Ik ben maar begonnen met de blije muziek..
dreams don't turn to dust..
*Weer warrig. Maar die stomme zon schijnt ook zo blij.. en ik heb gewoon ontzettend zin om te zeuren over het leven in het algemeen*.
Een tijdje geleden las ik een blog over doemdenken. Herkenbaar is dat, dacht ik. Want in zekere zin heb je in dit leven geen enkele garantie, behalve dan dat het een keer ophoudt allemaal. Dus doemdenken is niet per se doemdenken: Het is de realiteit.
En dus denk ik dat ik maar steeds moet doemdenken, want dan schrik ik niet zo als de dingen echt gebeuren. Onzin, zeggen psychologen. Bewijs maar eens dat doemdenken iets oplevert. Bewijs maar eens dat wat jij denkt echt gaat gebeuren. Maar op de één of andere manier komen mijn worst-case scenarios vaak uit. En dus heeft mijn doemdenken zin, want ik ben er al op voorbereid (zie je wel, zeg ik, ik hád het al zo gezegd!). Eigenlijk, als ik de lijst met cognitieve vertekeningen bekijk die ik jaren geleden eens kreeg - toen ik zelf nog ijverig aan het therapieën was -, doe ik vooral aan waarzeggerij: toekomst voorspellen. En daarnaast dus doemdenken, want ik geloof altijd dat de dingen, zoals ze gaan gebeuren, veel heftiger zullen zijn dan ik aankan.
Het lijkt zo'n mooie lijn. Pessimisme. Realisme. Optimisme. Maar feit is dat het leven veel meer aan de pessimistenkant zit en dat optimisme puur een bias is. (We denken te positief over de toekomst, over onszelf, over de controle die we denken te hebben over alles). En wat ik ook las was dat gedwongen optimisme niet werkt (optimisme op zich dan weer wel). Irritante blije mensen.
Maar ik heb best zin om blij te zijn en stompzinnig een eind voor me uit te gaan dansen. Ik zou wel zin willen hebben in taart. Keihard willen lachen om iets heel erg stoms. Ik ben maar begonnen met de blije muziek..
dreams don't turn to dust..
*Weer warrig. Maar die stomme zon schijnt ook zo blij.. en ik heb gewoon ontzettend zin om te zeuren over het leven in het algemeen*.
vrijdag 10 februari 2012
Chaosje.
Alleen maar over elkaar rondbuitelende gedachten. No worries.
Zo bedenk ik me dat ik, sinds ik gisteren een dame in de stampvolle spitstrein van Utrecht naar Amersfoort met een bak van de Julia's zag, dat ik pastasalade wil maken en eten. Met rucola, kipfilet, pesto en pijnboompitten. En vooruit, misschien een verdwaalde tomaat. (En ik hou écht meer van de winter dan van de zomer - waarschijnlijk omdat dat bij vrijwel iedereen andersom is - maar ik baal ervan dat het gewoon echt de tijd niet is voor pastasalade). *En soms moet je, gewoon om dingen fijn te houden, ze echt even reserveren voor een specifiek seizoen. Net als met kruiden kweken. Iedere lente opnieuw een feest, omdat het in de winter niet kan*.
En ik denk aan het übervervelende stelletje gisteren voor ons. Ik bedoel, als je de hele avond bewonderend naar je liefje op zit te kijken en je hand niet éven één tel van z'n knie afkan en je verdorie nog hand in hand van je zitplaats op meent te moeten staan, dan ben je ongelofelijk kansloos. Overigens had vriendin W. een hilarische benaming voor de bezigheden van dat soort meisjes: Kopjes geven. (Of ze ook kattig zijn weet ik dan weer niet).
Het laatste waar ik aan denk is ook het belachelijkste. Want ik blijf me verwonderen over kattensnorharen. En ik weet dat het stom klinkt, maar als ik er één vind kan ik het bijna niet over m'n hart verkrijgen om ze weg te gooien. Gewoon omdat een snorhaar eigenlijk best tof is. (Niet dat ik ze wil).
Ik weet niet waar die onzin van vandaag aan te wijten is. Het weer. Slaaptekort. Maar waarschijnlijk is de oorzaak zwaar dispositioneel en ben ik gewoon gestoord.
Zo bedenk ik me dat ik, sinds ik gisteren een dame in de stampvolle spitstrein van Utrecht naar Amersfoort met een bak van de Julia's zag, dat ik pastasalade wil maken en eten. Met rucola, kipfilet, pesto en pijnboompitten. En vooruit, misschien een verdwaalde tomaat. (En ik hou écht meer van de winter dan van de zomer - waarschijnlijk omdat dat bij vrijwel iedereen andersom is - maar ik baal ervan dat het gewoon echt de tijd niet is voor pastasalade). *En soms moet je, gewoon om dingen fijn te houden, ze echt even reserveren voor een specifiek seizoen. Net als met kruiden kweken. Iedere lente opnieuw een feest, omdat het in de winter niet kan*.
En ik denk aan het übervervelende stelletje gisteren voor ons. Ik bedoel, als je de hele avond bewonderend naar je liefje op zit te kijken en je hand niet éven één tel van z'n knie afkan en je verdorie nog hand in hand van je zitplaats op meent te moeten staan, dan ben je ongelofelijk kansloos. Overigens had vriendin W. een hilarische benaming voor de bezigheden van dat soort meisjes: Kopjes geven. (Of ze ook kattig zijn weet ik dan weer niet).
Het laatste waar ik aan denk is ook het belachelijkste. Want ik blijf me verwonderen over kattensnorharen. En ik weet dat het stom klinkt, maar als ik er één vind kan ik het bijna niet over m'n hart verkrijgen om ze weg te gooien. Gewoon omdat een snorhaar eigenlijk best tof is. (Niet dat ik ze wil).
Ik weet niet waar die onzin van vandaag aan te wijten is. Het weer. Slaaptekort. Maar waarschijnlijk is de oorzaak zwaar dispositioneel en ben ik gewoon gestoord.
The Other Country.
Dat andere Land, aan de andere kant.
(Ik vind de verwijzing naar Narnia zo leuk: "From that painting of a ship we've all been chosen..").
Your eyes see the shining city
-Your love heels the poisoned mind
When the journey ends
There’s a new beginning
When the risen man
Heals the weight of time
I can feel it over the line
I see the other country
I see the other side
Do not be afraid of this earthly city
Do not be afraid when the pharaohs nigh
Draw near the lambs awaiting
Where the river runs thru the sky’s align
From that painting of a ship
We have all been chosen
To the painters creation
In his dream design
I can feel it over the line
I see the other country
I see the other side
Do not be afraid of this earthly city
Do not be afraid when the pharaohs nigh
When I was a child
I walked like a child
But now I’m a soldier
Like the Bride and Groom I will be married
I see the other country
I see the other side
Do not be afraid of this earthly city
Do not be afraid when the pharaohs nigh
Even though I walk thru the valley of the shadow of death
Even though I sink through the ocean
You will rescue me
I am standing in the fire
but I can hear the choir singing
I was a blind man stumbling
But now I see
I was blind, blind blind
But now I see
I was blind, blind blind
But now I see
(Ik vind de verwijzing naar Narnia zo leuk: "From that painting of a ship we've all been chosen..").
Your eyes see the shining city
-Your love heels the poisoned mind
When the journey ends
There’s a new beginning
When the risen man
Heals the weight of time
I can feel it over the line
I see the other country
I see the other side
Do not be afraid of this earthly city
Do not be afraid when the pharaohs nigh
Draw near the lambs awaiting
Where the river runs thru the sky’s align
From that painting of a ship
We have all been chosen
To the painters creation
In his dream design
I can feel it over the line
I see the other country
I see the other side
Do not be afraid of this earthly city
Do not be afraid when the pharaohs nigh
When I was a child
I walked like a child
But now I’m a soldier
Like the Bride and Groom I will be married
I see the other country
I see the other side
Do not be afraid of this earthly city
Do not be afraid when the pharaohs nigh
Even though I walk thru the valley of the shadow of death
Even though I sink through the ocean
You will rescue me
I am standing in the fire
but I can hear the choir singing
I was a blind man stumbling
But now I see
I was blind, blind blind
But now I see
I was blind, blind blind
But now I see
woensdag 8 februari 2012
Het normale leven.
Of althans, het leven met wat meer ritme. Het lui bankhangen, laptoppen en Narnia lezen is voorbij. Narnia is uit. De vakantie is voorbij - school is weer begonnen.
En zo begon gisteren het normale leven. Met een college om 10 uur. In de binnenstad van Utrecht - wat altijd enorm leuk is. Gewoon les hebben in normale gebouwen (met abnormale irritante hoge trappen). En zo stommel je met wat mensen die trappen op om ruim drie uur les te krijgen over psychologie en levensvragen, in een ruimte met mooie schuine ramen (en een aflopend dak waar je perfect je hoofd aan kunt stoten). Wat ik persoonlijk nogal vaag vond allemaal. Natuurlijk snap ik dat je verschillende manieren van 'welbevinden' hebt. Geluk. Goed zijn voor de wereld. Maar als ze het gaan hebben over stromingen en ik-sterktes enzo (vraag me niet wat het betekent) voel ik me best dom. Het nadeel van theologie-psychologievakken vind ik dat er zo weinig aansluiting is bij de psychologie zoals wij die leren bij de sociale wetenschappenfaculteit. Ook bij dit vak wordt alles best wel vanuit Freud enzo benaderd. Terwijl er bij ons, de psychologiestudenten, is ingepompt dat Freud onzin is. Anyway, ook drie uur college volgen overleef je.
Na die drie uur was het tijd voor versnaperingen (wat een mooi woord is dat!). En dus zijn we in alle gezelligheid bij de Douwe Egberts koffie, thee en chocolademelk gaan drinken. En toen. Toen moest ik tijd doden. Dat is écht een verschrikking. Ik dacht aan de man, 's ochtends in de trein. Eerst was ik in een stampvolle trein naar Amersfoort gereisd (want er ligt sneeuw en dús moet de dienstregeling worden aangepast). Daarna dus naar Utrecht. In de stoptrein maar, voor deze ene keer. Tegenover me ploft een man. Een beetje dik. Maar ik ben expert in mensen negeren. Zeker in de trein. Dus met een blik op oneindig las ik de metro en staarde uit het raam naar het besneeuwde landschap. Een conducteur kwam naar binnen en liep langs. Groette iedereen vriendelijk, maar controleerde geen kaartjes. De man tegenover me stond op. Zei: Hoi. (Waarom zou hij opstaan, dacht ik). Maar al snel werd me duidelijk dat hij verstandelijk beperkt was. Hij dronk koffie - en de geur ervan vervulde de coupé. Dat ruikt op de één of andere manier gezellig. Na iedere slok slaakte hij een zucht van voldoening. De dame naast hem, blond, verdiept in een fantasyboek (geloof ik) keek geërgerd op. Ik betrapte mezelf erop dat ook ik zoiets had van: Dat hoeft toch niet? Meteen voelde ik me er weer schuldig over. Toen was zijn koffie op en mikte hij het bekertje in de prullenbak. En daar burpte hij. En nog een keer. En ineens realiseerde hij zich dat dat niet hoorde. "Sorry!" zei hij. Sorry. Dat had ik echt niet moeten doen. En iedereen negeerde hem. En niemand zei iets. (O, wát voel ik me schuldig als ik eraan terugdenk. Maar ik weet nog steeds niet welke reactie wel op zijn plaats was geweest).
Hoe dan ook, laten we terugkeren naar 's middags. Na de Douwe Egberts. En het tijd doden. Waar ik niet te goed in ben. Ik besloot om maar bij de V&D te gaan zitten om te studeren (want als je net door de kou terug bent gekomen van de binnenstad zou je wel gek zijn om weer terug te gaan door de kou!). Ik haat dat echt. Allereerst weet ik niet hoe dat precies werkt en óf je wel per se iets moet kopen voordat je daar mag zitten - maar desondanks toch maar een flike fles ice tea (waarom eigenlijk met die kou?) gekocht en ben met mijn heerlijke 'psychologie en levensvragenboek' een hele poos gaan leren. En de mensen komen en de mensen gaan. (Een oma, met haar kleindochtertje wat heel hard 'o my God' riep. En oma zei: Dat mag niet. Daar wordt de Here God verdrietig van!).
Ik zou om half zes afspreken in Overvecht. En die tijd kroop maar. Maar toen was het dan eindelijk tijd en gisteravond was heerlijk. Met een studiegenootje/vriendin van mijn eerste jaar en weer een vriendin van haar gegeten. Op de één of andere manier zijn studentenkamers vaak zó enorm gezellig! Ik kwam erachter dat brood met zongedroogde tomaten en pesto heel erg lekker is. En paprikasoep: jum! Maar daarna zat ik VOL. Terwijl er nog meer te eten was. Maar kletsen met mensen is zó heerlijk. En monopoly-met-kaarten (hoe dat officieel nou ook alweer heet!?) is óók heel erg leuk! (Ik ben een expert in verliezen. Dat dan weer wel). Aan het einde van de avond door de sneeuw naar station Overvecht gewandeld (langs een gracht. Als je dán uitglijdt..). Hoe dan ook, veilig in Amersfoort gekomen, bijna bevroren daar, omdat het ijskoud stond te waaien. Wat was ik blij toen ik eindelijk thuis was. Toen maar voor de haard gekropen met de kat en 'Iedereen was er'. En toen (hoe langer ik schrijf hoe harder ik overga op en toen en toen wat eigenlijk helemaal niet goed is) was die dag alweer voorbij.
- Nog één klein fotootje dan. Ik heb gezondigd (a). Mijn moeder heeft nog niet heel hard gestuiterd, maar misschien komt dat nog. In dit kleine opzichtje kan ze namelijk enorm stuiteren!
En zo begon gisteren het normale leven. Met een college om 10 uur. In de binnenstad van Utrecht - wat altijd enorm leuk is. Gewoon les hebben in normale gebouwen (met abnormale irritante hoge trappen). En zo stommel je met wat mensen die trappen op om ruim drie uur les te krijgen over psychologie en levensvragen, in een ruimte met mooie schuine ramen (en een aflopend dak waar je perfect je hoofd aan kunt stoten). Wat ik persoonlijk nogal vaag vond allemaal. Natuurlijk snap ik dat je verschillende manieren van 'welbevinden' hebt. Geluk. Goed zijn voor de wereld. Maar als ze het gaan hebben over stromingen en ik-sterktes enzo (vraag me niet wat het betekent) voel ik me best dom. Het nadeel van theologie-psychologievakken vind ik dat er zo weinig aansluiting is bij de psychologie zoals wij die leren bij de sociale wetenschappenfaculteit. Ook bij dit vak wordt alles best wel vanuit Freud enzo benaderd. Terwijl er bij ons, de psychologiestudenten, is ingepompt dat Freud onzin is. Anyway, ook drie uur college volgen overleef je.
Na die drie uur was het tijd voor versnaperingen (wat een mooi woord is dat!). En dus zijn we in alle gezelligheid bij de Douwe Egberts koffie, thee en chocolademelk gaan drinken. En toen. Toen moest ik tijd doden. Dat is écht een verschrikking. Ik dacht aan de man, 's ochtends in de trein. Eerst was ik in een stampvolle trein naar Amersfoort gereisd (want er ligt sneeuw en dús moet de dienstregeling worden aangepast). Daarna dus naar Utrecht. In de stoptrein maar, voor deze ene keer. Tegenover me ploft een man. Een beetje dik. Maar ik ben expert in mensen negeren. Zeker in de trein. Dus met een blik op oneindig las ik de metro en staarde uit het raam naar het besneeuwde landschap. Een conducteur kwam naar binnen en liep langs. Groette iedereen vriendelijk, maar controleerde geen kaartjes. De man tegenover me stond op. Zei: Hoi. (Waarom zou hij opstaan, dacht ik). Maar al snel werd me duidelijk dat hij verstandelijk beperkt was. Hij dronk koffie - en de geur ervan vervulde de coupé. Dat ruikt op de één of andere manier gezellig. Na iedere slok slaakte hij een zucht van voldoening. De dame naast hem, blond, verdiept in een fantasyboek (geloof ik) keek geërgerd op. Ik betrapte mezelf erop dat ook ik zoiets had van: Dat hoeft toch niet? Meteen voelde ik me er weer schuldig over. Toen was zijn koffie op en mikte hij het bekertje in de prullenbak. En daar burpte hij. En nog een keer. En ineens realiseerde hij zich dat dat niet hoorde. "Sorry!" zei hij. Sorry. Dat had ik echt niet moeten doen. En iedereen negeerde hem. En niemand zei iets. (O, wát voel ik me schuldig als ik eraan terugdenk. Maar ik weet nog steeds niet welke reactie wel op zijn plaats was geweest).
Hoe dan ook, laten we terugkeren naar 's middags. Na de Douwe Egberts. En het tijd doden. Waar ik niet te goed in ben. Ik besloot om maar bij de V&D te gaan zitten om te studeren (want als je net door de kou terug bent gekomen van de binnenstad zou je wel gek zijn om weer terug te gaan door de kou!). Ik haat dat echt. Allereerst weet ik niet hoe dat precies werkt en óf je wel per se iets moet kopen voordat je daar mag zitten - maar desondanks toch maar een flike fles ice tea (waarom eigenlijk met die kou?) gekocht en ben met mijn heerlijke 'psychologie en levensvragenboek' een hele poos gaan leren. En de mensen komen en de mensen gaan. (Een oma, met haar kleindochtertje wat heel hard 'o my God' riep. En oma zei: Dat mag niet. Daar wordt de Here God verdrietig van!).
Ik zou om half zes afspreken in Overvecht. En die tijd kroop maar. Maar toen was het dan eindelijk tijd en gisteravond was heerlijk. Met een studiegenootje/vriendin van mijn eerste jaar en weer een vriendin van haar gegeten. Op de één of andere manier zijn studentenkamers vaak zó enorm gezellig! Ik kwam erachter dat brood met zongedroogde tomaten en pesto heel erg lekker is. En paprikasoep: jum! Maar daarna zat ik VOL. Terwijl er nog meer te eten was. Maar kletsen met mensen is zó heerlijk. En monopoly-met-kaarten (hoe dat officieel nou ook alweer heet!?) is óók heel erg leuk! (Ik ben een expert in verliezen. Dat dan weer wel). Aan het einde van de avond door de sneeuw naar station Overvecht gewandeld (langs een gracht. Als je dán uitglijdt..). Hoe dan ook, veilig in Amersfoort gekomen, bijna bevroren daar, omdat het ijskoud stond te waaien. Wat was ik blij toen ik eindelijk thuis was. Toen maar voor de haard gekropen met de kat en 'Iedereen was er'. En toen (hoe langer ik schrijf hoe harder ik overga op en toen en toen wat eigenlijk helemaal niet goed is) was die dag alweer voorbij.
- Nog één klein fotootje dan. Ik heb gezondigd (a). Mijn moeder heeft nog niet heel hard gestuiterd, maar misschien komt dat nog. In dit kleine opzichtje kan ze namelijk enorm stuiteren!
zaterdag 4 februari 2012
Intimate relationships.
En nu gaat E., ofwel the Woodcricket, die de kriebels krijgt van alles wat op relaties en klef elkaar over het kaarslicht aanstarende stelletjes lijkt, het komend blok een vak volgen waarvan het boek de titel 'intimate relationships' heeft. Op de voorkant prijkt ook zo'n stelletje. *brr*.
Wie weet leert E. wel dat die kriebels onterecht zijn.
Wie weet leert E. wel dat die kriebels onterecht zijn.
vrijdag 3 februari 2012
Bricks and snow.
Dat was dan een poging tot zelf foto's maken voor mijn dichtbundelcover. En nummer twee is meer kandidaat dan nummer één. Simpelweg omdat nummer twee pas écht nergens op slaat. Maar ik weet niet of het wat is. Eigenlijk heb ik iemand nodig met echt gekke ideeën. Maar ik ben zo blut als een.. een.. een.. bah.
Avond in Utrecht.
Gisteravond, Utrecht. Eerst eten bij de tapas. Daarna bij minstens -10 buiten zijn. Bijna 'de wereld van Sofie' kopen bij de Slegte. (Maar net niet helemaal dus). IJspegels onder bruggen zien hangen. En daarna in een knus restaurant met zijn vijven om een tafeltje rondom een kaarsje gepropt thee, glühwein of wat dan ook drinken. Sommige avonden zijn op de één of andere manier heel erg fijn. (Sommige dagen ook. Want eindelijk, altijd, valt nu ineens de sneeuw. Iemand in the mood om The Lion, the witch and the wardrobe te kijken?).
donderdag 2 februari 2012
Geloof.
Het frappante in Narnia vind ik dat wie niet gelooft ook niet ziet. Wanneer je gelooft wordt de kleerkast een doorgang naar een Land. Wanneer je niet gelooft - eigenwijs bent (al denk ik niet per se dat iedereen die niet gelooft eigenwijs is) - blijft het een kleerkast met een hoop jassen en een wand aan de achterkant. Verbazingwekkend. En ook één van die dingen die ik totaal niet begrijp. Want ik ben geneigd om te denken dat, als die kleerkast maar meteen een doorgang was, ook al geloofde je niet - je wel zou geloven, omdat je het dan ziet. Maar blijkbaar werkt het niet zo. En daarom denk ik inmiddels langzaam soms zoiets als: blijkbaar zou je dan nog niet geloven dat het bestond. Zelfs al zou je middenin de sneeuw, 's avonds bij een brandende lantaarnpaal staan.
Waarom zijn we zo blind? Waarom zijn we bijna allemaal zo blind? Meestal? Want zelfs al zou het bewijs als een lawine de berg af komen rollen, dan nóg zouden we de andere kant opkijken. Zie die bergen toch eens mooi zijn. Zie, de sneeuw in het zonlicht. En zelfs als we hem zouden zien, zouden we denken dat het een hersenspinsel is. (Waarom verpletteren die lawines ons nooit? En als ze ons zouden verpletteren - zouden we dan dood zijn, geloven, of ontkennen dat we ooit verpletterd werden?)
Maar af en toe. Heel erg af en toe en ontzettend zelden gaat de deur een klein kiertje open. En strekt een besneeuwd landschap zich uit.
Waarom zijn we zo blind? Waarom zijn we bijna allemaal zo blind? Meestal? Want zelfs al zou het bewijs als een lawine de berg af komen rollen, dan nóg zouden we de andere kant opkijken. Zie die bergen toch eens mooi zijn. Zie, de sneeuw in het zonlicht. En zelfs als we hem zouden zien, zouden we denken dat het een hersenspinsel is. (Waarom verpletteren die lawines ons nooit? En als ze ons zouden verpletteren - zouden we dan dood zijn, geloven, of ontkennen dat we ooit verpletterd werden?)
Maar af en toe. Heel erg af en toe en ontzettend zelden gaat de deur een klein kiertje open. En strekt een besneeuwd landschap zich uit.
woensdag 1 februari 2012
Hoe word je normaal?
En wie bepaalt wat normaal is?
Ik geloof dat het mij ontbreekt aan een voorraad software in mijn hersenen die me vertelt hoe ik me altijd moet gedragen. Op de één of andere manier weet ik vooral altijd goed hoe dat niet moet. Lang heb ik gedacht dat ik anders was dan iedereen. Er waren normale mensen. En ik was dat niet. Want niemand begreep mij. (Stel je dramatische uitdrukkingen en gebaren voor).
Ik weet niet hoe dat zit. Schijnbaar is het zo dat iedereen, als er een onderwerp besproken wordt, in een bepaalde richting denkt. Maar bij mij gaat het floep. Associatie. Floep. Volgende associatie. En dan een opmerking. Maar de mensen zijn de link kwijt. Want datgene wat ik zeg heeft schijnbaar geen enkele relatie met datgene wat eerder gezegd is. Blijkbaar teveel knopen in het netwerk. Teveel stappen genomen.
Op een bepaald moment werd ik het zo zat dat mensen áltijd fronsten als je iets zei. Of je vreemd dazig aan bleven kijken omdat ze het niet begrepen. Toen besloot ik dat de maat vol was. En het slimmer was om dan maar gewoon helemaal niets meer te zeggen. Omdat toch niemand het begreep. En omdat het waarschijnlijk inderdaad onzin was. (Maar waarom. Waarom kom ik op onzin uit en is datgene wat alle anderen zeggen wel normaal?). Zo werd ik redelijk rustig en stil. Dat was veilig.
Maar toen bleek dat rustig en stil zijn ook niet geaccepteerd wordt. Dat is equivalent van saai. En daarom komt er een moment waarop je weer gaat praten. En je onzin weer gaat spuien. Hoi wereld. Hier ben ik. En ik kraam onzin uit. (Ik weet het zelf heel goed. Maar als je het tegen me zegt word ik toch boos). Zo heb ik nu ontzettende zin om 'wordt ik' te schrijven. Maar spellingregels. Spelfoutenhaat. En wat voegt dit toe? Is het relevant? Zo totaal niet. Mijn gedachten zijn een van waterlelieblad naar waterlelieblad springende kikker die af en toe bijna verzuipt. (Ik weet niet of dat kan bij kikkers - maar wie weet verander ik er ooit nog eens in *krankzinnige gedachte*).
Het voordeel van mijn enorme voorraden onzin is dat het betekent dat ik wat dan ook niet meer zo snel onzin noem. En dat, ook al begrijp ik dingen niet, ze niet per se stom hoeven te zijn. Of niet waar. Want mijn verstand bepaalt niet wat waar is. Misschien is dat dan een eigenschap die me van pas komt in het psycholoog zijn. Hoi. Je bent niet raar hoor. Ik vind je niet gek. (Ik krijg het ook maar niet voor elkaar om mensen echt raar te vinden. Zelfs al doen ze heus een beetje maf - erom lachen kan ik dan weer wel. Gemeen).
Ik ben dus niet zo normaal. Hoe word ik dat? Of word ik het maar gewoon niet, omdat niet-normaal zijn, hoewel niet geaccepteerd, soms ook wel voldoening geeft?
*warrige blog. Wijt het nog maar aan mijn ziekgeweestzijn :)*.
Ik geloof dat het mij ontbreekt aan een voorraad software in mijn hersenen die me vertelt hoe ik me altijd moet gedragen. Op de één of andere manier weet ik vooral altijd goed hoe dat niet moet. Lang heb ik gedacht dat ik anders was dan iedereen. Er waren normale mensen. En ik was dat niet. Want niemand begreep mij. (Stel je dramatische uitdrukkingen en gebaren voor).
Ik weet niet hoe dat zit. Schijnbaar is het zo dat iedereen, als er een onderwerp besproken wordt, in een bepaalde richting denkt. Maar bij mij gaat het floep. Associatie. Floep. Volgende associatie. En dan een opmerking. Maar de mensen zijn de link kwijt. Want datgene wat ik zeg heeft schijnbaar geen enkele relatie met datgene wat eerder gezegd is. Blijkbaar teveel knopen in het netwerk. Teveel stappen genomen.
Op een bepaald moment werd ik het zo zat dat mensen áltijd fronsten als je iets zei. Of je vreemd dazig aan bleven kijken omdat ze het niet begrepen. Toen besloot ik dat de maat vol was. En het slimmer was om dan maar gewoon helemaal niets meer te zeggen. Omdat toch niemand het begreep. En omdat het waarschijnlijk inderdaad onzin was. (Maar waarom. Waarom kom ik op onzin uit en is datgene wat alle anderen zeggen wel normaal?). Zo werd ik redelijk rustig en stil. Dat was veilig.
Maar toen bleek dat rustig en stil zijn ook niet geaccepteerd wordt. Dat is equivalent van saai. En daarom komt er een moment waarop je weer gaat praten. En je onzin weer gaat spuien. Hoi wereld. Hier ben ik. En ik kraam onzin uit. (Ik weet het zelf heel goed. Maar als je het tegen me zegt word ik toch boos). Zo heb ik nu ontzettende zin om 'wordt ik' te schrijven. Maar spellingregels. Spelfoutenhaat. En wat voegt dit toe? Is het relevant? Zo totaal niet. Mijn gedachten zijn een van waterlelieblad naar waterlelieblad springende kikker die af en toe bijna verzuipt. (Ik weet niet of dat kan bij kikkers - maar wie weet verander ik er ooit nog eens in *krankzinnige gedachte*).
Het voordeel van mijn enorme voorraden onzin is dat het betekent dat ik wat dan ook niet meer zo snel onzin noem. En dat, ook al begrijp ik dingen niet, ze niet per se stom hoeven te zijn. Of niet waar. Want mijn verstand bepaalt niet wat waar is. Misschien is dat dan een eigenschap die me van pas komt in het psycholoog zijn. Hoi. Je bent niet raar hoor. Ik vind je niet gek. (Ik krijg het ook maar niet voor elkaar om mensen echt raar te vinden. Zelfs al doen ze heus een beetje maf - erom lachen kan ik dan weer wel. Gemeen).
Ik ben dus niet zo normaal. Hoe word ik dat? Of word ik het maar gewoon niet, omdat niet-normaal zijn, hoewel niet geaccepteerd, soms ook wel voldoening geeft?
*warrige blog. Wijt het nog maar aan mijn ziekgeweestzijn :)*.
dinsdag 31 januari 2012
Studieboeken, de tas en nog meer boeken!
Yay! Ik ben weer beter. Nog steeds niet heel gezellig en fit, maar het gaat de goede kant op. Heb zo hard doorgelezen in Narnia dat ik inmiddels al bij 'het paard en de jongen' ben. Toch maar proberen om dat boek deze week uit te lezen. Verder moest ik vanmorgen ijverig zijn - en heb daarom maar een poging gedaan tot een eerste versie van de motivatiebrief voor de master schrijven. En ik heb studieboeken voor het nieuwe blok besteld. Althans, voor psychologie en levensvragen (een religiewetenschappen/theologie-vak). Het eerste boek daarvoor heet psychologie van de levenskunst. Iets over het leven accepteren en er desondanks van genieten. Ik ben benieuwd. Het is zowaar eens niet in het Engels, wat misschien, heel heel misschien, wel fijn is! Het andere boek heet *zweef* verbeelding en bestaansoriëntatie. Iets over zingeving, in relatie tot anderen en de wereld om ons heen en over de rol van de verbeelding in de vormgeving van ons leven. Okee. Ik weet nog niet al te goed wat ik moet verwachten. Ik weet wel dat theologievakken nog haast lastiger zijn te combineren met geloof dan psychologievakken. (Dat moet ook wel, als alles als verbeelding wordt gezien. Maar of dat boek dat doet weet ik niet). Maar studeren blijft een heerlijkheid. Toch jammer dat je een bachelor maar met één jaartje kunt rekken :).
Naast al die nuttige dingen heb ik ook minder nuttige dingen gedaan. Ik heb toegekeken (lach niet!) hoe mijn moeder mijn tweede tas heeft afgemaakt. Met hengsels en applicaties enzo. Alsof het allemaal enorm makkelijk is. Maar goed. Check de foto. En check ook meteen even de andere foto. Ik had nog boekenbonnen voor m'n verjaardag en heb daarvan eens heerlijk twee mooie boeken gekocht. In de hoop dan maar dat ze mooi zijn!
Naast al die nuttige dingen heb ik ook minder nuttige dingen gedaan. Ik heb toegekeken (lach niet!) hoe mijn moeder mijn tweede tas heeft afgemaakt. Met hengsels en applicaties enzo. Alsof het allemaal enorm makkelijk is. Maar goed. Check de foto. En check ook meteen even de andere foto. Ik had nog boekenbonnen voor m'n verjaardag en heb daarvan eens heerlijk twee mooie boeken gekocht. In de hoop dan maar dat ze mooi zijn!
maandag 30 januari 2012
A place only you can go.
Zo af en toe ontdek je dingen :). En ergens denk ik dat ik toch het allermeest van rustige muziek houd. Dit is namelijk echt perfect. Al is het dan weer een wat weemoedig melodietje. Ofzo.
Overigens was mijn fobie van zaterdag terecht. Nu lig ik in een oude pyjama met een kussen en dekentje zielig te zijn op de bank. Maar er zijn wel fijne dingen: Zo ligt er sneeuw *rejoice!*. En ik ga straks heerlijk 'het betoverde land achter de kleerkast' lezen. Nu maar hopen dat er stilletjes nog meer sneeuw komt neerdwarrelen. En dat mijn hoofdpijn snel ophoepelt.
Overigens was mijn fobie van zaterdag terecht. Nu lig ik in een oude pyjama met een kussen en dekentje zielig te zijn op de bank. Maar er zijn wel fijne dingen: Zo ligt er sneeuw *rejoice!*. En ik ga straks heerlijk 'het betoverde land achter de kleerkast' lezen. Nu maar hopen dat er stilletjes nog meer sneeuw komt neerdwarrelen. En dat mijn hoofdpijn snel ophoepelt.
zaterdag 28 januari 2012
De fobietjes.
Anatidaephobia – the fictional fear that somewhere, somehow, a duck is watching you.
Je zult maar bang zijn dat er ergens, op de één of andere manier een eend naar je aan het kijken is. Deze fobie komt uit de lijst met grappige fobieën van wikipedia. Terwijl ik aan het studeren was voor m'n taaltentamen van gisteren zag ik 'm voorbijkomen op facebook en toen bedacht ik me dat hij eigenlijk wel heel erg geniaal is. Evenals de vrees voor lange woorden: Hippopotomonstrosesquipedaliophobia. Wees gerust. Deze staan niet in DSM.
Op dit moment word ik hevig gekweld door míjn fobie. En hij bestaat echt (aldus wiki - wat dan weer niet de meest betrouwbare bron is). Het zit namelijk zo:
Gisterochtend had ik tentamen. Maar voelde me om de één of andere reden niet al te lekker, dus besloot dat ik ibuprofen moest hebben. Dat zou sowieso helpen. Maar alle ibuprofen was op wonderlijke wijze uit ons huis verdwenen. Opgesnoept zo'n beetje. Dus ik besloot om even naar het buurhuis te hollen in de hoop dat zij wel ibuprofen hadden. En daar kwam de fobie. (En iedereen wéét wel dat ik die fobie heb). Want ik werd begroet met de woorden: "Pas maar op, hier waart het buikgriepvirus". (Ik ben allergisch voor dat woord!). Dus meteen met een rotgang naar huis gerend, omdat ik panisch ben voor alles wat met buikgriep te maken heeft. Maar buikgriepjes ontkom je hoe dan ook niet aan, want inmiddels heerst het ook in ons huis. Dus. En ik had nog wel zo gepland om leuk en gezellig weg te gaan vanavond, maar nu durf ik niet meer. Omdat die snotvirusjes je zo ineens kunnen overvallen.
Anyway. Eigenlijk is dit best wel een serieuze fobie. Nu vanavond maar een Jijdaaravond op Kijkdaar kijken. Heb ik mezelf voorgenomen :).
Je zult maar bang zijn dat er ergens, op de één of andere manier een eend naar je aan het kijken is. Deze fobie komt uit de lijst met grappige fobieën van wikipedia. Terwijl ik aan het studeren was voor m'n taaltentamen van gisteren zag ik 'm voorbijkomen op facebook en toen bedacht ik me dat hij eigenlijk wel heel erg geniaal is. Evenals de vrees voor lange woorden: Hippopotomonstrosesquipedaliophobia. Wees gerust. Deze staan niet in DSM.
Op dit moment word ik hevig gekweld door míjn fobie. En hij bestaat echt (aldus wiki - wat dan weer niet de meest betrouwbare bron is). Het zit namelijk zo:
Gisterochtend had ik tentamen. Maar voelde me om de één of andere reden niet al te lekker, dus besloot dat ik ibuprofen moest hebben. Dat zou sowieso helpen. Maar alle ibuprofen was op wonderlijke wijze uit ons huis verdwenen. Opgesnoept zo'n beetje. Dus ik besloot om even naar het buurhuis te hollen in de hoop dat zij wel ibuprofen hadden. En daar kwam de fobie. (En iedereen wéét wel dat ik die fobie heb). Want ik werd begroet met de woorden: "Pas maar op, hier waart het buikgriepvirus". (Ik ben allergisch voor dat woord!). Dus meteen met een rotgang naar huis gerend, omdat ik panisch ben voor alles wat met buikgriep te maken heeft. Maar buikgriepjes ontkom je hoe dan ook niet aan, want inmiddels heerst het ook in ons huis. Dus. En ik had nog wel zo gepland om leuk en gezellig weg te gaan vanavond, maar nu durf ik niet meer. Omdat die snotvirusjes je zo ineens kunnen overvallen.
Anyway. Eigenlijk is dit best wel een serieuze fobie. Nu vanavond maar een Jijdaaravond op Kijkdaar kijken. Heb ik mezelf voorgenomen :).
donderdag 26 januari 2012
Waarom?
Waarom vinden mannen het leuk als vrouwen kwijlend achter ze aanhollen? Met denkwolkjes boven hun hoofd: jijbentleukjijbentleukjijbentleuk. En ziemijstaanziemijstaanziemijstaan. (Zou het ook met eergevoel te maken hebben?).
Ik kan niet kwijlen. Ik kan niet achter iemand aanlopen. Zelfs als ik het zou willen niet. Misschien wel juist dan niet. En toch werkt het. Zover ik kan zien. En ik zou wel eens willen weten waarom.
Ik kan niet kwijlen. Ik kan niet achter iemand aanlopen. Zelfs als ik het zou willen niet. Misschien wel juist dan niet. En toch werkt het. Zover ik kan zien. En ik zou wel eens willen weten waarom.
woensdag 25 januari 2012
The bag.
En eindelijk issie af. Mijn eigen bovenste beste tas. En nee. Mijn handwerkvaardigheden zijn niet verbeterd en nog steeds hopeloos enzo. En toch heb ik het merendeel van deze tas zelf gehaakt. (Eigenlijk ben ik trots). De applicatie is met dank aan mijn moeder. De zijkanten met dank aan schoonzus.
dinsdag 24 januari 2012
Only Hope.
Als iemand mij vraagt wat ik geloof weet ik niet zo goed wat ik moet zeggen. Want zo vaak geloof ik niet. Of nauwelijks. Of compleet verkeerd. Zo denk ik nog steeds dat God enorm veel interesse heeft in mijn foute dingen. Maar dat Hij datgene wat ik goed doe niet ziet. Alsof het Hem allemaal niet interesseert. Mijn beeld van God klopt dus niet. Liefde tot God? Een eis. Maar één die ik niet kan inwilligen. Ik ben een expert in roddelen (omdat het zo goed voelt om anderen naar beneden te halen en jezelf omhoog, op een voetstuk, te plaatsen). Nee. Ik heb weinig reden om me een gelovige te noemen. (Is dit dan weer te persoonlijk?).
Maar tegelijkertijd weet ik waarop ik moet hopen. En op de één of andere manier doet dit liedje me daar altijd aan denken. Omdat er één persoon is waarnaar we kunnen kijken. Wij allemaal. En meer dan hoop durf ik dat niet te noemen, maar het betekent in ieder geval dat hoewel ik - en waarschijnlijk meer met mij - er een rotzooitje van maak en geen enkele reden heb om iets aan te nemen, ik dat juist doe. En ik weet waarom, maar waarschijnlijk omdat zonder alles pas echt hopeloos is. (Maar dan mag ik me nog steeds schamen voor al het bovenstaande, denk ik).
(Natuurlijk kun je dit liedje ook compleet anders luisteren. Maar je geliefde hier op aarde zal niet zingen over de plannen die hij voor je heeft, toch?).
maandag 23 januari 2012
Het boek.
Misschien dat dat ooit gebeurt. Ineens uit het niets valt een verhaal in je hoofd (in plaats van alleen maar regels) en dan. Dan doe je niets anders dan alleen maar schrijven. Uren, dagen, maanden. Misschien wel jaren. En waarom ook niet, eigenlijk?
Het mag best stom klinken, maar ergens lijkt het me best tof om ooit een boek te schrijven. Het zou alleen een beetje sneu zijn om aan een verhaal te beginnen zonder enige vorm van inspiratie. En wat als je een boek schrijft wat één groot blaatverhaal is - en waar niets van waar is? Dat snap ik namelijk nog steeds niet - in hoeverre schrijvers realiteit in hun verhalen naar voren laten komen en in hoeverre ze de boel aan elkaar vast fantaseren. Ik weet wel ongeveer hoe dat zou gaan als ik aan een boek zou beginnen. Lieve mensen. Ik sluit me vanaf vandaag op. En af. Niet bereikbaar. (Wel op facebook, want anders. Wel via mail. Anders. Ook via telefoon. Want). Dus terwijl ik keihard afgeleid word, besluit ik toch aan mijn boek te beginnen. Na anderhalve pagina is de inspiratie op (waarschijnlijk eerder). En dus besluit ik morgen verder te gaan. Of overmorgen. (Het lijkt op studeren). Maar als ik dan eindelijk verder wil gaan weet ik niet meer wat ik wilde. Want je raakt dingen altijd kwijt. Altijd. En onherroepelijk. En zo zit je daar. Met je mooie verhaal. Het wannabe-verhaal. Wat geen verhaal wil worden, want alles wat je bedenkt sluit niet aan op alles wat je al had geschreven. En dus wis je. En begin je van voren af aan. En wis je. En begin je weer opnieuw. (Dat is het leven). (En ik stel me zo voor dat als een verhaal een keer wel zou willen lukken, het verhaal zich vooral 's nachts aan je op zou dringen. Of op momenten dat je wilt studeren).
Maar ook al wordt het dan niets met verhalen, ik heb besloten om binnenkort iets van een dichtbundeltje uit te geven. Gewoon een stuk of vijftig gedichtjes van m'n gedichtjesblog afhalen - ze in eigen beheer publiceren en voila. Ik weet nog niet zo goed waar. En waar ik ook nog mee zit is een cover. Want ik wil vernieuwend zijn. En dus ook een vernieuwende cover. *beelden, beelden in mijn hoofd*. Het liefst iets met een fragiel meisje wat je op de rug ziet, in wit, blote voeten, in een koud bos, in een boom. Zoiets. Waarom zoveel ideeën en zo weinig uitvoering? Altijd. (Dat is waarschijnlijk ook het leven).
Het mag best stom klinken, maar ergens lijkt het me best tof om ooit een boek te schrijven. Het zou alleen een beetje sneu zijn om aan een verhaal te beginnen zonder enige vorm van inspiratie. En wat als je een boek schrijft wat één groot blaatverhaal is - en waar niets van waar is? Dat snap ik namelijk nog steeds niet - in hoeverre schrijvers realiteit in hun verhalen naar voren laten komen en in hoeverre ze de boel aan elkaar vast fantaseren. Ik weet wel ongeveer hoe dat zou gaan als ik aan een boek zou beginnen. Lieve mensen. Ik sluit me vanaf vandaag op. En af. Niet bereikbaar. (Wel op facebook, want anders. Wel via mail. Anders. Ook via telefoon. Want). Dus terwijl ik keihard afgeleid word, besluit ik toch aan mijn boek te beginnen. Na anderhalve pagina is de inspiratie op (waarschijnlijk eerder). En dus besluit ik morgen verder te gaan. Of overmorgen. (Het lijkt op studeren). Maar als ik dan eindelijk verder wil gaan weet ik niet meer wat ik wilde. Want je raakt dingen altijd kwijt. Altijd. En onherroepelijk. En zo zit je daar. Met je mooie verhaal. Het wannabe-verhaal. Wat geen verhaal wil worden, want alles wat je bedenkt sluit niet aan op alles wat je al had geschreven. En dus wis je. En begin je van voren af aan. En wis je. En begin je weer opnieuw. (Dat is het leven). (En ik stel me zo voor dat als een verhaal een keer wel zou willen lukken, het verhaal zich vooral 's nachts aan je op zou dringen. Of op momenten dat je wilt studeren).
Maar ook al wordt het dan niets met verhalen, ik heb besloten om binnenkort iets van een dichtbundeltje uit te geven. Gewoon een stuk of vijftig gedichtjes van m'n gedichtjesblog afhalen - ze in eigen beheer publiceren en voila. Ik weet nog niet zo goed waar. En waar ik ook nog mee zit is een cover. Want ik wil vernieuwend zijn. En dus ook een vernieuwende cover. *beelden, beelden in mijn hoofd*. Het liefst iets met een fragiel meisje wat je op de rug ziet, in wit, blote voeten, in een koud bos, in een boom. Zoiets. Waarom zoveel ideeën en zo weinig uitvoering? Altijd. (Dat is waarschijnlijk ook het leven).
zaterdag 21 januari 2012
De oktobershoot.
Samen met Marieke. In de hoop dat ze niet gaat stuiteren als ze foto's van zichzelf tegenkomt, hier. Ik zal lief zijn en niet té herkenbare foto's plaatsen :-). (Het enige nadeel aan shootfoto's posten is dat je dan automatisch een beetje veel van jezelf post. En dat voelt een beetje suffig. Ofzo). In ieder geval. Dit was een oktoberdag. Waarop het nog steeds stralend weer was. (Maar toch best koud om dan in je mouwloze jurkje middenin het bos te gaan staan). Wat ik heb geweten ook trouwens. 's Avonds was er een geweldig Trinity-concert. Daar stond ik al half ziek te zijn. En de dag erna Scheveningen: gegaan, maar wel heel verkouden. Wat je al niet overhebt voor shootjes soms (a).


woensdag 18 januari 2012
dinsdag 17 januari 2012
De psychopaat. En de psychologie.
Sorry, nog een keer een studiegerelateerd blogje!
Als iemand een moord pleegt, wordt er daarna al snel gezegd dat hij psychische problemen had. (En dus eigenlijk gesteld dat die arme ziel het ook niet kon helpen). Een vorm van psychische problemen die iemand kan hebben is de antisociale persoonlijkheidsstoornis. En eigenlijk is die best interessant. Iemand is impulsief, jaloers, egoïstisch, heeft geen berouw, liegt veel en is agressief. (Heeft tenminste drie kenmerken van een nog langere lijst). Een psychopaat is iemand met deze stoornis die ook daadwerkelijk iets heeft uitgespookt. Iemand met de stoornis op zich hoeft dat dus niet te doen.
Maar wat ik dan weer frappant vind - en wat ik me afvraag is het volgende. Iemand die een ander vermoordt moet gestraft worden. Vinden we allemaal. Maar nu blijkt dat mensen met die stoornis alleen gevoelig zijn voor beloning. En niet voor straf. (Zeiden ze bij social neuroscience). Dus - ons rechtvaardigheidsgevoel zegt dat we die persoon moeten straffen. En dat is ook belangrijk - omdat je één lijn wilt trekken. Toch? Tegelijk schijnt het voor die persoon op zich niet van belang om tot inkering te komen. Ik vind het ergens wel interessant. Want hoe los je dat op? Straffen doe je natuurlijk in de eerste plaats omdat het rechtvaardig is. Maar mij lijkt dat je bij straffen altijd hoopt dat iemand er iets van leert..
Nu nog even iets over psychologie in het algemeen. Soms moet ik me keihard verdedigen over psychologie. Omdat al die stoornissen, zoals ze vooral bij kinderen worden gediagnosticeerd tegenwoordig, onzin zijn. Niet bij iedereen natuurlijk, maar bij veel wel. Zeggen ze. (Nu doe ik geen Kinder en Jeugdpsychologie, dus ik kan er ook weer niet heel veel over zeggen). Maar ergens is de aandacht voor dingen natuurlijk beter geworden, kwamen dingen vroeger voor, maar was het niet bekend. (En tegelijk heeft alles een relatie tussen aanleg en omgeving. Misschien is de omgeving tegenwoordig meer prikkelend om bepaalde stoornissen te laten ontstaan. Geen idee hoor, maar het zou kunnen). (En etiketjes zijn sowieso best hip tegenwoordig). We mogen best kritisch zijn. Bedenk je maar eens dat je nu een bepaalde persoonlijkheidsstoornis hebt en halverwege dit jaar (of eind dit jaar, of nog later) als het volgende diagnostische boek (DSM-V) uitkomt ineens een andere stoornis hebt. Dus. Zelfs die dingen staan niet zo vast.
En nu vroeg iemand pas aan me of ik in psychologie geloof. Maar wat is ergens in geloven? Ik bedoel. Bestáát psychologie? (Het schijnt van wel). Heeft psychologie nut? (Ja. Mits het goed wordt toegepast). Worden er in de psychologie fouten gemaakt? (Ik denk teveel). En verder. Ook psychologie ontwikkelt. Theorieën wisselen elkaar af. Wat op het ene moment belangrijk en goed is in behandeling kan jaren later weer vervangen worden door iets wat beter is. Dus in die zin blijft alles altijd voorlopig. En daarom. Ik geloof wel in psychologie. Maar een absolute waarheid daarin is er niet. (En als die er al is zullen we hem nooit ontdekken. Dat is trouwens wat ik denk. Dat waarheid in het algemeen absoluut bestaat. En dat we er glimpjes van opvangen. Maar dat we te domme mensen zijn om die waarheid ooit helemaal honderd procent te bereiken).
Als iemand een moord pleegt, wordt er daarna al snel gezegd dat hij psychische problemen had. (En dus eigenlijk gesteld dat die arme ziel het ook niet kon helpen). Een vorm van psychische problemen die iemand kan hebben is de antisociale persoonlijkheidsstoornis. En eigenlijk is die best interessant. Iemand is impulsief, jaloers, egoïstisch, heeft geen berouw, liegt veel en is agressief. (Heeft tenminste drie kenmerken van een nog langere lijst). Een psychopaat is iemand met deze stoornis die ook daadwerkelijk iets heeft uitgespookt. Iemand met de stoornis op zich hoeft dat dus niet te doen.
Maar wat ik dan weer frappant vind - en wat ik me afvraag is het volgende. Iemand die een ander vermoordt moet gestraft worden. Vinden we allemaal. Maar nu blijkt dat mensen met die stoornis alleen gevoelig zijn voor beloning. En niet voor straf. (Zeiden ze bij social neuroscience). Dus - ons rechtvaardigheidsgevoel zegt dat we die persoon moeten straffen. En dat is ook belangrijk - omdat je één lijn wilt trekken. Toch? Tegelijk schijnt het voor die persoon op zich niet van belang om tot inkering te komen. Ik vind het ergens wel interessant. Want hoe los je dat op? Straffen doe je natuurlijk in de eerste plaats omdat het rechtvaardig is. Maar mij lijkt dat je bij straffen altijd hoopt dat iemand er iets van leert..
Nu nog even iets over psychologie in het algemeen. Soms moet ik me keihard verdedigen over psychologie. Omdat al die stoornissen, zoals ze vooral bij kinderen worden gediagnosticeerd tegenwoordig, onzin zijn. Niet bij iedereen natuurlijk, maar bij veel wel. Zeggen ze. (Nu doe ik geen Kinder en Jeugdpsychologie, dus ik kan er ook weer niet heel veel over zeggen). Maar ergens is de aandacht voor dingen natuurlijk beter geworden, kwamen dingen vroeger voor, maar was het niet bekend. (En tegelijk heeft alles een relatie tussen aanleg en omgeving. Misschien is de omgeving tegenwoordig meer prikkelend om bepaalde stoornissen te laten ontstaan. Geen idee hoor, maar het zou kunnen). (En etiketjes zijn sowieso best hip tegenwoordig). We mogen best kritisch zijn. Bedenk je maar eens dat je nu een bepaalde persoonlijkheidsstoornis hebt en halverwege dit jaar (of eind dit jaar, of nog later) als het volgende diagnostische boek (DSM-V) uitkomt ineens een andere stoornis hebt. Dus. Zelfs die dingen staan niet zo vast.
En nu vroeg iemand pas aan me of ik in psychologie geloof. Maar wat is ergens in geloven? Ik bedoel. Bestáát psychologie? (Het schijnt van wel). Heeft psychologie nut? (Ja. Mits het goed wordt toegepast). Worden er in de psychologie fouten gemaakt? (Ik denk teveel). En verder. Ook psychologie ontwikkelt. Theorieën wisselen elkaar af. Wat op het ene moment belangrijk en goed is in behandeling kan jaren later weer vervangen worden door iets wat beter is. Dus in die zin blijft alles altijd voorlopig. En daarom. Ik geloof wel in psychologie. Maar een absolute waarheid daarin is er niet. (En als die er al is zullen we hem nooit ontdekken. Dat is trouwens wat ik denk. Dat waarheid in het algemeen absoluut bestaat. En dat we er glimpjes van opvangen. Maar dat we te domme mensen zijn om die waarheid ooit helemaal honderd procent te bereiken).
vrijdag 13 januari 2012
Metaforen.
Waar ik tot nu toe de taalcolleges maar niets voor mij vond, was het vandaag eindelijk een keertje leuk. Tot nu toe werden wij mensen als het ware een beetje vergeleken met een soort computer waar een hoop ingaat en een hoop uitkomt. Het ging mij een beetje boven de pet om eerlijk te zijn. Vandaag was dus wel leuk. College ging over metaforen. Over impliciet taalgebruik. Iets wel zeggen, maar zo voorzichtig dat het anders overkomt. Of omwille van mooie taal iets vergelijken met iets. Of. Of. Of. Het was in ieder geval boeiend. Een fragmentje uit mijn boek vond ik vrij hilarisch. (Het is niet überdiehardstrengefiltersproof). En dus deel ik dat maar even. (Uit het gesprek tussen een tv-commenter en een professor/dichter aan Yale. De dichter heeft net gezegd dat metaforen gebruikt worden om mensen iets beter te laten begrijpen - daarnaast had ze al gezegd dat een metafoor en een leugen prima hetzelfde konden zijn):
"Well, why not just say what you mean, instead of dressing things up in all this flowery language like, you know, the great romantic poets, you know "Shall I compare thee to a summer's day?" Why not just say "You are hot, let's do it?". (Uit: Traxler, 2012).
Juist. Heel fout. Dus nooit meer Shakespeare citeren, want vanaf nu kan zelfs dát een dubbele laag hebben! Eigenlijk wel supergrappig als je in je ontzettend droge saaie boek met je markeerstiftje saaie dingen zit aan te merken.
"Well, why not just say what you mean, instead of dressing things up in all this flowery language like, you know, the great romantic poets, you know "Shall I compare thee to a summer's day?" Why not just say "You are hot, let's do it?". (Uit: Traxler, 2012).
Juist. Heel fout. Dus nooit meer Shakespeare citeren, want vanaf nu kan zelfs dát een dubbele laag hebben! Eigenlijk wel supergrappig als je in je ontzettend droge saaie boek met je markeerstiftje saaie dingen zit aan te merken.
donderdag 12 januari 2012
Het kruidkoekhuis.
Herstel. Wijlen het kruidkoekhuis. Zijn restanten liggen nog te wachten op weggegooid worden. Of op opgegeten worden. Dat laatste wordt langzamerhand onwaarschijnlijk. (En ik geef toe dat iedere keer als ik hieraan denk of ernaar kijk het woord fail door mijn hoofd schiet - het ziet er namelijk niet heel erg uit alsof de halve familie aan huizen bouwen enzo doet). Maar toch. Dit is 'm. Een paar weken na kerst:
dinsdag 10 januari 2012
Dat.
En zo liep ze, jarenlang te dwalen. Als een blinde, alleen in het donker. En alleen dat zou geluk zijn. Niets anders. Maar dat was zo ver weg en zo buiten bereik. En dat dat kwam alleen maar verder buiten haar bereik. Totdat iedereen wel inzag dat dat nooit zou gebeuren. Maar zij zag het niet. Wilde het niet zien. Had ook geen controle over alles. Haar gedachten waren koprollende mannetjes in het circus. Sprongen van trapeze naar trapeze - en af en toe vielen ze. Hard. (En ze besloot dat het krampachtig was. En krampachtig was verkeerd. Erg verkeerd). En toen ze hoorde dat het zo onwaarschijnlijk was dat dat nog ging gebeuren, besloot de slaap dat zij hem niet waard was.
Ze dacht dat ze machtiger was. Koningin. Regeerde. Maar eigenlijk regeerden haar gedachten. En boog ze voor hen. Koninklijke gedachten. Dat wel. Maar tegelijkertijd monsterlijke gedachten die haar bijna tot wanhoop dreven. En nooit, nooit zou ze gelukkig zijn - want geluk bestond niet zonder dat. (Dat was geen fijne koning om te dienen).
Dat noemen ze illusies. Dat noemen ze klinkklare onzin. Ze begrijpt er nog steeds niets van. Want hoe kan zo ineens, zo ongelofelijk precies op tijd dát weg zijn? Oplossen als mist op een heel erg zonnige dag? Meer op tijd kon niet. Hoogstwaarschijnlijk wordt ze nu veel gelukkiger dan met dát.
Met dank aan degene die dát weg liet sijpelen. En dank aan de Ander die dat zo volmaakt op tijd liet gebeuren.
Ze dacht dat ze machtiger was. Koningin. Regeerde. Maar eigenlijk regeerden haar gedachten. En boog ze voor hen. Koninklijke gedachten. Dat wel. Maar tegelijkertijd monsterlijke gedachten die haar bijna tot wanhoop dreven. En nooit, nooit zou ze gelukkig zijn - want geluk bestond niet zonder dat. (Dat was geen fijne koning om te dienen).
Dat noemen ze illusies. Dat noemen ze klinkklare onzin. Ze begrijpt er nog steeds niets van. Want hoe kan zo ineens, zo ongelofelijk precies op tijd dát weg zijn? Oplossen als mist op een heel erg zonnige dag? Meer op tijd kon niet. Hoogstwaarschijnlijk wordt ze nu veel gelukkiger dan met dát.
Met dank aan degene die dát weg liet sijpelen. En dank aan de Ander die dat zo volmaakt op tijd liet gebeuren.
zaterdag 7 januari 2012
Het meisje en de vis.
Op de bewuste meeuwenfobie-dag een visje met een schelp proberen weer in zee te helpen. Wat niet hielp, overigens. Arm spartelend, nog levend, wachtend op het opgevreten worden - visje.
donderdag 5 januari 2012
Love reclaims the atmosphere.
Ik houd van het sfeertje van dit filmpje. De sneeuw (lieve sneeuw, kom je nog?). De tekst. De korreligheid van het beeld. En bovendien blijf ik zwijmelen bij knappe zangers. Dus. In de stijl van Simon & Garfunkel.
woensdag 4 januari 2012
Mijmeren.
De regen doet weer érg zijn best vandaag. De wind ook. Ze zijn denk ik bang voor een aandachttekort. Ofzoiets. Gelukkig ben ik één van die bevoorrechte mensen die haar dagen vult met bijstuderen (Bij het ene vak loop ik negen hoofdstukken achter, omdat het snertboek maar niet arriveerde), slapen (dat vooral), denken, muziek luisteren, wat gitaren af en toe, boeken uitlezen, gedichtjes schrijven voor mijn thatpoetwantstoflysite en mijmeren. (Wat een mooi woord is dat. Nog nooit gebruikt eigenlijk).
En waar ik dan vooral aan denk zijn de dingen die ik ooit wil doen. En zo veeleisend ben ik helemaal niet, denk ik. Op een zonnige lentedag tussen de madeliefjes in een park bivakkeren, boeken lezen, met leuke mensen zijn, het liefst met iemand die op de achtergrond een riedeltje gitaart. Zoiets. En wat ik ook ooit wil doen is op een zomernacht gewoon de hele nacht wakker blijven. (Fail. Op oudjaarsavond sliep ik ongeveer bij broer en schoonzus voor de haard). En dan zoiets als de hele nacht naar de sterren kijken. En tot slot wil ik weer en weer en weer, net als met mijn examenfeestje een aantal jaar geleden, met degenen waar ik van hou tot diep in de nacht me bezatten* (nee, dat niet) aan ouzo en rondom een vuurkorfje liedjes zingen. Maar dan niet ophouden omdat het laat wordt. Desnoods in slaap vallen. Maar ophouden, dat nooit.
*Een van die leuke herinneringen is hoe mijn hele vriendengroep - en vooral mijn zwager, onze uit Griekenland meegebrachte ouzo, 40%, met z'n allen leegdronk. Niemand was dronken voor zover ik weet. Zelf ben ik niet een enorme alcoholfan. Voordat u dat dacht nav dat bezatten :).
En waar ik dan vooral aan denk zijn de dingen die ik ooit wil doen. En zo veeleisend ben ik helemaal niet, denk ik. Op een zonnige lentedag tussen de madeliefjes in een park bivakkeren, boeken lezen, met leuke mensen zijn, het liefst met iemand die op de achtergrond een riedeltje gitaart. Zoiets. En wat ik ook ooit wil doen is op een zomernacht gewoon de hele nacht wakker blijven. (Fail. Op oudjaarsavond sliep ik ongeveer bij broer en schoonzus voor de haard). En dan zoiets als de hele nacht naar de sterren kijken. En tot slot wil ik weer en weer en weer, net als met mijn examenfeestje een aantal jaar geleden, met degenen waar ik van hou tot diep in de nacht me bezatten* (nee, dat niet) aan ouzo en rondom een vuurkorfje liedjes zingen. Maar dan niet ophouden omdat het laat wordt. Desnoods in slaap vallen. Maar ophouden, dat nooit.
*Een van die leuke herinneringen is hoe mijn hele vriendengroep - en vooral mijn zwager, onze uit Griekenland meegebrachte ouzo, 40%, met z'n allen leegdronk. Niemand was dronken voor zover ik weet. Zelf ben ik niet een enorme alcoholfan. Voordat u dat dacht nav dat bezatten :).
dinsdag 3 januari 2012
maandag 2 januari 2012
Over een brievenaanvanalles-brief.
I, I, I collide with love as an elusive state of mind - Jars of Clay.
En ik maar denken dat ze illusive zongen. Als dat al een woord is. Maar nee. Liefde is geen illusie. Alleen maar heel erg moeilijk te bereiken voor sommige mensen. En ik weet weer eens niet wat ik moet zeggen. Simpelweg omdat dit een blog is. Wat dus zo'n beetje iedereen die dat wil kan lezen. (En vervolgens voortanalyserend concludeert dat ik een onvolwassen schepsel op twee benen met rare hersenkronkels ben). Dat ge-analyseer aan je hoofd zou vermoeiend kunnen werken. En daarom dus maar niet teveel. Een beetje. Over waarom vrouwen mannen soms belachelijk maken.
Soms is het leuk om mannen belachelijk te maken. En ja. Ik krijg met regelmaat op mijn kop. De één zegt dat je die arme mannen niet moet kwetsen. De ander zegt dat mannen ook gevoel hebben. Maar wat ze vergeten is dat dat belachelijk maken in de eerste plaats bedoeld is om gewoon even te trainen in grappig schrijven. (Ik doel op dit verhaal, van Marieke en mij). Bovendien is het ook grappig als mannen iets over vrouwen opschrijven. En toch. Ik geloof helemaal niet dat alle mannen sneu, hopeloos en stom zijn. Maar geef ze die indruk en ze zullen nooit van je denken dat je ze leuk vindt - ik zou het zo gruwelijk vinden als iemand dat dacht.
Nu moet ik wel even met koeieletters vermelden dat ik nog steeds niets met datingsitemannen heb. Het hele idee vrij hilarisch vind. Geen datingsiteman wil. (Misschien is het vrouwelijke eergevoel nog groter dan het mannelijke - al vind ik mannen belachelijk snel gekwetst). En dat de mannen, genoemd in het bovengenoemde verhaal, toch wel een tikkeltje kansloos waren. Toch wel.
Dat was het denk ik even. Gewoon dat vrouwen soms net iets anders zijn dan mannen denken. (Ik zou nog wel meer willen doordenken en opschrijven, maar dan krijg ik weer op m'n kop dat ik de dingen beter in een dagboek kan schrijven. Waarin ze dan wellicht gelijk hebben).
En ik maar denken dat ze illusive zongen. Als dat al een woord is. Maar nee. Liefde is geen illusie. Alleen maar heel erg moeilijk te bereiken voor sommige mensen. En ik weet weer eens niet wat ik moet zeggen. Simpelweg omdat dit een blog is. Wat dus zo'n beetje iedereen die dat wil kan lezen. (En vervolgens voortanalyserend concludeert dat ik een onvolwassen schepsel op twee benen met rare hersenkronkels ben). Dat ge-analyseer aan je hoofd zou vermoeiend kunnen werken. En daarom dus maar niet teveel. Een beetje. Over waarom vrouwen mannen soms belachelijk maken.
Soms is het leuk om mannen belachelijk te maken. En ja. Ik krijg met regelmaat op mijn kop. De één zegt dat je die arme mannen niet moet kwetsen. De ander zegt dat mannen ook gevoel hebben. Maar wat ze vergeten is dat dat belachelijk maken in de eerste plaats bedoeld is om gewoon even te trainen in grappig schrijven. (Ik doel op dit verhaal, van Marieke en mij). Bovendien is het ook grappig als mannen iets over vrouwen opschrijven. En toch. Ik geloof helemaal niet dat alle mannen sneu, hopeloos en stom zijn. Maar geef ze die indruk en ze zullen nooit van je denken dat je ze leuk vindt - ik zou het zo gruwelijk vinden als iemand dat dacht.
Nu moet ik wel even met koeieletters vermelden dat ik nog steeds niets met datingsitemannen heb. Het hele idee vrij hilarisch vind. Geen datingsiteman wil. (Misschien is het vrouwelijke eergevoel nog groter dan het mannelijke - al vind ik mannen belachelijk snel gekwetst). En dat de mannen, genoemd in het bovengenoemde verhaal, toch wel een tikkeltje kansloos waren. Toch wel.
Dat was het denk ik even. Gewoon dat vrouwen soms net iets anders zijn dan mannen denken. (Ik zou nog wel meer willen doordenken en opschrijven, maar dan krijg ik weer op m'n kop dat ik de dingen beter in een dagboek kan schrijven. Waarin ze dan wellicht gelijk hebben).
Abonneren op:
Posts (Atom)