Soms wil ik echt teveel. En
tegelijkertijd durf ik niet zo goed.
Nu ik dan eindelijk afgestudeerd ben, ontdek ik hoe
vre-se-lijk moeilijk het is om een baan als psycholoog te vinden. Er zijn
enkele werkervaringsplekken (waarbij je –ongeveer- gratis werkt) en daarnaast
zijn er wel banen voor basispsychologen, maar dan moet je bij voorkeur twee tot
vijf jaar werkervaring hebben. Ja. De hele arbeidsmarkt in dit opzicht
frustreert me behoorlijk. Maar goed. Ik houd de vacatures in de gaten.
En ik weet niet of ik het al geschreven had, maar ik ontdek
steeds meer dat ik écht met jongeren wil werken. De laatste maanden werk ik als
taalmaatje en doe huiswerkbegeleiding en het is zo ontzettend tof om iets uit
te leggen, om er grapjes en verhalen en voorbeelden bij te verzinnen en om te
laten zien dat veel lesstof eigenlijk heel interessant is. (Laat staan hoe tof
het zou zijn om psychologische dingen uit te mogen leggen). Dat ik nu weet
welke doelgroep me echt aanspreekt, vind ik heel fijn. Ik werd echt een beetje onzeker van het idee
dat ik mensen van vijftig plus-met-een-chique-baan-en-een-mantelpakje zou
moeten gaan vertellen wat ze anders zouden moeten doen in hun leven. (Ik. Meisje die van vintagejurken, flauwe
grapjes en bloemen in het haar houdt).
Maar werken als psycholoog (of iets wat erop lijkt) kan dus
nog niet.
En dus moet ik leren om tevreden te zijn met wat ik heb –
want de baantjes die ik nu heb kunnen me helpen om misschien later iets op te
zetten en om veel meer zelfvertrouwen te krijgen.
Kan me de frustratie inderdaad goed voorstellen... Bloed, zweet en tranen in een studie en er vervolgens niks mee kunnen doen
BeantwoordenVerwijderen