Pagina's

maandag 31 maart 2014

Wat ik zo erg waardeer..

Waar ik na twee weken stage pas goed achter kom is dat ik zo ONT-ZET-TEND blij ben met alle lieve mensen om me heen. Familie, vrienden, vrijwilligerswerkcollega's-met-een-voorliefde-voor-taart.

Op zich is een stage doen natuurlijk helemaal niet zo'n grote stap. Maar voor mij voelt het nog wel een beetje als een enorme verandering in mijn tot dan toe zo kalme leventje. Dingen als werkdruk en 'op tijd klaar zijn' was ik haast vergeten. Maar goed, ik kan natuurlijk niet teveel inhoudelijk over m'n stage zeggen. Alleen dan dit: dat ik een paar keer bij consulten ben geweest, heb gezien hoe cognitieve en gedragstherapie er in de praktijk uitziet. (Dat was cool, zo'n exposure-hiërarchie, een ladder van niet-zo-heel-verschrikkelijk-eng tot heel-erg-érg-eng). En nu ben ik vooral bezig met diagnostiek. Vragenlijsten afnemen, vragenlijsten scoren, verslagen schrijven. En af en toe dus bij een consult zitten. Het koffiezetapparaat overstuur helpen, niet snel genoeg begrijpen hoe patiëntenregistratieprogramma's werken en een hoofd hebben dat omloopt van alle info en 'help, hoe ga ik dat óók nog doen vandaag'. Maar aan de andere kant: ik leer wel. En als dat ritme maar komt, dan komt de rest vanzelf.

En nou. Ik merk gewoon steeds weer hoe blij ik ben met al die lieve mensen. Dat ik, als het weekend is (of m'n vrije dag), afspreek met mensen. Om wat te drinken (en uren te praten over veel te persoonlijke dingen, terwijl ik nooit verder kom dan één of twee ice teas met kapotgeprakte citroen). Om boswandelingen te maken en de wind in je haren te voelen. Gewoon dat allemaal.

donderdag 27 maart 2014

Tulpen en een deken.

Ik had een tijdje terug al tulpenbollen gekocht. Vond ze leuk om op m'n kamer neer te zetten. En nu bloeien ze dan eindelijk.
En verder hebben m'n moeder en ik samen een 'granny squares'-deken gehaakt. Hierbij het eindresultaat.



woensdag 26 maart 2014

Ervaringen.

Ik loop pas een week stage (goed, plus twee dagen) en ik heb nu al ontdekt wat mijn grote valkuil is: onzekerheid. Ik mag niet onzeker zijn (niet van mezelf, niet van de 'baas') en daarom word ik het juist. Natuurlijk snap ik ook wel dat het niet handig is dat een psycholoog die tegenover je zit niet weet waar hij het over heeft, maar een verschrikkelijk zelfverzekerde psycholoog zou bij mij ook angst oproepen.

Ik heb trouwens - en dat is ook heel wat - al een gedeelte van m'n telefoonangst overwonnen. Ik vind bellen echt vreselijk eng. De telefoon opnemen gaat nog, maar da's ook niet m'n hobby. Zit ik te vertellen, vandaag, dat ik het toch maar gedaan heb en dat ik het minder eng vind. Is het antwoord: "Dat is een basale vaardigheid".

Juist.

En nu wil ik iemand knuffelen. Gewoon zomaar iemand, omdat het kan en omdat het heel belangrijk is dat iedereen een beetje lief voor elkaar is.


maandag 24 maart 2014

Stukjes Paradijs.

En als het dan ook nog het Paradijs heet.. Mooie wandeling gemaakt met E., zaterdagmiddag. O ja en ik vind het heel flauw om vooral foto's van mezelf te posten, maar ik post niet zomaar foto's van anderen :).






zaterdag 22 maart 2014

Slaap!

Ik wist niet dat een stage zo vermoeiend zou zijn. Lange dagen werken, 's avonds niet zo vroeg thuis - eten, even zitten en weer gaan slapen omdat ik omval van de slaap. Veel te doen ook op de stage: enerzijds superleuke en interessante dingen. Anderzijds is het zo veel ineens dat ik het nog best lastig vind om een goede balans te vinden, overal in. Ik ben bij gesprekken geweest en ik merk dat ik dingen erg vind voor mensen - maar het wel aankan om de verhalen te horen. Waar ik meer moeite mee heb, is het idee dat ik ontzettend zelfverzekerd moet zijn als ik mensen ga spreken - en ik weet gewoon nog niet hoe ik dát ga faken zonder enige ervaring. Nou ja, dit is dus in een paar zinnen iets. :)

donderdag 20 maart 2014

Het lieveheersbeestje en ik.

Afgelopen zondagavond zat ik in de kerk. Over de rand van de bank liep een lieveheersbeestje. Achter me zat de mevrouw van wie je geen lieveheersbeestje mag zeggen, omdat dat over Onze Lieve Heer gaat - en daar mag je geen beestjes naar noemen. Ik zag dus het lieveheersbeestje en dacht: die is leuk voor mijn luizen. (Correctie: De luizen van mijn tijm en oregano).

Mijn tijm en oregano heb ik vorig jaar gezaaid en ze hebben gezellig samen overwinterd in de garage boven de verwarming. Af en toe kregen ze een plonsje water. Kan niet beter zou je zeggen (kan misschien ook wel beter, maar dát mag je alleen denken). En toen kwamen luis 1 en 2 met talloze nakomelingen. Ze zagen de, blijkbaar toch enigszins verzwakte, plantjes en dachten: Fijn optrekje! De plantjes dachten daar anders over.

Wie krijgt er geen jeuk bij het zien van stengels met vieze groene beestjes? Nou ja, ik vond biologisch tuinieren wel leuk, dus ik wilde een lieveheersbeestje. Die beesten éten namelijk luizen. Voor ontbijt, lunch, diner.. smaken verschillen. Maar als je lieveheersbeestjes zoekt, dan vind je ze niet. Zo gaat dat altijd - de meeste dingen verrassen je op een moment dat je ze niet zoekt. Zo is dat ook met lieveheersbeestjes. Ik was met mijn zus op het strand en voilà. Maar zie zo'n beest maar eens talloze kilometers mee terug naar huis te nemen, hem een servet te geven om z'n pootjes mee af te vegen en te zeggen: "Eet smakelijk!" Die nam ik dus niet mee. Maar toen, afgelopen zondag.

De dienst zou nog zo'n drie kwartier duren. Een horloge is fijn in de kerk, want of je ADHD hebt of niet: anderhalf uur stilzitten is gewoon best lastig. Het lieveheersbeestje dribbelde over de bankrand. Ik dacht: O nee. Straks gaat één van de kindertjes voor ons naar achteren zitten en dan rest er weinig anders dan rode/zwarte smurrie. Vind ik zielig. Ik ga hem redden. Als hij niet geplet wordt, vindt hij de uitgang nooit en hij moet weer genieten van frisse buitenlucht. Zo nam ik een ferm besluit, stak een vinger naar hem uit (en hij nam de hele hand).

Drie kwartier later was de dienst dus inderdaad afgelopen. Zie zo'n lieveheersbeestje maar eens al die tijd bij je te houden. Maar blijkbaar vond hij me aardig. (Met dieren lukt dat nog wel).

Het is dus gelukt. Ik wees naar het lieveheersbeestje die intussen op m'n tas rondjes aan het wandelen was: kijk mam, ik ga hem redden. De juf achter me (niet die van wie je geen 'lieveheersbeestje' mag zeggen) keek naar me alsof ik gek was geworden. Die blik herken ik uit duizenden en ik leer steeds meer om me er niets van aan te trekken. (Ik wil dat nog meer leren).

En nu verwacht je dus een spannende afloop. Zo van: Ik zette het lieveheersbeestje aan het diner, hij knapte een uiltje, voldaan op een blaadje omdat hij zo weldadig gegeten had, likte z'n pootjes af en besloot weer de wijde wereld in te gaan, de harten van vele vrouwtjes te breken en tot slot heldhaftig tegen een muur op te vliegen die hij over het hoofd zag.

De werkelijkheid is minder tragisch - maar ook minder mooi. Ik weet het namelijk niet. Ik zette hem op de plant. Hij drentelde wat rondjes. Pootje voor pootje want zeg, hij was op onderzoek uit. Maar of hij wist dat hij die luizen kon eten?

Geen idee. De volgende dag was hij verdwenen. De luizen niet..

Het lieveheersbeestje van het strand.

vrijdag 14 maart 2014

Brief aan de representaties in mijn hoofd.

Geschreven voor brievenaanvanalles.blogspot.com

--

Beste representaties,

Geen briefonderwerp was ooit zo vaag als jullie. Geen briefonderwerp was ook ooit zo persoonlijk.
Representaties. Afschaduwingen. Alsof een man op een stoepje staat en zijn schaduw bewondert (die natuurlijk veel groter is dan hij als de zon laag staat). Of als een meisje wat in een etalage haar eigen spiegelbeeld ziet, ernaartoe loopt en kijkt hoe ze eruitziet. Of als het kind wat door een regenplas spettert en zichzelf in iedere druppel ziet. Die vormen van zelf, dat zijn representaties.
Representaties die je zelf kunt zien. Maar jullie zijn weer net iets anders. Jullie zijn de schaduw of het spiegelbeeld van de anderen in mijn hoofd. De anderen die soms gewoon op de achtergrond aanwezig zijn. Rustig in mijn hoofd op een stoeltje achteroverleunen en een boek lezen. Op andere momenten willen ze een gesprek met me voeren.  Ik praat, in gedachten, urenlang tegen die representaties. Iedereen zegt in die gesprekken wat ik wil dat ze zeggen en ik kan ineens zo sociaal wenselijk goed een gesprek voeren. Zonder een druppel alcohol. Soms luisteren jullie ook alleen of slaan we elkaar de hersens in. En dan, ineens, op klaarlichte dag, ontmoet ik de echte persoon en blijkt die representatie weer ver van de waarheid te zijn. Representaties in je hoofd kunnen dus ook veranderen. En representaties zijn beperkt, omdat ze gaan over datgene wat je waarneemt. Niet over datgene wat een ander niet laat zien. Representaties gaan daar trouwens verbazingwekkend goed mee om. Als ik ze vraag waarom ze zijn zoals ze zijn, vinden ze mijn ideeën onvoorstelbaar interessant en vinden ze mij zo geniaal. 
Iedereen heeft representaties. Zo zit dat. Het beeld van de ander in je hoofd. Om urenlang met je representaties te converseren is een ander verhaal.
Iedereen heeft ook een representatie (je wordt een steeds raarder woord naarmate ik je vaker opschrijf) van zichzelf. Feitelijk: Een wigwamneus en een voorliefde voor creativiteit en dagdromen. Maar ook imaginair. Onzekerheid die je tot vanuit je tenen uitstraalt. Ik weet niet hoe dat zit, maar ik ben wel gehecht aan die representatie van mij. Hoe stom ik hem soms ook vind. (Vreselijk stom. Echt waar). Ik ben ook gehecht aan de representaties van de anderen. Dat was eigenlijk alles wat ik wilde zeggen. Alles wat ik wilde weten is of jullie ook voorkomen in andere hoofden.
Hoogachtend,
De boskrekel

donderdag 13 maart 2014

woensdag 12 maart 2014

Want weet je..

.. als ze het allemaal geregeld krijgen (de uni en de praktijk) zou het weleens kunnen zijn dat ik volgende week een stage heb. Superspannend allemaal. Maar hoe fijn zou dat zijn. Allesovertreffend.

vrijdag 7 maart 2014

Materialistisch Dromen.

Je schijnt creatiever te worden van dagdromen. Goed nieuws voor mij, want ik ben het type dat soms ineens - nadat iemand een heel verhaal heeft verteld - denkt: Huh? (En dan maar net doe of ik alles heb gehoord).

Ik droom (en nu ga ik even heel erg fantaseren) vooral heel erg van simpele dingen. Een huis wat er een beetje uitziet als de huizen in Flow Magazine, niet zo groot, met platen aan de muur en het liefst een oude houten vloer met een lekker zacht kleed en een haard. En kleur, veel kleur. Veel zelfgemaakte (gehaakte/geknutselde/whatever) dingen. Een keuken aan het raam en allemaal potten met verse kruiden. O en een oven, om veel te bakken. Ik wil ook een kat. Zo één die ofwel voor je voeten loopt omdat hij honger heeft, ofwel op schoot moet (en wel nu) ofwel maximaal slaapt. Ik droom ook van een tuin. Een spannende tuin die niet te perfect is aangelegd, maar wel met mooie kleuren. En een groentetuin natuurlijk. Om pompoenen, paprika's, uien en radijs te kweken. En kruiden. Ik wil haken, bakken, in de tuin werken. (Natuurlijk wil ik het allerliefst dat ik dat allemaal voor iemand kan doen, want in m'n uppie zitten genieten van al m'n materialisme.. mwah).

Natuurlijk wil ik ook psycholoog zijn. Zoveel mogelijk leren en zover mogelijk komen en zoveel mogelijk boeken lezen. En stoppen met mensen analyseren, want daar word ik dan zelf weer een beetje moe van. Zeker omdat je niet in iemands hoofd kunt kijken en het dus meestal maar gewoon niet klopt.