Pagina's

maandag 28 september 2015

..in spite of your changing moods.

Faith is the art of holding onto things your reason has once accepted, in spite of your changing moods - C.S. Lewis

Je zou kunnen zeggen dat ik met een project bezig ben. Het leven opdelen in projecten houdt het lekker overzichtelijk én het helpt om resultaat te zien. Ik bedoel, als je niet bijhoudt of je iets leert - hoe kun je dan aan het einde zeggen dat je iets hebt geleerd (of niet)?

Mijn project is het onheilig verklaren van gevoel. Of althans: vraagtekens durven plaatsen bij gevoel. Een wetenschappelijke houding is namelijk dat je kritisch durft te kijken, ook al doet dat soms pijn. Kritisch zijn over gevoel betekent niet dat gevoel geen goede raadgever kan zijn. Gevoel is een instrument in mijn vak. Het betekent ook niet dat gevoel dan maar op de mesthoop moet. Alleen dat het niet zo heilig is als veel mensen denken. (Omdat wat je denkt wordt bepaald door wat je denkt en omdat wat je denkt wordt bepaald door hoe je jezelf en anderen en de wereld waarneemt wat weer wordt bepaald door je opvoeding en de dingen die je in je leven meemaakt).

Op relationeel gebied geldt dit natuurlijk. Een gebied waarop dit ook voorkomt - voor velen misschien niet zo herkenbaar - is het geloof.

Ik ben opgegroeid in een milieu waar men niet alleen in God gelooft, maar er ook heilig van overtuigd is dat God zich alleen op een bepaalde manier aan mensen openbaart en dat mensen daar een bepaald speciaal gevoel bij moeten hebben. De mensen jagen dat na, richten hun leven ernaar in, maar bereiken dat speciale gevoel nooit. Dit is één van de dingen waar ik heel verdrietig om kan worden. Het verdriet, de angst. Het je hele leven in dienst stellen maar nooit datgene bereiken waarvoor je dan toch op de aarde bent gezet.

Terwijl dat ook maar je opvoeding is. De manier waarop je de dingen hebt leren bekijken. De manier waarop je het gevoel hebt leren overwaarderen.

Soms vind ik het ingewikkeld hoe God meebeweegt met de (natuur)wetten. Waaronder de wetmatigheid dat we de wereld ervaren op grond van onze ervaringen. Waardoor we God zo vaak ervaren op basis van wat we geleerd hebben. Of Hem zo willen ervaren. Of Hem niet ervaren, omdat we dat niet geleerd hebben.

Ik vind dan wel rust in het citaat van Lewis.


zaterdag 26 september 2015

Mijn week. (Omdat weekoverzichten zo vaak voorkomen en natuurlijk ook wel leuk zijn).

Ik vind dat altijd zo leuk. Blogjes waarin mensen een weekoverzicht laten zien. Knap vind ik dat ook, omdat je dus de hele week precies bij moet houden wat je hebt gedaan en daar liefst ook nog foto's van moet maken.


Nou ja. Ik maak er maar gewoon een combinatieplaatje van. Mijn weken zijn op het moment heel veel van hetzelfde, maar waarvan wel heel veel heel leuk is.

* Drie dagen in de week werk ik dus als psycholoog en mag ik mensen behandelen en testen (waarbij ik soms mijn rechterhand een beetje verpruts door al het schrijven). Foto 3 laat mijn plankjes zien met Ikea-cactusjes, protocollenboeken, de DSM, ex-studieboeken en een nieuw studieboek voor de basiscursus cognitieve gedragstherapie waarmee ik in oktober begin.
* 's Avonds heb ik nooit zoveel zin in sociaal zijn als ik de hele dag mensen heb gezien. Meestal pak ik dan een boek of ik ga haken. Mijn nieuwe project is een poncho in mooi groen.
* Thee. Ik drink thee op mijn werk en heb daar zelfs een theedoos neergezet. Dit is die van thuis. Ik hou het meest van thee met citrus én van varianten op chai.
* Het kan niet altijd leuk blijven. Soms krijg je ineens een blaasontsteking. Ook al was de laatste keer dan alweer heel lang geleden. Eigenwijs als ik was, wilde ik geen antibiotica, dus vandaar: een cranberry-vitamine C-kuurtje. Lijkt wel aan te slaan trouwens.
* Wel weer leuk is dat de herfst oogsttijd is. Die paprikaatjes zijn erg mini (en ik heb ze in januari gezaaid en nu pas resultaat) maar het idee is leuk.
* Mister Konijn. Hij begon een beetje eng te worden want uit zijn oren groeiden allemaal nieuwe oren. Vandaag heb ik die extra oren er maar even afgeknipt.
* Ik heb er geen foto van gemaakt, maar: mijn auto is op dit moment nogal eens onderwerp van gesprek. Je moet weten: we wonen in een afgelegen uithoek, waar de dichtstbijzijnde bushalte tien minuten fietsen is en het dichtstbijzijnde station een kwartier rijden (met de auto of bus). Ik vind dus dat ik een auto moet hebben, zeker nu ik werk en een cursus ga doen. Maar goed. Mijn auto dus. 16 jaar oud, een trouwe Ford Ka. Iets in mijn dicht hem menselijke eigenschappen toe en gelooft ook dat die auto gevoel heeft (normaal doen alleen mannen dat). Maar empathie heeft die auto niet. Onlangs rookte hij en stond ik met rode lampjes aan de weg. De garagemeneer pikte me op en de auto werd weer gemaakt. Toen sloeg de auto bijna af als hij stationair liep. Dus de garagemeneer heeft hem weer gemaakt. Toen ging ik weer rijden en dacht: het is wel warm hier. Bleek dat de verwarming aan staat ook al staat hij uit. Toen ging het wiel tegen het spatbord aan met sturen. Dat is al vaker gebeurd, dus het hindert niet. Maar eigenlijk moet je zoiets wel laten maken natuurlijk. Dat njjjeng- geluid elke keer werkt op mijn zenuwen. Toen (het lijkt een opstel uit groep 6) reed ik dinsdag naar een naburig dorp en toen lichtte het lampje van de koelvloeistof even op. Dat had ik ook al eens eerder gehad en dat kostte toen zeker meer dan 100 euro om het te laten maken. En toen. Toen? Had ik er genoeg van. Ik heb een (idioot: want mag niet te duur en niet teveel kilometers en klein en benzine en en en) lijstje ingeleverd bij de garage en nu gaan we dus op zoek.
* Gisteren heb ik de secretaresse van Laura Denkt ontmoet. En Laura zelf natuurlijk ook. Natuurlijk was ik weer eens verdwaald op weg ernaartoe. Als ik een duif was, strandde ik vast en zeker op een station en was er een pootje afgereden door een trein.
Toen ik eindelijk het juiste pand gevonden had, stond ik te rammen op het naamplaatje van de bel in plaats van de bel zelf. Maar ik ben er gekomen en het was heel erg leuk!

Nou ja. Dat was dus mijn week. Misschien ga ik nog maar eens een cake bakken vandaag :)


donderdag 24 september 2015

Eigenaardigheden.

Soms zit er iets donkers diep in mij.

Iets donkers en magnetisch wat me influistert dat ik terug moet naar plekken die ik moeilijk vond. Maar ik wil niet aangetrokken worden tot die plekken. Ik zou moeten vermijden. In plaats daarvan liep ik lachend langs de plek waar ik een soort van blauwtje liep "hier was het ergens" - of kan ik het exacte punt zelfs niet meer vinden - en reed ik expres langs een route waar ik eens een beetje een erg ongemakkelijk gesprek had met iemand. Onlangs overwoog ik serieus ergens een cursus te doen waar ik voorheen te vaak te horen had gekregen dat ik eigenlijk niet zo geschikt was voor dit vak (zonder dat ik de kans had gehad te oefenen). Goed, de reden dat ik dat overwoog had vast iets met lange neuzen te maken. En met zelfingenomenheid want kijk mij eens. Ik vond die reden niet zo mooi, dus besloot er niets mee te doen. Er zit een grens aan exposure. Maar waar ik in de echte wereld niet even om het hoekje kijk om lekker puh te zeggen, doe ik dat in mijn dromen wel. En dan verstop ik me onder een tafel ergens, of ik stofzuig het vloerkleed, gewoon omdat ik even wil kijken hoe het daar is en die lange neus dus.

 Het slaat gewoon echt. helemaal. nergens. op.

Dit is in ieder geval mijn gekste eigenaardigheid op dit moment.

maandag 14 september 2015

Ik zou psycholoog worden als ik het niet al was.

Soms voel ik me zo euforisch gelukkig bij het vak wat ik nu uit mag oefenen.
Daar zijn nogal wat redenen voor. Maar eerst:

Het is toch gek hoe je maanden achtereen denkt dat je nooit psycholoog zult worden. Ik bedoel, ja, ik was afgestudeerd, maar ik had maar een paar brieven verstuurd omdat ik solliciteren haat (en afwijzing nog meer). En ik had een paar baantjes. Dus eigenlijk had ik genoeg te doen. Bovendien was mij te vaak verteld dat ik veel te onzeker zou zijn om als psycholoog te werken. Ik geloofde dat (al zei ik van niet) en geloofde niet meer in mijn capaciteiten op dat gebied. Die studie was een mooi opstapje om wetenschappelijk te leren denken - beetje ontwikkeling is nooit weg. Zo begon ik het te zien.

Totdat ik afgelopen juni ineens op sollicitatiegesprek mocht komen, te horen kreeg dat men 'graag met me verder wilde' en ik per juli als psycholoog mocht gaan werken. Als psycholoog! Zou ik dat nou wel doen, dacht ik - want ja, als je iets niet probeert, kun je ook niet falen. Maar ik dacht dat als ik het niet zou proberen ik ook niet zou weten of ik het zou kunnen. En dus ging ik het maar gewoon doen.

Daar heb ik nog geen seconde spijt van. Ik wist niet dat het bestond: zin hebben in werkdagen, werken leuk vinden. Genieten van contacten met leuke collega's (waaronder in de stad ijsthee drinken en snacken). En ook: genieten van het cliëntencontact. Want het is zo ontzettend tof om te zien hoe mensen ontdekken waardoor hun problemen zijn ontstaan. En nog toffer is het om hen te leren dingen anders te zien. Of om zich anders te gedragen. Om hen te laten geloven dat ze de moeite wél waard zijn, ook al geloven ze van niet. O ja. Als ik niet al psycholoog was, zou ik het willen worden.
(Maar toen ik het nog niet was, wist ik niet dat ik het zo leuk zou vinden).

Ik ga ook weer aan de studie, per oktober. Yay!

(Psycholoog zijn is natuurlijk niet altijd zo idealistisch als ik het voorstel. Ik ben gewoon in een heel idealistische stemming vandaag).

maandag 7 september 2015

Gevoel.

Er was eens iets ontastbaars wat heel groot kon zijn maar ook heel klein. De mensen noemden het gevoel. Ze vonden het een mooi woord. Gevoel was datgene wat de mensen niet zozeer voelden als ze pijn hadden of het gekriebel van een vlinder die per ongeluk op je hand landt en van daaruit de wereld een paar seconden bewondert (en jij, jij staat zo muisstil omdat je die vlinder niet weg wilt jagen). Gevoel leek wel wat op het gekriebel van die vlinder af en toe.

Er was kleine angst en grote angst. Gevoel waar de meeste mensen met een grote boog, wat aarzelend, omheen liepen. De helden liepen er met samengeknepen ogen dwars doorheen.
Er was klein verdriet en groot verdriet.Verdriet die een beetje schrijnt als een zere knie nadat je er op gevallen bent. Verdriet wat je borst doormidden scheurt (als het de kans krijgt).
Er was kleine boosheid en grote boosheid. Boosheid die zinderde als de lucht op een hete dag. Dreigend als de bliksem op diezelfde hete dag.
En er was blijdschap. En andere vormen van goed gevoel.

Klein goed gevoel. Groot goed gevoel.

En alle mensen jagen met vlindernetjes achter dat goede gevoel aan, alsof het een zeldzame vlinder is.

Het goede gevoel wanneer iemand je raakt zo diep raakt. Het goede gevoel wanneer iemand dichtbij is waar je van houdt. Het goede gevoel wanneer de zon schijnt en je in staat bent ervan te genieten. Wanneer je iets heel moeilijks heel goed hebt gedaan. Wanneer je kat je begroet.
Het goede gevoel. En als je het gevangen hebt en er even van geniet en het dan, per ongeluk, weer laat ontglippen, wil je het weer. En weer. Dat gevoel is een vereiste, want zonder. Het moet precies hetzelfde zijn als het was. En de mensen bouwen een beeld van hun gevoel en knielen. Hun knieën kapot. Heilig gevoel. Onbereikbaar heel hard lachend wegfladderend gevoel.

vrijdag 4 september 2015

Het kattencafé.

In augustus zou ik met Laura naar het kattencafé 'Kopjes'. Het was één van de warmste dagen van het jaar en ik stond op het station op het punt om in te checken toen ik bijna tegen de vlakte ging. Dus we gingen niet naar Kopjes. Eigenlijk was het ook te warm.

Vandaag stond het te regenen dat het goot. Ik was een beetje vergeten hoe gezellig dat ook alweer is. We hadden al even besloten dat we in de herkansing zouden gaan wat betreft Kopjes. Zo gezegd en zo gedaan. We liepen allebei op ballerina's en moesten zodoende behoorlijk wat grote plassen ontwijken. Ik stond als een kleuter me te verwonderen, omdat ik sinds de basisschool (zover ik me herinner dan) niet meer in Amsterdam was geweest. Omdat beelden vaak meer zeggen dan woorden, hier een paar plaatjes. Met commentaar.

Famous Laura denkt, Grumpy Cat, Haruki & Karamelbrownie.

Een karamelbrownie op een kattenschoteltje. Lunch. <3

Allemaal kattenplaten aan de muur.

Als je kat bent is het leven zo relax.

Bewoners.

Boeken en spelletjes.

Chillen.

Dat wil ik later ook in mijn huis.

Kattenplaat, menukaart, gekochte tas (met rek & strek-kat) en kopjes. Echte.

woensdag 2 september 2015

Waarom vind ik dat ik overal een mening over moet hebben?

Ik word omringd door mensen met meningen. Veel mensen in mijn omgeving en op facebook vinden dat alle vluchtelingen welkom zijn. Sommigen vinden dat niet alleen vluchtelingen welkom zijn, maar ook de zogenaamde gelukszoekers (wat ik maar een nare term vind). Onder het mom van 'jullie waren vroeger in het koloniale tijdperk ook niet zulke lieverdjes en los die schuld nu maar 'ns in' zou iedereen welkom moeten zijn in dit land. Veel mensen vinden dat een land niet het eigendom is van een bepaalde bevolkingsgroep, maar van iedereen. Dus iedereen mag op een klein stukje land wonen. Daar zit voor mij een probleem, want Nederland is klein en waar wil je ruimte voor natuur overhouden als zoveel mensen hier willen wonen en werken? Moet het landschap dan maar ondergeschikt zijn aan onze behoefte aan meer huizen, kantoren en snelwegen? En moeten wij dan maar naar de leeggelopen landen trekken als we nog wat natuur willen zien? Ah, ik overdrijf. Maar dat is mijn grootste angst.

Andere mensen in mijn omgeving denken er anders over. De mensen in mijn dorp bijvoorbeeld. In ons dorp wonen eigenlijk alleen blanke Nederlanders en een paar verdwaalde Polen. De meeste mensen werken als agrariër of zijn ondernemer en wat de boeren niet kennen dat vreten ze niet. Onbekend maakt onbemind. Zo gaat dat. In mijn dorp is veel onwetendheid, omdat men niet in aanraking komt met andere bevolkingsgroepen. Opnieuw een probleem. Want er zijn heel. veel. mensen die wel echt hulp nodig hebben. Zeggen dat ze niet welkom zijn zonder dat je jezelf verdiept in hun achtergrond is heel voorbarig. En ieder mens zou zelf in zo'n situatie ook heel graag geholpen willen worden.

Al met al vind ik het dus nog steeds lastig om een mening hierover te vormen. Ik denk écht dat we mensen die het het slecht hebben moeten helpen. Daarnaast denk ik dat vluchtelingen kansen kunnen zijn. Dat we veel van de mensen kunnen leren, dat we goede arbeidskrachten aan hen kunnen hebben. Als we hen daar de gelegenheid voor geven.
Maar. Waar ligt de grens? Er zijn veel welvarende landen (niet alleen in Europa). Zou het niet beter zijn als ook deze landen ruimte ter beschikking stellen? Ik lees in de krant alleen over Europese landen die worden overspoeld door migranten. Welke mensen hebben hulp echt nodig en welke mensen komen omdat ze allang in een minder fijne situatie zitten, maar denken dat het nu wel een uitgelezen moment is. Hoeveel mensen gaan terug naar hun land als het weer veilig is? (Als het dat ooit wordt). Of welke mensen - die hier om economische redenen komen - zetten de kennis die ze hier hebben opgedaan in om hun land van herkomst te helpen? Tot slot: hoeveel mensen zitten hier, terwijl hun land van herkomst veilig is en wachten en wachten en moeten dan na jaren van wachten en hopen alsnog terug?

Goed. Ik weet het dus niet. Maar wie wel?