Pagina's

maandag 23 juni 2014

Witboek.

Een tijdje terug blogde ik over opschrijfboekjes. De ene had ik weggegeven en de andere.. ging over een project waar ik mee bezig ben.

Nu heb ik dan eindelijk tijd om eens te bloggen over dat project. Het heerlijk egoïstische-dit-gaat-helemaal-over-mezelf-project.

In het werk als psycholoog kom je ontzettend veel mensen tegen die negatief over zichzelf denken. Ze hebben te maken met onzekerheid, hebben moeite met kritiek, zijn perfectionistisch. Voelen zich geremd in sociale situaties. Soms melden ze zich schuchter aan: ik heb een niet zo positief zelfbeeld. Ze schamen zich daarvoor. Toegeven dat je niet zo positief over jezelf denkt is niet makkelijk. Maar het is wel stap één.

In mijn paar weken op stage ontdekte ik al snel dat ik zelf ook veel positiever over mezelf zou kunnen denken dan ik doe. Ik voel me onzeker. Mag geen fouten maken van mezelf (waardoor ik ze vanzelfsprekend juist maak). En het allersterkst heb ik constant de gedachte (de overtuiging eigenlijk, omdat het wat dieper zit dan iets wat je alleen maar denkt) dat alle anderen overal veel beter in zijn dan ik. Dat ze mooier zijn, alles beter kunnen, leuker zijn om mee om te gaan. Constant vergelijken dus. Wat helemaal geen moeite kost, want het gaat vanzelf.

Maar waarom niet veranderen? Zorgen dat ik mezelf even aardig vind als alle anderen? Dat kan best. En nu heb ik dus naast die grote bomvolle kartonnen doos met negatieve dingen ("Argh, ik heb een fout gemaakt, de wereld vergaat!") een nieuwe neergezet. Met als doel dat die uiteindelijk zo groot wordt dat de negatieve-dingen-doos een klein stipje is. Hoe doe je dat? Ik ben begonnen met een zelfbeeldmethode. Het blauwe notitieboekje uit die blog van een tijdje terug is voor mijn vorderingen. Mijn kosten-batenanalyses. Maar daarnaast heb ik mijn oude boekje nog.

Het witboek. Ofwel mijn positief dagboek wat ik al meer dan een jaar bijhoud.

Positief dagboek



In het witboek schrijf je elke dag de goede dingen op. De dingen waar je trots op bent. De dingen die je gedaan hebt, die je níet gedaan hebt (omdat dat beter was), de dingen die je gezegd hebt, de dingen waar je van genoten hebt. Je schrijft je gevoel daarbij op (trots, blij, tevreden). De regel is dat je geen censuur toe mag passen. Iets waar je trots op bent, ben je trots op. Klaar. Niet bagatelliseren.

Gisteren


Je moet vooral hard je best doen om het boek zo snel mogelijk vol te schrijven. Niet te grote eisen hebben, grote dingen opdelen in meerdere kleine. Eindeloos herhalen mag. Evenals je juist concentreren op datgene wat je moeilijk vindt (want elk klein stapje is de moeite waard).

Tot dusver
Natuurlijk is die hele zelfbeeldmethode niet alleen het witboekgedeelte. Maar ik vind het zo leuk dat ik eigenlijk in de toekomst best iets met zelfbeeld zou willen doen. Ook in de zin van behandeling dan hè. En het idee van een positief dagboek is denk ik voor iedereen aan te raden.




vrijdag 20 juni 2014

Ontwikkeling, confrontatie en een idee.

Ja. Eindelijk heb ik dan ook een intake gedaan. Heel langzaam kan ik zeggen dat ik groei. Ik dacht eerlijk gezegd dat ik niet zo ver zou komen tijdens mijn stage - maar gelukkig dus wel. En hoewel ik cliëntencontact écht heel spannend vind, geniet ik er op een bepaalde manier ook van. Het is echt heel fijn om een klein beetje vriendelijkheid rond te strooien. Tegelijkertijd kom ik mezelf ook heel erg tegen. Ik realiseer me hoe erg ik altijd denk dat alle anderen dingen beter kunnen - en nu pas ontdek ik wat voor chaoot ik kan zijn. Alles moet ik opschrijven, omdat ik het anders domweg vergeet.

(Maar op de één of andere manier schiet schrijven er vreselijk bij in als ik elke dag van acht tot zes weg ben).

Gisteren bedacht ik me nog iets. De laatste tijd bewaarde ik vanalles in m'n agenda. Kaartje hier, documentje wat ik had uitgeprint daar. (Ik heb dus nog een papieren agenda hè, zo'n mooie grote van Flow). Maar ik kan die dingen ook inplakken. Mét uitgeprinte foto's van leuke dagen. Op die manier kan je agenda een soort dagboek worden. Vind het eigenlijk wel een leuk idee :)

maandag 9 juni 2014

In de kerk.

Ik dacht altijd, toen ik kind was, dat ik ooit kerkdiensten wel leuk zou vinden. Als ik groot was. Toegeven dat ik stilzitten (zo lang, meer dan anderhalf uur hè!) best lastig vond, durfde ik niet goed. Volgens mij heb ik dat ooit weleens gedaan. Maar wat je hoorde in de kerk was zo belangrijk dat beweegdrang zeker ondergeschikt was, of je nu ADHD had of niet. En dus vertelde ik maar niet dat ik zondag aan zondag moed zat te verzamelen voor die drie uur in totaal. Van die drie uur werd je wel creatief. Vouwsels van snoeppapiertjes. Bijnamen. De meisjes die zondag aan zondag zo hard hoestten doopten mijn broer en ik in een toepasselijk Uchtine, Hoestalina en Proestje. We hadden Tafelkleedje, omdat ze altijd een omslagdoek droeg. En spelletjes. Iets met voeten en krassen in de kerkbank. Spelletjes waren over het algemeen van korte duur. Na verloop van tijd kwam er een nijdige blik. Een por. Want spelen is niet luisteren - en daarvoor zit je in de kerk. Zelfs als je nog maar een jaar of acht bent.

Ik droomde van de tijd dat ik kerkdiensten leuk zou vinden. Als ik groot zou zijn. En intussen telde ik de pijpen van het orgel en de lampen. Een keer liep een herdershond voorin de kerk. Een andere keer kwam een kat op visite. Maar de orde van de dienst werd nooit verstoord.

Ik werd inderdaad wat ouder. Hoewel het geloof me eigenlijk niets te vertellen had toen ik kind was, veranderde dat toen ik een jaar of vijftien was. We volgden Bijbelstudies op school, ik luisterde de Amerikaanse praise-muziek van m'n zus. Ik werd autistisch fan van Michael W. Smith. En ik schreef dagboeken vol over mijn zoektocht naar God - en dat was een zoektocht, mede door mijn best wel rechtlijnige opvoeding. Die opvoeding en die kerk. (Hoewel ik vroeger veel schreef over hoe ik God zag - doe ik dat nu wat minder en zeker op een blog, omdat ik het wat meer persoonlijk vind).

Nu zit ik nog steeds in een kerkbank. Met beweegdrang tijdens de dienst (en ik heb nieteens ADHD) en een houten kont na afloop. (Soms besluipt me de gedachte: zou je kunnen vastgroeien aan je kerkbank? Hoe moet dat dan goed aflopen?) Af en toe zegt de dominee iets over mensen die 'met hun gedachten ergens anders zijn'. Raar, hoe je hersenen dat dan weer wel opvangen. Ik bouw luchtkastelen in de kerk. Stel me voor hoe ik gesprekken voer met de mensen die ik ken en wat ze zullen zeggen en wat helemaal niet. Een eindje voor me stiefelt Bruin Boon de bank in. Ik kan mijn adem volgens mij geen minuut inhouden (ik heb het weleens geprobeerd met mijn horloge erbij). De kinderen voor me geven elkaar een mep. Het jongetje verderop gaat voor de derde keer deze dienst naar de wc. (Toen ik klein was, mocht ik in de kerk niet naar de wc, want taferelen van kindjes die ommetjes maken tijdens de dienst zijn ons ook allemaal bekend). Ik ga verzitten en hoop dat mijn onderuitgezakte houding de dominee erop attendeert dat de anderhalf uur al voorbij zijn. Er verandert weinig. Misschien ben ik nog niet groot genoeg.

Soms vraag ik me af waarom we zo trouw naar de kerk gaan. Is het omdat we God willen ontmoeten en naar Hem verlangen - of veel meer uit angst: de kerkgang als een bingo-kaart die je vol moet krijgen? (Want anders).

Sommige dingen zijn zo raar.


Wat geknutsel.








Pogingen tot creativiteit.. tussen alle stagedrukte door :)
Het bovenste patroon komt uit 'Mollie makes birds' (boek). Cadeautje voor iemand die nu ver weg is.
Het onderste kun je hier vinden. Ik wilde een boekje opleuken voor iets waar ik mee bezig ben. Een project zeg maar, maar dit keer eens één die eigenlijk specifiek op mezelf gericht is.

maandag 2 juni 2014

Op het eerste gezicht.

In dit leven zijn er mensen die geloven in liefde op het eerste gezicht. Alléén in liefde op het eerste gezicht, want als het niet op het eerste gezicht is.. nou ja, dat dus. Dan was het niks, is het niks en wordt het niks.

Er zijn ook mensen die daar niet in geloven. Op het eerste gezicht is onzin. Zij willen mensen leren kennen en ontdekken wie die mensen zijn en dan, na verloop van tijd, zeggen ze: "Eigenlijk.." (waarna romantische verhalen volgen).

Maar behalve de mensen die daarin geloven en de mensen die daar niet in geloven, is daar ook het leven. En in dat leven de liefde, soms vormgegeven door dat malle mannetje met een pijl en boog.

Lukraak schiet hij. Meestal mis en af en toe een keertje raak. Hij heeft er een grote voorkeur voor om de mensen die in liefde op het eerste gezicht geloven vooral niet te raken. O nee. Misschien is hen raken net zo moeilijk als in de roos van het dartbord gooien zonder ervaring met zware pijltjes. Misschien doet hij het met opzet. Als daar toch eens sprake van was.

En de mensen die niet in liefde op het eerste gezicht geloven, ervaren plotseling liefde op het eerste gezicht (het wordt toch zo'n rare zin als je hem te vaak opschrijft) voor iemand die wel in liefde op het eerste gezicht gelooft - maar die jammerlijk gemist werd. Ergens in de grond, ver ernaast, ligt nog een kromgebogen, misgeschoten pijl. En niemand, niemand die dat malle mannetje eens op het matje roept en zegt: "Nou moet jij eens even goed luisteren!"

Niemand.