Pagina's

dinsdag 26 mei 2015

Gewaarwordingen.

Wat een kansloze titel is dit. Dat mag je vinden. (Niet opschrijven, alsjeblieft).
Het zit zo: mijn brein werkt niet goed. Of nou ja, wel goed genoeg om me te laten eten, slapen en 'het Rosie Project' lezen en zelfs goed genoeg om zoetsappige gesprekjes met de kat te voeren. Maar het werkt dan weer niet goed genoeg om samenhangend te typen. Op zich is dat allemaal niet zo erg als het klinkt. Maar ook weer wel: gisteren - Tweede Pinksterdag - had iedereen tijd om gezellig leuke dingen te doen en ik lag met een stevige hoofdpijnaanval (vermijd het M-woord, vermijd het!) en een koelelement uit de vriezer op bed. Vandaag zat ik dus met de restanten (iets met middenin de nacht kruipend naar de bank omdat je eigenlijk druk bezig bent flauw te vallen omdat je blijkbaar niet helemaal genoeg hebt gegeten de dag ervoor).

Dit was dan dus het verontschuldigende stukje waarom ik misschien wel een beetje wazig schrijf, vandaag. Het is altijd raar hoe je rondom zo'n aanval de dingen waarneemt.

1. Wat echt raar is, is dat ik me ineens bedacht hoe een klasgenootje (laten we haar X.) noemen van jááren geleden haar neusvleugels kon laten trillen. Eigenlijk was X. niet leuk. X. vond mij niet leuk, behalve als ik bijna jarig was. Anders was ik behoorlijk kansloos (wat ik ook was). X. trok aan mijn Kippling-tas (niet-hipheid aller niet-hipheden) die ik als eersteklasser had. Die ik als eersteklasser bomvol boeken propte. Dus X. was een trut. (Maar dat mag ik eigenlijk niet vinden. Misschien is ze nu wel heel aardig - of ik kon nergens tegen, dat kan ook).

2. Ik heb zoveel moeite om de regels te overtreden. Ik wil gewoon dat iedereen me aardig vindt en sympathiek en iemand die alles in één keer goed doet. Maar ik reken buiten het bestaan van zelfscanners, kopiëerapparaten en soms gewoon denken dat ik 120 mag in plaats van 100. Maar milder worden is een proces. Dus nu word ik niet langer veel minder boos op mezelf als ik weer iets stoms doe.

3. Daar staat tegenover dat het heerlijk is om je niet teveel te laten leiden door 'de mensen'. Als 17-jarige ging ik naar de psycholoog en die vertelde me dat ik in m'n eentje een broodje moest eten bij bakkerij Bart. Geen haar op m'n hoofd die eraan dacht en eigenlijk denken mijn haren er nog steeds niet aan. Ik denk dan dat mensen denken dat het zielig is, zo'n meisje alleen. Maar tegelijkertijd: mensen denken toch wel en veel dingen valt ze helemaal niet op. Als je het altijd goed probeert te doen, denken ze misschien wel dat je een uitslover bent. Ah. Dat inzicht. Ik vind het zo helpend. Toen ik 17 was, vond ik het doodeng om alleen met de bus naar een naburig dorp te gaan. Tegenwoordig durf ik met de trein, alleen - en het hoeft niet eens dichtbij. Veel dingen die ik toen niet alleen durfde, durf ik nu wel. Maar er bestaat voor mij wel het onderscheid tussen alleen-alleen (dingen die je prima alleen kunt doen) en samen-alleen (dingen waarbij de mensen, die verdraaide rotmensen* die ook maar mensen zijn en die ook stomme dingen doen, zouden kunnen denken dat je zoiets niet alleen hoort te doen).

4. Genoeg over mijn leerproces (geen zorgen, ooit zet ik dat weer in voor anderen). Wat bezielt de mensen om massaal deel te nemen aan onzinnigste, onnozelste facebookevenementen? Ja joh, we gaan slakken op (zucht, mijn brein), zoutjes op naaktslakken leggen, of linkshandig knikkeren. Of iets met paardenfotoshoots doen. Ik stel een evenement voor waarbij we met de handen op de rug kippen moeten plukken. (Mijn brein..).

-
* Niet beledigend bedoeld overigens. Het gaat vooral over 'te veel waarde hechten aan de mening van een ander'.

1 opmerking:

  1. ja, zo werkt mijn brein ook... vraag me regelmatig af waarom ik op reis zonder moeite ergens in mijn eentje ga zitten eten en ik me hier zwaar ongemakkelijk zou voelen in mn eentje in een restaurant...

    BeantwoordenVerwijderen