Pagina's

zaterdag 8 augustus 2015

Representaties of beelden.

Op vrijdag 14 maart 2014 postte ik een brief aan de representaties in mijn hoofd. Als je geen zin hebt om die brief te lezen: met representaties bedoel ik dat ik (en iedereen) van elke persoon die ik ken een beeld heb in mijn hoofd. Een soort schaduw, maar dan één in kleur, waarmee je (in gedachten weliswaar) gesprekken kunt voeren. Eén die je uit kunt nodigen voor een gesprek, bier of thee aan kunt bieden. Soms is de persoon een zwijgzame ander en luistert naar mijn stortvloeden aan woorden. Soms praat de persoon terug (maar altijd wat ik wil dat diegene zal zeggen).

Maar alles is gebaseerd op fantasie. Verbeelding. Want ik zie de persoon zoals ik verwacht dat deze persoon zal zijn en ook -illusies, illusies- hoe ik hoop dat de persoon zal zijn. De representaties (of beelden) bestaan dus uit verwachtingen en wensen. Deze verwachtingen en wensen kunnen gebaseerd zijn op gedrag-van-de-persoon-in-het-verleden. Maar verwachtingen hangen ook samen met mijn gedachten en overtuigingen. Kortom: hoe ik een persoon zie hangt ervan af hoe de persoon eerder was én van wat ik in mijn leven heb meegemaakt (en dat variëert van opvoeding, levensgebeurtenissen tot de literatuur die ik heb gelezen en de films die ik heb gezien - dit alles bij elkaar vormt mijn overtuigingen; een theorie over mezelf, anderen en de wereld).
Dus zie ik de persoon? Misschien niet. Ik zie de persoon-zoals-ik-hem-of-haar-zie. En soms zie ik de persoon-zoals-ik-hem-of-haar-graag-zie. De grap is: de persoon, iemand anders dus, ziet mij-zoals-hij-of-zij-mij-ziet. En dat is altijd gekleurd door al die overtuigingen die weer bepaalde verwachtingen scheppen.

Nu dacht ik dat ik dat best mooi verzonnen had. Tenminste dat eerste gedeelte over representaties van anderen in je hoofd en dat je met die representaties kunt 'praten' en dat je ze kunt laten doen wat je wilt (in gedachten, voordat je denkt dat ik gek ben). Maar het blijkt een sterk staaltje fantasie te zijn. Daar kwam ik achter toen ik verder ging lezen in 'het romantisch misverstand'. Het hele verhaal van representaties en beelden was dus al eerder verzonnen. Mijn vraag, waar ik de brief toen mee eindigde (of representaties ook voorkomen in andere hoofden) kan ik dus bevestigend beantwoorden.

Maar hoe dat er precies uitziet?

(Ik ga nog eens bloggen over overtuigingen trouwens. Eén van de meest interessante psychologische onderwerpen, vind ik).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten