Pagina's

vrijdag 10 januari 2014

Een ontmoeting.

Gisteren communiceerde ik met een lapjeskat op het station. Ze was te vlug. Ik zag haar naam niet op het hartje aan haar hals, daarvoor was ze zich te erg in allerlei bochten aan het wringen om aardig gevonden te worden. Vriendelijk was ze wel. "Hallo," zei ze, op haar eigen kattenmanier. (Begroet een kat: laat hem of haar aan je vinger snuffelen en meestal steken ze je hun achterwerk toe. Niet de meest charmante manier van begroeting, maar zo werkt het bij katten).

Ik weet dat ze me aardig vond. Aardig vinden is iets wat je voelt en katten kunnen je dat heel goed laten voelen. Vreemd is dat wel, dat je communiceert met een dier. Ik stond wat afzijdig van de rest van de wachtenden. Niemand kon horen dat ik ook 'hallo' zei. En nog wel hardop. Toen begon het tijd te worden voor de trein om te komen. Ik liep dus maar wat naar de andere wachtenden toe, want straks zou het beest vrolijk achter me aan huppelen. Een ander meisje had ook al vriendschap gesloten met de kat. Ze zette hem (haar!) in de struiken en de trein kwam. Ik heb haar niet meer gezien.

(Is het erg eigenaardig dat ik snorharen van mijn kat niet weggooi als ik ze vind, maar inplak of in een doosje bewaar?)

3 opmerkingen: