Yay! Ik ben weer beter. Nog steeds niet heel gezellig en fit, maar het gaat de goede kant op. Heb zo hard doorgelezen in Narnia dat ik inmiddels al bij 'het paard en de jongen' ben. Toch maar proberen om dat boek deze week uit te lezen. Verder moest ik vanmorgen ijverig zijn - en heb daarom maar een poging gedaan tot een eerste versie van de motivatiebrief voor de master schrijven. En ik heb studieboeken voor het nieuwe blok besteld. Althans, voor psychologie en levensvragen (een religiewetenschappen/theologie-vak). Het eerste boek daarvoor heet psychologie van de levenskunst. Iets over het leven accepteren en er desondanks van genieten. Ik ben benieuwd. Het is zowaar eens niet in het Engels, wat misschien, heel heel misschien, wel fijn is! Het andere boek heet *zweef* verbeelding en bestaansoriëntatie. Iets over zingeving, in relatie tot anderen en de wereld om ons heen en over de rol van de verbeelding in de vormgeving van ons leven. Okee. Ik weet nog niet al te goed wat ik moet verwachten. Ik weet wel dat theologievakken nog haast lastiger zijn te combineren met geloof dan psychologievakken. (Dat moet ook wel, als alles als verbeelding wordt gezien. Maar of dat boek dat doet weet ik niet). Maar studeren blijft een heerlijkheid. Toch jammer dat je een bachelor maar met één jaartje kunt rekken :).
Naast al die nuttige dingen heb ik ook minder nuttige dingen gedaan. Ik heb toegekeken (lach niet!) hoe mijn moeder mijn tweede tas heeft afgemaakt. Met hengsels en applicaties enzo. Alsof het allemaal enorm makkelijk is. Maar goed. Check de foto. En check ook meteen even de andere foto. Ik had nog boekenbonnen voor m'n verjaardag en heb daarvan eens heerlijk twee mooie boeken gekocht. In de hoop dan maar dat ze mooi zijn!
dinsdag 31 januari 2012
maandag 30 januari 2012
A place only you can go.
Zo af en toe ontdek je dingen :). En ergens denk ik dat ik toch het allermeest van rustige muziek houd. Dit is namelijk echt perfect. Al is het dan weer een wat weemoedig melodietje. Ofzo.
Overigens was mijn fobie van zaterdag terecht. Nu lig ik in een oude pyjama met een kussen en dekentje zielig te zijn op de bank. Maar er zijn wel fijne dingen: Zo ligt er sneeuw *rejoice!*. En ik ga straks heerlijk 'het betoverde land achter de kleerkast' lezen. Nu maar hopen dat er stilletjes nog meer sneeuw komt neerdwarrelen. En dat mijn hoofdpijn snel ophoepelt.
Overigens was mijn fobie van zaterdag terecht. Nu lig ik in een oude pyjama met een kussen en dekentje zielig te zijn op de bank. Maar er zijn wel fijne dingen: Zo ligt er sneeuw *rejoice!*. En ik ga straks heerlijk 'het betoverde land achter de kleerkast' lezen. Nu maar hopen dat er stilletjes nog meer sneeuw komt neerdwarrelen. En dat mijn hoofdpijn snel ophoepelt.
zaterdag 28 januari 2012
De fobietjes.
Anatidaephobia – the fictional fear that somewhere, somehow, a duck is watching you.
Je zult maar bang zijn dat er ergens, op de één of andere manier een eend naar je aan het kijken is. Deze fobie komt uit de lijst met grappige fobieën van wikipedia. Terwijl ik aan het studeren was voor m'n taaltentamen van gisteren zag ik 'm voorbijkomen op facebook en toen bedacht ik me dat hij eigenlijk wel heel erg geniaal is. Evenals de vrees voor lange woorden: Hippopotomonstrosesquipedaliophobia. Wees gerust. Deze staan niet in DSM.
Op dit moment word ik hevig gekweld door míjn fobie. En hij bestaat echt (aldus wiki - wat dan weer niet de meest betrouwbare bron is). Het zit namelijk zo:
Gisterochtend had ik tentamen. Maar voelde me om de één of andere reden niet al te lekker, dus besloot dat ik ibuprofen moest hebben. Dat zou sowieso helpen. Maar alle ibuprofen was op wonderlijke wijze uit ons huis verdwenen. Opgesnoept zo'n beetje. Dus ik besloot om even naar het buurhuis te hollen in de hoop dat zij wel ibuprofen hadden. En daar kwam de fobie. (En iedereen wéét wel dat ik die fobie heb). Want ik werd begroet met de woorden: "Pas maar op, hier waart het buikgriepvirus". (Ik ben allergisch voor dat woord!). Dus meteen met een rotgang naar huis gerend, omdat ik panisch ben voor alles wat met buikgriep te maken heeft. Maar buikgriepjes ontkom je hoe dan ook niet aan, want inmiddels heerst het ook in ons huis. Dus. En ik had nog wel zo gepland om leuk en gezellig weg te gaan vanavond, maar nu durf ik niet meer. Omdat die snotvirusjes je zo ineens kunnen overvallen.
Anyway. Eigenlijk is dit best wel een serieuze fobie. Nu vanavond maar een Jijdaaravond op Kijkdaar kijken. Heb ik mezelf voorgenomen :).
Je zult maar bang zijn dat er ergens, op de één of andere manier een eend naar je aan het kijken is. Deze fobie komt uit de lijst met grappige fobieën van wikipedia. Terwijl ik aan het studeren was voor m'n taaltentamen van gisteren zag ik 'm voorbijkomen op facebook en toen bedacht ik me dat hij eigenlijk wel heel erg geniaal is. Evenals de vrees voor lange woorden: Hippopotomonstrosesquipedaliophobia. Wees gerust. Deze staan niet in DSM.
Op dit moment word ik hevig gekweld door míjn fobie. En hij bestaat echt (aldus wiki - wat dan weer niet de meest betrouwbare bron is). Het zit namelijk zo:
Gisterochtend had ik tentamen. Maar voelde me om de één of andere reden niet al te lekker, dus besloot dat ik ibuprofen moest hebben. Dat zou sowieso helpen. Maar alle ibuprofen was op wonderlijke wijze uit ons huis verdwenen. Opgesnoept zo'n beetje. Dus ik besloot om even naar het buurhuis te hollen in de hoop dat zij wel ibuprofen hadden. En daar kwam de fobie. (En iedereen wéét wel dat ik die fobie heb). Want ik werd begroet met de woorden: "Pas maar op, hier waart het buikgriepvirus". (Ik ben allergisch voor dat woord!). Dus meteen met een rotgang naar huis gerend, omdat ik panisch ben voor alles wat met buikgriep te maken heeft. Maar buikgriepjes ontkom je hoe dan ook niet aan, want inmiddels heerst het ook in ons huis. Dus. En ik had nog wel zo gepland om leuk en gezellig weg te gaan vanavond, maar nu durf ik niet meer. Omdat die snotvirusjes je zo ineens kunnen overvallen.
Anyway. Eigenlijk is dit best wel een serieuze fobie. Nu vanavond maar een Jijdaaravond op Kijkdaar kijken. Heb ik mezelf voorgenomen :).
donderdag 26 januari 2012
Waarom?
Waarom vinden mannen het leuk als vrouwen kwijlend achter ze aanhollen? Met denkwolkjes boven hun hoofd: jijbentleukjijbentleukjijbentleuk. En ziemijstaanziemijstaanziemijstaan. (Zou het ook met eergevoel te maken hebben?).
Ik kan niet kwijlen. Ik kan niet achter iemand aanlopen. Zelfs als ik het zou willen niet. Misschien wel juist dan niet. En toch werkt het. Zover ik kan zien. En ik zou wel eens willen weten waarom.
Ik kan niet kwijlen. Ik kan niet achter iemand aanlopen. Zelfs als ik het zou willen niet. Misschien wel juist dan niet. En toch werkt het. Zover ik kan zien. En ik zou wel eens willen weten waarom.
woensdag 25 januari 2012
The bag.
En eindelijk issie af. Mijn eigen bovenste beste tas. En nee. Mijn handwerkvaardigheden zijn niet verbeterd en nog steeds hopeloos enzo. En toch heb ik het merendeel van deze tas zelf gehaakt. (Eigenlijk ben ik trots). De applicatie is met dank aan mijn moeder. De zijkanten met dank aan schoonzus.
dinsdag 24 januari 2012
Only Hope.
Als iemand mij vraagt wat ik geloof weet ik niet zo goed wat ik moet zeggen. Want zo vaak geloof ik niet. Of nauwelijks. Of compleet verkeerd. Zo denk ik nog steeds dat God enorm veel interesse heeft in mijn foute dingen. Maar dat Hij datgene wat ik goed doe niet ziet. Alsof het Hem allemaal niet interesseert. Mijn beeld van God klopt dus niet. Liefde tot God? Een eis. Maar één die ik niet kan inwilligen. Ik ben een expert in roddelen (omdat het zo goed voelt om anderen naar beneden te halen en jezelf omhoog, op een voetstuk, te plaatsen). Nee. Ik heb weinig reden om me een gelovige te noemen. (Is dit dan weer te persoonlijk?).
Maar tegelijkertijd weet ik waarop ik moet hopen. En op de één of andere manier doet dit liedje me daar altijd aan denken. Omdat er één persoon is waarnaar we kunnen kijken. Wij allemaal. En meer dan hoop durf ik dat niet te noemen, maar het betekent in ieder geval dat hoewel ik - en waarschijnlijk meer met mij - er een rotzooitje van maak en geen enkele reden heb om iets aan te nemen, ik dat juist doe. En ik weet waarom, maar waarschijnlijk omdat zonder alles pas echt hopeloos is. (Maar dan mag ik me nog steeds schamen voor al het bovenstaande, denk ik).
(Natuurlijk kun je dit liedje ook compleet anders luisteren. Maar je geliefde hier op aarde zal niet zingen over de plannen die hij voor je heeft, toch?).
maandag 23 januari 2012
Het boek.
Misschien dat dat ooit gebeurt. Ineens uit het niets valt een verhaal in je hoofd (in plaats van alleen maar regels) en dan. Dan doe je niets anders dan alleen maar schrijven. Uren, dagen, maanden. Misschien wel jaren. En waarom ook niet, eigenlijk?
Het mag best stom klinken, maar ergens lijkt het me best tof om ooit een boek te schrijven. Het zou alleen een beetje sneu zijn om aan een verhaal te beginnen zonder enige vorm van inspiratie. En wat als je een boek schrijft wat één groot blaatverhaal is - en waar niets van waar is? Dat snap ik namelijk nog steeds niet - in hoeverre schrijvers realiteit in hun verhalen naar voren laten komen en in hoeverre ze de boel aan elkaar vast fantaseren. Ik weet wel ongeveer hoe dat zou gaan als ik aan een boek zou beginnen. Lieve mensen. Ik sluit me vanaf vandaag op. En af. Niet bereikbaar. (Wel op facebook, want anders. Wel via mail. Anders. Ook via telefoon. Want). Dus terwijl ik keihard afgeleid word, besluit ik toch aan mijn boek te beginnen. Na anderhalve pagina is de inspiratie op (waarschijnlijk eerder). En dus besluit ik morgen verder te gaan. Of overmorgen. (Het lijkt op studeren). Maar als ik dan eindelijk verder wil gaan weet ik niet meer wat ik wilde. Want je raakt dingen altijd kwijt. Altijd. En onherroepelijk. En zo zit je daar. Met je mooie verhaal. Het wannabe-verhaal. Wat geen verhaal wil worden, want alles wat je bedenkt sluit niet aan op alles wat je al had geschreven. En dus wis je. En begin je van voren af aan. En wis je. En begin je weer opnieuw. (Dat is het leven). (En ik stel me zo voor dat als een verhaal een keer wel zou willen lukken, het verhaal zich vooral 's nachts aan je op zou dringen. Of op momenten dat je wilt studeren).
Maar ook al wordt het dan niets met verhalen, ik heb besloten om binnenkort iets van een dichtbundeltje uit te geven. Gewoon een stuk of vijftig gedichtjes van m'n gedichtjesblog afhalen - ze in eigen beheer publiceren en voila. Ik weet nog niet zo goed waar. En waar ik ook nog mee zit is een cover. Want ik wil vernieuwend zijn. En dus ook een vernieuwende cover. *beelden, beelden in mijn hoofd*. Het liefst iets met een fragiel meisje wat je op de rug ziet, in wit, blote voeten, in een koud bos, in een boom. Zoiets. Waarom zoveel ideeën en zo weinig uitvoering? Altijd. (Dat is waarschijnlijk ook het leven).
Het mag best stom klinken, maar ergens lijkt het me best tof om ooit een boek te schrijven. Het zou alleen een beetje sneu zijn om aan een verhaal te beginnen zonder enige vorm van inspiratie. En wat als je een boek schrijft wat één groot blaatverhaal is - en waar niets van waar is? Dat snap ik namelijk nog steeds niet - in hoeverre schrijvers realiteit in hun verhalen naar voren laten komen en in hoeverre ze de boel aan elkaar vast fantaseren. Ik weet wel ongeveer hoe dat zou gaan als ik aan een boek zou beginnen. Lieve mensen. Ik sluit me vanaf vandaag op. En af. Niet bereikbaar. (Wel op facebook, want anders. Wel via mail. Anders. Ook via telefoon. Want). Dus terwijl ik keihard afgeleid word, besluit ik toch aan mijn boek te beginnen. Na anderhalve pagina is de inspiratie op (waarschijnlijk eerder). En dus besluit ik morgen verder te gaan. Of overmorgen. (Het lijkt op studeren). Maar als ik dan eindelijk verder wil gaan weet ik niet meer wat ik wilde. Want je raakt dingen altijd kwijt. Altijd. En onherroepelijk. En zo zit je daar. Met je mooie verhaal. Het wannabe-verhaal. Wat geen verhaal wil worden, want alles wat je bedenkt sluit niet aan op alles wat je al had geschreven. En dus wis je. En begin je van voren af aan. En wis je. En begin je weer opnieuw. (Dat is het leven). (En ik stel me zo voor dat als een verhaal een keer wel zou willen lukken, het verhaal zich vooral 's nachts aan je op zou dringen. Of op momenten dat je wilt studeren).
Maar ook al wordt het dan niets met verhalen, ik heb besloten om binnenkort iets van een dichtbundeltje uit te geven. Gewoon een stuk of vijftig gedichtjes van m'n gedichtjesblog afhalen - ze in eigen beheer publiceren en voila. Ik weet nog niet zo goed waar. En waar ik ook nog mee zit is een cover. Want ik wil vernieuwend zijn. En dus ook een vernieuwende cover. *beelden, beelden in mijn hoofd*. Het liefst iets met een fragiel meisje wat je op de rug ziet, in wit, blote voeten, in een koud bos, in een boom. Zoiets. Waarom zoveel ideeën en zo weinig uitvoering? Altijd. (Dat is waarschijnlijk ook het leven).
zaterdag 21 januari 2012
De oktobershoot.
Samen met Marieke. In de hoop dat ze niet gaat stuiteren als ze foto's van zichzelf tegenkomt, hier. Ik zal lief zijn en niet té herkenbare foto's plaatsen :-). (Het enige nadeel aan shootfoto's posten is dat je dan automatisch een beetje veel van jezelf post. En dat voelt een beetje suffig. Ofzo). In ieder geval. Dit was een oktoberdag. Waarop het nog steeds stralend weer was. (Maar toch best koud om dan in je mouwloze jurkje middenin het bos te gaan staan). Wat ik heb geweten ook trouwens. 's Avonds was er een geweldig Trinity-concert. Daar stond ik al half ziek te zijn. En de dag erna Scheveningen: gegaan, maar wel heel verkouden. Wat je al niet overhebt voor shootjes soms (a).


woensdag 18 januari 2012
dinsdag 17 januari 2012
De psychopaat. En de psychologie.
Sorry, nog een keer een studiegerelateerd blogje!
Als iemand een moord pleegt, wordt er daarna al snel gezegd dat hij psychische problemen had. (En dus eigenlijk gesteld dat die arme ziel het ook niet kon helpen). Een vorm van psychische problemen die iemand kan hebben is de antisociale persoonlijkheidsstoornis. En eigenlijk is die best interessant. Iemand is impulsief, jaloers, egoïstisch, heeft geen berouw, liegt veel en is agressief. (Heeft tenminste drie kenmerken van een nog langere lijst). Een psychopaat is iemand met deze stoornis die ook daadwerkelijk iets heeft uitgespookt. Iemand met de stoornis op zich hoeft dat dus niet te doen.
Maar wat ik dan weer frappant vind - en wat ik me afvraag is het volgende. Iemand die een ander vermoordt moet gestraft worden. Vinden we allemaal. Maar nu blijkt dat mensen met die stoornis alleen gevoelig zijn voor beloning. En niet voor straf. (Zeiden ze bij social neuroscience). Dus - ons rechtvaardigheidsgevoel zegt dat we die persoon moeten straffen. En dat is ook belangrijk - omdat je één lijn wilt trekken. Toch? Tegelijk schijnt het voor die persoon op zich niet van belang om tot inkering te komen. Ik vind het ergens wel interessant. Want hoe los je dat op? Straffen doe je natuurlijk in de eerste plaats omdat het rechtvaardig is. Maar mij lijkt dat je bij straffen altijd hoopt dat iemand er iets van leert..
Nu nog even iets over psychologie in het algemeen. Soms moet ik me keihard verdedigen over psychologie. Omdat al die stoornissen, zoals ze vooral bij kinderen worden gediagnosticeerd tegenwoordig, onzin zijn. Niet bij iedereen natuurlijk, maar bij veel wel. Zeggen ze. (Nu doe ik geen Kinder en Jeugdpsychologie, dus ik kan er ook weer niet heel veel over zeggen). Maar ergens is de aandacht voor dingen natuurlijk beter geworden, kwamen dingen vroeger voor, maar was het niet bekend. (En tegelijk heeft alles een relatie tussen aanleg en omgeving. Misschien is de omgeving tegenwoordig meer prikkelend om bepaalde stoornissen te laten ontstaan. Geen idee hoor, maar het zou kunnen). (En etiketjes zijn sowieso best hip tegenwoordig). We mogen best kritisch zijn. Bedenk je maar eens dat je nu een bepaalde persoonlijkheidsstoornis hebt en halverwege dit jaar (of eind dit jaar, of nog later) als het volgende diagnostische boek (DSM-V) uitkomt ineens een andere stoornis hebt. Dus. Zelfs die dingen staan niet zo vast.
En nu vroeg iemand pas aan me of ik in psychologie geloof. Maar wat is ergens in geloven? Ik bedoel. Bestáát psychologie? (Het schijnt van wel). Heeft psychologie nut? (Ja. Mits het goed wordt toegepast). Worden er in de psychologie fouten gemaakt? (Ik denk teveel). En verder. Ook psychologie ontwikkelt. Theorieën wisselen elkaar af. Wat op het ene moment belangrijk en goed is in behandeling kan jaren later weer vervangen worden door iets wat beter is. Dus in die zin blijft alles altijd voorlopig. En daarom. Ik geloof wel in psychologie. Maar een absolute waarheid daarin is er niet. (En als die er al is zullen we hem nooit ontdekken. Dat is trouwens wat ik denk. Dat waarheid in het algemeen absoluut bestaat. En dat we er glimpjes van opvangen. Maar dat we te domme mensen zijn om die waarheid ooit helemaal honderd procent te bereiken).
Als iemand een moord pleegt, wordt er daarna al snel gezegd dat hij psychische problemen had. (En dus eigenlijk gesteld dat die arme ziel het ook niet kon helpen). Een vorm van psychische problemen die iemand kan hebben is de antisociale persoonlijkheidsstoornis. En eigenlijk is die best interessant. Iemand is impulsief, jaloers, egoïstisch, heeft geen berouw, liegt veel en is agressief. (Heeft tenminste drie kenmerken van een nog langere lijst). Een psychopaat is iemand met deze stoornis die ook daadwerkelijk iets heeft uitgespookt. Iemand met de stoornis op zich hoeft dat dus niet te doen.
Maar wat ik dan weer frappant vind - en wat ik me afvraag is het volgende. Iemand die een ander vermoordt moet gestraft worden. Vinden we allemaal. Maar nu blijkt dat mensen met die stoornis alleen gevoelig zijn voor beloning. En niet voor straf. (Zeiden ze bij social neuroscience). Dus - ons rechtvaardigheidsgevoel zegt dat we die persoon moeten straffen. En dat is ook belangrijk - omdat je één lijn wilt trekken. Toch? Tegelijk schijnt het voor die persoon op zich niet van belang om tot inkering te komen. Ik vind het ergens wel interessant. Want hoe los je dat op? Straffen doe je natuurlijk in de eerste plaats omdat het rechtvaardig is. Maar mij lijkt dat je bij straffen altijd hoopt dat iemand er iets van leert..
Nu nog even iets over psychologie in het algemeen. Soms moet ik me keihard verdedigen over psychologie. Omdat al die stoornissen, zoals ze vooral bij kinderen worden gediagnosticeerd tegenwoordig, onzin zijn. Niet bij iedereen natuurlijk, maar bij veel wel. Zeggen ze. (Nu doe ik geen Kinder en Jeugdpsychologie, dus ik kan er ook weer niet heel veel over zeggen). Maar ergens is de aandacht voor dingen natuurlijk beter geworden, kwamen dingen vroeger voor, maar was het niet bekend. (En tegelijk heeft alles een relatie tussen aanleg en omgeving. Misschien is de omgeving tegenwoordig meer prikkelend om bepaalde stoornissen te laten ontstaan. Geen idee hoor, maar het zou kunnen). (En etiketjes zijn sowieso best hip tegenwoordig). We mogen best kritisch zijn. Bedenk je maar eens dat je nu een bepaalde persoonlijkheidsstoornis hebt en halverwege dit jaar (of eind dit jaar, of nog later) als het volgende diagnostische boek (DSM-V) uitkomt ineens een andere stoornis hebt. Dus. Zelfs die dingen staan niet zo vast.
En nu vroeg iemand pas aan me of ik in psychologie geloof. Maar wat is ergens in geloven? Ik bedoel. Bestáát psychologie? (Het schijnt van wel). Heeft psychologie nut? (Ja. Mits het goed wordt toegepast). Worden er in de psychologie fouten gemaakt? (Ik denk teveel). En verder. Ook psychologie ontwikkelt. Theorieën wisselen elkaar af. Wat op het ene moment belangrijk en goed is in behandeling kan jaren later weer vervangen worden door iets wat beter is. Dus in die zin blijft alles altijd voorlopig. En daarom. Ik geloof wel in psychologie. Maar een absolute waarheid daarin is er niet. (En als die er al is zullen we hem nooit ontdekken. Dat is trouwens wat ik denk. Dat waarheid in het algemeen absoluut bestaat. En dat we er glimpjes van opvangen. Maar dat we te domme mensen zijn om die waarheid ooit helemaal honderd procent te bereiken).
vrijdag 13 januari 2012
Metaforen.
Waar ik tot nu toe de taalcolleges maar niets voor mij vond, was het vandaag eindelijk een keertje leuk. Tot nu toe werden wij mensen als het ware een beetje vergeleken met een soort computer waar een hoop ingaat en een hoop uitkomt. Het ging mij een beetje boven de pet om eerlijk te zijn. Vandaag was dus wel leuk. College ging over metaforen. Over impliciet taalgebruik. Iets wel zeggen, maar zo voorzichtig dat het anders overkomt. Of omwille van mooie taal iets vergelijken met iets. Of. Of. Of. Het was in ieder geval boeiend. Een fragmentje uit mijn boek vond ik vrij hilarisch. (Het is niet überdiehardstrengefiltersproof). En dus deel ik dat maar even. (Uit het gesprek tussen een tv-commenter en een professor/dichter aan Yale. De dichter heeft net gezegd dat metaforen gebruikt worden om mensen iets beter te laten begrijpen - daarnaast had ze al gezegd dat een metafoor en een leugen prima hetzelfde konden zijn):
"Well, why not just say what you mean, instead of dressing things up in all this flowery language like, you know, the great romantic poets, you know "Shall I compare thee to a summer's day?" Why not just say "You are hot, let's do it?". (Uit: Traxler, 2012).
Juist. Heel fout. Dus nooit meer Shakespeare citeren, want vanaf nu kan zelfs dát een dubbele laag hebben! Eigenlijk wel supergrappig als je in je ontzettend droge saaie boek met je markeerstiftje saaie dingen zit aan te merken.
"Well, why not just say what you mean, instead of dressing things up in all this flowery language like, you know, the great romantic poets, you know "Shall I compare thee to a summer's day?" Why not just say "You are hot, let's do it?". (Uit: Traxler, 2012).
Juist. Heel fout. Dus nooit meer Shakespeare citeren, want vanaf nu kan zelfs dát een dubbele laag hebben! Eigenlijk wel supergrappig als je in je ontzettend droge saaie boek met je markeerstiftje saaie dingen zit aan te merken.
donderdag 12 januari 2012
Het kruidkoekhuis.
Herstel. Wijlen het kruidkoekhuis. Zijn restanten liggen nog te wachten op weggegooid worden. Of op opgegeten worden. Dat laatste wordt langzamerhand onwaarschijnlijk. (En ik geef toe dat iedere keer als ik hieraan denk of ernaar kijk het woord fail door mijn hoofd schiet - het ziet er namelijk niet heel erg uit alsof de halve familie aan huizen bouwen enzo doet). Maar toch. Dit is 'm. Een paar weken na kerst:
dinsdag 10 januari 2012
Dat.
En zo liep ze, jarenlang te dwalen. Als een blinde, alleen in het donker. En alleen dat zou geluk zijn. Niets anders. Maar dat was zo ver weg en zo buiten bereik. En dat dat kwam alleen maar verder buiten haar bereik. Totdat iedereen wel inzag dat dat nooit zou gebeuren. Maar zij zag het niet. Wilde het niet zien. Had ook geen controle over alles. Haar gedachten waren koprollende mannetjes in het circus. Sprongen van trapeze naar trapeze - en af en toe vielen ze. Hard. (En ze besloot dat het krampachtig was. En krampachtig was verkeerd. Erg verkeerd). En toen ze hoorde dat het zo onwaarschijnlijk was dat dat nog ging gebeuren, besloot de slaap dat zij hem niet waard was.
Ze dacht dat ze machtiger was. Koningin. Regeerde. Maar eigenlijk regeerden haar gedachten. En boog ze voor hen. Koninklijke gedachten. Dat wel. Maar tegelijkertijd monsterlijke gedachten die haar bijna tot wanhoop dreven. En nooit, nooit zou ze gelukkig zijn - want geluk bestond niet zonder dat. (Dat was geen fijne koning om te dienen).
Dat noemen ze illusies. Dat noemen ze klinkklare onzin. Ze begrijpt er nog steeds niets van. Want hoe kan zo ineens, zo ongelofelijk precies op tijd dát weg zijn? Oplossen als mist op een heel erg zonnige dag? Meer op tijd kon niet. Hoogstwaarschijnlijk wordt ze nu veel gelukkiger dan met dát.
Met dank aan degene die dát weg liet sijpelen. En dank aan de Ander die dat zo volmaakt op tijd liet gebeuren.
Ze dacht dat ze machtiger was. Koningin. Regeerde. Maar eigenlijk regeerden haar gedachten. En boog ze voor hen. Koninklijke gedachten. Dat wel. Maar tegelijkertijd monsterlijke gedachten die haar bijna tot wanhoop dreven. En nooit, nooit zou ze gelukkig zijn - want geluk bestond niet zonder dat. (Dat was geen fijne koning om te dienen).
Dat noemen ze illusies. Dat noemen ze klinkklare onzin. Ze begrijpt er nog steeds niets van. Want hoe kan zo ineens, zo ongelofelijk precies op tijd dát weg zijn? Oplossen als mist op een heel erg zonnige dag? Meer op tijd kon niet. Hoogstwaarschijnlijk wordt ze nu veel gelukkiger dan met dát.
Met dank aan degene die dát weg liet sijpelen. En dank aan de Ander die dat zo volmaakt op tijd liet gebeuren.
zaterdag 7 januari 2012
Het meisje en de vis.
Op de bewuste meeuwenfobie-dag een visje met een schelp proberen weer in zee te helpen. Wat niet hielp, overigens. Arm spartelend, nog levend, wachtend op het opgevreten worden - visje.
donderdag 5 januari 2012
Love reclaims the atmosphere.
Ik houd van het sfeertje van dit filmpje. De sneeuw (lieve sneeuw, kom je nog?). De tekst. De korreligheid van het beeld. En bovendien blijf ik zwijmelen bij knappe zangers. Dus. In de stijl van Simon & Garfunkel.
woensdag 4 januari 2012
Mijmeren.
De regen doet weer érg zijn best vandaag. De wind ook. Ze zijn denk ik bang voor een aandachttekort. Ofzoiets. Gelukkig ben ik één van die bevoorrechte mensen die haar dagen vult met bijstuderen (Bij het ene vak loop ik negen hoofdstukken achter, omdat het snertboek maar niet arriveerde), slapen (dat vooral), denken, muziek luisteren, wat gitaren af en toe, boeken uitlezen, gedichtjes schrijven voor mijn thatpoetwantstoflysite en mijmeren. (Wat een mooi woord is dat. Nog nooit gebruikt eigenlijk).
En waar ik dan vooral aan denk zijn de dingen die ik ooit wil doen. En zo veeleisend ben ik helemaal niet, denk ik. Op een zonnige lentedag tussen de madeliefjes in een park bivakkeren, boeken lezen, met leuke mensen zijn, het liefst met iemand die op de achtergrond een riedeltje gitaart. Zoiets. En wat ik ook ooit wil doen is op een zomernacht gewoon de hele nacht wakker blijven. (Fail. Op oudjaarsavond sliep ik ongeveer bij broer en schoonzus voor de haard). En dan zoiets als de hele nacht naar de sterren kijken. En tot slot wil ik weer en weer en weer, net als met mijn examenfeestje een aantal jaar geleden, met degenen waar ik van hou tot diep in de nacht me bezatten* (nee, dat niet) aan ouzo en rondom een vuurkorfje liedjes zingen. Maar dan niet ophouden omdat het laat wordt. Desnoods in slaap vallen. Maar ophouden, dat nooit.
*Een van die leuke herinneringen is hoe mijn hele vriendengroep - en vooral mijn zwager, onze uit Griekenland meegebrachte ouzo, 40%, met z'n allen leegdronk. Niemand was dronken voor zover ik weet. Zelf ben ik niet een enorme alcoholfan. Voordat u dat dacht nav dat bezatten :).
En waar ik dan vooral aan denk zijn de dingen die ik ooit wil doen. En zo veeleisend ben ik helemaal niet, denk ik. Op een zonnige lentedag tussen de madeliefjes in een park bivakkeren, boeken lezen, met leuke mensen zijn, het liefst met iemand die op de achtergrond een riedeltje gitaart. Zoiets. En wat ik ook ooit wil doen is op een zomernacht gewoon de hele nacht wakker blijven. (Fail. Op oudjaarsavond sliep ik ongeveer bij broer en schoonzus voor de haard). En dan zoiets als de hele nacht naar de sterren kijken. En tot slot wil ik weer en weer en weer, net als met mijn examenfeestje een aantal jaar geleden, met degenen waar ik van hou tot diep in de nacht me bezatten* (nee, dat niet) aan ouzo en rondom een vuurkorfje liedjes zingen. Maar dan niet ophouden omdat het laat wordt. Desnoods in slaap vallen. Maar ophouden, dat nooit.
*Een van die leuke herinneringen is hoe mijn hele vriendengroep - en vooral mijn zwager, onze uit Griekenland meegebrachte ouzo, 40%, met z'n allen leegdronk. Niemand was dronken voor zover ik weet. Zelf ben ik niet een enorme alcoholfan. Voordat u dat dacht nav dat bezatten :).
dinsdag 3 januari 2012
maandag 2 januari 2012
Over een brievenaanvanalles-brief.
I, I, I collide with love as an elusive state of mind - Jars of Clay.
En ik maar denken dat ze illusive zongen. Als dat al een woord is. Maar nee. Liefde is geen illusie. Alleen maar heel erg moeilijk te bereiken voor sommige mensen. En ik weet weer eens niet wat ik moet zeggen. Simpelweg omdat dit een blog is. Wat dus zo'n beetje iedereen die dat wil kan lezen. (En vervolgens voortanalyserend concludeert dat ik een onvolwassen schepsel op twee benen met rare hersenkronkels ben). Dat ge-analyseer aan je hoofd zou vermoeiend kunnen werken. En daarom dus maar niet teveel. Een beetje. Over waarom vrouwen mannen soms belachelijk maken.
Soms is het leuk om mannen belachelijk te maken. En ja. Ik krijg met regelmaat op mijn kop. De één zegt dat je die arme mannen niet moet kwetsen. De ander zegt dat mannen ook gevoel hebben. Maar wat ze vergeten is dat dat belachelijk maken in de eerste plaats bedoeld is om gewoon even te trainen in grappig schrijven. (Ik doel op dit verhaal, van Marieke en mij). Bovendien is het ook grappig als mannen iets over vrouwen opschrijven. En toch. Ik geloof helemaal niet dat alle mannen sneu, hopeloos en stom zijn. Maar geef ze die indruk en ze zullen nooit van je denken dat je ze leuk vindt - ik zou het zo gruwelijk vinden als iemand dat dacht.
Nu moet ik wel even met koeieletters vermelden dat ik nog steeds niets met datingsitemannen heb. Het hele idee vrij hilarisch vind. Geen datingsiteman wil. (Misschien is het vrouwelijke eergevoel nog groter dan het mannelijke - al vind ik mannen belachelijk snel gekwetst). En dat de mannen, genoemd in het bovengenoemde verhaal, toch wel een tikkeltje kansloos waren. Toch wel.
Dat was het denk ik even. Gewoon dat vrouwen soms net iets anders zijn dan mannen denken. (Ik zou nog wel meer willen doordenken en opschrijven, maar dan krijg ik weer op m'n kop dat ik de dingen beter in een dagboek kan schrijven. Waarin ze dan wellicht gelijk hebben).
En ik maar denken dat ze illusive zongen. Als dat al een woord is. Maar nee. Liefde is geen illusie. Alleen maar heel erg moeilijk te bereiken voor sommige mensen. En ik weet weer eens niet wat ik moet zeggen. Simpelweg omdat dit een blog is. Wat dus zo'n beetje iedereen die dat wil kan lezen. (En vervolgens voortanalyserend concludeert dat ik een onvolwassen schepsel op twee benen met rare hersenkronkels ben). Dat ge-analyseer aan je hoofd zou vermoeiend kunnen werken. En daarom dus maar niet teveel. Een beetje. Over waarom vrouwen mannen soms belachelijk maken.
Soms is het leuk om mannen belachelijk te maken. En ja. Ik krijg met regelmaat op mijn kop. De één zegt dat je die arme mannen niet moet kwetsen. De ander zegt dat mannen ook gevoel hebben. Maar wat ze vergeten is dat dat belachelijk maken in de eerste plaats bedoeld is om gewoon even te trainen in grappig schrijven. (Ik doel op dit verhaal, van Marieke en mij). Bovendien is het ook grappig als mannen iets over vrouwen opschrijven. En toch. Ik geloof helemaal niet dat alle mannen sneu, hopeloos en stom zijn. Maar geef ze die indruk en ze zullen nooit van je denken dat je ze leuk vindt - ik zou het zo gruwelijk vinden als iemand dat dacht.
Nu moet ik wel even met koeieletters vermelden dat ik nog steeds niets met datingsitemannen heb. Het hele idee vrij hilarisch vind. Geen datingsiteman wil. (Misschien is het vrouwelijke eergevoel nog groter dan het mannelijke - al vind ik mannen belachelijk snel gekwetst). En dat de mannen, genoemd in het bovengenoemde verhaal, toch wel een tikkeltje kansloos waren. Toch wel.
Dat was het denk ik even. Gewoon dat vrouwen soms net iets anders zijn dan mannen denken. (Ik zou nog wel meer willen doordenken en opschrijven, maar dan krijg ik weer op m'n kop dat ik de dingen beter in een dagboek kan schrijven. Waarin ze dan wellicht gelijk hebben).
zaterdag 31 december 2011
woensdag 28 december 2011
De kaneelrolletjestaart.
Omdat iedereen hem lekker lijkt te vinden :). Inmiddels heb ik er drie gemaakt en iedere keer is de taart snel verdwenen. Krijgt geen kans om weg te lopen of te praten vanwege bedorvenheid. Dus. Misschien word je blij van een recept?
Recept komt van boodschappen.nl.
Nodig:
Recept komt van boodschappen.nl.
Nodig:
500 g mix voor witbrood
125 ml lauw water
125 ml volle melk (Melkan)
200 g boter (zacht)
1 ei
125 g bruine basterdsuiker
2 theel. kaneelpoeder
125 g. blanke rozijnen
bloem om te bestuiven
75 g kristalsuiker
springvorm of ovenvaste schaal met hoge rand Ø 24 cm
vershoudfolie
Voorbereiden:Bereid het deeg met water, melk, 50 gram boter en 1 ei volgens de aanwijzingen op de verpakking. Laat het deeg na het kneden 15 minuten afgedekt rusten. Meng voor de vulling bruine basterdsuiker, kaneelpoeder en rozijnen.
Bereiden:
Rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot een lap van circa 30x50 cm. Leg de lange kant aan de voorzijde. Bestrijk de deeglap met 75 gram boter. Verdeel het suiker-kaneel-rozijnenmengsel erover maar laat de onderste rand 3 cm vrij. Rol het deeg vanaf de bovenzijde op en plak de onderste zijde met water op de rol vast. Snijd de rol in 12 gelijke delen. Bestrijk de bakvorm royaal met 50 gram boter en strooi er kristalsuiker over. Zet de deegrolletjes rechtop naast elkaar in de bakvorm. Laat ze afgedekt met vershoudfolie 30 minuten rijzen op een warme plaats. Verwarm de oven voor op 200°C. Bak de taart in 30 minuten goudbruin en gaar. Bestrijk de taart als deze nog warm is met de rest van de boter. Haal de taart warm uit de vorm en eet hem lauwwarm.
Bereiden:
Rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot een lap van circa 30x50 cm. Leg de lange kant aan de voorzijde. Bestrijk de deeglap met 75 gram boter. Verdeel het suiker-kaneel-rozijnenmengsel erover maar laat de onderste rand 3 cm vrij. Rol het deeg vanaf de bovenzijde op en plak de onderste zijde met water op de rol vast. Snijd de rol in 12 gelijke delen. Bestrijk de bakvorm royaal met 50 gram boter en strooi er kristalsuiker over. Zet de deegrolletjes rechtop naast elkaar in de bakvorm. Laat ze afgedekt met vershoudfolie 30 minuten rijzen op een warme plaats. Verwarm de oven voor op 200°C. Bak de taart in 30 minuten goudbruin en gaar. Bestrijk de taart als deze nog warm is met de rest van de boter. Haal de taart warm uit de vorm en eet hem lauwwarm.
dinsdag 27 december 2011
Daar gaan we weer..
Ik ben één van die heel erg gelukkigen die continu door zo'n beetje iedereen jonger wordt geschat dan ze is. Hoera dus. Gisteren dacht een grote donkere man nog dat ik zestien was. En op een bingo-avondje afgelopen zaterdag heb ik me tranen met tuiten gelachen. Een jongen aldaar vond mijn nichtjes en mij véél te jong toen ze hem een beetje met ons zaten te plagen. Ik zei dus maar zoiets als dat je dat plagen beter kunt negeren. Heel vervelend dat je nieteens even op je gemak vrijgezel kunt zijn, gezien al die vervelende opmerkingen altijd. Anyway, als je aan de praat raakt en vertelt dat je toch al twee jaar je rijbewijs hebt en ze krijgen ogen als schoteltjes en roepen uit: WAT? Ben jij al twintig? Waarop ik nog harder moest lachen, want helaas. Ik ben tweeëntwintig. Ouwe sok die ik ben. Weer een sterk staaltje van jonger geschat worden dus. Twee jaar geleden mocht ik voor twee euro de ijsbaan op 'omdat ik nog vast onder de vijftien was'. (Ik heb maar vriendelijk gezegd dat ik twintig was, maar mocht desalniettemin toch voor die twee euro de baan op, bespaart dus weer wat). Het bontst van allemaal maakte de medewerker bij Sea Life het. Of hij het serieus meende weet ik niet. Maar toen m'n nichtje en ik binnenkwamen zei hij: "Die zijn denk ik wel boven de twaalf?" (ai).
En zo erg is het allemaal helemaal niet. Maar het schijnt dat je tot je dertigste (of vijfentwintigste, ik ben het een beetje kwijt) jezelf ouder voelt dan je bent. (En dan zie je er verdraaid jónger uit). En later, wanneer je die leeftijd gepasseerd bent, voel je je jonger dan je bent. Maar helaselijk gaat dat 'er jonger uitzien' dan niet altijd meer op.
En zo erg is het allemaal helemaal niet. Maar het schijnt dat je tot je dertigste (of vijfentwintigste, ik ben het een beetje kwijt) jezelf ouder voelt dan je bent. (En dan zie je er verdraaid jónger uit). En later, wanneer je die leeftijd gepasseerd bent, voel je je jonger dan je bent. Maar helaselijk gaat dat 'er jonger uitzien' dan niet altijd meer op.
vrijdag 23 december 2011
Some months ago..
Omdat de heide in september wel heel erg mooi was. En omdat ik toen niet kon bloggen. Nu alsnog wat foto's.
woensdag 21 december 2011
Meeuwenfobie.
Sommige mensen zijn bang voor honden. Anderen voor spinnen. Of voor hoogtes. Of voor afgesloten ruimtes. Of voor mensen. Allemaal dingen om bang voor te zijn. Tot op zekere hoogte kan het nuttig zijn. En vanaf die zekere hoogte wordt het alleen maar heel erg vervelend en beperkend.
Ik ben bang voor meeuwen. Sinds augustus zo ongeveer. Mocht je zin hebben in een meeuwenfobie: lees dan vooral verder. Het was namelijk nog nét vakantie en ik ging, samen met een nichtje, naar Madurodam en daarna zouden we uitwaaien in Scheveningen. Natuurlijk is Madurodam leuk. Maar het was niet half zo leuk als toen we tien waren en alles veel wonderbaarlijker was. Afijn. Als je dan alles hebt gezien besluit je om een verlept broodje uit je tas op te diepen en op te eten. Een meeuw staarde me aan. Maar ik laat me het eten natuurlijk niet uit de mond kijken en bovendien: verlept brood. Dat hoeven die beesten toch niet? Dus wel. Ineens voelde ik een keiharde snap en een schrijnende duim. Halverwege op weg naar mijn mond kreeg mijn brood ineens een andere bestemming. Meeuwenmaag. Stap één op weg naar de meeuwenfobie.
Toen gingen we naar Scheveningen. Ik besloot dat ik zin had in koekjes. Van die hartige - want ik houd niet heel erg van zoet. Nichtjelief at een broodje. Ik had een rol koekjes. Die zouden we op het strand leegeten. Nu was het niet heel erg mooi weer en waaide het nogal, maar desalniettemin vond ik dat we best prima wat konden eten op het strand. Dus. Open die rol. En knagen maar. Ik een koekje. Nichtje een koekje. </insert meeuwengekrijs> en daar kwam het batiljon aan. In optocht. De eerste vrat het koekje van nichtje op. Het kwam er uiteindelijk op neer dat we met z'n tweeën heel hard wegliepen voor een reeks van meer dan twintig krijsende meeuwen. Die dat een leuk spelletje vonden. Een of ander monsterlijk genoegen beleefden. En daarom dus maar achter ons aan zweefden. Koekjes gaan naar zand smaken trouwens, als je ze hard hollend en moe opeet. Want ik was ook nogeens eigenwijs. Als ik ééneurozoveel betaal voor een pak koekjes dan eet ik ze ook állemaal op. Dacht ik. Toen dacht ik - uiterst onintelligent - dat als ik een voorraad koekjes naar die beesten zou smijten ze wel ergens achter mij koekjes zouden gaan eten. Misgedacht. Misschien dat een luttele meeuw koekjes ging eten. Maar het merendeel zweefde met een rotgang krijsend achter ons aan. (En dan weet je dus dat ze rustig dingen uit je handen trekken. Het was eng. Horror). Dus. Het liep niet goed af voor de koekjes. En ook niet voor het milieu, beste groene vrienden. We werden zó gek van het meeuwenspektakel dat ik uiteindelijk het pak koekjes mét plastic mét koekjes erin naar die meeuwen toe heb gesmeten. Met een welgemeend: "Stik er maar in!". (Daarna werd de dag nog heel leuk met uitwaaimomenten op de pier en een reuzepannenkoek). Maar die meeuwen vergeet ik dus nooit meer.
Ik ben bang voor meeuwen. Sinds augustus zo ongeveer. Mocht je zin hebben in een meeuwenfobie: lees dan vooral verder. Het was namelijk nog nét vakantie en ik ging, samen met een nichtje, naar Madurodam en daarna zouden we uitwaaien in Scheveningen. Natuurlijk is Madurodam leuk. Maar het was niet half zo leuk als toen we tien waren en alles veel wonderbaarlijker was. Afijn. Als je dan alles hebt gezien besluit je om een verlept broodje uit je tas op te diepen en op te eten. Een meeuw staarde me aan. Maar ik laat me het eten natuurlijk niet uit de mond kijken en bovendien: verlept brood. Dat hoeven die beesten toch niet? Dus wel. Ineens voelde ik een keiharde snap en een schrijnende duim. Halverwege op weg naar mijn mond kreeg mijn brood ineens een andere bestemming. Meeuwenmaag. Stap één op weg naar de meeuwenfobie.
Toen gingen we naar Scheveningen. Ik besloot dat ik zin had in koekjes. Van die hartige - want ik houd niet heel erg van zoet. Nichtjelief at een broodje. Ik had een rol koekjes. Die zouden we op het strand leegeten. Nu was het niet heel erg mooi weer en waaide het nogal, maar desalniettemin vond ik dat we best prima wat konden eten op het strand. Dus. Open die rol. En knagen maar. Ik een koekje. Nichtje een koekje. </insert meeuwengekrijs> en daar kwam het batiljon aan. In optocht. De eerste vrat het koekje van nichtje op. Het kwam er uiteindelijk op neer dat we met z'n tweeën heel hard wegliepen voor een reeks van meer dan twintig krijsende meeuwen. Die dat een leuk spelletje vonden. Een of ander monsterlijk genoegen beleefden. En daarom dus maar achter ons aan zweefden. Koekjes gaan naar zand smaken trouwens, als je ze hard hollend en moe opeet. Want ik was ook nogeens eigenwijs. Als ik ééneurozoveel betaal voor een pak koekjes dan eet ik ze ook állemaal op. Dacht ik. Toen dacht ik - uiterst onintelligent - dat als ik een voorraad koekjes naar die beesten zou smijten ze wel ergens achter mij koekjes zouden gaan eten. Misgedacht. Misschien dat een luttele meeuw koekjes ging eten. Maar het merendeel zweefde met een rotgang krijsend achter ons aan. (En dan weet je dus dat ze rustig dingen uit je handen trekken. Het was eng. Horror). Dus. Het liep niet goed af voor de koekjes. En ook niet voor het milieu, beste groene vrienden. We werden zó gek van het meeuwenspektakel dat ik uiteindelijk het pak koekjes mét plastic mét koekjes erin naar die meeuwen toe heb gesmeten. Met een welgemeend: "Stik er maar in!". (Daarna werd de dag nog heel leuk met uitwaaimomenten op de pier en een reuzepannenkoek). Maar die meeuwen vergeet ik dus nooit meer.
maandag 19 december 2011
Souvenirs and an attacking cat.
Vrijdag was een mooie dag. Kreeg 's middags een kaart uit Israël van een goede vriendin daar. En 's avonds een Peruaanse pop van een lieve, na meer dan acht maanden uit Peru teruggekomen vriendin. Op de achtergrond van de eerste foto nog een lieflijke kaart van catch the light. De derde foto is bewogen. Maar zie een jou aanvallend mormel maar eens goed op de gevoelige plaat vast te leggen.
zaterdag 17 december 2011
vrijdag 16 december 2011
Witte uil.
When the night comes,
and you don’t know which way to go
Through the shadowlands,
and forgotten paths,
you will find a road
Like an owl you must fly by moonlight with an open eye,
And use your instinct as a guide, to navigate the ways that lays before you,
You were born to, take the greatest flight
Like a serpent and a dove, you will have wisdom born of love
To carry visions from above into the places no man dares to follow
Every hollow in the dark of night
Waiting for the light
Take the flame tonight
Child the time has come for you to go
You will never be alone
Every dream that you have been shown
Will be like living stone
Building you into a home
A shelter from the storm
Like a messenger of peace, the beauty waits be released
Upon the sacred path you keep, leading deeper into the unveiling
As your sailing, across the great divide
Like a wolf at midnight howls, you use your voice in darkest hours
To break the silence and the power, holding back the others from their glory
Every story will be written soon
The blood is on the moon
Morning will come soon
Child the time has come for you to go
You will never be alone
Every dream that you have been shown
Will be like living stone
Building you into a home
A shelter from the storm
-
<3
(In case you like it: de cd kan gratis (en legaal) gedownload worden: hier).
Over liefde.
Al luisterend naar Josh Garrels (lang leve gratis cd's die je via sites kunt downloaden; ook al moet je er soms flink aan wennen, even) voelt het alsof het tijd is om over de dingen te denken. Ik ben als een malle aan het allitereren steeds - waarom weet ik niet. Zal er mee ophouden ook.
Vanmorgen was er een geheugententamen. Neuropsychologie is moeilijk. Vind ik. Dus ik was in de volle verwachting van een tentamen met allemaal hersenstructuren en waarin ze 'involved' waren. Gelukkig viel het alleszins mee. Nog geen drie kwartier na het begin van het tentamen stond ik buiten. Als één van de eersten. (Dan krijg je het gevoel dat er een addertje onder het gras zit. Onder het gras zit het vol met addertjes).
In de trein terug dacht ik over liefde. En niets anders. (Vooruit, dit is gestolen). Dat ik wel geloof in verliefd zijn. Ik verliefd op iemand. Iemand verliefd op mij. Maar dat akelige, akelige wederzijds. Dat is de onmogelijkheid altijd. Ik geloof niet dat ik verliefd op iemand en iemand verliefd op mij elkaar kunnen overlappen. Dus. Het zou een puur godsbewijs zijn als degene van jouw adoratie jou adoreert. Denk ik. En anders toch in ieder geval een wonder van de bovenste plank. Overigens heb ik het nogal gehad met verliefdheid en alle dingen daaromtrent. En dus ook met de daaruitvoortvloeiende vorm van liefde. En ergens is het wel een bevrijding om gewoon even te kunnen zeggen dat je het 'ermee gehad hebt' en het even helemaal niet hoeft allemaal.
Mijn probleem: ik zie de aantrekkelijkheid van degenen die op een presenteerblaadje liggen niet. Ik zie zoveel niet. Eigenlijk maakt het natuurlijk helemaal niet uit wat ik vind. En misschien was verliefdheid iets voor een zestienjarige mij. Is dat verboden als je ouder wordt. 'Alle sentimenten zijn voortaan verboden' (TT, brieven aan Doornroosje). Weer verliefdheid. Ban hem uit. Stop hem in de gevangenis. Martel hem. Lach hem uit om datgene wat hij geworden is. Laat hem oplossen als de suiker in je thee.
Vanmorgen was er een geheugententamen. Neuropsychologie is moeilijk. Vind ik. Dus ik was in de volle verwachting van een tentamen met allemaal hersenstructuren en waarin ze 'involved' waren. Gelukkig viel het alleszins mee. Nog geen drie kwartier na het begin van het tentamen stond ik buiten. Als één van de eersten. (Dan krijg je het gevoel dat er een addertje onder het gras zit. Onder het gras zit het vol met addertjes).
In de trein terug dacht ik over liefde. En niets anders. (Vooruit, dit is gestolen). Dat ik wel geloof in verliefd zijn. Ik verliefd op iemand. Iemand verliefd op mij. Maar dat akelige, akelige wederzijds. Dat is de onmogelijkheid altijd. Ik geloof niet dat ik verliefd op iemand en iemand verliefd op mij elkaar kunnen overlappen. Dus. Het zou een puur godsbewijs zijn als degene van jouw adoratie jou adoreert. Denk ik. En anders toch in ieder geval een wonder van de bovenste plank. Overigens heb ik het nogal gehad met verliefdheid en alle dingen daaromtrent. En dus ook met de daaruitvoortvloeiende vorm van liefde. En ergens is het wel een bevrijding om gewoon even te kunnen zeggen dat je het 'ermee gehad hebt' en het even helemaal niet hoeft allemaal.
Mijn probleem: ik zie de aantrekkelijkheid van degenen die op een presenteerblaadje liggen niet. Ik zie zoveel niet. Eigenlijk maakt het natuurlijk helemaal niet uit wat ik vind. En misschien was verliefdheid iets voor een zestienjarige mij. Is dat verboden als je ouder wordt. 'Alle sentimenten zijn voortaan verboden' (TT, brieven aan Doornroosje). Weer verliefdheid. Ban hem uit. Stop hem in de gevangenis. Martel hem. Lach hem uit om datgene wat hij geworden is. Laat hem oplossen als de suiker in je thee.
dinsdag 13 december 2011
De beste herinnering.
Dat is moeilijk. Om even snel te zeggen wat zo'n beetje de allerbeste herinnering uit je hele leven is. Net als bij de meesten zijn dat er bij mij ook meer. En hoewel je iets meestal pas achteraf in het doosje hele goede herinneringen stopt en je meestal van te voren ook niet weet of iets een hele goede herinnering wordt, zijn er momenten die goud waard zijn.
Voor mij is één van de beste ervaringen ooit een bootreisje. In 2008 ging ik samen met zus en zwager een week naar Griekenland; omdat ik klaar was met examens en omdat Griekenland wel trok. De week was heerlijk. Het allerheerlijkste is de goede herinnering. Op zaterdagavond zouden we een boottocht maken. Van het ene plaatsje naar het andere. We zouden eten in dat andere plaatsje en dan terugvaren. Maar wat niemand had verteld was dat het ook in een mediterraan land enorm koud kan zijn. En dus toen we de terugtocht aanvingen stonden we daar. Met z'n drietjes bovenop de boot. Muziek. (Een beetje in de sfeer van dit). Terwijl verder iedereen beneden zat. En zo waan je je een beetje alleen, daar 's avonds onder een sterrenhemel op de Middelandse zee, terwijl het waait. Die momenten zijn sowieso bijzonder. Het even denken dat je alleen bent en er eigenlijk geen wereld is buiten jij, je geliefden en de zee.
Sneeuwval benadert dat 'alleen op de wereld gevoel'. Volkomen stilte. Sneeuw, waar blijf je? Ik wil in m'n eentje dwalen door de sneeuw. En aan de goede dingen denken.
Wat betreft die boottocht. Ik heb nog een wazige verwaaide foto van mezelf, toen. Check.
Voor mij is één van de beste ervaringen ooit een bootreisje. In 2008 ging ik samen met zus en zwager een week naar Griekenland; omdat ik klaar was met examens en omdat Griekenland wel trok. De week was heerlijk. Het allerheerlijkste is de goede herinnering. Op zaterdagavond zouden we een boottocht maken. Van het ene plaatsje naar het andere. We zouden eten in dat andere plaatsje en dan terugvaren. Maar wat niemand had verteld was dat het ook in een mediterraan land enorm koud kan zijn. En dus toen we de terugtocht aanvingen stonden we daar. Met z'n drietjes bovenop de boot. Muziek. (Een beetje in de sfeer van dit). Terwijl verder iedereen beneden zat. En zo waan je je een beetje alleen, daar 's avonds onder een sterrenhemel op de Middelandse zee, terwijl het waait. Die momenten zijn sowieso bijzonder. Het even denken dat je alleen bent en er eigenlijk geen wereld is buiten jij, je geliefden en de zee.
Sneeuwval benadert dat 'alleen op de wereld gevoel'. Volkomen stilte. Sneeuw, waar blijf je? Ik wil in m'n eentje dwalen door de sneeuw. En aan de goede dingen denken.
Wat betreft die boottocht. Ik heb nog een wazige verwaaide foto van mezelf, toen. Check.
zaterdag 10 december 2011
Why I am The Woodcricket.
Waarom ik een simpele boskrekel ben. Waarom zelfs de uitnodiging voor mijn verjaardagsfeestjes ondertiteld is met 'de boskrekel'. Waarom?
Nou. Het begon toen ik negentien werd. Mijn laatste dag achttien werd besloten met een college. Of een statistiek-toets. Dat weet mijn geheugen niet meer. Ik reisde naar huis met studiegenootje en vriendin E. En toen we in de bus zaten kreeg ik een pakje 'wat ik de volgende dag open mocht maken'. Ik weet nog dat het donker was. En dat ik te nieuwsgierig was.
Het ging om een boek van Toon Tellegen. Daar begon ik mijn negentien-zijn mee. Mijn andere vriendinnen zagen het boek en waren verkocht. Dusdanig dat de één werd omgedoopt tot de mier, de ander tot de eekhoorn en weer een volgende tot stokstaart. Maar als dan iedereen een dier is, wie ben ik dan? Totdat de mier besloot dat ik boskrekel was. Prima. Ik heb een grote mate van sympathie voor de boskrekel. Helemaal sinds we bij het uiterst ingewikkelde psychopathologie II (het was heel makkelijk, heb er zelfs een heel hoog cijfer voor gehaald, maar het blijft leuk om wijs te doen) een docente hadden die in onze werkgroep voor ging lezen over de arme depressieve krekel (de genezing van de krekel, TT). Ik vond de krekel wel bij mij passen. Hij denkt óók teveel na. (Ik hoop bij de weg geen verjaardagen te komen opsomberen). Nou ja. Het is zo gegroeid denk ik. Inmiddels ben ik de boskrekel. Uw néderige boskrekel. Dat je dat maar niet vergeet. En woodcricket klinkt nou weer net iets leuker dan boskrekel. Dus.
Misschien moet je in het vervolg iedere krekel die je tegenkomt maar aan een onderzoek onderwerpen. Misschien is hij mij. Of ben ik hem. Haar.
Nou. Het begon toen ik negentien werd. Mijn laatste dag achttien werd besloten met een college. Of een statistiek-toets. Dat weet mijn geheugen niet meer. Ik reisde naar huis met studiegenootje en vriendin E. En toen we in de bus zaten kreeg ik een pakje 'wat ik de volgende dag open mocht maken'. Ik weet nog dat het donker was. En dat ik te nieuwsgierig was.
Het ging om een boek van Toon Tellegen. Daar begon ik mijn negentien-zijn mee. Mijn andere vriendinnen zagen het boek en waren verkocht. Dusdanig dat de één werd omgedoopt tot de mier, de ander tot de eekhoorn en weer een volgende tot stokstaart. Maar als dan iedereen een dier is, wie ben ik dan? Totdat de mier besloot dat ik boskrekel was. Prima. Ik heb een grote mate van sympathie voor de boskrekel. Helemaal sinds we bij het uiterst ingewikkelde psychopathologie II (het was heel makkelijk, heb er zelfs een heel hoog cijfer voor gehaald, maar het blijft leuk om wijs te doen) een docente hadden die in onze werkgroep voor ging lezen over de arme depressieve krekel (de genezing van de krekel, TT). Ik vond de krekel wel bij mij passen. Hij denkt óók teveel na. (Ik hoop bij de weg geen verjaardagen te komen opsomberen). Nou ja. Het is zo gegroeid denk ik. Inmiddels ben ik de boskrekel. Uw néderige boskrekel. Dat je dat maar niet vergeet. En woodcricket klinkt nou weer net iets leuker dan boskrekel. Dus.
Misschien moet je in het vervolg iedere krekel die je tegenkomt maar aan een onderzoek onderwerpen. Misschien is hij mij. Of ben ik hem. Haar.
vrijdag 9 december 2011
En we breien..
Ik begrijp er echt niets van. Ik had zo'n immense hekel aan handwerken vroeger. Kreeg uit pure zieligheid een zeveneneenhalf voor een niet afgebreid lapje wat een wannabe-slang was. Ik weet niet of het lapje nog bestaat. Maar breien was gruwelijk. Haken kon ik gewoon niet. (Kan ik nog niet eigenlijk).
De stand van zaken nu:
Eerste sjaal is finished. Hierboven is hij een beetje opgevouwen, maar ik ben eigenlijk wel trots :).
Tweede sjaal is gestart. Ik ben aan het leren recht-averecht breien en voor de kenners onder ons: Ik deed het verkeerd, dus de bovenste paar rijen behoren alweer tot het verleden. Hieronder mag u mijn fout nogmaals aanschouwen en zien hoe heerlijk zo'n breiwolletje er eigenlijk uitziet..
En ik heb besloten om een tasje te gaan haken met Hoooked. Raarheid eigenlijk, ik kan alleen de lossen. De vasten begrijp ik niet. Maar binnenkort..
(Ik begin echt te denken dat ik een klap met de molen heb gehad door toe te geven dat IK breien en haken leuk vind. IK. Ik hoor diep na te denken, studieboeken te bestuderen, kritisch te zijn over vanalles en nog wat, me te verdiepen in boeken en muziek te luisteren. Maar breien? Haken? Ik begin echt last van cognitieve dissonantie te krijgen).
De stand van zaken nu:
Eerste sjaal is finished. Hierboven is hij een beetje opgevouwen, maar ik ben eigenlijk wel trots :).
Tweede sjaal is gestart. Ik ben aan het leren recht-averecht breien en voor de kenners onder ons: Ik deed het verkeerd, dus de bovenste paar rijen behoren alweer tot het verleden. Hieronder mag u mijn fout nogmaals aanschouwen en zien hoe heerlijk zo'n breiwolletje er eigenlijk uitziet..
En ik heb besloten om een tasje te gaan haken met Hoooked. Raarheid eigenlijk, ik kan alleen de lossen. De vasten begrijp ik niet. Maar binnenkort..
(Ik begin echt te denken dat ik een klap met de molen heb gehad door toe te geven dat IK breien en haken leuk vind. IK. Ik hoor diep na te denken, studieboeken te bestuderen, kritisch te zijn over vanalles en nog wat, me te verdiepen in boeken en muziek te luisteren. Maar breien? Haken? Ik begin echt last van cognitieve dissonantie te krijgen).
woensdag 7 december 2011
Die dingen.
Het katholieke idee van voor doden bidden wordt bij ons, protestanten, altijd als iets belachelijks gezien. Die mensen zijn allang dood. Niets meer aan te veranderen. Dat er dan zoiets zou bestaan als een vagevuur laat ik even buiten beschouwing. Ik geloof ook niet zo in het voor doden bidden en zal dat ook niet doen. Maar.
(Goed. Ik heb Lewis gelezen. Nou en?). God bestaat niet in de tijd. Eeuwigheid is iets anders. De dingen zijn altijd nu. Dus wat ook heel goed zou kunnen is dat God, toen die persoon nog leefde, al wist dat er later iemand voor hem zou bidden - en waarom zou Hij dat niet verhoren? In dat opzicht zou het ook niet raar zijn om ná een handeling ervoor te bidden - omdat God ook voor die handeling al wist dat je er later alsnog voor zou bidden. Is dat een raar idee? Waarom zou een gebed voor een handeling meer kracht hebben dan erna als God toch niet in de tijd is? (Okee, waarschijnlijk hebben we de tijd dan weer niet voor niets gekregen).
In dat opzicht vraag ik me ook af in hoeverre de wil van God beïnvloed zou kunnen worden door ons gebed. Waren Gods plannen met ons er vanaf het begin? En is ons gebed dan iets wat in die plannen meegenomen werd - of iets wat die plannen beïnvloed heeft? Soms? Het hangt er denk ik vanaf welke rol je God toebedeelt en welke vrijheid wij mensen hebben.
Natuurlijk heb ik geen zin om gekke ketterijen (hoe middeleeuws;/) te bedenken. Het zijn alleen van die dingen die we niet kunnen weten en ook niet zullen weten, maar die desalniettemin soms in je hoofd opkomen.
(Goed. Ik heb Lewis gelezen. Nou en?). God bestaat niet in de tijd. Eeuwigheid is iets anders. De dingen zijn altijd nu. Dus wat ook heel goed zou kunnen is dat God, toen die persoon nog leefde, al wist dat er later iemand voor hem zou bidden - en waarom zou Hij dat niet verhoren? In dat opzicht zou het ook niet raar zijn om ná een handeling ervoor te bidden - omdat God ook voor die handeling al wist dat je er later alsnog voor zou bidden. Is dat een raar idee? Waarom zou een gebed voor een handeling meer kracht hebben dan erna als God toch niet in de tijd is? (Okee, waarschijnlijk hebben we de tijd dan weer niet voor niets gekregen).
In dat opzicht vraag ik me ook af in hoeverre de wil van God beïnvloed zou kunnen worden door ons gebed. Waren Gods plannen met ons er vanaf het begin? En is ons gebed dan iets wat in die plannen meegenomen werd - of iets wat die plannen beïnvloed heeft? Soms? Het hangt er denk ik vanaf welke rol je God toebedeelt en welke vrijheid wij mensen hebben.
Natuurlijk heb ik geen zin om gekke ketterijen (hoe middeleeuws;/) te bedenken. Het zijn alleen van die dingen die we niet kunnen weten en ook niet zullen weten, maar die desalniettemin soms in je hoofd opkomen.
maandag 5 december 2011
De schrijver
Ik vraag me altijd dingen af. Weet ze meestal niet zeker. Ook nu weer.
Ik ben namelijk 'de ontdekking van de hemel' van Harry Mulisch aan het lezen. Een goeie om je dingen af te vragen. Zo vraag ik me in de eerste plaats ontzettend af of een schrijver zijn hoofdpersonen laat denken zoals hij zelf denkt. Het zou toch best heldhaftig zijn om als schrijver je hoofdpersoon totaal anders te laten zijn en denken dan jijzelf.
Ik ben namelijk 'de ontdekking van de hemel' van Harry Mulisch aan het lezen. Een goeie om je dingen af te vragen. Zo vraag ik me in de eerste plaats ontzettend af of een schrijver zijn hoofdpersonen laat denken zoals hij zelf denkt. Het zou toch best heldhaftig zijn om als schrijver je hoofdpersoon totaal anders te laten zijn en denken dan jijzelf.
zaterdag 3 december 2011
Joy follows suffering.
Omdat na lijden vreugde komt. En omdat dit gewoon heel erg mooie muziek is. Voor wie weg wil dromen..
woensdag 30 november 2011
vrijdag 25 november 2011
Wie wat bewaart..
Inderdaad. Het regent. Het waait. Ik brei. Maar af en toe is het fijn om even iets anders te doen. Dus dook ik daarstraks de zolder op en vond dozen met schoolspullen van de middelbare school. Misschien moet ik er een etiket opplakken dat dit 'confronterend' kan zijn. (En ik denk dat ik die dozen heel goed moet verstoppen als ik ooit kinderen krijg, want ik ben niet zo'n lichtend voorbeeld, helaas).
Ik dacht altijd dat ik nooit brutaal was. Dat dacht ik echt. Nu vind ik hier een Repetitie van Duits Idioom. Ik was net vijftien. Een repetitie uit december 2004. Had er geloof ik niet zo'n zin meer in. Ik citeer mezelf bovenaan de toets: "Succes met streepjes zetten, want krulletjes is teveel moeite. En 300 woorden leren OOK!". (Goed. Hier schaam ik me nu dus voor. Evenals voor de 2 die mijn cijfer was voor die idioomtoets). Overigens ontdekte ik in de stapel ook wel negens en tienen bij Duits, dus dat kwam wel goed. Er zijn ook vakken waarbij dat wat minder goedkwam. Neem nou natuurkunde. Wat ik na klas drie met een grote boog eruitknalde. En ik snapte ook weer waarom toen ik een schriftelijke overhoring vond. (Voor degenen die dit érg zielig vinden: het kan wel eens zijn dat dit cijfer later is vervallen omdat de klassengemiddeldes bij natuurkunde niet bepaald hoog waren - natuurkunde was vooral vliegtuigjes gooien en dat soort ongein. Ik haatte het dat je om een formule te kunnen gebruiken met behulp van een formule formuleonderdeeltjes uit moest rekenen). Aanschouwt mijn diepterecord (Ik heb btw wel de naam van de school overal afgeknipt, omdat het me niet zo leuk lijkt voor de naam van een school, die overigens goed is, als ik mijn dieptepunten hier poneer):
Een andere toets die ik van mijn levensdagen niet vergeet is een driehoekenrepetitie bij wiskunde. Ik wist gewoon NIETS.
Aan de andere kant had ik op de niet exacte vakken ook uitschieters. De andere kant op. Die tien bij Engels was in de tweede voor een repetitie. Ik was de eerste die dat voor een repetitie haalde volgens de docente - en ik was stomverbaasd.

Toen de tweede fase begon was het uit met de uitschieters. Geen extreem exacte vakken meer, dus geen extreme onvoldoendes meer. Frans, Duits en Engels waren ook niet meer zo makkelijk als ze ooit waren. Dus ook geen extreme uitschieters meer naar boven. Uiteindelijk was mijn gemiddelde eindcijfer iets als een 7.1 voor alles. Het laat dus maar zien dat, als je een keer een ernstige onvoldoende haalt, dat niet wil zeggen dat het niets wordt met je. (Ergens moet ik een beetje grijnzen om die onvoldoendes. Ergens schaam ik me er echt voor. Evenals voor de tekeningen die in mijn schriften staan). Gek eigenlijk dat je nu, nu je de twintig gepasseerd bent, pas fatsoenlijk vakken kunt volgen met motivatie om er iets voor te doen. (En dat dingen leren nu ook zoveel fijner is dan vroeger).
Ik dacht altijd dat ik nooit brutaal was. Dat dacht ik echt. Nu vind ik hier een Repetitie van Duits Idioom. Ik was net vijftien. Een repetitie uit december 2004. Had er geloof ik niet zo'n zin meer in. Ik citeer mezelf bovenaan de toets: "Succes met streepjes zetten, want krulletjes is teveel moeite. En 300 woorden leren OOK!". (Goed. Hier schaam ik me nu dus voor. Evenals voor de 2 die mijn cijfer was voor die idioomtoets). Overigens ontdekte ik in de stapel ook wel negens en tienen bij Duits, dus dat kwam wel goed. Er zijn ook vakken waarbij dat wat minder goedkwam. Neem nou natuurkunde. Wat ik na klas drie met een grote boog eruitknalde. En ik snapte ook weer waarom toen ik een schriftelijke overhoring vond. (Voor degenen die dit érg zielig vinden: het kan wel eens zijn dat dit cijfer later is vervallen omdat de klassengemiddeldes bij natuurkunde niet bepaald hoog waren - natuurkunde was vooral vliegtuigjes gooien en dat soort ongein. Ik haatte het dat je om een formule te kunnen gebruiken met behulp van een formule formuleonderdeeltjes uit moest rekenen). Aanschouwt mijn diepterecord (Ik heb btw wel de naam van de school overal afgeknipt, omdat het me niet zo leuk lijkt voor de naam van een school, die overigens goed is, als ik mijn dieptepunten hier poneer):
Een andere toets die ik van mijn levensdagen niet vergeet is een driehoekenrepetitie bij wiskunde. Ik wist gewoon NIETS.
Aan de andere kant had ik op de niet exacte vakken ook uitschieters. De andere kant op. Die tien bij Engels was in de tweede voor een repetitie. Ik was de eerste die dat voor een repetitie haalde volgens de docente - en ik was stomverbaasd.

Toen de tweede fase begon was het uit met de uitschieters. Geen extreem exacte vakken meer, dus geen extreme onvoldoendes meer. Frans, Duits en Engels waren ook niet meer zo makkelijk als ze ooit waren. Dus ook geen extreme uitschieters meer naar boven. Uiteindelijk was mijn gemiddelde eindcijfer iets als een 7.1 voor alles. Het laat dus maar zien dat, als je een keer een ernstige onvoldoende haalt, dat niet wil zeggen dat het niets wordt met je. (Ergens moet ik een beetje grijnzen om die onvoldoendes. Ergens schaam ik me er echt voor. Evenals voor de tekeningen die in mijn schriften staan). Gek eigenlijk dat je nu, nu je de twintig gepasseerd bent, pas fatsoenlijk vakken kunt volgen met motivatie om er iets voor te doen. (En dat dingen leren nu ook zoveel fijner is dan vroeger).
donderdag 24 november 2011
woensdag 23 november 2011
Neuspeuteren.
Dat doe je zo. Je neemt de vinger van de hand waarmee je schrijft. Je kijkt er eens goed naar omdat hij zo schoon is. Weldra zal hij dat namelijk niet meer zijn. Je heft je vinger omhoog richting je neus en..
ik geloof dat de rest wel bekend is. De meeste mensen weten helaas maar al te goed hoe dit moet. Gisteravond, half zeven. In de trein. Donker. Eigenlijk best gezellig. Op de één of andere manier vond ik een metro die ik van mezelf wel op mijn gemak mocht lezen. En dan vooral de opinie-artikelen, die zijn het leukst. Vorige week ontdekte ik al artikelen over 'pulken'. Blijkbaar het Nederlandse woord voor wat wij snotjes noemen. Mensen snapten niet hoe het kon dat mensen pulkten in de trein. Ik snap het eigenlijk ook niet. Ga breien.
Anyway. Ik had de metro gelezen. Met dus alweer een ingezonden brief over pulken. Dat je lichaam die dingen niet voor niets uitscheidt enzo en dat het stom is om je uit - wat zijn het? - op te eten. Maakt allemaal niet uit. Ik zat op een tweezitsbankje. Voor mij was een vierzits. Een keurige dame in het vizier. De krant was uit. Tijd om ongegeneerd mensen te bestaren (vinden ze leuk. Niet!). Nou ja. Die keurige dame dus. Prominent haar vinger in haar neus. Waarop een diner volgde. (Van jewelste zeg). Eigenlijk had ik haar de ingezonden brief over pulken moeten laten lezen, natuurlijk. Wat ik niet durfde. Maar verbazingwekkend dat iemand zo ongelofelijk heerlijk haar vinger richting ogen steekt.
Ik geloof overigens best dat neuspeuteren een keertje lekker kan zitten. Al vind ik het een beetje bah. Maar het OPETEN. Rare maatschappij. Heel, heel raar.
ik geloof dat de rest wel bekend is. De meeste mensen weten helaas maar al te goed hoe dit moet. Gisteravond, half zeven. In de trein. Donker. Eigenlijk best gezellig. Op de één of andere manier vond ik een metro die ik van mezelf wel op mijn gemak mocht lezen. En dan vooral de opinie-artikelen, die zijn het leukst. Vorige week ontdekte ik al artikelen over 'pulken'. Blijkbaar het Nederlandse woord voor wat wij snotjes noemen. Mensen snapten niet hoe het kon dat mensen pulkten in de trein. Ik snap het eigenlijk ook niet. Ga breien.
Anyway. Ik had de metro gelezen. Met dus alweer een ingezonden brief over pulken. Dat je lichaam die dingen niet voor niets uitscheidt enzo en dat het stom is om je uit - wat zijn het? - op te eten. Maakt allemaal niet uit. Ik zat op een tweezitsbankje. Voor mij was een vierzits. Een keurige dame in het vizier. De krant was uit. Tijd om ongegeneerd mensen te bestaren (vinden ze leuk. Niet!). Nou ja. Die keurige dame dus. Prominent haar vinger in haar neus. Waarop een diner volgde. (Van jewelste zeg). Eigenlijk had ik haar de ingezonden brief over pulken moeten laten lezen, natuurlijk. Wat ik niet durfde. Maar verbazingwekkend dat iemand zo ongelofelijk heerlijk haar vinger richting ogen steekt.
Ik geloof overigens best dat neuspeuteren een keertje lekker kan zitten. Al vind ik het een beetje bah. Maar het OPETEN. Rare maatschappij. Heel, heel raar.
dinsdag 22 november 2011
Opstaan.
soms denk ik
na alle theorieën
die ik hoor over wie God zou zijn
wil de echte God opstaan?
maar ik was het vergeten
had er niet meer aan gedacht
dat heeft Hij allang gedaan.
na alle theorieën
die ik hoor over wie God zou zijn
wil de echte God opstaan?
maar ik was het vergeten
had er niet meer aan gedacht
dat heeft Hij allang gedaan.
maandag 21 november 2011
Te weinig bezoek..
Het lijkt erop dat de wolken erg op ons mensen zitten te wachten. Misschien zijn ze eenzaam. Misschien vinden ze het gewoon stom dat wij niet kunnen vliegen. Of dat we altijd van onze wolken afdon..vallen. In ieder geval dachten ze dat, als die domme mensen niet naar ons komen, zij altijd nog naar hen kunnen gaan. Ziehier het resultaat. Mist. Mist. Mist.
vrijdag 18 november 2011
Groningen!
Hoe lieflijk zijn deze kaarten van Marie Cardouat! :). Heb er gisteren een stelletje (waaronder deze) van gekocht in de kinderboekenwinkel in Groningen. Nu zoek ik nog een plek in Utrecht waar ze verkocht worden..
Gisteren heb ik een heerlijke dag gehad. Mijn hoofd was wazig (vraag me niet waarom), mijn concentratie was nul, maar de dag was heerlijk. Bijkletsen met vriendinnetjes is fijn. Door de kou slenteren en kerstspullen bewonderen in de warenhuizen is ook fijn. En tot slot vind ik het zelfs niet erg om drie uur te moeten reizen om in Groningen te komen, omdat die intercity toch met geweld van Amersfoort naar Zwolle naar Assen naar Groningen raast! Me likes vriendinnetjes. Me likes Groningen.
woensdag 16 november 2011
Twee bomen.
We are just figurines
With our theology that we don't understand
- Deas Vail, birds.
Geloof mij. Als er iets waardevol is in dit leven, dan is het wel dit. Om te geloven in de Grote God in de hemel die Koning is over alles. Degene die alles weet. Alles kan. En degene die zonder ophouden liefheeft. Maar ook enorm heilig is.
Ik weet niet zoveel over God. Durf er daarom ook niet zoveel over te zeggen. Mijn argumenten zijn niets. Mijn geloof niet. Niets. Maar ik weet dat ik niet naar ik moet kijken. Alleen naar Jezus Christus. Dat is geloven. En iedereen die dat wil kan dat doen.
Dat is hoe ik denk. Maar hoe meer ik me verdiep in dogmatische werken - en ja, dat is stom, maar ik wil juist vanuit die werken leren argumenteren waarom toch vooral iedereen wél in Jezus moet geloven. Maar als ik eerlijk ben denk ik dat zo ontzettend veel mensen in God geloven. Oppervlakkig geloven dat Hij bestaat. En wel geloven dat Hij de regie heeft. (Ik kwam uit een EO-op-zoek-naar-God-testje uit als deïst. Daar ben ik niet trots op. Ik ben ook geen deïst, omdat ik niet geloof in de wereld als klokkenspel. Maar ergens herken ik het wel. Ik denk vaak dat het God geen klap interesseert wat ik uitvoer en dat Hij zich niet met mij bemoeit). Dus. Misschien geloven we dat niet eens.
Wat ik wilde zeggen is dit. Er zijn inderdaad dingen in de bijbel die lastig zijn om met elkaar in overeenstemming te brengen. Hoe kan een God van liefde willen dat iedereen in Hem gaat geloven en tegelijkertijd die macht uit handen geven door ons de kans te geven om tegen Hem te kiezen - en zo blijven er inderdaad mensen over die niet in Hem geloven. Hoe kan Hij totaal alles in het voren gepland hebben en hoe kunnen we toch de vrijheid hebben om al dan niet voor Hem te kiezen. Ik verdiep me in die dogmatische werken. Alles wordt steeds één kant op uitgelegd. Als God de wereld liefheeft, hééft Hij de wereld niet lief, maar een beperkt aantal mensen. Zeggen die boeken. Omdat als Hij de hele wereld liefhad ook de hele wereld wel in Hem zou gaan geloven.
Toen dacht ik aan twee bomen. Neem twee willekeurige bomen. Ze staan vijf meter uit elkaar. Ik kan ze niet alletwee tegelijk omhelzen. Maar God zou dat wel kunnen. Daarom denk ik - en dat is mijn beperkte vermogen - dat het heel goed mogelijk is dat God ongelofelijk veel van ons houdt. Ons allemaal. En heel erg graag wil dat we allemaal in Hem geloven. En dat Hij tegelijkertijd heel erg rechtvaardig is. Zonde straft. Wie zal het zeggen. Is het misschien niet juist een teken van almacht om ons keuzevrijheid te geven? (En inderdaad, de keuze voor Hem komt altijd van Hem vandaan, maar vooraf denken of dat wel zo is lijkt me niet zo helpend). Wat ik wil zeggen is dat dingen die in onze optiek niet naast elkaar kunnen bestaan, dat misschien wel kunnen voor onze God. Maar inderdaad. We hebben wel een theologie. Maar begrijpen er niets van.
Gek ook dat de wijzen, de verstandigen er minder van begrijpen dan de kinderen. Stom gedenk ook.
(O ja: Het idee van 'twee bomen' komt van Henk Binnendijk. Ik weet niet meer in welke context hij het bedoelde, maar het laat iets van Gods almacht zien. Ook al is volgens Lewis onzin altijd onzin. Zelfs als je God erbij betrekt. Maar wat ik denk is dat als ons besef van goed en kwaad is aangetast door zonde, ons gevoel voor logica dat ook prima kan zijn).
With our theology that we don't understand
- Deas Vail, birds.
Geloof mij. Als er iets waardevol is in dit leven, dan is het wel dit. Om te geloven in de Grote God in de hemel die Koning is over alles. Degene die alles weet. Alles kan. En degene die zonder ophouden liefheeft. Maar ook enorm heilig is.
Ik weet niet zoveel over God. Durf er daarom ook niet zoveel over te zeggen. Mijn argumenten zijn niets. Mijn geloof niet. Niets. Maar ik weet dat ik niet naar ik moet kijken. Alleen naar Jezus Christus. Dat is geloven. En iedereen die dat wil kan dat doen.
Dat is hoe ik denk. Maar hoe meer ik me verdiep in dogmatische werken - en ja, dat is stom, maar ik wil juist vanuit die werken leren argumenteren waarom toch vooral iedereen wél in Jezus moet geloven. Maar als ik eerlijk ben denk ik dat zo ontzettend veel mensen in God geloven. Oppervlakkig geloven dat Hij bestaat. En wel geloven dat Hij de regie heeft. (Ik kwam uit een EO-op-zoek-naar-God-testje uit als deïst. Daar ben ik niet trots op. Ik ben ook geen deïst, omdat ik niet geloof in de wereld als klokkenspel. Maar ergens herken ik het wel. Ik denk vaak dat het God geen klap interesseert wat ik uitvoer en dat Hij zich niet met mij bemoeit). Dus. Misschien geloven we dat niet eens.
Wat ik wilde zeggen is dit. Er zijn inderdaad dingen in de bijbel die lastig zijn om met elkaar in overeenstemming te brengen. Hoe kan een God van liefde willen dat iedereen in Hem gaat geloven en tegelijkertijd die macht uit handen geven door ons de kans te geven om tegen Hem te kiezen - en zo blijven er inderdaad mensen over die niet in Hem geloven. Hoe kan Hij totaal alles in het voren gepland hebben en hoe kunnen we toch de vrijheid hebben om al dan niet voor Hem te kiezen. Ik verdiep me in die dogmatische werken. Alles wordt steeds één kant op uitgelegd. Als God de wereld liefheeft, hééft Hij de wereld niet lief, maar een beperkt aantal mensen. Zeggen die boeken. Omdat als Hij de hele wereld liefhad ook de hele wereld wel in Hem zou gaan geloven.
Toen dacht ik aan twee bomen. Neem twee willekeurige bomen. Ze staan vijf meter uit elkaar. Ik kan ze niet alletwee tegelijk omhelzen. Maar God zou dat wel kunnen. Daarom denk ik - en dat is mijn beperkte vermogen - dat het heel goed mogelijk is dat God ongelofelijk veel van ons houdt. Ons allemaal. En heel erg graag wil dat we allemaal in Hem geloven. En dat Hij tegelijkertijd heel erg rechtvaardig is. Zonde straft. Wie zal het zeggen. Is het misschien niet juist een teken van almacht om ons keuzevrijheid te geven? (En inderdaad, de keuze voor Hem komt altijd van Hem vandaan, maar vooraf denken of dat wel zo is lijkt me niet zo helpend). Wat ik wil zeggen is dat dingen die in onze optiek niet naast elkaar kunnen bestaan, dat misschien wel kunnen voor onze God. Maar inderdaad. We hebben wel een theologie. Maar begrijpen er niets van.
Gek ook dat de wijzen, de verstandigen er minder van begrijpen dan de kinderen. Stom gedenk ook.
(O ja: Het idee van 'twee bomen' komt van Henk Binnendijk. Ik weet niet meer in welke context hij het bedoelde, maar het laat iets van Gods almacht zien. Ook al is volgens Lewis onzin altijd onzin. Zelfs als je God erbij betrekt. Maar wat ik denk is dat als ons besef van goed en kwaad is aangetast door zonde, ons gevoel voor logica dat ook prima kan zijn).
dinsdag 15 november 2011
Ledigheid.
Vandaag breng ik mijn dag in ledigheid door. Luister enthousiast een oud This Time-liedje wat ongelofelijk niet als muziek van nu klinkt, maar wel weer heel lekker door een fijne piano en een mooie tekst.
Ik weet eigenlijk niet of ik me moet schamen omdat ik niets uitvoer. Mijn studieboeken voor dit blok zijn nog niet binnen (omdat één boek niet leverbaar is wacht de rest ook maar). En vorige week was tentamenweek. Wil je weten hoe mijn tentamen van vrijdag verliep? Slecht. Bedroevend slecht. Ik had een model uit mijn kop geleerd wat werd teruggevraagd - dus misschien krijg ik daar nog een pietsje punten voor. Maar ik heb weinig hoop. Een tentamen in het Engels maken vreet energie. En als je dan de helft nog niet weet moet je onzin gaan verzinnen om op te schrijven - om te proberen niet überstom over te komen. En zelfs 's avonds bleven er nog hersenstructuren door mijn hoofd zweven. Basal Ganglia. Cerebral Cortex. Dat soort ongein.
Uitputtend dus. En reden genoeg voor een dag vrij (zou ik zeggen).
Daarnaast had ik eerder vorige week al een godsdienstpsychologie-tentamen. En je zou het haast niet geloven, maar dat werd een nerdcijfer van een 8.4. Theologievakken liggen me per ongeluk best wel. (Als je een beetje kunt zwammen krijg je al snel een voldoende).
En nu. Nu zit ik hier. Ledigheid. Muziek luisteren. Gedichtjes schrijven. (Als je in mijn linkjeslijst kijkt zie je helemaal onderaan een link naar mijn gedichtjesblog. Wees ook welkom daar en reageer vooral; je zou de eerste zijn, geloof ik). Wat ik verder uit ga voeren weet ik nog niet. Misschien maar eens nadenken hoe ik moet gaan proberen er niet meer als zestien uit te zien..
Ik weet eigenlijk niet of ik me moet schamen omdat ik niets uitvoer. Mijn studieboeken voor dit blok zijn nog niet binnen (omdat één boek niet leverbaar is wacht de rest ook maar). En vorige week was tentamenweek. Wil je weten hoe mijn tentamen van vrijdag verliep? Slecht. Bedroevend slecht. Ik had een model uit mijn kop geleerd wat werd teruggevraagd - dus misschien krijg ik daar nog een pietsje punten voor. Maar ik heb weinig hoop. Een tentamen in het Engels maken vreet energie. En als je dan de helft nog niet weet moet je onzin gaan verzinnen om op te schrijven - om te proberen niet überstom over te komen. En zelfs 's avonds bleven er nog hersenstructuren door mijn hoofd zweven. Basal Ganglia. Cerebral Cortex. Dat soort ongein.
Uitputtend dus. En reden genoeg voor een dag vrij (zou ik zeggen).
Daarnaast had ik eerder vorige week al een godsdienstpsychologie-tentamen. En je zou het haast niet geloven, maar dat werd een nerdcijfer van een 8.4. Theologievakken liggen me per ongeluk best wel. (Als je een beetje kunt zwammen krijg je al snel een voldoende).
En nu. Nu zit ik hier. Ledigheid. Muziek luisteren. Gedichtjes schrijven. (Als je in mijn linkjeslijst kijkt zie je helemaal onderaan een link naar mijn gedichtjesblog. Wees ook welkom daar en reageer vooral; je zou de eerste zijn, geloof ik). Wat ik verder uit ga voeren weet ik nog niet. Misschien maar eens nadenken hoe ik moet gaan proberen er niet meer als zestien uit te zien..
maandag 14 november 2011
Ik wil je vergeten,
Ik wil je vergeten, denkt de een
en hij vergeet de ander.
Nu denk ik niet meer aan je,
en hij loopt door zijn kamer heen en weer:
niet meer... niet meer...
de regen klettert tegen zijn ramen.
Nu ben ik je echt vergeten, denkt hij uren, dagen, jaren
later,
en telkens als hij langs zijn spiegel komt
wijst hij met zijn vinger:
'En jou ook!'
Toon Tellegen, uit: Daar zijn woorden voor (2007).
-
Inderdaad. Wat heerlijk dat als je zelf geen grip hebt op je gedachten, er wel ergens op de wereld een dichter rondloopt die de woorden wel vindt die voor jou een beetje ver weg zijn.
(En toch moet ik ophouden met altijd alles op mij van toepassing achten. Is op mij van toepassing. Is helemaal op mij van toepassing. Kan niet meer op mij van toepassing zijn). De één. De ander. De gedichten. Onzin natuurlijk.
en hij vergeet de ander.
Nu denk ik niet meer aan je,
en hij loopt door zijn kamer heen en weer:
niet meer... niet meer...
de regen klettert tegen zijn ramen.
Nu ben ik je echt vergeten, denkt hij uren, dagen, jaren
later,
en telkens als hij langs zijn spiegel komt
wijst hij met zijn vinger:
'En jou ook!'
Toon Tellegen, uit: Daar zijn woorden voor (2007).
-
Inderdaad. Wat heerlijk dat als je zelf geen grip hebt op je gedachten, er wel ergens op de wereld een dichter rondloopt die de woorden wel vindt die voor jou een beetje ver weg zijn.
(En toch moet ik ophouden met altijd alles op mij van toepassing achten. Is op mij van toepassing. Is helemaal op mij van toepassing. Kan niet meer op mij van toepassing zijn). De één. De ander. De gedichten. Onzin natuurlijk.
zaterdag 12 november 2011
De kat en de nacht.
Ik hou van mijn kat. De ene dag wat meer dan de andere. En zo ook de ene nacht wat meer dan de andere..
Gisternacht. Ik kon niet slapen. Het bijbehorende symptoom is trek. Allesoverheersende trek. Dus op blote voeten sloop ik naar beneden, pakte de laatste voorraad karamelpepernoten en kroop mijn bed weer in. Met pepernoten. Toen het symptoom trek een beetje bestreden was ging ik een poging doen om te slapen. Tot ineens een gekrijs losbarstte. Ik dacht aan huilende buurkindertjes. Maar die zouden dan in één nacht wel enorm hard hebben leren huilen. Toen was mijn eerste gedachte dat het de kat zou kunnen zijn. Dus. Ik loop langs het dakraam en hoor nog meer gejammer. Beneden gekomen tref ik het volgende aan. Mijn kat. Een plumeau-staart. Een zwarte kat die zit te glimlachen op de stoep. Met zijn kop naar het glazen raampje onderin de deur schrijdt. Mijn kat die dat ontwaart (luid mauwend natuurlijk) en vol vaart met z'n kop tegen het glas duikt. Inbrekers? Okee. Honden? Nah. Maar katten? Die jaag je natuurlijk met gevaar voor eigen leven weg. Zelfs als je gescheiden bent door glas. (Als je wilt weten hoe het afliep: uiteindelijk is de dikke zwarte door ons weggejaagd, zodat ook onze katlief weer rustig werd). Soms zijn katten 's nachts niet zo relax.
Vannacht. Ik kon niet slapen. Soms ben je te druk in je hoofd. Had ook best wel hoofdpijn (tentamens zijn niet relax). Dus. (Ik houd wel van dus, al is het wetenschappelijk niet verantwoord, evenals waarom). Ik loop mijn bed uit en denk, wat ligt daar voor zwarts in mijn stoeltje. Zou het poes zijn? (Nu moet je weten, het beest slaapt 's zomers veel op mijn kamer, maar zodra de temperaturen iets lager uitvallen is dat te koud en blieft madam mijn kamer niet). Ik loop naar het stoeltje toe (nog steeds in de verwachting dat het een stapel hemden ofzo was). Totdat de stapel hemden ineens mrauw zei toen ik per ongeluk een kattenkop aaide. Als er iets fijn is, is het wel zo'n kattenbeest wat op jouw slaapkamer gezellig bij je ligt.
De voor en nadelen van het kat-hebben dus :).
Gisternacht. Ik kon niet slapen. Het bijbehorende symptoom is trek. Allesoverheersende trek. Dus op blote voeten sloop ik naar beneden, pakte de laatste voorraad karamelpepernoten en kroop mijn bed weer in. Met pepernoten. Toen het symptoom trek een beetje bestreden was ging ik een poging doen om te slapen. Tot ineens een gekrijs losbarstte. Ik dacht aan huilende buurkindertjes. Maar die zouden dan in één nacht wel enorm hard hebben leren huilen. Toen was mijn eerste gedachte dat het de kat zou kunnen zijn. Dus. Ik loop langs het dakraam en hoor nog meer gejammer. Beneden gekomen tref ik het volgende aan. Mijn kat. Een plumeau-staart. Een zwarte kat die zit te glimlachen op de stoep. Met zijn kop naar het glazen raampje onderin de deur schrijdt. Mijn kat die dat ontwaart (luid mauwend natuurlijk) en vol vaart met z'n kop tegen het glas duikt. Inbrekers? Okee. Honden? Nah. Maar katten? Die jaag je natuurlijk met gevaar voor eigen leven weg. Zelfs als je gescheiden bent door glas. (Als je wilt weten hoe het afliep: uiteindelijk is de dikke zwarte door ons weggejaagd, zodat ook onze katlief weer rustig werd). Soms zijn katten 's nachts niet zo relax.
Vannacht. Ik kon niet slapen. Soms ben je te druk in je hoofd. Had ook best wel hoofdpijn (tentamens zijn niet relax). Dus. (Ik houd wel van dus, al is het wetenschappelijk niet verantwoord, evenals waarom). Ik loop mijn bed uit en denk, wat ligt daar voor zwarts in mijn stoeltje. Zou het poes zijn? (Nu moet je weten, het beest slaapt 's zomers veel op mijn kamer, maar zodra de temperaturen iets lager uitvallen is dat te koud en blieft madam mijn kamer niet). Ik loop naar het stoeltje toe (nog steeds in de verwachting dat het een stapel hemden ofzo was). Totdat de stapel hemden ineens mrauw zei toen ik per ongeluk een kattenkop aaide. Als er iets fijn is, is het wel zo'n kattenbeest wat op jouw slaapkamer gezellig bij je ligt.
De voor en nadelen van het kat-hebben dus :).
vrijdag 11 november 2011
Telefoonangst.
(Okee. Ik weet dat ik straks van 13.30-16.00 uur in een tentamenzaal zit te zweten en dat het misschien verstandig is om even - voorzichtig - nog een keer mijn artikelenmap door te bladeren en de gearceerde stukken in mijn kop te stampen, maar iets zegt me dat ik daar nog voldoende tijd voor heb in de trein en op de plek waar ik het tentamen heb).
Telefoonangst. Daarnet moest ik (van mezelf) een afspraak met de kapper maken. In het verleden ging het meestal zo dat mijn moeder belde met: "Mag ik een afspraak voor mijn dochter maken?". (Juist. Dat moeten moeders niet doen als hun dochter bellen erg eng vindt, want dan blijf je het eng vinden). Het ging allemaal prima met bellen, maar toch zit ik op de één of andere manier nog wel een beetje met het hart in de keel. Gewoon omdat ik bang ben om iets doms te zeggen (waar ik te goed in ben). Natuurlijk weet ik ook dat je bang blijft voor dingen als je ze niet gewoon doet. Vandaar dat ik vrolijk de kapper bel om een afspraak te maken.
O en, heel eerlijk gezegd vind ik zelfs mensen in real life spreken veel minder eng dan bellen. Goed. Ik wil eigenlijk weten of dit voor mensen herkenbaar is.
Telefoonangst. Daarnet moest ik (van mezelf) een afspraak met de kapper maken. In het verleden ging het meestal zo dat mijn moeder belde met: "Mag ik een afspraak voor mijn dochter maken?". (Juist. Dat moeten moeders niet doen als hun dochter bellen erg eng vindt, want dan blijf je het eng vinden). Het ging allemaal prima met bellen, maar toch zit ik op de één of andere manier nog wel een beetje met het hart in de keel. Gewoon omdat ik bang ben om iets doms te zeggen (waar ik te goed in ben). Natuurlijk weet ik ook dat je bang blijft voor dingen als je ze niet gewoon doet. Vandaar dat ik vrolijk de kapper bel om een afspraak te maken.
O en, heel eerlijk gezegd vind ik zelfs mensen in real life spreken veel minder eng dan bellen. Goed. Ik wil eigenlijk weten of dit voor mensen herkenbaar is.
donderdag 10 november 2011
Mysterious day..
Abonneren op:
Posts (Atom)