Vrijdagmiddag, half drie. Mooi weer en dus besloot ik maar eens buiten te gaan zitten. Twee tellen later hoor ik gemauw. En ja hoor, daar komt bij de sloot een kat aangesprongen. En daarna nog één. En nog één. Een klein hummeltje wat duidelijk ondervoed is. En mauwen, want de beestjes wilden eten. En natuurlijk mocht ik niet voederen van m'n moeder, want 'dan zouden ze blijven in plaats van weer weggaan'. Maar goed, mijn arme voor katten kloppende hart kon het niet laten en dus moest ik het kleintje wat zo duidelijk ondervoed was en er zo slecht uitzag wel stilletjes en stiekem even een beetje voeren achter de garage. Toen begon het rondvragen: van buurman 1 waren ze niet. En de andere buren waren op vakantie - dus dat schoot ook alweer lekker op. Afijn, uiteindelijk bleken de katjes toch van die buren te zijn en hebben mijn mama en ik katje twee en drie erheen gebracht - katje één hoorde er niet bij - zag er ook veel beter uit. Katje twee en drie liepen weer vrolijk achter mijn mama en mij aan, want oh, wij hadden wél eten. Dus mijn mama daar gebleven en ik een handvol brokjes gehaald, hun bak vol gegooid. Toen kwam er eindelijk iemand aan die daar in dat huis bezig was - en die ging dus maar even bellen voor verzorging voor de beestjes. En toen zijn wij naar huis gelopen en nu hopen we heel hard dat ze niet wéér onze kant opkomen.
(En toch blijf ik vinden dat als je dan op vakantie gaat en je hebt huisdieren je er op z'n minst iemand voor kunt laten zorgen).
Als je ze nog een keer eten wil geven, kan je ze achteraf ook bang maken met een tuinslag of emmer water. Je moet ze natuurlijk niet echt nat maken (dat is zielig), maar je kan ze wel bijna nat maken. Als het goed is, zijn ze dan bang voor je en gaan ze ook niet achter je aan.
BeantwoordenVerwijderen