Pagina's

woensdag 21 december 2011

Meeuwenfobie.

Sommige mensen zijn bang voor honden. Anderen voor spinnen. Of voor hoogtes. Of voor afgesloten ruimtes. Of voor mensen. Allemaal dingen om bang voor te zijn. Tot op zekere hoogte kan het nuttig zijn. En vanaf die zekere hoogte wordt het alleen maar heel erg vervelend en beperkend.

Ik ben bang voor meeuwen. Sinds augustus zo ongeveer. Mocht je zin hebben in een meeuwenfobie: lees dan vooral verder. Het was namelijk nog nét vakantie en ik ging, samen met een nichtje, naar Madurodam en daarna zouden we uitwaaien in Scheveningen. Natuurlijk is Madurodam leuk. Maar het was niet half zo leuk als toen we tien waren en alles veel wonderbaarlijker was. Afijn. Als je dan alles hebt gezien besluit je om een verlept broodje uit je tas op te diepen en op te eten. Een meeuw staarde me aan. Maar ik laat me het eten natuurlijk niet uit de mond kijken en bovendien: verlept brood. Dat hoeven die beesten toch niet? Dus wel. Ineens voelde ik een keiharde snap en een schrijnende duim. Halverwege op weg naar mijn mond kreeg mijn brood ineens een andere bestemming. Meeuwenmaag. Stap één op weg naar de meeuwenfobie.

Toen gingen we naar Scheveningen. Ik besloot dat ik zin had in koekjes. Van die hartige - want ik houd niet heel erg van zoet. Nichtjelief at een broodje. Ik had een rol koekjes. Die zouden we op het strand leegeten. Nu was het niet heel erg mooi weer en waaide het nogal, maar desalniettemin vond ik dat we best prima wat konden eten op het strand. Dus. Open die rol. En knagen maar. Ik een koekje. Nichtje een koekje. </insert meeuwengekrijs> en daar kwam het batiljon aan. In optocht. De eerste vrat het koekje van nichtje op. Het kwam er uiteindelijk op neer dat we met z'n tweeën heel hard wegliepen voor een reeks van meer dan twintig krijsende meeuwen. Die dat een leuk spelletje vonden. Een of ander monsterlijk genoegen beleefden. En daarom dus maar achter ons aan zweefden. Koekjes gaan naar zand smaken trouwens, als je ze hard hollend en moe opeet. Want ik was ook nogeens eigenwijs. Als ik ééneurozoveel betaal voor een pak koekjes dan eet ik ze ook állemaal op. Dacht ik. Toen dacht ik - uiterst onintelligent - dat als ik een voorraad koekjes naar die beesten zou smijten ze wel ergens achter mij koekjes zouden gaan eten. Misgedacht. Misschien dat een luttele meeuw koekjes ging eten. Maar het merendeel zweefde met een rotgang krijsend achter ons aan. (En dan weet je dus dat ze rustig dingen uit je handen trekken. Het was eng. Horror). Dus. Het liep niet goed af voor de koekjes. En ook niet voor het milieu, beste groene vrienden. We werden zó gek van het meeuwenspektakel dat ik uiteindelijk het pak koekjes mét plastic mét koekjes erin naar die meeuwen toe heb gesmeten. Met een welgemeend: "Stik er maar in!". (Daarna werd de dag nog heel leuk met uitwaaimomenten op de pier en een reuzepannenkoek). Maar die meeuwen vergeet ik dus nooit meer.

2 opmerkingen:

  1. Het weggooien van het eerste koekje kwam op mij ongeveer over als drs. P.'s Dodenrit:
    "[...] Dus onder het gezang pak ik het ventje handig beet
    Daar vliegt hij uit de trojka met een griezelige kreet
    De wolven hebben alle aandacht voor die lekkernij
    Nog vierentachtig werst en o, wat zijn wij heden blij

    We mogen Pjotr wel waarderen om zijn eetbaarheid
    Want daardoor raken wij die troep voorlopig even kwijt
    Zo jagen wij maar voort als in een gruwelijke droom
    Ajo ajo ajo al in die hoge klapperboom

    Daar klinkt weer dat gehuil en onze hoop is weer verscheurd [...]"

    Maar, tsja. Het blijft gek hoor, zo'n fobie. :P

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Oh eigenlijk is dat wel een heel luguber en tegelijkertijd briljant gedicht :).

    Stomme fobie inderdaad (a). Benieuwd of het me is gelukt hem bij nog meer mensen aan te praten.

    BeantwoordenVerwijderen