Zo ben je maandenlang niet ziek.
En dan ineens is het in één maand tijd twee keer raak. Begin september werd de halve familie geveld door een buikgriepvirus. (Je weet hoe ik die krengen haat). Maar ook ik was de pineut. Gelukkig duurt dat meestal niet zo lang.
Woensdag kreeg ik een beetje keelpijn. Woensdag op donderdagnacht ben ik maar pepermuntjes gaan eten tegen het hoesten. Donderdag had ik een (geweldige!!!) bruiloft. En doorlopen ging op zich wel prima, al had ik het koud, begon er een beetje hoofdpijn op te komen - en waren mijn oogjes een beetje waterig. Vrijdagochtend werd ik met barstende hoofdpijn wakker die tussen de middag zo'n beetje verdween, zodat ik enthousiast dacht dat ik weer helemaal beter was.
Maar vanmorgen werd ik weer met zo'n hoofdpijn wakker dat dát een grapje was. Ik heb deze dag non-stop op de bank gelegen. Af en toe gestoomd. Ik heb geen idee of het voorhoofdholteontsteking is, of dat er een verkapte migraine-aanval achter zat. Ik weet het echt niet. Maar nu ben ik zover dat ik weer even muziek kan luisteren en achter m'n laptopje kan zitten en een boek kan lezen. Hopelijk blijft dat zo.
(Ik ga trouwens BodyButters van The Body Shop kopen, want die zijn enorm in de aanbieding. Just to let you know. Het is een verslaving).
zaterdag 28 september 2013
woensdag 25 september 2013
Een Italiaans liedje. (Een stem van vrijheid).
En verder versta ik natuurlijk ook niets van Italiaans. Maar ik hoorde deze vroeger ooit eens op de radio en toen vond ik 'm zo mooi, maar kon hem nooit ergens terugvinden. Tot vandaag.
woensdag 18 september 2013
POST!
Maandag een brief en vandaag een voorraadje briefpapier, kaarten en wéér een toffe brief gekregen. Makes me happy! Misschien is post ook wel een goede vorm van de wereld verbeteren. Je helpt er post.nl mee, je wordt gelukkig van dingen sturen én je wordt blij van dingen krijgen. Het moedigt creativiteit aan en schrijven gaat niet zo snel als typen. Heerlijk relax dus, zonder haast of iets in die zin. Ja, schrijven en echte post is heel fijn.
dinsdag 17 september 2013
... (wat aanvulzinnetjes).
.. het is tijd voor een heerlijk kopje avond-thee. Er schijnt citroenmelisse, lavendel en kamille in te zitten - wat lekker klinkt. Ik ben dus heel benieuwd!
.. Count your blessings. Een tijdje terug kreeg ik een kaart, ik stuurde een brief terug en gisteren kreeg ik een superleuke brief met vogeltjesbriefpapier (én een gezichtsmaskertje én de bewuste avondthee). Blije verrassingen zijn dat. Een niet-lege brievenbus, maar gewoon echte tastbare POST.
.. Over post gesproken.. ik ben bijna door m'n briefpapier heen en heb dus maar even heel erg leuk nieuw briefpapier besteld. (Jawel, het is een beetje zoet.. maar dat past bij mij).
.. Soms fantaseer ik in wat voor huis ik later wil wonen. Het is altijd ergens buitenaf. Met een tuin. (Met wilde bloemen erin denk ik. En lavendel. Een beetje een spannende tuin. En een groentetuin natuurlijk). En binnen veel kleur, rood, blauw.. ruimte voor creativiteitsexplosies. En voor mijn part zelf opgepimpte kringloopmeubels. (Mijn moeder moppert zo vaak over hoe de kat de dure bank heeft vernield. Als je bank niet duur is, is het minder erg). En potten met kruiden overal en en. (Droom maar lekker verder.... dit is allemaal nogal onrealistisch, denk ik).
.. Ik heb vandaag het gevoel dat er aardigere mensen bestaan dan ik. Ik word soms toch zo chagrijnig van mensen die een relatie hebben en die zo ooovergelukkig zijn met elkaar en die daarom dus ook maar gewoon constant bij elkaar willen zijn. Misschien ben ik wel jaloers. Maar het is toch niet gezond als je nergens anders tijd meer voor hebt? Nou?
.. Count your blessings. Een tijdje terug kreeg ik een kaart, ik stuurde een brief terug en gisteren kreeg ik een superleuke brief met vogeltjesbriefpapier (én een gezichtsmaskertje én de bewuste avondthee). Blije verrassingen zijn dat. Een niet-lege brievenbus, maar gewoon echte tastbare POST.
.. Over post gesproken.. ik ben bijna door m'n briefpapier heen en heb dus maar even heel erg leuk nieuw briefpapier besteld. (Jawel, het is een beetje zoet.. maar dat past bij mij).
.. Soms fantaseer ik in wat voor huis ik later wil wonen. Het is altijd ergens buitenaf. Met een tuin. (Met wilde bloemen erin denk ik. En lavendel. Een beetje een spannende tuin. En een groentetuin natuurlijk). En binnen veel kleur, rood, blauw.. ruimte voor creativiteitsexplosies. En voor mijn part zelf opgepimpte kringloopmeubels. (Mijn moeder moppert zo vaak over hoe de kat de dure bank heeft vernield. Als je bank niet duur is, is het minder erg). En potten met kruiden overal en en. (Droom maar lekker verder.... dit is allemaal nogal onrealistisch, denk ik).
.. Ik heb vandaag het gevoel dat er aardigere mensen bestaan dan ik. Ik word soms toch zo chagrijnig van mensen die een relatie hebben en die zo ooovergelukkig zijn met elkaar en die daarom dus ook maar gewoon constant bij elkaar willen zijn. Misschien ben ik wel jaloers. Maar het is toch niet gezond als je nergens anders tijd meer voor hebt? Nou?
vrijdag 13 september 2013
Dagdromen zijn heel anders dan echte dromen.
Heb je dat ook weleens..
dat je overdag zit te dagdromen. Je staart uit het treinraam, ziet landschappen, een rivier, huizen en wolken aan je voorbijtrekken. En je droomt over wat zou kunnen zijn maar wat niet is.
En je komt thuis en je bent blij, omdat je zo heerlijk ver weg was met je gedachten. Ergens in Utopia. Hoe fijn was het leven daar.
's Avonds ga je dan naar bed en je valt in slaap. (Ja echt, zonder moeite dit keer).
En dan droom je. Je droomt dat ze je even vriendelijk komen vertellen dat je dagdromen niet realistisch zijn (ook al hoopte je van wel). Het zogenaamde snoep wat je, als een klein kind, in je handen had, wordt er door grote sterke handen weer uitgewrongen. Je kijkt een beetje beduusd.
Meestal heb ik het andersom. Dat ik droom en dat de realiteit dat weerspreekt. Maar dat je dágdroomt en dat je vriendelijk op je vingers wordt getikt terwijl je slaapt is wel een beetje bizar.
dat je overdag zit te dagdromen. Je staart uit het treinraam, ziet landschappen, een rivier, huizen en wolken aan je voorbijtrekken. En je droomt over wat zou kunnen zijn maar wat niet is.
En je komt thuis en je bent blij, omdat je zo heerlijk ver weg was met je gedachten. Ergens in Utopia. Hoe fijn was het leven daar.
's Avonds ga je dan naar bed en je valt in slaap. (Ja echt, zonder moeite dit keer).
En dan droom je. Je droomt dat ze je even vriendelijk komen vertellen dat je dagdromen niet realistisch zijn (ook al hoopte je van wel). Het zogenaamde snoep wat je, als een klein kind, in je handen had, wordt er door grote sterke handen weer uitgewrongen. Je kijkt een beetje beduusd.
Meestal heb ik het andersom. Dat ik droom en dat de realiteit dat weerspreekt. Maar dat je dágdroomt en dat je vriendelijk op je vingers wordt getikt terwijl je slaapt is wel een beetje bizar.
dinsdag 10 september 2013
SHOCK.
Op mijn oude pc boven vond ik deze foto van mei 2011. Gemaakt door Nelleke - die geweldig mooie bosfoto's maakt en ook deze best wel evil foto van mij.
maandag 9 september 2013
Het is goed om dingen niet meer raar te vinden.
Vroeger liet ik me heel erg weerhouden door wat de mensen van me zouden denken. En ik kan wel zeggen dat dat vroeger was en nu niet meer, maar dan lieg ik. Tegelijkertijd heb ik wel geleerd om blijer te zijn met bepaalde associaties en dat meer als creatief te zien dan als raar.
Een tijdje terug was iemand jarig en ik wilde iets origineels geven, maar ik wist niet zo goed wat. Ik had een mooi notitieboek uit Noorwegen gekregen - en dat vroeg erom om er iets leuks mee te doen.
Toen heb ik dus dat boek volgeschreven met citaten, boekfragmenten en heel veel onzin. En dat cadeau gedaan. Hier een heel klein beeld ervan.
Een tijdje terug was iemand jarig en ik wilde iets origineels geven, maar ik wist niet zo goed wat. Ik had een mooi notitieboek uit Noorwegen gekregen - en dat vroeg erom om er iets leuks mee te doen.
Toen heb ik dus dat boek volgeschreven met citaten, boekfragmenten en heel veel onzin. En dat cadeau gedaan. Hier een heel klein beeld ervan.
donderdag 5 september 2013
woensdag 4 september 2013
Wat een stel vuile vervuilers zijn we.
Zo. Als je dan geen dominee wilt en kunt worden en toch af en toe zo'n gevoel voelt opborrelen van: Ik wil preken. Ik wil heel hard preken en allerhardst alle mensen aan hun hoofd zeuren met wat ze allemaal wel niet verkeerd doen. Dan schrijf je toch gewoon een blog.
Maar vervuilers zijn we wel. Misschien bewust, misschien onbewust.
In mijn omgeving vinden ze milieubewust zijn meestal een beetje stom - en iets voor types die nou ja zeg, niets beters te doen hebben. Geitewollensokken enzo. Maar ik geloof steeds meer dat het wel okee is om milieubewust te zijn. Hoef je niet in door te slaan. Kleine beetjes helpen. (Denken dat je de hele wereld kunt veranderen in dat opzicht zou je denk ik heel depressief maken).
Goed. In welk opzicht zijn we dan misschien onbewuste vervuilers?
Ik las onlangs een christelijk tijdschrift waarin werd verwezen naar noordzee.nl. Op deze site staan verschillende cosmetica die plastic bevatten (wat uiteindelijk via-via weer in zee terecht kan komen). Het grappige hieraan is dat het echt niet per se uitmaakt in prijs. Soms bevatten vrij goedkope merken geen plastic. En duurdere wel. Hierin kun je dus eigenlijk best wel bewust keuzes maken.
Wel een raar idee trouwens. Dat er gewoon kleine plasticdeeltjes in douchegel, tandpasta, shampoo en weet ik niet wat voor producten allemaal meer kunnen zitten. (Mocht je willen weten welke producten goed zijn en welke niet: link). Hierin keuzes maken is dus een heel klein ding wat je zou kunnen doen. En verder ben ik dus nog steeds niet echt een milieufreak, maar als kleine beetjes helpen vind ik ze wel positief. (Net als gescheiden plastic inzamelen bijvoorbeeld).
Maar vervuilers zijn we wel. Misschien bewust, misschien onbewust.
In mijn omgeving vinden ze milieubewust zijn meestal een beetje stom - en iets voor types die nou ja zeg, niets beters te doen hebben. Geitewollensokken enzo. Maar ik geloof steeds meer dat het wel okee is om milieubewust te zijn. Hoef je niet in door te slaan. Kleine beetjes helpen. (Denken dat je de hele wereld kunt veranderen in dat opzicht zou je denk ik heel depressief maken).
Goed. In welk opzicht zijn we dan misschien onbewuste vervuilers?
Ik las onlangs een christelijk tijdschrift waarin werd verwezen naar noordzee.nl. Op deze site staan verschillende cosmetica die plastic bevatten (wat uiteindelijk via-via weer in zee terecht kan komen). Het grappige hieraan is dat het echt niet per se uitmaakt in prijs. Soms bevatten vrij goedkope merken geen plastic. En duurdere wel. Hierin kun je dus eigenlijk best wel bewust keuzes maken.
Wel een raar idee trouwens. Dat er gewoon kleine plasticdeeltjes in douchegel, tandpasta, shampoo en weet ik niet wat voor producten allemaal meer kunnen zitten. (Mocht je willen weten welke producten goed zijn en welke niet: link). Hierin keuzes maken is dus een heel klein ding wat je zou kunnen doen. En verder ben ik dus nog steeds niet echt een milieufreak, maar als kleine beetjes helpen vind ik ze wel positief. (Net als gescheiden plastic inzamelen bijvoorbeeld).
maandag 2 september 2013
De dat-is-op-zich-niet-zo-erg-monologen.
Soms denk ik dat ik niet spoor.
Donderdag zat ik op station Amersfoort en er kwam een goederentrein langs. Dat is bijna elke week om dezelfde tijd het geval. Het zal wel zo horen.
Ik dacht: He bah, wat vervelend. Er komt een goederentrein langs. Soms ga ik dan voor mezelf ontleden wat daar nou precies vervelend aan is. (Zelf-acceptatie, dingen die eigenlijk heel raar zijn op je blog zetten). En ik probeer dan zolang mogelijk door te gaan.
- er komt een goederentrein langs. dat is op zich niet zo erg.
- die goederentrein is heel lang. dat is op zich niet zo erg.
- die goederentrein gaat langzamer rijden. dat is op zich niet zo erg.
- de goederentrein gaat zelfs remmen. dat is op zich niet zo erg.
- de goederentrein maakt geluid. dat is op zich niet zo erg.
- de goederentrein piept als hij remt. en dát is wel erg, want het is een heel vervelend geluid.
Soms weet ik wel zeker dat ik niet spoor.
Donderdag zat ik op station Amersfoort en er kwam een goederentrein langs. Dat is bijna elke week om dezelfde tijd het geval. Het zal wel zo horen.
Ik dacht: He bah, wat vervelend. Er komt een goederentrein langs. Soms ga ik dan voor mezelf ontleden wat daar nou precies vervelend aan is. (Zelf-acceptatie, dingen die eigenlijk heel raar zijn op je blog zetten). En ik probeer dan zolang mogelijk door te gaan.
- er komt een goederentrein langs. dat is op zich niet zo erg.
- die goederentrein is heel lang. dat is op zich niet zo erg.
- die goederentrein gaat langzamer rijden. dat is op zich niet zo erg.
- de goederentrein gaat zelfs remmen. dat is op zich niet zo erg.
- de goederentrein maakt geluid. dat is op zich niet zo erg.
- de goederentrein piept als hij remt. en dát is wel erg, want het is een heel vervelend geluid.
Soms weet ik wel zeker dat ik niet spoor.
donderdag 29 augustus 2013
Een beetje zomer.
Fact #1: Ik weet niet of je het weet, maar je kunt bosuitjes recyclen. Als je het witte van de steel en de wortels intact laat en in grond zet, groeit het op de één of andere manier weer aan.
Fact #2: Oreganobloemetjes zijn lief. (Oregano is trouwens supergezond, dus dat is een tip).
Fact #2: Oreganobloemetjes zijn lief. (Oregano is trouwens supergezond, dus dat is een tip).
dinsdag 27 augustus 2013
Zondagavondwandeling.
Ik vind foto's maken heel leuk. Maar met een spiegelreflex (Nikon) met enorme lens moet ik het écht nog leren. Dit waren wat probeerseltjes. Veel frustratie vooral, omdat 's avonds foto's maken echt best pittig is, vind ik. Maar dat komt ook omdat ik er een hekel aan heb om te flitsen.
maandag 26 augustus 2013
Het geheugenpaleis.
Vorige week ging ik 'het geheugenpaleis' lezen. Ik dacht eigenlijk dat het een saai boek zou zijn - en ik dacht ook aan het neuropsychologievak 'geheugen' wat ik ooit eens had gevolgd en waarbij ik op eentiende punt zakte. Maar het is dus géén saai boek. Het gaat over een journalist (de schrijver van het boek) die uitzoekt hoe het kan dat sommige mensen zo wonderbaarlijk veel onthouden. Hij ontdekt dat oefening kunst baart en dat iedereen na veel training heel veel kan onthouden. De truc: Het maken van een geheugenpaleis.
Je stelt je een huis voor wat je heel erg bekend is. En als je dan bijvoorbeeld boodschappen gaat doen en je wilt je boodschappenlijstje onthouden, zet je alle producten in dat huis neer. (Op volgorde van hoe je naar binnenloopt). Om het wat makkelijker te maken om de zaken te onthouden, geef je ze bepaalde eigenschappen. Zo werden de sokken van spookjes voorzien, zodat ze konden zweven. Op die manier.
Uiteindelijk denk ik dat je er niet zoveel aan hebt. Maar het was een leuk boek om te lezen. Had het dan ook echt in een paar dagen uit.
Toen ik pas een gedichtje aan het maken was, waarin ik iets vrijwel onmogelijks wilde noemen, werd ik weer geïnspireerd door dit boek. De mens op de wereld die de meeste cijfers achter de komma van pi weet, weet er zo'n beetje 100.000. (Maar hij strandde bij de zestigduizend). Maar 500.000 is vast vrijwel onmogelijk. (Voor mij in ieder geval wel).
Nu ga ik genieten van de laatste echte vakantieweek.
Je stelt je een huis voor wat je heel erg bekend is. En als je dan bijvoorbeeld boodschappen gaat doen en je wilt je boodschappenlijstje onthouden, zet je alle producten in dat huis neer. (Op volgorde van hoe je naar binnenloopt). Om het wat makkelijker te maken om de zaken te onthouden, geef je ze bepaalde eigenschappen. Zo werden de sokken van spookjes voorzien, zodat ze konden zweven. Op die manier.
Uiteindelijk denk ik dat je er niet zoveel aan hebt. Maar het was een leuk boek om te lezen. Had het dan ook echt in een paar dagen uit.
Toen ik pas een gedichtje aan het maken was, waarin ik iets vrijwel onmogelijks wilde noemen, werd ik weer geïnspireerd door dit boek. De mens op de wereld die de meeste cijfers achter de komma van pi weet, weet er zo'n beetje 100.000. (Maar hij strandde bij de zestigduizend). Maar 500.000 is vast vrijwel onmogelijk. (Voor mij in ieder geval wel).
Nu ga ik genieten van de laatste echte vakantieweek.
zaterdag 24 augustus 2013
Relationship Science.
Soms gaat een relatie van heel veel jaar uit. Over.
Heel bizar is dat.
Toen ik daar onlangs een gesprek met iemand over had, zei die persoon zoiets als dat je 'dan maar beter geen relatie kon beginnen - als je de ander na drie jaar toch zat was, of in ieder geval niets meer voelde bij die persoon'. Of dat je om de drie jaar zou wisselen van partner. Toen vroeg ik me af of dat handig zou zijn. Dus ik ging even zoeken in een relatiewetenschapboek. (Hoera, dit wordt een psychologisch blogje!). En inderdaad, sommige dingen worden in de loop van een relatie minder. Maar andere dingen weer helemaal niet. (Wat ik nu zeg ontleen ik aan Miller: Intimate Relationships).
Gisteren heb ik het nog allemaal opgeschreven in een mail. Als volgt (ongeveer):
Er zijn namelijk verschillende soorten liefde. Inderdaad is er romantische liefde: het gevoel dat je niet zonder iemand kunt en dat je alles voor iemand zou doen. En meestal is dat dus ook de reden dat mensen trouwen. En ja. Dat is dus ook de vorm van liefde die geen standhoudt. Meestal niet, maar soms in een andere vorm wel, soms he. Maar zelfs in die gevallen van soms wordt de liefde anders.
Misschien is of je in staat bent tot het lange tijd blijven voelen van die romantische liefde ook wel iets wat met je persoonlijkheid te maken heeft?
Maar waarom gaat die romantische liefde dan meestal wel over? Daar worden drie redenen voor genoemd: fantasy, novelty en arousal. Bij fantasy staat zoiets als dat fantasie een relatie verbetert. (Idealiseren enzo). Maar als mensen samenwonen kunnen ze dat idealiseren natuurlijk niet volhouden omdat de realiteit in tegenspraak is daarmee. Novelty: iets wat nieuw is, is natuurlijk leuk. In een nieuwe liefde zorgt het voor spanning en energie. Maar alles wat eerst nieuw is kan routine worden. (Het boek zegt: de eerste kus is geweldig, maar na duizend kussen is het minder spannend dan in het begin). En arousal: dopamineproductie (dat belonende stofje) neemt af na verloop van tijd.
Maarr: dit gaat dus eigenlijk om één vorm van liefde. Het goede nieuws volgens die wijsneus van een boekauteur is dat intimiteit en commitment toenemen als je ouder wordt. Hij zegt dat mensen die al heel lang getrouwd zijn een bepaalde vorm van 'companionate love' voelen: meer maatjes zijn dus. Deze vorm van liefde geeft die mensen veel tevredenheid! (en het is ook deze vorm van liefde die geassocieerd is met oxytocine!). Wat de auteur dus ook zegt is dat je hoe dan ook óók vrienden moet zijn met degene met wie je echt iets aangaat. Omdat dat blijvend is. Wat hij verder meegeeft is het volgende:
"Enjoy passion, but don't make it the foundation of the relationships that you hope will last. Nurture friendship with your lover. Try to stay fresh; grab every opportunity to enjoy novel adventures with your spouse. And don't be surprised or disappointed if your urgent desires gradually resolve into placid but deep affection for your beloved".
Misschien is het ook zo dat je die romantische liefde belangrijker vindt als je rond de 20/30 bent en dat je later andere vormen van liefde ook meer gaat waarderen? Er bestaat een vorm van depressie die mensen kunnen krijgen als hun verliefdheid over is.
Het hangt er dus misschien maar net van af waarnaar je op zoek bent. En wat je verwacht van een relatie.
Maar ik kan me tegelijkertijd voorstellen dat het heel lastig is om verwachtingen die je door de jaren heen hebt opgedaan op te geven. (Stomme heerlijke boeken en films ook). Ik gok dat dat een proces is. Kennis zal langzaam moeten integreren. (Gevoel hobbelt achter de feiten aan, zeiden ze ooit bij cognitieve therapie). Toch jammer dat je bepaalde illusies op moet geven..
Heel bizar is dat.
Toen ik daar onlangs een gesprek met iemand over had, zei die persoon zoiets als dat je 'dan maar beter geen relatie kon beginnen - als je de ander na drie jaar toch zat was, of in ieder geval niets meer voelde bij die persoon'. Of dat je om de drie jaar zou wisselen van partner. Toen vroeg ik me af of dat handig zou zijn. Dus ik ging even zoeken in een relatiewetenschapboek. (Hoera, dit wordt een psychologisch blogje!). En inderdaad, sommige dingen worden in de loop van een relatie minder. Maar andere dingen weer helemaal niet. (Wat ik nu zeg ontleen ik aan Miller: Intimate Relationships).
Gisteren heb ik het nog allemaal opgeschreven in een mail. Als volgt (ongeveer):
Er zijn namelijk verschillende soorten liefde. Inderdaad is er romantische liefde: het gevoel dat je niet zonder iemand kunt en dat je alles voor iemand zou doen. En meestal is dat dus ook de reden dat mensen trouwen. En ja. Dat is dus ook de vorm van liefde die geen standhoudt. Meestal niet, maar soms in een andere vorm wel, soms he. Maar zelfs in die gevallen van soms wordt de liefde anders.
Misschien is of je in staat bent tot het lange tijd blijven voelen van die romantische liefde ook wel iets wat met je persoonlijkheid te maken heeft?
Maar waarom gaat die romantische liefde dan meestal wel over? Daar worden drie redenen voor genoemd: fantasy, novelty en arousal. Bij fantasy staat zoiets als dat fantasie een relatie verbetert. (Idealiseren enzo). Maar als mensen samenwonen kunnen ze dat idealiseren natuurlijk niet volhouden omdat de realiteit in tegenspraak is daarmee. Novelty: iets wat nieuw is, is natuurlijk leuk. In een nieuwe liefde zorgt het voor spanning en energie. Maar alles wat eerst nieuw is kan routine worden. (Het boek zegt: de eerste kus is geweldig, maar na duizend kussen is het minder spannend dan in het begin). En arousal: dopamineproductie (dat belonende stofje) neemt af na verloop van tijd.
Maarr: dit gaat dus eigenlijk om één vorm van liefde. Het goede nieuws volgens die wijsneus van een boekauteur is dat intimiteit en commitment toenemen als je ouder wordt. Hij zegt dat mensen die al heel lang getrouwd zijn een bepaalde vorm van 'companionate love' voelen: meer maatjes zijn dus. Deze vorm van liefde geeft die mensen veel tevredenheid! (en het is ook deze vorm van liefde die geassocieerd is met oxytocine!). Wat de auteur dus ook zegt is dat je hoe dan ook óók vrienden moet zijn met degene met wie je echt iets aangaat. Omdat dat blijvend is. Wat hij verder meegeeft is het volgende:
"Enjoy passion, but don't make it the foundation of the relationships that you hope will last. Nurture friendship with your lover. Try to stay fresh; grab every opportunity to enjoy novel adventures with your spouse. And don't be surprised or disappointed if your urgent desires gradually resolve into placid but deep affection for your beloved".
Misschien is het ook zo dat je die romantische liefde belangrijker vindt als je rond de 20/30 bent en dat je later andere vormen van liefde ook meer gaat waarderen? Er bestaat een vorm van depressie die mensen kunnen krijgen als hun verliefdheid over is.
Het hangt er dus misschien maar net van af waarnaar je op zoek bent. En wat je verwacht van een relatie.
Maar ik kan me tegelijkertijd voorstellen dat het heel lastig is om verwachtingen die je door de jaren heen hebt opgedaan op te geven. (Stomme heerlijke boeken en films ook). Ik gok dat dat een proces is. Kennis zal langzaam moeten integreren. (Gevoel hobbelt achter de feiten aan, zeiden ze ooit bij cognitieve therapie). Toch jammer dat je bepaalde illusies op moet geven..
vrijdag 23 augustus 2013
maandag 19 augustus 2013
Is dat eng of is dat eng?
Ik heb sinds januari niet meer echt vakken gevolgd. En de Mastercursussen die ik volgde waren alleen op maandag (in verband met thesis en stage daarnaast). Dus eigenlijk heb ik het laatste jaar niet meer heel intensief onderwijs gehad. (Wel leuk onderwijs trouwens).
En nu, na een half jaar vooral thuis zijn (en een administratief baantje, een verhalenschrijfcursus en vrijwilligerswerk), had ik me bedacht dat ik dan toch maar weer een vak ga volgen, komend blok.
Maar ik vind het stiekem heel eng.
Het is een eerstejaarsvak. En intensief. Bij Algemene Sociale Wetenschappen.
(Helaas, bij filosofie kon je jezelf alleen inschrijven voor een vak als je ook daadwerkelijk die studie doet. Anders had ik dat gedaan).
Dat betekent dus straks weer vijf dagen in de week druk zijn. Goed om er alvast aan te wennen! :)
Ik twijfel alleen een beetje of ik mijn vier maanden recht op OV moet gebruiken of niet.. omdat ik een stage misschien beter met de auto kan doen. Maar misschien ook niet. Arrrgh.
En nu, na een half jaar vooral thuis zijn (en een administratief baantje, een verhalenschrijfcursus en vrijwilligerswerk), had ik me bedacht dat ik dan toch maar weer een vak ga volgen, komend blok.
Maar ik vind het stiekem heel eng.
Het is een eerstejaarsvak. En intensief. Bij Algemene Sociale Wetenschappen.
(Helaas, bij filosofie kon je jezelf alleen inschrijven voor een vak als je ook daadwerkelijk die studie doet. Anders had ik dat gedaan).
Dat betekent dus straks weer vijf dagen in de week druk zijn. Goed om er alvast aan te wennen! :)
Ik twijfel alleen een beetje of ik mijn vier maanden recht op OV moet gebruiken of niet.. omdat ik een stage misschien beter met de auto kan doen. Maar misschien ook niet. Arrrgh.
zaterdag 17 augustus 2013
But now I see.
Natuurlijk is mijn dagboek hartstikke geheim. Had ik eigenlijk wel ooit verteld dat ik een dagboek bijhoud? Twee zelfs. Een positieve-dingen-dagboek waarin ik puntsgewijs alle leuke dingen opschrijf. En een gewoon dagboek. Waarin ik vooral schrijf als m'n hoofd weer eens veel te vol zit en ik mensen en situaties wil analyseren. Vroeger knalde ik echt alles op m'n blog (dat hoef je niet op te zoeken, want die blog bestaat niet meer). Nu dus niet meer. Maar goed, onlangs had ik een gedachte die ik opschreef. En sommige dingen kun je wel met de wereld delen.
"Hoe vaak in ons leven zouden we de ervaring hebben dat we blind waren, maar nu zien? En zouden we dan telkens datgene wat we ooit zien zouden noemen weer als blind bestempelen? Er komt heus geen moment dat je alle antwoorden weet."
Wat een lekker belerend dagboekstukje.
Alles is een proces. En je kunt wel meer kennis vergaren, maar je kennis is nooit compleet. Ik bedoel, als je eten kookt is het simpel. Het eten is klaar, je eet. Een afgerond proces.
Maar je raakt nooit uitgeleerd. En niet dat ik dat wil, want dingen leren is heel erg fijn. Maar soms frustreert het me, omdat ik altijd streef naar die voltooiing - zoals bij die maaltijd. En die voltooiing heb je dus niet bij kennis. Je ontdekt steeds nieuwe dingen. En gaat oude dingen stom vinden. Soms keer je misschien weer terug naar oude dingen. Dan zou je iets eerst als zien zien. Dan als blind. En dan toch weer als zien. Rare wereld. Rare ik.
"Hoe vaak in ons leven zouden we de ervaring hebben dat we blind waren, maar nu zien? En zouden we dan telkens datgene wat we ooit zien zouden noemen weer als blind bestempelen? Er komt heus geen moment dat je alle antwoorden weet."
Wat een lekker belerend dagboekstukje.
Alles is een proces. En je kunt wel meer kennis vergaren, maar je kennis is nooit compleet. Ik bedoel, als je eten kookt is het simpel. Het eten is klaar, je eet. Een afgerond proces.
Maar je raakt nooit uitgeleerd. En niet dat ik dat wil, want dingen leren is heel erg fijn. Maar soms frustreert het me, omdat ik altijd streef naar die voltooiing - zoals bij die maaltijd. En die voltooiing heb je dus niet bij kennis. Je ontdekt steeds nieuwe dingen. En gaat oude dingen stom vinden. Soms keer je misschien weer terug naar oude dingen. Dan zou je iets eerst als zien zien. Dan als blind. En dan toch weer als zien. Rare wereld. Rare ik.
donderdag 15 augustus 2013
Promise me you won't do anything crazy..
Het is nieteens zo dat ik niets te vertellen heb. Dit liedje is gewoon heel erg mooi.
(Het gaat geloof ik over twee bendes die gaan vechten. Maar geen ruwe beelden hoor. Gewoon een heel mooi liedje - wat na een paar keer luisteren te graag in je hoofd wil blijven hangen).
(Het gaat geloof ik over twee bendes die gaan vechten. Maar geen ruwe beelden hoor. Gewoon een heel mooi liedje - wat na een paar keer luisteren te graag in je hoofd wil blijven hangen).
woensdag 14 augustus 2013
Deze dag.
Vandaag heb ik 'the Notebook' gekeken. Ik was bij m'n zus - en zij ging samen met onze moeder een eind fietsen. Ik hou van wandelen. Maar fietsen: Niet zo. En toen ik alleen thuis was, ging ik dus die film kijken. Ik heb heel hard zitten janken, maar dat mag. Soms. (Ja toch?).
En ik heb lopen klooien met hun spiegelreflexcamera. Is nog een hele kunst om daar mooie foto's mee te maken. Maar leuk is het wel.
Vanavond gingen we eten bij de Italiaan. (Lekker! Zo!). Aan het einde kregen we een aperitiefje. De man zat mij zo aan te kijken: "Mag jij wel?" Zei hij. En: "Eh. Ben jij wel achttien?"
Ik ben drieëntwintig.
Sommige dingen veranderen ook nooit.
En ik heb lopen klooien met hun spiegelreflexcamera. Is nog een hele kunst om daar mooie foto's mee te maken. Maar leuk is het wel.
Vanavond gingen we eten bij de Italiaan. (Lekker! Zo!). Aan het einde kregen we een aperitiefje. De man zat mij zo aan te kijken: "Mag jij wel?" Zei hij. En: "Eh. Ben jij wel achttien?"
Ik ben drieëntwintig.
Sommige dingen veranderen ook nooit.
dinsdag 13 augustus 2013
De kat.
Eens in de zoveel tijd moet ik even foto's van m'n kat posten. Gewoon omdat ze zo lief is. (En omdat ik snorharen heel mooi vind).
Er zijn vast wel meer mensen die dat hebben. Maar als ik een kat tegenkom op straat, heb ik altijd het gevoel dat ik tegen dat beest moet praten en hem moet begroeten. Alsof het een oude vriend of kennis is. Raar gevoel.
Er zijn vast wel meer mensen die dat hebben. Maar als ik een kat tegenkom op straat, heb ik altijd het gevoel dat ik tegen dat beest moet praten en hem moet begroeten. Alsof het een oude vriend of kennis is. Raar gevoel.
maandag 12 augustus 2013
Dimensies.
Mannen die net wat vrouwelijker zijn
vrouwen die net wat mannelijker zijn.
Androgynie noemen ze dat. En eigenlijk is het gewoon een dimensie: Mannelijkheid - androgynie - vrouwelijkheid. En je kunt dus ergens halverwege blijven steken en toch man zijn - en ergens halverwege blijven hangen en toch vrouw zijn. Ik weet niet of het helemaal klopt, maar misschien zijn degenen die halverwege blijven steken (dat klinkt een beetje negatief, maar zo bedoel ik het niet) ook vaak degenen die vrouw zijn en op vrouwen vallen of man zijn en op mannen vallen. Volgens mij heb ik weleens gelezen dat relaties beter werken als je allebei een beetje meer androgyn bent. (Ik heb geen zin om bronnen na te trekken hoor).
Wat ik dus niet begrijp is dat sommige mannen androgyne vrouwen juist aantrekkelijk vinden.
Ik vind het frustrerend. Want ik weet denk ik wel waar ik ergens op die dimensie hang. Helemaal aan het eind. Het meisje-meisje. (En ik heb geen behoefte om anders te zijn dan dat. Maar het is stom dat mannen meisje-meisjes soms een beetje saai vinden).
(Ik ben een beetje aan het speculeren. Ik weet dus niet of het idee van die dimensies helemaal klopt en of je kunt stellen dat geaardheid ook weer te maken heeft met de mannelijkheid-vrouwelijkheid dimensie. Het zijn maar wat gedachten).
vrouwen die net wat mannelijker zijn.
Androgynie noemen ze dat. En eigenlijk is het gewoon een dimensie: Mannelijkheid - androgynie - vrouwelijkheid. En je kunt dus ergens halverwege blijven steken en toch man zijn - en ergens halverwege blijven hangen en toch vrouw zijn. Ik weet niet of het helemaal klopt, maar misschien zijn degenen die halverwege blijven steken (dat klinkt een beetje negatief, maar zo bedoel ik het niet) ook vaak degenen die vrouw zijn en op vrouwen vallen of man zijn en op mannen vallen. Volgens mij heb ik weleens gelezen dat relaties beter werken als je allebei een beetje meer androgyn bent. (Ik heb geen zin om bronnen na te trekken hoor).
Wat ik dus niet begrijp is dat sommige mannen androgyne vrouwen juist aantrekkelijk vinden.
Ik vind het frustrerend. Want ik weet denk ik wel waar ik ergens op die dimensie hang. Helemaal aan het eind. Het meisje-meisje. (En ik heb geen behoefte om anders te zijn dan dat. Maar het is stom dat mannen meisje-meisjes soms een beetje saai vinden).
(Ik ben een beetje aan het speculeren. Ik weet dus niet of het idee van die dimensies helemaal klopt en of je kunt stellen dat geaardheid ook weer te maken heeft met de mannelijkheid-vrouwelijkheid dimensie. Het zijn maar wat gedachten).
vrijdag 9 augustus 2013
Wat er gisteren gebeurde..
Nu heb ik het dus ook meegemaakt.
Ik heb me het rambam gesolliciteerd de laatste paar maanden. Omdat ik in februari geen plek had gevonden (maar ik geef toe, toen heb ik er ook te weinig moeite voor gedaan en het hele solliciteren had ik nogal onderschat), bedacht ik dat het voor september absoluut wel zou gaan lukken.
Maar nu weet ik bijna zeker van niet.
Deze week had ik een sollicitatiegesprek op een heel erg leuke plek. Het waren ook superaardige mensen en de stage was heel heftig, maar tegelijkertijd enorm boeiend. Drie dagen in de week, negen maanden. Heerlijkheid, om je nuttig te kunnen maken en om dingen te leren.
Maar er was één andere kandidaat.
Ik was er eigenlijk vrij zeker van dat ik het vandaag zou horen. En mijn heerlijke negatieve gedachten dat ik het toch niet zou worden vlogen door mijn hoofd. (Het is dom. Zo dom. En dan denk ik soms dat ik de uitkomst ergens van kan beïnvloeden door dingen op een bepaalde manier te denken. Kom op, kleine kinderen doen dat. Mensen die over het wit van de zebrapaden huppelen. Maar iemand als ik die psychologie studeert, verdikkie, moet dat echt niet doen). Ik zat me gisteren dus al twintig keer voor te stellen hoe dat zou gaan, de telefoon zou rinkelen en ik zou hartkloppingen krijgen en met de telefoon naar boven hollen en dan zou iemand ofwel zeggen: gefeliciteerd. ofwel: ik moet je helaas teleurstellen. (Dat laatste, dat zou zo waarschijnlijk zijn).
En toch was er 50% kans.
En toen was ik gisteren bij m'n vrijwilligersbaantje. Wat zijn die mensen lief, want ze leven allemaal mee. (Komt misschien ook omdat ze van zichzelf nog weten hoe lastig het was om een stageplek te vinden, ook omdat m'n vrijwilligerswerk natuurlijk wel in een ggz-instelling is - al klinkt praktijk misschien wat positiever). Nou ja, gewoon gewerkt dus daar. En om vier uur naar huis. Stap ik uit de trein in Amersfoort, begint m'n telefoon te rinkelen. En je moet weten, mijn telefoon gaat echt nooit, want ik bel zelden mobiel. Ik heb 'm meer bij me zodat ik bereikbaar ben en door kan geven of ik later ben of vertraging heb of zoiets. Maar ik bel dus bijna nooit en smsen doe ik ook niet zo heel veel meer. (En Whatsapp enzo heb ik niet, mijn telefoon komt uit 2009).
Wat een flauw zijpaadje.
Dus. Die telefoon ging. En ik druk de treindeuren open, ren naar buiten en zeg m'n naam. Het was dus de mevrouw. Het is heel raar, maar na een paar woorden weet je al wat ze gaan zeggen. "We kijken terug op een positief gesprek". (Dat klinkt altijd leuk, maar je wéét al wat er gaat komen). "Maar (dat nare, nare rotwoord) we gaan toch door met iemand anders. De reden daarvoor is dat die persoon meer ervaring heeft."
En dan denk ik: het gaat potdikkie om een stage. Waarin je alles nog moet LEREN. Goed, ik ben ergens wel blij dat het niet om persoonlijke voorkeuren of iets anders ging, maar als ik eerst HBO had gedaan bijvoorbeeld, was het veel makkelijker geweest om een stage te vinden, gezien de ervaring die je dan al opdoet.
Buiten dat vind ik de instelling nog steeds leuk en was het nog steeds echt een goed gesprek. Maar in dat gesprek benadrukten ze ook juist dat je kwam om te leren. En dan snap ik het wel dat je degene met meer ervaring kiest. Maar ik vind het tegelijkertijd ook stom. (Maar dat kan ook komen omdat ik gewoon mijn studie af wil maken. Punt).
Nu heb ik dus écht geen zin meer in solliciteren, maar ik ga er toch nog één brief uitdoen voor september. En als dat niet werkt ga ik begin september een hele stapel brieven versturen (minstens dertig denk ik maar) voor februari. (Plannen, plannen). En ik ga een wijsbegeertevak volgen. En naar Lapland-in-de-winter als het half kan.
Als je maar plannen hebt :)
Ik heb me het rambam gesolliciteerd de laatste paar maanden. Omdat ik in februari geen plek had gevonden (maar ik geef toe, toen heb ik er ook te weinig moeite voor gedaan en het hele solliciteren had ik nogal onderschat), bedacht ik dat het voor september absoluut wel zou gaan lukken.
Maar nu weet ik bijna zeker van niet.
Deze week had ik een sollicitatiegesprek op een heel erg leuke plek. Het waren ook superaardige mensen en de stage was heel heftig, maar tegelijkertijd enorm boeiend. Drie dagen in de week, negen maanden. Heerlijkheid, om je nuttig te kunnen maken en om dingen te leren.
Maar er was één andere kandidaat.
Ik was er eigenlijk vrij zeker van dat ik het vandaag zou horen. En mijn heerlijke negatieve gedachten dat ik het toch niet zou worden vlogen door mijn hoofd. (Het is dom. Zo dom. En dan denk ik soms dat ik de uitkomst ergens van kan beïnvloeden door dingen op een bepaalde manier te denken. Kom op, kleine kinderen doen dat. Mensen die over het wit van de zebrapaden huppelen. Maar iemand als ik die psychologie studeert, verdikkie, moet dat echt niet doen). Ik zat me gisteren dus al twintig keer voor te stellen hoe dat zou gaan, de telefoon zou rinkelen en ik zou hartkloppingen krijgen en met de telefoon naar boven hollen en dan zou iemand ofwel zeggen: gefeliciteerd. ofwel: ik moet je helaas teleurstellen. (Dat laatste, dat zou zo waarschijnlijk zijn).
En toch was er 50% kans.
En toen was ik gisteren bij m'n vrijwilligersbaantje. Wat zijn die mensen lief, want ze leven allemaal mee. (Komt misschien ook omdat ze van zichzelf nog weten hoe lastig het was om een stageplek te vinden, ook omdat m'n vrijwilligerswerk natuurlijk wel in een ggz-instelling is - al klinkt praktijk misschien wat positiever). Nou ja, gewoon gewerkt dus daar. En om vier uur naar huis. Stap ik uit de trein in Amersfoort, begint m'n telefoon te rinkelen. En je moet weten, mijn telefoon gaat echt nooit, want ik bel zelden mobiel. Ik heb 'm meer bij me zodat ik bereikbaar ben en door kan geven of ik later ben of vertraging heb of zoiets. Maar ik bel dus bijna nooit en smsen doe ik ook niet zo heel veel meer. (En Whatsapp enzo heb ik niet, mijn telefoon komt uit 2009).
Wat een flauw zijpaadje.
Dus. Die telefoon ging. En ik druk de treindeuren open, ren naar buiten en zeg m'n naam. Het was dus de mevrouw. Het is heel raar, maar na een paar woorden weet je al wat ze gaan zeggen. "We kijken terug op een positief gesprek". (Dat klinkt altijd leuk, maar je wéét al wat er gaat komen). "Maar (dat nare, nare rotwoord) we gaan toch door met iemand anders. De reden daarvoor is dat die persoon meer ervaring heeft."
En dan denk ik: het gaat potdikkie om een stage. Waarin je alles nog moet LEREN. Goed, ik ben ergens wel blij dat het niet om persoonlijke voorkeuren of iets anders ging, maar als ik eerst HBO had gedaan bijvoorbeeld, was het veel makkelijker geweest om een stage te vinden, gezien de ervaring die je dan al opdoet.
Buiten dat vind ik de instelling nog steeds leuk en was het nog steeds echt een goed gesprek. Maar in dat gesprek benadrukten ze ook juist dat je kwam om te leren. En dan snap ik het wel dat je degene met meer ervaring kiest. Maar ik vind het tegelijkertijd ook stom. (Maar dat kan ook komen omdat ik gewoon mijn studie af wil maken. Punt).
Nu heb ik dus écht geen zin meer in solliciteren, maar ik ga er toch nog één brief uitdoen voor september. En als dat niet werkt ga ik begin september een hele stapel brieven versturen (minstens dertig denk ik maar) voor februari. (Plannen, plannen). En ik ga een wijsbegeertevak volgen. En naar Lapland-in-de-winter als het half kan.
Als je maar plannen hebt :)
donderdag 8 augustus 2013
Een anekdote. (En een verhaal).
Hadden jullie vroeger ook zo'n hekel aan klasgenoten die naar je toe kwamen en vroegen:
"Wat voor cijfer heb jij?" Meestal was dat bij wiskunde. En daarvoor haalde je meestal óf een onvoldoende of een hele krappe bijna-zes.
"Een zes." Zei je dan. (En je dacht: Ik wil het niet horen, ik wil het niet horen. Maar met je handen voor je oren zitten was onbeleefd).
"O," zei de ander dan. "Ik heb een acht!"
(Dat woord acht. Het klinkt op zo'n moment echt als een heel lelijk woord).
Maar. Ik doe dus een verhalenschrijfcursus. En de vorige keer had ik een armetierige zeseneenhalf. Ik gebruikte teveel het woord 'en' in m'n verhaal. (Dus je hoeft niet te vragen wat ik had en je hoeft al he-le-maal niet te vertellen dat jíj een acht had. Als je al een een verhalenschrijfcursus doet). En als je dat wel doet, kan ik ook even superirritant nóg irritanter doen. Want voor mijn laatste verhaal had ik ineens een negeneneenhalf. (Nare hoge lat is dat voor de volgende keer). Maar goed, voor degenen die dus serieus een verhaal gaan zitten lezen op een blog (of degenen die zich rotvervelen en van fictie houden..).
Here it is..
----
"Wat voor cijfer heb jij?" Meestal was dat bij wiskunde. En daarvoor haalde je meestal óf een onvoldoende of een hele krappe bijna-zes.
"Een zes." Zei je dan. (En je dacht: Ik wil het niet horen, ik wil het niet horen. Maar met je handen voor je oren zitten was onbeleefd).
"O," zei de ander dan. "Ik heb een acht!"
(Dat woord acht. Het klinkt op zo'n moment echt als een heel lelijk woord).
Maar. Ik doe dus een verhalenschrijfcursus. En de vorige keer had ik een armetierige zeseneenhalf. Ik gebruikte teveel het woord 'en' in m'n verhaal. (Dus je hoeft niet te vragen wat ik had en je hoeft al he-le-maal niet te vertellen dat jíj een acht had. Als je al een een verhalenschrijfcursus doet). En als je dat wel doet, kan ik ook even superirritant nóg irritanter doen. Want voor mijn laatste verhaal had ik ineens een negeneneenhalf. (Nare hoge lat is dat voor de volgende keer). Maar goed, voor degenen die dus serieus een verhaal gaan zitten lezen op een blog (of degenen die zich rotvervelen en van fictie houden..).
Here it is..
----
De
jongen en het feest.
Het was een zonnige zomerdag
waarop een zacht briesje af en toe voor wat verkoeling zorgde. In de tuin
stonden vrolijk gedekte tafels en aan de takken van de bomen hingen slingers in
de vorm van vlaggetjes. Tot in de verste hoeken werd de tuin vervuld met blije
muziek. Het was een grote tuin. En vandaag, op deze zonnige zomerdag, was hij
gevuld met mensen. Ze kwamen ieder jaar in de zomer bij elkaar, namen lekker
eten mee en vierden feest. Niet om de één of andere bijzondere reden, maar
gewoon omdat feestvieren fijn was en omdat de zomer de ultieme gelegenheid voor
dat feestvieren was. De volwassenen praatten met elkaar en genoten van wijn. De
kinderen speelden tikkertje en renden door de tuin. Alle kinderen, behalve hij.
Eén jongen deed niet mee. Niet omdat hij niet mee mocht doen, maar omdat hij
veel liever om zich heenkeek en alleen was met zijn gedachten. En zo zat hij op
een stoel en staarde de tuin in.
De
vorige avond kon hij niet slapen. Als hij niet kon slapen, deed hij het gordijn
en het raam open en keek naar de sterren. Hij probeerde dan te bedenken hoe hij
bij die sterren zou kunnen komen en wat voor uitzicht je dan zou hebben.
Tegelijkertijd wist hij ook wel dat sommige dingen alleen maar dromen waren.
Maar waarom zou hij niet dromen als hij wakker was, als hij toch niet kon
slapen?
Zijn moeder keek af en toe naar
hem. Ze vond het zo jammer dat haar zoon niet meedeed met de anderen. Eigenlijk
is dat altijd al zo geweest. Op de kleuterschool bouwde hij de mooiste kastelen
van blokken (en o wee degene die ze om wilde gooien). Maar hij bouwde ze
alleen. Terwijl zijn klasgenootjes over het schoolplein renden, vochten en
deden alsof ze een auto waren, zat hij in de zandbak en bedacht allerlei
bouwsels. Hij ging van de kleuterschool naar groep drie en daarna naar groep
vier, maar hij bleef afgezonderd van de rest. Zijn moeder was daar vaak
verdrietig om. Toch was ze trots op hem. Toen ze een week voor het feest zijn
kamer opruimde, ontdekte ze tekeningen die hij had gemaakt. En toen was ze
verbaasd over haar stille, nadenkende zoon. Die veel meer talent had dan ze
ooit had durven dromen. Dat nam haar verdriet niet weg, maar ze zag hierdoor
wel in dat hij veel meer was dan alleen zijn gebrek aan sociale contacten.
Als
hij niet kon slapen, dacht hij aan zijn ontwerpen. Hij had een tuin ontworpen
met een tijdmachine in het midden. Hij probeerde te bedenken hoe hij een
tijdmachine zó kon bouwen dat hij er niet alleen mee terug naar het verleden
kon, maar dat hij er zelfs mee naar de toekomst zou kunnen reizen. Dat zou de
jongens van school toch niet interesseren. Hij maakte ook tekeningen over een
betere wereld en bedacht hoe hij daar een steentje in zou kunnen bijdragen. Hij
dacht weer wat hij eerder had gedacht. Hij mocht dromen.
Het was een groot geroezemoes op
het feest. De mensen amuseerden zich, dat was duidelijk. Terwijl hij een
afgekloven kippenpoot op tafel legde, besloot de jongen op onderzoek uit te
gaan. De tuin was groot en wie weet kon hij ideeën opdoen voor zijn eigen
ontwerpen. Hij hield ervan om op onderzoek uit te gaan. En zo liep hij
stilletjes weg. Niemand die dat in de gaten had, want de grote mensen bleven maar
praten (en eten) en de kinderen renden rondjes over het terrein. Aan het einde
van de avond zouden ze uitgeput zijn. Hij niet. Terwijl een verdwaalde vogel
een liedje zong, liep hij langs struiken naar een hoek van de tuin. Het leek
meer een park dan een tuin.
Als
hij niet kon slapen, zag hij wel dat er onder de lantaarn wat jongeren bij
elkaar stonden en sigaretten rookten. Maar de sterren waren mooier. En soms
vroeg hij zich dan af of de sterren en de toekomst even onbereikbaar waren.
Maar hij wist het antwoord al. De toekomst zou vanzelf komen, maar als hij er
nu wilde zijn, dan kon dat niet. De sterren kwamen niet vanzelf. Maar nu naar
de sterren gaan was minder onrealistisch dan nu in de toekomst zijn. Toch?
Aan de voet van een vijver stond
een treurwilg. Hij dacht dat de boom verdriet had en eigenlijk wilde hij, als
hij kon, de boom wel troosten. Maar hij wist niet hoe. Toch besloot hij naar de
boom toe te lopen. Sommige takken hingen in het water en terwijl de zon fel
reflecteerde in de vijver, zag hij de boom en zichzelf. Vervormd. Maar ze waren
het. Dit ben ik, dacht hij. Denker. Dromer. Anders. Er stak weer een briesje op
en de bladeren van de treurwilg bewogen.
Soms,
als hij echt niet kon slapen en hij maar weer in bed was gaan liggen, ging hij schaapjes
tellen. Schapen die over een hekje sprongen. Maar het waren geen gewone
schapen. Hij had buitengewoon geavanceerde robotschapen verzonnen. Hij moest
alleen nog het nut van die schapen bedenken. Maar als hij dat eenmaal had
bedacht, zou hij rijk worden. Zo rijk. Dan zou hij in een echt kasteel kunnen
wonen.
Zijn moeder ontdekte dat hij weg
was en ze schrok. Ze probeerde zichzelf gerust te stellen, dat hij oud en wijs
genoeg was om niet ver weg te zijn, of te verdwalen. Maar toch. En toen ze om
zich heenkeek en hem nergens zag, was dat voor haar genoeg reden om het gesprek
waar ze mee bezig was af te ronden, op te staan en te gaan kijken waar haar
zoon was.
De jongen stond nog steeds bij
het water en pakte een tak van de treurwilg. Wat was die dun. Nee, hieraan kon
hij niet slingeren zodat hij de overkant van het water kon bereiken. En aan
natte voeten had hij een hekel. Aan water in het algemeen eigenlijk.
Zijn moeder riep zijn naam en
dwaalde af van de rest. Het rare was dat iedereen zo met zichzelf bezig was,
dat niemand in de gaten had dat de jongen weg was en dat zijn moeder naar hem
op zoek was. Ook zijn vader niet. Zijn moeder had geen idee waar de jongen was
gebleven.
In het water. Dat water waar hij
zo’n hekel aan had en waarvan hij niet wist wat hij ermee aan moest. Hij wilde
een tak pakken die wat verder weghing. Een libel was neergestreken op die tak
en hij wilde het patroon van de vleugels zien. Misschien zou die libel hem
inspiratie geven. Toen gleed hij uit en riep om hulp. Hard. Een verdwaalde vis
begreep niet wat die indringer daar deed in zijn vijver.
Zijn moeder hoorde het. Het
water, gekabbel, het fluiten van de vogels, een plons, hulpgeroep. De momenten
daarna waren zo hectisch en chaotisch dat eigenlijk niemand precies meer wist wat
er nu eigenlijk gebeurde. Het feest was ineens geen feest meer. Een ambulance.
Een ziekenhuisopname. En de jongen die een andere jongen werd dan hij was
geweest.
Jaren
later, als hij ’s avonds niet kan slapen, kijkt hij nog steeds uit het raam van
zijn kamer. Maar hij denkt niet meer aan sterren, tijdmachines en het bereiken
van de toekomst. Hij tekent niet meer. Hij kijkt naar de mensen buiten, die nog
steeds hun sigaretten roken onder de lantaarnpaal. Verhalen over mensen. Dat is
wat er in zijn hoofd opkomt. Hij begint te schrijven.
woensdag 7 augustus 2013
Thoughts.
Vroeger waren gedachten iets wat je vergezelde. Je deed dingen en er waren woorden die daarbij door je hoofd vlogen.
Maar soms denk ik dat het nu andersom is. Ik denk en daarbij doe ik dingen. Maar net alsof gedachten dus veel realistischer zijn dan de echte wereld.
(Misschien toch eens mindfulness proberen? :P)
Maar soms denk ik dat het nu andersom is. Ik denk en daarbij doe ik dingen. Maar net alsof gedachten dus veel realistischer zijn dan de echte wereld.
(Misschien toch eens mindfulness proberen? :P)
vrijdag 2 augustus 2013
Warm!
Na een hittegolf en ik-weet-niet-hoeveel warme dagen ben ik inmiddels zover dat ik temperaturen boven de 25 graden kan handelen en stiekem soms wel fijn vind. Gewoon lekker buiten zitten (in de schaduw, dat wel). 's Avonds haken of een boekje lezen in een luie ligstoel. Dat is écht het goede leven.
Maar (het woord die je wist dat zou komen) die hoge temperaturen van gisteren en vandaag doen mij wel stiekem een beetje verlangen naar een plaats waar de Eskimo's in dikke pakken rondhuppelen.
(Wat heb ik weinig te schrijven. Er zijn nog wel wat dingen waar ik over wil schrijven, maar mijn hoofd voelt een beetje watterig).
Maar (het woord die je wist dat zou komen) die hoge temperaturen van gisteren en vandaag doen mij wel stiekem een beetje verlangen naar een plaats waar de Eskimo's in dikke pakken rondhuppelen.
(Wat heb ik weinig te schrijven. Er zijn nog wel wat dingen waar ik over wil schrijven, maar mijn hoofd voelt een beetje watterig).
zaterdag 27 juli 2013
Touch this light.
Als ik niet zoveel te vertellen heb, blog ik maar liedjes. House of Heroes heb ik net zo'n beetje ontdekt en ik moet er soms een beetje aan wennen. Maar dit liedje vind ik dus heel mooi - en daarom gooi ik 'm maar op m'n blog. Kan ik er makkelijk bij, de volgende keer dat ik ernaar wil luisteren :).
woensdag 24 juli 2013
(If you want it)
I've been convincing myself that I'm worthwhile
Cause I'm worth what I'll convince myself to be.
- Relient K.
Cause I'm worth what I'll convince myself to be.
- Relient K.
dinsdag 23 juli 2013
Utrecht..
Eigenlijk, als ik echt heel eerlijk mag zijn, heb ik Utrecht gemist. En was het dus heel fijn dat ik vandaag een afspraak had in Utrecht. Vanmorgen om half 11 met de stagecoördinator. Een heel aardige man die me vertelde dat 'het niet aan mij lag' dat ik geen stage kon vinden. (Dat is opbeurend, want ik begon aan mezelf te twijfelen). En verder heb ik dus de lijst met stagemogelijkheden nog eens goed bestudeerd en notities gemaakt. De kans dat het voor september lukt is trouwens klein. Dat is wel beroerd. Maar ik ga het toch proberen. En als het niet lukt? Dan ga ik gewoon nog twee leuke cursussen doen naast m'n baantje en vrijwilligerswerk. Ik denk dat ik dan kies voor twee vakken van wijsbegeerte.. van psychologie heb ik alle leuke vakken wel zo'n beetje gedaan. De reden daarvan is dat ik uitdaging mis en ik heel veel zin heb om weer kennis op te doen. En verder.. heb ik dus een reisgids naar Lapland besteld, want ik wil echt heel graag daar naartoe. Een weekje maar, komende winter. Nu nog een reisgenoot zoeken.
En nou ja, toen ik dan toch in Utrecht was ging ik langs de Paperchase (ik wist niet dat die winkel zo leuk was!) en kocht er twee lieflijke kaarten. En ik kocht oorbellen bij de Bijou Brigitte, gewoon omdat het kon en omdat m'n kast toch al vol is. Thema: Katten en vogeltjes :).
En nou ja, toen ik dan toch in Utrecht was ging ik langs de Paperchase (ik wist niet dat die winkel zo leuk was!) en kocht er twee lieflijke kaarten. En ik kocht oorbellen bij de Bijou Brigitte, gewoon omdat het kon en omdat m'n kast toch al vol is. Thema: Katten en vogeltjes :).
vrijdag 19 juli 2013
donderdag 18 juli 2013
.
Ik heb ontzettende zin om ruzie te gaan maken met iemand die, in hemdje en op slippers, verzucht wat een ont-zet-tend heerlijk weer het is.
Goed, 's avonds is het lekker. En buiten zitten: niet verkeerd. Maar overdag.
Ik had echt eskimo moeten zijn. Ik word juist somber van teveel zon. (De tuin is het hartgrondig met me eens).
Goed, 's avonds is het lekker. En buiten zitten: niet verkeerd. Maar overdag.
Ik had echt eskimo moeten zijn. Ik word juist somber van teveel zon. (De tuin is het hartgrondig met me eens).
dinsdag 16 juli 2013
The situation is hopeless..
.. but not serious. Dat is de titel van de Engelse editie van het boek 'geluk is ook niet alles' van Paul Watzlawick.
In het opzicht van een stage vinden is de situatie zeker wel hopeloos. De stand van zaken nu:
2 gesprekken gehad waarbij ze de keus op anderen lieten vallen ('ik moet u helaas teleurstellen').
4 (ongeveer) mails gehad van plaatsen waarbij ze anderen uitnodigden voor gesprek.
1 bijna stageplek gehad, maar door ruimtegebrek ging het niet door. Wat een heerlijke optelsom. Nu heb ik dus nog drie sollicitaties lopen en het is afwachten of het voor september wel gaat lukken dus. Tips zijn in ieder geval welkom - want ik word het zo zaaaaaaaaaaaaat. Dat dus.
In het opzicht van een stage vinden is de situatie zeker wel hopeloos. De stand van zaken nu:
2 gesprekken gehad waarbij ze de keus op anderen lieten vallen ('ik moet u helaas teleurstellen').
4 (ongeveer) mails gehad van plaatsen waarbij ze anderen uitnodigden voor gesprek.
1 bijna stageplek gehad, maar door ruimtegebrek ging het niet door. Wat een heerlijke optelsom. Nu heb ik dus nog drie sollicitaties lopen en het is afwachten of het voor september wel gaat lukken dus. Tips zijn in ieder geval welkom - want ik word het zo zaaaaaaaaaaaaat. Dat dus.
zaterdag 13 juli 2013
Als het donker is..
Ik weet niet of het specifiek voor mij is, maar als het donker is, is het veel makkelijker om te denken (en te praten) en is alles veel minder idioot. (Okee, als het weer licht wordt en je wordt wakker denk je: wat heb ik gezegd. Wat héb ik in vredesnaam gezegd). Alles wat logisch lijkt bij maanlicht (of bij nachtelijke bewolking, veel voorkomend in Nederland) kan volslagen onlogisch of raar zijn als de zon weer schijnt (of bij overdagbewolking).
Ik dacht vannacht dat ik altijd denk dat ik op alle vragen die ik heb ooit wel een antwoord vind. En dat ik de dingen die ik zoek wel zal vinden, zoiets. En dat het dan lang duurt: dat moet maar zo zijn. Maar eigenlijk is het heel stom. Eindeloze zoektochten en nadenken en dat soort dingen, allemaal met de gedachte dat je ooit de dingen weet of vindt of wat ook. En een stap die ik dan zet is mezelf continu analyseren. Maar of processen harder gaan wanneer ik mezelf begrijp..
eigenlijk is het maar heel egoïstisch.
Ik dacht vannacht dat ik altijd denk dat ik op alle vragen die ik heb ooit wel een antwoord vind. En dat ik de dingen die ik zoek wel zal vinden, zoiets. En dat het dan lang duurt: dat moet maar zo zijn. Maar eigenlijk is het heel stom. Eindeloze zoektochten en nadenken en dat soort dingen, allemaal met de gedachte dat je ooit de dingen weet of vindt of wat ook. En een stap die ik dan zet is mezelf continu analyseren. Maar of processen harder gaan wanneer ik mezelf begrijp..
eigenlijk is het maar heel egoïstisch.
woensdag 3 juli 2013
Verstand en gevoel (als ik daar niet al eerder over geschreven heb).
Ik heb vast weleens geschreven over hoe ver verstand en gevoel uit elkaar kunnen liggen..
Maar het valt me op dat mensen die advies geven - als je een verhaal aan ze vertelt en ze de gelegenheid geeft om een reactie te geven - dat meestal vanuit hun ratio doen. En ik kan die argumenten wel begrijpen, want mijn verstand is het met ze eens. Maar mijn gevoel niet. En mijn gevoel is veel sterker, waardoor ik soms al bijna boos word op mensen die rationeel reageren. Raar is dat.
Maar de mensen die weliswaar rationeel zijn en toch zich in je kunnen verplaatsen, kunnen begrijpen wat gevoel is en hoe sterk dat kan zijn en dat je het niet moet bagatelliseren (ik vind dat wel een grappig woord).. die zijn goud waard. Soms ontdek je dat.
Maar het valt me op dat mensen die advies geven - als je een verhaal aan ze vertelt en ze de gelegenheid geeft om een reactie te geven - dat meestal vanuit hun ratio doen. En ik kan die argumenten wel begrijpen, want mijn verstand is het met ze eens. Maar mijn gevoel niet. En mijn gevoel is veel sterker, waardoor ik soms al bijna boos word op mensen die rationeel reageren. Raar is dat.
Maar de mensen die weliswaar rationeel zijn en toch zich in je kunnen verplaatsen, kunnen begrijpen wat gevoel is en hoe sterk dat kan zijn en dat je het niet moet bagatelliseren (ik vind dat wel een grappig woord).. die zijn goud waard. Soms ontdek je dat.
A dream within a dream.
Take this kiss upon the brow!
And, in parting from you now,
Thus much let me avow --
You are not wrong, who deem
That my days have been a dream;
Yet if hope has flown away
In a night, or in a day,
In a vision, or in none,
Is it therefore the less gone?
All that we see or seem
Is but a dream within a dream.
I stand amid the roar
Of a surf-tormented shore,
And I hold within my hand
Grains of the golden sand --
How few! yet how they creep
Through my fingers to the deep,
While I weep -- while I weep!
O God! can I not grasp
Them with a tighter clasp?
O God! can I not save
One from the pitiless wave?
Is all that we see or seem
But a dream within a dream?
- Edgar Allan Poe
And, in parting from you now,
Thus much let me avow --
You are not wrong, who deem
That my days have been a dream;
Yet if hope has flown away
In a night, or in a day,
In a vision, or in none,
Is it therefore the less gone?
All that we see or seem
Is but a dream within a dream.
I stand amid the roar
Of a surf-tormented shore,
And I hold within my hand
Grains of the golden sand --
How few! yet how they creep
Through my fingers to the deep,
While I weep -- while I weep!
O God! can I not grasp
Them with a tighter clasp?
O God! can I not save
One from the pitiless wave?
Is all that we see or seem
But a dream within a dream?
- Edgar Allan Poe
maandag 1 juli 2013
Een psychologisch blogje (zoals beloofd).
Een tijdje terug blogde ik over mythen waarin mensen kunnen geloven als het om relaties gaat. Nu zou ik denk ik, als ik ooit psycholoog word, het liefst iets met relatiedingen willen doen, omdat ik het echt heel erg interessant vind.
Hoe dan ook, ik heb wat oude collegesheets tevoorschijn gehaald van seksualiteit en relaties (je weet wel, als je m'n blog al langer leest, dat vak waarbij je in de eerste werkgroep - ahum - anatomische tekeningen mag maken). In één van die sheets stond iets over veel voorkomende fasen in een relatie (en ik meen me te herinneren dat de docente toen ook zoiets zei als dat het meer regel was dan uitzondering, die fasen). Het begon met tast: een fase waarin men elkaar tegenkomt, volgens de sheets wordt het ook wel een hartstochtelijke snuffelfase genoemd. Daarna zou een testfase komen, waarin men uit probeert te testen wie die ander nu eigenlijk echt is. En dan komt de interessante fase die blijkbaar dus bij een relatie HOORT: de stormfase. In deze fase zou de balans worden opgemaakt (het begrip wat erbij stond was 'midlovecrisis'). Mensen moeten dan kiezen of ze ervoor willen gaan of niet. (Ik vond het dus heel interessant dat dit blijkbaar in de meeste relaties voorkomt. Zeg dat trouwens maar niet tegen mensen, want meestal roepen ze dan zoiets als: "Bij ons niet! Nooit!" - uitzonderingen zijn er altijd!). Soms zou ik het heel fijn vinden als mensen over het algemeen een wat realistischer beeld van relaties gaven. Dat iemand ook toe durft te geven bijvoorbeeld dat ze zich flink heeft geërgerd aan haar vriend. Zoiets. Dat betekent natuurlijk niet dat iemand minder van een ander houdt, maar relaties blijven iets menselijks.. Maar goed, na die stormfase breekt dan eindelijk de (zucht) normale fase aan. In deze fase gaat niets meer vanzelf, maar moet aan de liefde gewerkt worden.
Lekker statisch allemaal. Psychologie is best wel pessimistisch als het gaat om liefde. Ik weet ook niet in hoeverre veel van deze dingen voor iedereen opgaan (ook al wordt dan gesuggereerd dat dit dus wel voor de meeste mensen opgaat). Ik weet ook niet in hoeverre het allemaal getest is enzo. Maar interessant blijft het natuurlijk wel! :)
O ja, wat ik ook nog vind: er zijn zowel disfunctionele relatieverwachtingen als ideologische opvattingen. De disfunctionele verwachtingen:
--> onenigheid is vernietigend.
--> gedachtelezen wordt verwacht.
--> partners kunnen niet veranderen.
--> seksueel perfectionisme.
--> de seksen zijn verschillend.
en de ideologische opvattingen:
--> liefde overwint alles.
--> liefde als hoofdreden voor partnerschap.
--> liefde op het eerste gezicht.
--> er bestaat maar één echte ware liefde.
Om een goede relatie te hebben is het eigenlijk wel belangrijk om een beetje realistische opvattingen te hebben. Die disfunctionele verwachtingen zijn dat sowieso niet. En die ideologische opvattingen lijken me soms wel okee (kom op, ik wil niet iets met iemand waar ik niet van houd), soms zijn ze ook niet okee (lees mijn blog over mythen). In ieder geval, dit heb ik even gejat uit de collegesheets over romantische relaties, inter- en intrapersoonlijke factoren in passie, intimiteit en commitment.
Hoe dan ook, ik heb wat oude collegesheets tevoorschijn gehaald van seksualiteit en relaties (je weet wel, als je m'n blog al langer leest, dat vak waarbij je in de eerste werkgroep - ahum - anatomische tekeningen mag maken). In één van die sheets stond iets over veel voorkomende fasen in een relatie (en ik meen me te herinneren dat de docente toen ook zoiets zei als dat het meer regel was dan uitzondering, die fasen). Het begon met tast: een fase waarin men elkaar tegenkomt, volgens de sheets wordt het ook wel een hartstochtelijke snuffelfase genoemd. Daarna zou een testfase komen, waarin men uit probeert te testen wie die ander nu eigenlijk echt is. En dan komt de interessante fase die blijkbaar dus bij een relatie HOORT: de stormfase. In deze fase zou de balans worden opgemaakt (het begrip wat erbij stond was 'midlovecrisis'). Mensen moeten dan kiezen of ze ervoor willen gaan of niet. (Ik vond het dus heel interessant dat dit blijkbaar in de meeste relaties voorkomt. Zeg dat trouwens maar niet tegen mensen, want meestal roepen ze dan zoiets als: "Bij ons niet! Nooit!" - uitzonderingen zijn er altijd!). Soms zou ik het heel fijn vinden als mensen over het algemeen een wat realistischer beeld van relaties gaven. Dat iemand ook toe durft te geven bijvoorbeeld dat ze zich flink heeft geërgerd aan haar vriend. Zoiets. Dat betekent natuurlijk niet dat iemand minder van een ander houdt, maar relaties blijven iets menselijks.. Maar goed, na die stormfase breekt dan eindelijk de (zucht) normale fase aan. In deze fase gaat niets meer vanzelf, maar moet aan de liefde gewerkt worden.
Lekker statisch allemaal. Psychologie is best wel pessimistisch als het gaat om liefde. Ik weet ook niet in hoeverre veel van deze dingen voor iedereen opgaan (ook al wordt dan gesuggereerd dat dit dus wel voor de meeste mensen opgaat). Ik weet ook niet in hoeverre het allemaal getest is enzo. Maar interessant blijft het natuurlijk wel! :)
O ja, wat ik ook nog vind: er zijn zowel disfunctionele relatieverwachtingen als ideologische opvattingen. De disfunctionele verwachtingen:
--> onenigheid is vernietigend.
--> gedachtelezen wordt verwacht.
--> partners kunnen niet veranderen.
--> seksueel perfectionisme.
--> de seksen zijn verschillend.
en de ideologische opvattingen:
--> liefde overwint alles.
--> liefde als hoofdreden voor partnerschap.
--> liefde op het eerste gezicht.
--> er bestaat maar één echte ware liefde.
Om een goede relatie te hebben is het eigenlijk wel belangrijk om een beetje realistische opvattingen te hebben. Die disfunctionele verwachtingen zijn dat sowieso niet. En die ideologische opvattingen lijken me soms wel okee (kom op, ik wil niet iets met iemand waar ik niet van houd), soms zijn ze ook niet okee (lees mijn blog over mythen). In ieder geval, dit heb ik even gejat uit de collegesheets over romantische relaties, inter- en intrapersoonlijke factoren in passie, intimiteit en commitment.
zaterdag 29 juni 2013
Currently reading..
'De weg van Jefra'. Gevonden tussen de Young Adults bij de bieb. Wat ik er zo mooi aan vind, is dat het een beeld geeft van beide kanten van het conflict in Israël. Ineens is alles niet meer zwart-wit. (Ik moet denken aan het zinnetje uit een gedicht van Jon Foreman: The enemy isn't without my friend, the enemy of the soul is within).
(En ook, het leest ook nogeens heel erg lekker weg). Tip dus.
(En ook, het leest ook nogeens heel erg lekker weg). Tip dus.
vrijdag 28 juni 2013
Waarom je geen psychologie moet studeren.
Nu ga ik mijn eigen opleiding afkraken, dus let op. (Als je dat leuk vindt).
Psychologie is een leuke studie hoor, dat wel. Je leert heel erg veel. Maar om bepaalde redenen is het toch niet zo verstandig om psychologie te studeren. Dat weten de docenten ook, vandaar dat je het eerste jaar twee ellendige grote vakken met methoden en statistieken krijgt. Zo van, we zullen de kans dat je een bindend studieadvies haalt eens even flink gemeen verkleinen. Natuurlijk haal je zo'n vak dan ook niet, want je weet nog net dat M het gemiddelde van een steekproef is, maar dat je met standaardfouten werkt in plaats van standaarddeviaties is latijn voor je (als je tenminste nooit latijn gehad hebt). Eerst roep je hoera, omdat die statistiektoetsen meerkeuze blijken te zijn. Dan roep je hoera, omdat de berekeningen tijdens het tentamen lijken te lukken en het antwoord wat jij uit die moeilijke som hebt weten te verkrijgen in het rijtje mogelijkheden staat. En dan zit je met een donderwolk boven je hoofd nadat je, de dag na het tentamen omdat je de dag van het tentamen te euforisch was om na te kijken, het tentamen hebt nagekeken en blijkt dat je twintig van de veertig vragen goed had en je er minstens vijfentwintig goed moest hebben voor een voldoende. True story. Niet grappig. Wel ontmoedigend. En dat in je eerste jaar al, nadat je de loting hebt overleefd.
Maar die ontmoediging had blijkbaar verder moeten gaan, veel verder. Nog veel meer statistiek en neuro-tentamens. Maar nee. De studie werd steeds leuker en interessanter en de mensen waren aardig. En toch moet je vooral geen psychologie studeren.
Je volgt je vakken en meestal haal je ze in één keer. Bijna altijd. En je leert zoveel en al die kennis en en en. Maar dan komt het bacheloronderzoek en voor onderzoek doen heb je statistiek nodig. Maar je bent niet alleen en daarom zijn zelfs die dingen te overleven.
En dan volg je nog meer vakken - je bent met de master begonnen, omdat je met alleen een bachelor niet zoveel kunt. De vakken gaan overal wat dieper op in en je wordt volwassener. (Jij niet alleen, iedereen om je heen ook). En dan begint de eerste ellende, want je besloot om je vakken en je thesis eerst te doen en daarna je stage. Maar de ellende.. je begint te solliciteren naar een stageplek en dat lukt niet en dat lukt nog steeds niet en dat lukt bij heel veel mensen niet (bij sommigen ook wel). Bij de meesten krijg je iets terug als: We hebben helaas geen geschikte stageplek. Een andere mogelijkheid is: We hebben veel brieven gekregen en we hebben ervoor gekozen anderen uit te nodigen voor gesprek. Altijd gevolgd door de bitterzoete meelevende woorden: We wensen je veel succes bij het vinden van een passende stageplaats. Goed. Ik was een beetje makkelijk denk ik, toen ik voor februari ging solliciteren. Ik zag mezelf dat nog niet zo doen, therapie geven enzo. Maar nu, een paar maanden verder, wil ik het supergraag, omdat het me interessant lijkt en ik heus wel genoeg ontwikkeld ben om dat te kunnen. Ha. Maar goed, om verder te gaan met de ontmoediging: Je vangt in maart vol enthousiasme het solliciteren weer aan, je bent op tijd begonnen en een nieuwe ronde, nieuwe kansen. Dus. Bij de eerste instantie krijg je na een week al bericht dat ze geen passende stageplaatsen hebben. Enzovoort. En dan hoor je dat er op een andere plek eerst een brief of 4 à 5 per jaar binnenkwam. Dit jaar was dat vertienvoudigd naar 50 (en de sollicitanten kwamen o-ver-al vandaan). Hoera, bezuinigingen enzo. En een psychologiestudentenoverschot. En dus schrijf je en schrijf je en informeer je bij de uni (maar daar vinden ze dat het bijna of helemaal vakantie is en dus laten ze maar gewoon niets horen, want als de studenten voor september nog niks hebben kunnen vinden dan moeten ze in augustus maar moeilijk komen doen).
Ga. dus. geen. psychologie. studeren. Of in ieder geval geen 'ik ga mensen van hun problemen afhelpen of helpen ermee om te gaan psychologie'.
En als je dan ooit, ooit, ooit wel een stageplek vindt en je opleiding afrondt, nou, dan ben je dus basispsycholoog. Dan kun je kiezen.
1.) Of je gaat schoonmaken bij een schoonmaakbedrijf.
2.) Of je wordt psycholoog. En je krijgt een werkervaringsplaats (als je het geluk hebt dat je die kunt vinden, dat wel). Twee jaar lang kun je dan werkervaring opdoen en misschien zelfs wel de opleiding tot GZ-psycholoog doen. Tijdens deze twee jaar verdien je niet. Dat is het mooie aan werkervaringsplaatsen. Als het je lukt om die opleiding tot GZ-psycholoog te doen (100 plaatsen per jaar, toelatingsgedoe, erg duur) en het zou je eventueel lukken om die af te ronden, nou, dan is er werk. Dan wel.
Ik vraag me nu dus af waarom ik, behalve voor heel veel algemene ontwikkeling en het leren kennen van veel leuke mensen, psychologie ben gaan studeren als ik er toch niks mee kan later. Ga. dus. geen. psychologie. studeren. (Tenzij je het prima vindt om eerst veel te leren en daarna psychologische gesprekken te voeren met zeem en stofdoek).
ps: Ik ga binnenkort wel over iets psychologisch bloggen. Zoals beloofd :). Even oude collegesheets vanonder het stof vandaan halen.
Psychologie is een leuke studie hoor, dat wel. Je leert heel erg veel. Maar om bepaalde redenen is het toch niet zo verstandig om psychologie te studeren. Dat weten de docenten ook, vandaar dat je het eerste jaar twee ellendige grote vakken met methoden en statistieken krijgt. Zo van, we zullen de kans dat je een bindend studieadvies haalt eens even flink gemeen verkleinen. Natuurlijk haal je zo'n vak dan ook niet, want je weet nog net dat M het gemiddelde van een steekproef is, maar dat je met standaardfouten werkt in plaats van standaarddeviaties is latijn voor je (als je tenminste nooit latijn gehad hebt). Eerst roep je hoera, omdat die statistiektoetsen meerkeuze blijken te zijn. Dan roep je hoera, omdat de berekeningen tijdens het tentamen lijken te lukken en het antwoord wat jij uit die moeilijke som hebt weten te verkrijgen in het rijtje mogelijkheden staat. En dan zit je met een donderwolk boven je hoofd nadat je, de dag na het tentamen omdat je de dag van het tentamen te euforisch was om na te kijken, het tentamen hebt nagekeken en blijkt dat je twintig van de veertig vragen goed had en je er minstens vijfentwintig goed moest hebben voor een voldoende. True story. Niet grappig. Wel ontmoedigend. En dat in je eerste jaar al, nadat je de loting hebt overleefd.
Maar die ontmoediging had blijkbaar verder moeten gaan, veel verder. Nog veel meer statistiek en neuro-tentamens. Maar nee. De studie werd steeds leuker en interessanter en de mensen waren aardig. En toch moet je vooral geen psychologie studeren.
Je volgt je vakken en meestal haal je ze in één keer. Bijna altijd. En je leert zoveel en al die kennis en en en. Maar dan komt het bacheloronderzoek en voor onderzoek doen heb je statistiek nodig. Maar je bent niet alleen en daarom zijn zelfs die dingen te overleven.
En dan volg je nog meer vakken - je bent met de master begonnen, omdat je met alleen een bachelor niet zoveel kunt. De vakken gaan overal wat dieper op in en je wordt volwassener. (Jij niet alleen, iedereen om je heen ook). En dan begint de eerste ellende, want je besloot om je vakken en je thesis eerst te doen en daarna je stage. Maar de ellende.. je begint te solliciteren naar een stageplek en dat lukt niet en dat lukt nog steeds niet en dat lukt bij heel veel mensen niet (bij sommigen ook wel). Bij de meesten krijg je iets terug als: We hebben helaas geen geschikte stageplek. Een andere mogelijkheid is: We hebben veel brieven gekregen en we hebben ervoor gekozen anderen uit te nodigen voor gesprek. Altijd gevolgd door de bitterzoete meelevende woorden: We wensen je veel succes bij het vinden van een passende stageplaats. Goed. Ik was een beetje makkelijk denk ik, toen ik voor februari ging solliciteren. Ik zag mezelf dat nog niet zo doen, therapie geven enzo. Maar nu, een paar maanden verder, wil ik het supergraag, omdat het me interessant lijkt en ik heus wel genoeg ontwikkeld ben om dat te kunnen. Ha. Maar goed, om verder te gaan met de ontmoediging: Je vangt in maart vol enthousiasme het solliciteren weer aan, je bent op tijd begonnen en een nieuwe ronde, nieuwe kansen. Dus. Bij de eerste instantie krijg je na een week al bericht dat ze geen passende stageplaatsen hebben. Enzovoort. En dan hoor je dat er op een andere plek eerst een brief of 4 à 5 per jaar binnenkwam. Dit jaar was dat vertienvoudigd naar 50 (en de sollicitanten kwamen o-ver-al vandaan). Hoera, bezuinigingen enzo. En een psychologiestudentenoverschot. En dus schrijf je en schrijf je en informeer je bij de uni (maar daar vinden ze dat het bijna of helemaal vakantie is en dus laten ze maar gewoon niets horen, want als de studenten voor september nog niks hebben kunnen vinden dan moeten ze in augustus maar moeilijk komen doen).
Ga. dus. geen. psychologie. studeren. Of in ieder geval geen 'ik ga mensen van hun problemen afhelpen of helpen ermee om te gaan psychologie'.
En als je dan ooit, ooit, ooit wel een stageplek vindt en je opleiding afrondt, nou, dan ben je dus basispsycholoog. Dan kun je kiezen.
1.) Of je gaat schoonmaken bij een schoonmaakbedrijf.
2.) Of je wordt psycholoog. En je krijgt een werkervaringsplaats (als je het geluk hebt dat je die kunt vinden, dat wel). Twee jaar lang kun je dan werkervaring opdoen en misschien zelfs wel de opleiding tot GZ-psycholoog doen. Tijdens deze twee jaar verdien je niet. Dat is het mooie aan werkervaringsplaatsen. Als het je lukt om die opleiding tot GZ-psycholoog te doen (100 plaatsen per jaar, toelatingsgedoe, erg duur) en het zou je eventueel lukken om die af te ronden, nou, dan is er werk. Dan wel.
Ik vraag me nu dus af waarom ik, behalve voor heel veel algemene ontwikkeling en het leren kennen van veel leuke mensen, psychologie ben gaan studeren als ik er toch niks mee kan later. Ga. dus. geen. psychologie. studeren. (Tenzij je het prima vindt om eerst veel te leren en daarna psychologische gesprekken te voeren met zeem en stofdoek).
ps: Ik ga binnenkort wel over iets psychologisch bloggen. Zoals beloofd :). Even oude collegesheets vanonder het stof vandaan halen.
woensdag 26 juni 2013
My cloud has lost it's silver lining.
Ik heb het liedje ooit eerder gepost, maar ik geloof dat de link erna snel van youtube verdween, dus ik weet niet of iemand hem ooit heeft gezien. Ik hou van van deze muziek. (En eenvoudige clipjes hebben wel iets, vind ik).
(O ja, ik zal me nog eens in wat psychologische dingen verdiepen voor een blogje, binnenkort).
(O ja, ik zal me nog eens in wat psychologische dingen verdiepen voor een blogje, binnenkort).
maandag 24 juni 2013
vrijdag 21 juni 2013
Yesterday.
Omdat het mooi was gisteren!
Foto 1: Het weiland schuin tegenover ons huis.
Foto 2: Mijn niet hippe legging + gympen + stukje weg + stukje berm. (O ja, + stukje gras).
Foto 3: Bij die lantaarnpaal wonen wij. Zie een stukje auto.
Foto 4: Mysteries krijg je nooit goed op de foto. Gisteravond was het heel erg mistig en de boom bij de buren werd verlicht door een lamp. Het zag er in het echt zo mooi uit - jammer dan dat het bijna onmogelijk is om er een goede foto van te maken.
Foto 1: Het weiland schuin tegenover ons huis.
Foto 2: Mijn niet hippe legging + gympen + stukje weg + stukje berm. (O ja, + stukje gras).
Foto 3: Bij die lantaarnpaal wonen wij. Zie een stukje auto.
Foto 4: Mysteries krijg je nooit goed op de foto. Gisteravond was het heel erg mistig en de boom bij de buren werd verlicht door een lamp. Het zag er in het echt zo mooi uit - jammer dan dat het bijna onmogelijk is om er een goede foto van te maken.
donderdag 20 juni 2013
Mythen.
In de
krant las ik vandaag een artikel over ‘de ware die niet bestaat’. En andere
mythen. Dat je het meestal niet meteen weet of iemand het wel of niet is. (O,
o, de mythe van liefde op het eerste gezicht). En dat je er niet vanuit moet
gaan dat je iemand kunt veranderen (soms wel jammer). En dat afwezigheid van
vlinders in het begin helemaal niet negatief hoeft te zijn. En dat je niet per
se op een bepaald type hoeft te vallen. En dat het okee is om te daten en dat
je daar niet te hooggespannen verwachtingen van moet hebben.
En nu
beweer ik dus al best lang dat ik ‘de ware’ onzin vind. Maar tegelijk lijkt het
me een ramp om al die mythen los te laten. Ik bedoel, als je in liefde op het
eerste gezicht (zo ongeveer) gelooft, is het best lastig om iemand die je al
langer kent een kans te geven. Wel bizar hoor, want iemand kan voor de één
liefde op het eerste gezicht zijn (voor iemand die er amper in gelooft,
natuurlijk, zo gaat het meestal) en de ander, die er sterk in gelooft, vindt
iemand niet meteen leuk (En die heilige overtuiging..o wreed lot).
Dat je
iemand niet moet willen veranderen is iets wat ik mezelf altijd voorhoud. Maar
zeg, met iemand afspreken zonder dat je er iets voor voelt of het idee hebt dat
dat zou kunnen komen.. mwah. En de ware.. ik vind het een rotterm, maar dat
komt vooral omdat anderen wel in de ware geloven (met de nodige consequenties). Maar ik kan me serieus niet voorstellen dat er ergens nog aardigere mensen rondlopen
als ik iemand leuk vind, dus geloof ik er stiekem ook niet een beetje in?
(Dat
zijn beperkende gedachten, echt waar! Ook al zijn ze misschien wel heel normaal
en goed als je je ooit echt wilt binden aan iemand of als je aan iemand verbonden bent – het zal wel iets als
vreemdgaan voorkomen, het is ook vervelend omdat je dus
niet echt openstaat voor mensen en ze geen kans wilt geven, ook niet op momenten dat het beter is van wel. En maar
cognitieve dissonantie wegpoetsen als je iemand heel aardig vindt en hij
eigenlijk niet bij je past).
Afijn,
ik ben wel benieuwd naar gedachten over de ware en over het loslaten van
mythen, want ik ontdek dus dat ik dat
helemaal niet per se leuk vind en het weerstand oproept (maar tegelijk wel van
anderen soort van verwacht dat ze dat doen, dus ik meet een beetje met twee
maten). Relationship Science is in ieder geval best wel onromantisch, kwam ik
een jaar geleden achter bij Interpersoonlijke Processen. In vrijwel elke
relatie zou zoiets als een stormfase zitten waarin mensen moeten beslissen of
ze ervoor of ervandoor gaan (letterlijk zo geciteerd door de docente). Dus. En
daarna zou een relatie normaal worden.Dat zou kunnen in ieder geval.
Waar
komen al die rare illusies dan vandaan en waarom is het zo moeilijk om ze los
te laten? Misschien is dat de reden wel dat ik niet op datingsites pas. Je moet
ze laten varen, die illusies – en o help, straks wordt iemand echt verliefd op
je. En vanzelfsprekend is dat iemand die niet binnen je kadertjes van ‘die zou
ik leuk kunnen vinden’ past. O, o, nu ik dit blogje typ ontdek ik pas wat een
mythologie er ook in mijn hoofd zit. Rare ontdekking.
Abonneren op:
Posts (Atom)