Pagina's

vrijdag 28 juni 2013

Waarom je geen psychologie moet studeren.

Nu ga ik mijn eigen opleiding afkraken, dus let op. (Als je dat leuk vindt).

Psychologie is een leuke studie hoor, dat wel. Je leert heel erg veel. Maar om bepaalde redenen is het toch niet zo verstandig om psychologie te studeren. Dat weten de docenten ook, vandaar dat je het eerste jaar twee ellendige grote vakken met methoden en statistieken krijgt. Zo van, we zullen de kans dat je een bindend studieadvies haalt eens even flink gemeen verkleinen. Natuurlijk haal je zo'n vak dan ook niet, want je weet nog net dat M het gemiddelde van een steekproef is, maar dat je met standaardfouten werkt in plaats van standaarddeviaties is latijn voor je (als je tenminste nooit latijn gehad hebt). Eerst roep je hoera, omdat die statistiektoetsen meerkeuze blijken te zijn. Dan roep je hoera, omdat de berekeningen tijdens het tentamen lijken te lukken en het antwoord wat jij uit die moeilijke som hebt weten te verkrijgen in het rijtje mogelijkheden staat. En dan zit je met een donderwolk boven je hoofd nadat je, de dag na het tentamen omdat je de dag van het tentamen te euforisch was om na te kijken, het tentamen hebt nagekeken en blijkt dat je twintig van de veertig vragen goed had en je er minstens vijfentwintig goed moest hebben voor een voldoende. True story. Niet grappig. Wel ontmoedigend. En dat in je eerste jaar al, nadat je de loting hebt overleefd.

Maar die ontmoediging had blijkbaar verder moeten gaan, veel verder. Nog veel meer statistiek en neuro-tentamens. Maar nee. De studie werd steeds leuker en interessanter en de mensen waren aardig. En toch moet je vooral geen psychologie studeren.

Je volgt je vakken en meestal haal je ze in één keer. Bijna altijd. En je leert zoveel en al die kennis en en en. Maar dan komt het bacheloronderzoek en voor onderzoek doen heb je statistiek nodig. Maar je bent niet alleen en daarom zijn zelfs die dingen te overleven.

En dan volg je nog meer vakken - je bent met de master begonnen, omdat je met alleen een bachelor niet zoveel kunt. De vakken gaan overal wat dieper op in en je wordt volwassener. (Jij niet alleen, iedereen om je heen ook). En dan begint de eerste ellende, want je besloot om je vakken en je thesis eerst te doen en daarna je stage. Maar de ellende.. je begint te solliciteren naar een stageplek en dat lukt niet en dat lukt nog steeds niet en dat lukt bij heel veel mensen niet (bij sommigen ook wel). Bij de meesten krijg je iets terug als: We hebben helaas geen geschikte stageplek. Een andere mogelijkheid is: We hebben veel brieven gekregen en we hebben ervoor gekozen anderen uit te nodigen voor gesprek. Altijd gevolgd door de bitterzoete meelevende woorden: We wensen je veel succes bij het vinden van een passende stageplaats. Goed. Ik was een beetje makkelijk denk ik, toen ik voor februari ging solliciteren. Ik zag mezelf dat nog niet zo doen, therapie geven enzo. Maar nu, een paar maanden verder, wil ik het supergraag, omdat het me interessant lijkt en ik heus wel genoeg ontwikkeld ben om dat te kunnen. Ha. Maar goed, om verder te gaan met de ontmoediging: Je vangt in maart vol enthousiasme het solliciteren weer aan, je bent op tijd begonnen en een nieuwe ronde, nieuwe kansen. Dus. Bij de eerste instantie krijg je na een week al bericht dat ze geen passende stageplaatsen hebben. Enzovoort.  En dan hoor je dat er op een andere plek eerst een brief of 4 à 5 per jaar binnenkwam. Dit jaar was dat vertienvoudigd naar 50 (en de sollicitanten kwamen o-ver-al vandaan). Hoera, bezuinigingen enzo. En een psychologiestudentenoverschot. En dus schrijf je en schrijf je en informeer je bij de uni (maar daar vinden ze dat het bijna of helemaal vakantie is en dus laten ze maar gewoon niets horen, want als de studenten voor september nog niks hebben kunnen vinden dan moeten ze in augustus maar moeilijk komen doen).
Ga. dus. geen. psychologie. studeren. Of in ieder geval geen 'ik ga mensen van hun problemen afhelpen of helpen ermee om te gaan psychologie'.

En als je dan ooit, ooit, ooit wel een stageplek vindt en je opleiding afrondt, nou, dan ben je dus basispsycholoog. Dan kun je kiezen.

1.) Of je gaat schoonmaken bij een schoonmaakbedrijf.

2.) Of je wordt psycholoog. En je krijgt een werkervaringsplaats (als je het geluk hebt dat je die kunt vinden, dat wel). Twee jaar lang kun je dan werkervaring opdoen en misschien zelfs wel de opleiding tot GZ-psycholoog doen. Tijdens deze twee jaar verdien je niet. Dat is het mooie aan werkervaringsplaatsen. Als het je lukt om die opleiding tot GZ-psycholoog te doen (100 plaatsen per jaar, toelatingsgedoe, erg duur) en het zou je eventueel lukken om die af te ronden, nou, dan is er werk. Dan wel.

Ik vraag me nu dus af waarom ik, behalve voor heel veel algemene ontwikkeling en het leren kennen van veel leuke mensen, psychologie ben gaan studeren als ik er toch niks mee kan later. Ga. dus. geen. psychologie. studeren. (Tenzij je het prima vindt om eerst veel te leren en daarna psychologische gesprekken te voeren met zeem en stofdoek).

ps: Ik ga binnenkort wel over iets psychologisch bloggen. Zoals beloofd :). Even oude collegesheets vanonder het stof vandaan halen.

3 opmerkingen:

  1. Ja, zoiets geldt ook voor literatuurwetenschap qua baankansen, maar dan is het eerder zo.
    Dit kun je kiezen:
    1. Werken bij de McDonald's.
    2.

    En ik ben benieuwd naar het psychologisch bloggen! :D

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hmm.... dat wordt dus geen studie "Psychologie". Nou ja, met mijn ervaring en de talloze gesprekken met psychologen en psychiaters heb ik eigenlijk helemaal geen opleiding meer nodig toch?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dus dit is een pleidooi ten behoeve van je eigen baanzekerheid? ;)

    BeantwoordenVerwijderen