Ik weet soms niet of ik mensen belachelijk maak, omdat ik ze belachelijk vind, of omdat ik me belachelijk voel (en iemand anders belachelijk maken dan een goede vorm van afleiding is). Als het dat laatste is, dan zou ik me kwetsbaar opstellen door dat toe te geven.
Raar is
dat. Ik lees op het moment ‘de kracht van kwetsbaarheid’ van Brené Brown. Zij
is vooral bekend van een TED-speech. Mensen vinden kwetsbaarheid bij anderen
bewonderenswaardig. Maar zelf? Liever niet. Herken je dat? Dat ongemakkelijke
gevoel, wanneer je iets hebt geschreven of hebt gezegd waarbij je later denkt:
Dat hoeft toch niet iedereen te weten? Of: Wat zullen ze van me denken als ze
dat weten?
Ik heb
wel een voorbeeld, namelijk het belachelijk maken van anderen. Als ik nou
toegeef dat ik dat doe omdat ik mezelf belachelijk voel, of mezelf zelfs schaam
– is dat een vorm van kwetsbaarheid. Ik voel dat ik op de grens zit van dat toe
willen geven en dat niet toe willen geven. Maar zeggen dat je op de grens zit
betekent natuurlijk al dat je de mensen niet per se belachelijk maakt om het
belachelijk maken zelf, maar om een ongemakkelijk gevoel wat je krijgt.
Een
voorbeeld daarvan is een brief die ik drie jaar geleden met vriendin M. schreef
aan de datingsitemannen (voor ons Brievenaanvanallesproject). De geschiedenis?
In 2010 kregen we een flyer van een niet nader te noemen datingsite en dus
gingen wij allebei twee weken als proefabonnementje kijken. Met als resultaat
die brief. Hier een fragment:
“Wij zijn niet zo onder de indruk van mannen die ‘op
zoek zijn naar een serieuze relatie’. Dat is natuurlijk mooi – als je dat bent.
En het is ook heel fijn om dan zoveel keus te hebben als op een datingsite.
Maar word dan niet gepikeerd als de dame in kwestie niet op zoek is naar een
serieuze relatie, zeker niet via een datingsite en enkel en alleen zin heeft om
eens flink te lachen.
Dat lukte
overigens. Mannen die boos werden omdat je je mailadres niet geeft en dat maar
meteen gooien op hun uiterlijk ‘je vindt me gewoon niet mooi’. Arme, arme
mannen. Arm, arm mannelijk eergevoel. Over dat eergevoel laten jullie overigens
geen misverstanden bestaan. Dat zit jullie nogal hoog hè? Waar datingsites ook
vol mee zitten (en dat snappen wij niet zo goed) zijn mensen die niet kunnen
spellen. Iets betekend dan heel veel voor ze. Zo. En als je dan heel
subtiel op je profiel zegt dat je niet van mannen met zpelvauten houdt, krijg
je op je kop van een blondine die dat zo ongelofelijk sneu voor die arme mannen
vond. Ach. Inderdaad. Kunnen jullie niet tegen.”
Dit stukje is duidelijk van mij.
Voel mijn sarcasme, cynisme en spot.
Ik vond die mannen inderdaad
belachelijk. Sommige reacties zijn echt een beetje kinderachtig als je 28 bent.
Bijvoorbeeld.
Maar mijn eigen houding: niet openstaan
voor contact met wie dan ook (behalve dan heel misschien per mail en dan ook
echt uitsluitend dat en vooral niet afspreken als iemand dat op zich wel
wilde).
En mailtjes doorsturen en lachen tot
je erbij neerviel.
Begrijp me niet verkeerd. Lachen is
gezond (en op datingsites kun je écht heel hard lachen). Maar als je zo iemand
treft als ik en je jezelf net vol goede moed hebt aangemeld op zo’n site kan zoiets best frustrerend zijn.
Denk ik nu.
En bovendien denk ik dus dat ik
sommige dingen echt wel belachelijk vond, maar dat ik ‘belachelijk maken’ ook
als middel heb ingezet om de aandacht van mezelf af te leiden.
(Misschien heeft dat ook iets met
het vrouwelijke fenomeen roddel te maken, maar dat is weer een ander verhaal).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten