(Niets is zo lekker als janken bij een film of verhaal).
Dit verhaal is geen sprookje, maar de realiteit.
Er waren eens twee eenden.
Een mannetjeseend. Een vrouwtjeseend.
Zij hielden van elkaar. (Hoe dat bij eenden gaat en of ze
oxytocine aanmaken en of ze elkaar kusjes geven of op zijn eends knuffelen weet
niemand. Misschien hielden ze ook wel niet van elkaar en heeft hij haar bruut
verkracht. Daar hebben eenden een handje van). Maar goed. Een mannetjeseend en
een vrouwtjeseend dus. Een nest vol eieren als het resultaat van hun liefde.
Toewijding in capslockletters geschreven. Zó vol toewijding bebroedde moeder
haar legsel. Weken keek ze uit naar de
geboorte van haar kroost. Vleugelwringend liep ze tenslotte rond. O blijde dag.
Zeven. Het waren zeven jonge eendjes. Piepend maakten ze
hun aanwezigheid kenbaar. Moeder was trots en dacht: Ach, kijk nou toch eens.
Zijn ze niet ongelofelijk mooi? Zijn ze niet wonderbaar? Iedereen die te
dichtbij kwam werd met gekwaak en geblaas verteld dat dít toch niet de
bedoeling was hè – in een straal van dichterbij dan vier meter naar haar
kinderen kijken. Toewijding. Dat was het echt. Zoveel toewijding dat wij,
schijterds, dachten dat moedereend het maar zelf op moest knappen – en dat we
ze maar niet gingen vangen, want een blazende eend die op je afkomt is niet zo
gezellig.
Maar moedereend slaagde er niet in haar kroost bij de les
te houden. Aanvankelijk zwommen ze als een trouwe stoet achter haar aan. Mama
is de beste en mama is de liefste en mama is vooral de warmste met de zachtste
veren. Maar dat is dus aanvankelijk. Toen besloot nummer één dat het misschien
wel een origineel idee was om te verdrinken. Nummer twee, drie en vier liepen
weg. Moeder maakte, opnieuw met hevig gekwaak, kenbaar dat ze hier niet van
gediend was. Maar dat maakte niet uit. Gaten in het gaas, zelfs als je ervoor
moet springen, zijn bedoeld om te ontsnappen en je moeder met een gebroken hart
achter te laten. Ze liepen dus weg en kwamen niet meer terug. Dat was de dag na
hun geboorte.
De tweede dag na hun geboorte besloten nummer vier, vijf
en zes dat ze wel lang genoeg onder moeders vleugels hadden gebivakkeerd.
De derde dag na hun geboorte was er een heldenrol voor
mij weggelegd. Jawel. Ik kwam thuis, besloot: dit is een ultiem moment voor een
middagdutje – en werd al snel opgeschrikt door gekwaak. Alweer. En daar rende
het laatste eendje. Met een rotgang richting de vijver. En ik ving hem en
bracht hem veilig naar zijn mama. Eind goed al goed.
Maar vandaag was ook het laatste eendje verdwenen..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten