Pagina's

vrijdag 25 juli 2014

Een eendenverhaal.

Er waren eens sprookjes. Altijd liepen ze goed af. Zodat degenen die ze lazen gingen geloven dat het leven net zo’n sprookje was en dat het dus ook allemaal goed zou komen en dat zij, de lezers, lang en gelukkig zouden leven. Met degenen van wie ze hielden, want anders zou het geen sprookje zijn. Dat is het beeld wat we van sprookjes hebben. Dat de zeemeermin in zeeschuim verandert en dat de boze stiefmoeder op gloeiendhete sloffen moet dansen tot ze er dood bij neervalt vergeten we voor het gemak. Of we genieten ervan.
(Niets is zo lekker als janken bij  een film of verhaal).

Dit verhaal is geen sprookje, maar de realiteit.

Er waren eens twee eenden.
Een mannetjeseend. Een vrouwtjeseend.
Zij hielden van elkaar. (Hoe dat bij eenden gaat en of ze oxytocine aanmaken en of ze elkaar kusjes geven of op zijn eends knuffelen weet niemand. Misschien hielden ze ook wel niet van elkaar en heeft hij haar bruut verkracht. Daar hebben eenden een handje van). Maar goed. Een mannetjeseend en een vrouwtjeseend dus. Een nest vol eieren als het resultaat van hun liefde. Toewijding in capslockletters geschreven. Zó vol toewijding bebroedde moeder haar legsel.  Weken keek ze uit naar de geboorte van haar kroost. Vleugelwringend liep ze tenslotte rond. O blijde dag.

Zeven. Het waren zeven jonge eendjes. Piepend maakten ze hun aanwezigheid kenbaar. Moeder was trots en dacht: Ach, kijk nou toch eens. Zijn ze niet ongelofelijk mooi? Zijn ze niet wonderbaar? Iedereen die te dichtbij kwam werd met gekwaak en geblaas verteld dat dít toch niet de bedoeling was hè – in een straal van dichterbij dan vier meter naar haar kinderen kijken. Toewijding. Dat was het echt. Zoveel toewijding dat wij, schijterds, dachten dat moedereend het maar zelf op moest knappen – en dat we ze maar niet gingen vangen, want een blazende eend die op je afkomt is niet zo gezellig.

Maar moedereend slaagde er niet in haar kroost bij de les te houden. Aanvankelijk zwommen ze als een trouwe stoet achter haar aan. Mama is de beste en mama is de liefste en mama is vooral de warmste met de zachtste veren. Maar dat is dus aanvankelijk. Toen besloot nummer één dat het misschien wel een origineel idee was om te verdrinken. Nummer twee, drie en vier liepen weg. Moeder maakte, opnieuw met hevig gekwaak, kenbaar dat ze hier niet van gediend was. Maar dat maakte niet uit. Gaten in het gaas, zelfs als je ervoor moet springen, zijn bedoeld om te ontsnappen en je moeder met een gebroken hart achter te laten. Ze liepen dus weg en kwamen niet meer terug. Dat was de dag na hun geboorte.

De tweede dag na hun geboorte besloten nummer vier, vijf en zes dat ze wel lang genoeg onder moeders vleugels hadden gebivakkeerd.

De derde dag na hun geboorte was er een heldenrol voor mij weggelegd. Jawel. Ik kwam thuis, besloot: dit is een ultiem moment voor een middagdutje – en werd al snel opgeschrikt door gekwaak. Alweer. En daar rende het laatste eendje. Met een rotgang richting de vijver. En ik ving hem en bracht hem veilig naar zijn mama. Eind goed al goed.

Maar vandaag was ook het laatste eendje verdwenen..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten