Pagina's

donderdag 20 maart 2014

Het lieveheersbeestje en ik.

Afgelopen zondagavond zat ik in de kerk. Over de rand van de bank liep een lieveheersbeestje. Achter me zat de mevrouw van wie je geen lieveheersbeestje mag zeggen, omdat dat over Onze Lieve Heer gaat - en daar mag je geen beestjes naar noemen. Ik zag dus het lieveheersbeestje en dacht: die is leuk voor mijn luizen. (Correctie: De luizen van mijn tijm en oregano).

Mijn tijm en oregano heb ik vorig jaar gezaaid en ze hebben gezellig samen overwinterd in de garage boven de verwarming. Af en toe kregen ze een plonsje water. Kan niet beter zou je zeggen (kan misschien ook wel beter, maar dát mag je alleen denken). En toen kwamen luis 1 en 2 met talloze nakomelingen. Ze zagen de, blijkbaar toch enigszins verzwakte, plantjes en dachten: Fijn optrekje! De plantjes dachten daar anders over.

Wie krijgt er geen jeuk bij het zien van stengels met vieze groene beestjes? Nou ja, ik vond biologisch tuinieren wel leuk, dus ik wilde een lieveheersbeestje. Die beesten éten namelijk luizen. Voor ontbijt, lunch, diner.. smaken verschillen. Maar als je lieveheersbeestjes zoekt, dan vind je ze niet. Zo gaat dat altijd - de meeste dingen verrassen je op een moment dat je ze niet zoekt. Zo is dat ook met lieveheersbeestjes. Ik was met mijn zus op het strand en voilà. Maar zie zo'n beest maar eens talloze kilometers mee terug naar huis te nemen, hem een servet te geven om z'n pootjes mee af te vegen en te zeggen: "Eet smakelijk!" Die nam ik dus niet mee. Maar toen, afgelopen zondag.

De dienst zou nog zo'n drie kwartier duren. Een horloge is fijn in de kerk, want of je ADHD hebt of niet: anderhalf uur stilzitten is gewoon best lastig. Het lieveheersbeestje dribbelde over de bankrand. Ik dacht: O nee. Straks gaat één van de kindertjes voor ons naar achteren zitten en dan rest er weinig anders dan rode/zwarte smurrie. Vind ik zielig. Ik ga hem redden. Als hij niet geplet wordt, vindt hij de uitgang nooit en hij moet weer genieten van frisse buitenlucht. Zo nam ik een ferm besluit, stak een vinger naar hem uit (en hij nam de hele hand).

Drie kwartier later was de dienst dus inderdaad afgelopen. Zie zo'n lieveheersbeestje maar eens al die tijd bij je te houden. Maar blijkbaar vond hij me aardig. (Met dieren lukt dat nog wel).

Het is dus gelukt. Ik wees naar het lieveheersbeestje die intussen op m'n tas rondjes aan het wandelen was: kijk mam, ik ga hem redden. De juf achter me (niet die van wie je geen 'lieveheersbeestje' mag zeggen) keek naar me alsof ik gek was geworden. Die blik herken ik uit duizenden en ik leer steeds meer om me er niets van aan te trekken. (Ik wil dat nog meer leren).

En nu verwacht je dus een spannende afloop. Zo van: Ik zette het lieveheersbeestje aan het diner, hij knapte een uiltje, voldaan op een blaadje omdat hij zo weldadig gegeten had, likte z'n pootjes af en besloot weer de wijde wereld in te gaan, de harten van vele vrouwtjes te breken en tot slot heldhaftig tegen een muur op te vliegen die hij over het hoofd zag.

De werkelijkheid is minder tragisch - maar ook minder mooi. Ik weet het namelijk niet. Ik zette hem op de plant. Hij drentelde wat rondjes. Pootje voor pootje want zeg, hij was op onderzoek uit. Maar of hij wist dat hij die luizen kon eten?

Geen idee. De volgende dag was hij verdwenen. De luizen niet..

Het lieveheersbeestje van het strand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten