Pagina's

maandag 2 februari 2015

Ik zou willen dat.. (de kleine dingen).

- Het elke winter sneeuwde. Dat de mogelijkheid er zou zijn om met iedereen die je lief vindt door die sneeuw te banjeren, sneeuwpoppen te maken, sneeuwballen te gooien en op je rug te gaan liggen (niet zo lang – het is koud) om te zien hoe de vlokjes naar beneden komen. Ik denk dat dit hetzelfde gevoel op kan roepen als kijken naar de sterren.  Ik zou ook willen dat het in de winter vaak vroor en dat we konden schaatsen. Weer met iedereen die ook maar een beetje aardig is. Ik zou niet bang willen zijn om te vallen (ik zóu niet vallen) en zou daarom heel hard zweven – bijna vliegen – terwijl er mooie muziek speelt. Daarna zouden we vanzelfsprekend warm worden met warme chocolademelk of thee bij een knapperend haardvuur. We zouden in de vlammen staren en denken: Wat zijn we gelukkig.
- We op warme (maar niet te warme) zomeravonden met elkaar in het gras zouden zitten rondom het vuur. Er is bier, er is wijn. Er is geen slaap (maar misschien wel dat heerlijk rozige gevoel wat de late avond je bezorgt). Als er wel slaap is maakt dat ook niet uit: het kan. Er zijn sterren, zodat je, als je wilt, jezelf kunt verliezen in oneindigheid. Iemand tokkelt in de verte een deuntje op een gitaar.
- Angst niet nodig was. Voor niemand.
- Liefde altijd sterker is dan angst.
- Het makkelijk zou zijn om mensen lichtpuntjes te laten zien. Kleine. Grote. Maakt niet uit.
- Geloven in God veel makkelijker zou zijn. Want hoe moet je nu het meest van Iemand houden die je niet kunt zien en niet kunt begroeten met een hug?
- We (eens) zouden kunnen praten met onze dieren. Welke wijsheden hebben ze voor ons?
- We oude vrienden weer zouden ontmoeten, zelfs al zou het maar voor even zijn. Vrienden van heel vroeger die je jarenlang niet meer gezien hebt. Dat je tijd met ze doorbrengt en ontdekt: de tijd heeft ons niet gescheiden. Het is goed om bij elkaar te zijn. Zelfs al duurt het daarna weer jaren voordat je ze weer ziet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten