Pagina's

zaterdag 30 november 2019

Een paar dingen die ik leerde toen ik nog geen dertig was. Deel 1.

Die 'paar dingen' ga ik verband laten houden met katten (maar als je goed leest, zijn ze breder dan dat). Als ik dan nu met dertig definitief als kattenvrouwtje bestempeld ga worden, dan moet dat maar zo zijn.

In dit schrijfsel de moeilijke lessen.
-

1. Dat vechten tegen gevoelens meer kan kosten dan de gevoelens zelf. In juni van het afgelopen jaar werd mijn kat (inmiddels 18) heel erg ziek. Dat waren moeilijke weken. Het dier leed en ik leed mee - maar dan op een andere, vooral mentale manier. Ik was bang haar kwijt te raken en wilde die angst niet voelen. Ik wilde niet verdrietig zijn. Niet machteloos. Maar natuurlijk was ik dat allemaal wel. Het werden slapeloze nachten, een kat die in een week tijd vel over been was. De kat die opknapte en er toch weer ziek uitzag. Hoop. Vrees. Dus al snel werd het een bezoek aan de dierenarts. Het was steeds een gevecht in mijn hoofd (straks moet ze dood, ik wil haar niet kwijt).

vandaag heb je geschooid
neem me mee naar buiten
zei je met je ogen en je stem
til me op laat me tegen je slapen

daarna was je weer stil en oud
nog even denk je

ik zie je dat denken
ik wil niet dat je ophoudt
dat het ophoudt
blijf leven

ik wil je niet kwijt
ik heb toch gezegd dat ik je niet kwijt wil


De dierenarts bevestigde waar ik bang voor was. Ze was echt heel ziek. Haar langer in leven laten zou een lijdensweg zijn. Dus besloten we ter plekke dat we dat niet gingen doen. Voor de kat (maar ook voor mijzelf). Ik ben bij haar gebleven totdat ze sliep. Het tweede spuitje hoefde ik niet te zien.

De dagen erna waren heel erg heftig. Achttien jaar en dan weg.

Eerst ruimden we de eet- en drinkbakjes op. De doos waarin ze sliep.
En dan zijn daar de confrontaties. Niet op hoeven letten of ze naar buiten zou glippen. De reismand (van die laatste reis). Ik wilde het niet zien. Ik zag het. Onder ogen.

Zo is het dus. Het onder ogen zien maakt het niet makkelijker. Het is bijna een half jaar geleden en nog steeds moeilijk. Nog steeds verdrietig. Maar nu meer af en toe. En niet meer zo dat ik steeds moet huilen als het erover gaat.


2. Dat het enige wat die gevoelens te doen maakt, is als iemand je troost. Dat je moeilijke dingen in het leven tegenkomt, kleine moeilijke dingen en grote moeilijke dingen, is niet te vermijden. Het leven is soms lastig (zegt Dirk de Wachter). En wat hij daarop aansluitend zegt, is dat we elkaar nodig hebben als het lastig is. Dat er dan meer verbinding kan ontstaan. Hoe hij het letterlijk zegt weet ik niet (en ik heb ook niet echt zin om het op te zoeken).

Mijn ervaring met de kat was vooral de steun die er was. En dat die steun dan maakt dat je het aankunt, hoe heftig het allemaal ook is.

Dus in die moeilijkheden is het goed de armen te zijn om de ander heen, de hand op de hand van de ander. Of gewoon de stille aanwezigheid naast de ander. Als er iets is wat ik belangrijk ben gaan vinden in het afgelopen jaar, dan is het dat. Misschien wel het belangrijkste ooit.





1 opmerking: