Pagina's

dinsdag 4 november 2014

Paradijs, waarheid en het bestaan van God. 3. Het bestaan van God.

Jaren geleden, toen ik begon met studeren, volgde ik het vak methodenleer en statistiek (tot twee keer toe zelfs). Ik had het veel te druk met statistiek haten om veel te leren. Toch waren er best interessante dingen in het vak. Bij methodenleer ging het om de methoden die je in wetenschappelijk onderzoek inzet. In het boek wat we toen moesten lezen werd ook iets genoemd over de wetenschappelijkheid van gebed. Wat dus niet wetenschappelijk is.

Neem twee onderzoeksgroepen met ziekte X. Voor de ene wordt gebeden en voor de andere niet. Wordt er dan verschil gevonden? Nee. (Of hoogstens verschillen die aan andere variabelen konden worden toegeschreven).
Dit zou wel een wetenschappelijk experiment zijn hè, om het bestaan van God aan te tonen (of niet). Maar het is niet echt eerlijk. Om voor de ene groep wel te bidden en voor de andere niet. (Wat hebben die stakkerds misdaan?). En bovendien zou je dan alleen een soort God die op afroep beschikbaar is aan kunnen tonen.
Dat een onderzoek als dit niet werkt, kan dus betekenen dat God niet bestaat. Het kan ook betekenen dat God een wil heeft die niet altijd per se gelijk is aan wat de mensen willen. En dan gebeurt het dus dat er mensen uit beide groepen beter worden - terwijl er ook mensen uit beide groepen niet beter worden. Het hangt er ook in dit geval maar weer net vanaf vanuit welk kader je het bekijkt. Vanuit het niet-gelovige kader kun je zeggen dat God niet bestaat (en dat je ideeën over een God-die-niet-op-afroep-beschikbaar-wil-zijn maar flauwekul vindt). Vanuit het wel-gelovige kader kun je zeggen dat God zelf bepaalt wanneer Hij naar de mensen luistert (en hoe).

Als ik heel eerlijk ben, vind ik schrijven over het bestaan van God moeilijker dan schrijven over de voorgaande twee onderwerpen. Vroeger kon ik niet begrijpen hoe het kon dat mensen niet in God geloofden. Nu kan ik het eigenlijk wel begrijpen. Ik ken de wetenschap nu ook. Een beetje.

Inderdaad doe ik een aanname als ik zeg dat God bestaat.
Maar ik denk dat iedereen aannames doet. Dat er ook in de wetenschap en in het dagelijkse leven aannames worden gedaan. Misschien maar hele kleine, maar toch.
En het gekke met deze aanname is dat je steeds meer van God gaat zien als je die aanname hebt gedaan. (Wat je vast en zeker ook wel psychologisch kunt verklaren - maar ik geloof dus dat het één het ander niet uitsluit). Soms kan ik er achterna rennen zonder dichterbij te komen, maar tegelijkertijd weet ik dat er weinig dingen zijn die zoveel rust kunnen brengen als het geloof in God.

Ik ben opgegroeid met God - maar de God waarover ik altijd hoorde is een strenge God die in de meeste mensen niet zoveel interesse heeft. Later, toen ik wat ouder werd, begon ik dat te betwijfelen. Het merendeel van de mensen die in God gelooft en die ook wat aan hun geloof hebben, gelooft juist in een liefdevolle God. Als je me nu vraagt hoe ik God zie dan heb ik geen idee. Eigenlijk verschilt het per moment.
Ik kan bij mezelf wel drie manieren van tegen God en geloof aankijken onderscheiden:

1.) Het interesseert me gewoon helemaal niet. Ik heb er geen zin in. Klaar.
2.) Ik verlang ernaar om in God te geloven.
3.) Ik ervaar de aanwezigheid van God. Maar dit is heel zeldzaam.

Wat ik bij veel mensen zie, is dat ze in God geloven omdat ze bang zijn. Bang zijn voor straf als ze niet geloven. Daarom laten ze hun hele leven bepalen door die angst. Of ze willen een beloning - en geloven daarom in God (en doen allemaal gekke dingen in de hoop om die beloning te krijgen) - wat niet zoveel met genade te maken heeft. Goede dingen doen wel, maar dat is meer een vorm van 'blij zijn omdat je genade hebt gekregen' en 'liefde'.

Angst en liefde zijn elkaars tegenpolen.
Liefde is het belangrijkst. Het doel. Het houden van God en de mensen om je heen.
(En ik geloof niet dat liefde honderd procent van de tijd een gevoel is. Soms is het gewoon alleen kaal gedrag-wat-je-zou-doen-als-je-liefde-zou-voelen. Lekker rationeel dus).

Eigenlijk is dit alles wat ik nu over het bestaan van God kan zeggen. Niet zo'n consistent verhaal hè? Maar sommige dingen zijn ook minder samenhangend dan andere.
De conclusie? Je kunt God niet bewijzen, maar Hem wel ervaren.

-
Zoals bij de eerdere blogs in deze serie is dit opnieuw mijn visie. Mijn visie nu. Een visie die door de jaren heen ontwikkelt. En verder ben ik niet diep ingegaan op ervaringen. In de eerste plaats omdat ik me heel erg irriteer aan mensen die met hun ervaringen op de proppen komen (en het 'jij-moet-daaraan-voldoen-gevoel' wat dit bij mij oproept). Iedereen is anders. In de tweede plaats vind ik sommige dingen te persoonlijk voor een algemene blog. Dus. Dat.
-
Deel één over paradijs vind je hier.
Deel twee over waarheid vind je hier.
De fotoserie waar het allemaal mee begon: link.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten