Van veel dingen wordt de wereld misschien slechter. Maar van kattenplaatjes? Dat nooit.
Deze foto's laten zien hoe zwaar het leven is als je kat bent.
maandag 10 november 2014
zaterdag 8 november 2014
Het leven als borduurwerk.
Ik maak me graag wijs dat het leven lijkt op een borduurwerk. Een borduurwerk zoals ik het maak, want bij mij kun je heel duidelijk verschil tussen de voor- en achterkant zien. Misschien is het met het leven dus ook wel zo en is de chaos die het voor ons lijkt te zijn gewoon de achterkant van iets veel mooiers.
vrijdag 7 november 2014
Volwassen worden. 1. Wat er niet leuk aan is.
Over een week of drie wordt er in Utrecht een
lezing gegeven over volwassenheid. Om precies te zijn: hoe kan
volwassenheid weer aantrekkelijk gemaakt worden, want eigenlijk wordt in
de maatschappij onvolwassenheid geïdealiseerd. Ik zag informatie over
de lezing voorbijkomen en dacht: daar wil ik wel naartoe.
Volwassen worden. Het is eigenlijk wel een goed onderwerp voor mailtjes en ook zeker voor brieven. Brieven waarin je schrijft over hoe heerlijk het is om te studeren en hoe raar - en moeilijk - het is om klaar te zijn met studeren en over de verwachtingen die de maatschappij of je omgeving van je heeft.
Ik weet wel wat ik niet leuk vind aan volwassen worden:
1. Verlies van verwondering. Toen ik als kind in het bos ging wandelen was dat een feest. Heel veel dingen, die eigenlijk heel gewoon zijn, waren een feest. Hoe kan dat? Waarom zijn die dingen nu nog maar zo gewoon? Dat kwijtraken, dat vind ik jammer. Er zijn nog altijd manieren om te spelen (spelletjes, wat dan ook) maar veel volwassenen hebben het te druk met volwassen zijn.
2. Verantwoordelijkheid. Je kunt niet langer wegschuilen achter anderen en je moet zelf verantwoording afleggen van je keuzes. Ik denk dat dit een begrip is wat zowel nadelen als voordelen heeft (maar op de voordelen ga ik nog wel een keer in). Het betekent voor mij dat je meer en meer je tijd nuttig moet doorbrengen. Als kind ben je wat meer onbezorgd en kun je tijden spelen zonder te denken aan iets wat ook nog moet.
3. Vergroting van het bewustzijn. Ook dit heeft voor- en nadelen. Nadelen zijn in ieder geval dat je beter begrijpt dat de wereld geen goede plek is en dat er nare dingen gebeuren; dat mensen er een zooitje van maken en dat mensen lijden. Als kind denk je er ook niet zo bij na dat het kind-zijn ooit voorbij zal zijn. Als volwassene besef je beter dat veel dingen tijdelijk zijn.
4. De verwachtingen van anderen. Je ontdekt dat je niet aan de verwachtingen van anderen kunt voldoen. Anderen verwachten dat je keuzes maakt - en soms heb je het gevoel dat je het liefst niet kiest. Of iets anders kiest dan anderen willen.
Toch betwijfel ik of het gezond is als je altijd kind kon blijven.
Daarom schrijf ik binnenkort ook een blog over de leuke (of in ieder geval: de goede) kanten aan volwassen worden.
Volwassen worden. Het is eigenlijk wel een goed onderwerp voor mailtjes en ook zeker voor brieven. Brieven waarin je schrijft over hoe heerlijk het is om te studeren en hoe raar - en moeilijk - het is om klaar te zijn met studeren en over de verwachtingen die de maatschappij of je omgeving van je heeft.
Ik weet wel wat ik niet leuk vind aan volwassen worden:
1. Verlies van verwondering. Toen ik als kind in het bos ging wandelen was dat een feest. Heel veel dingen, die eigenlijk heel gewoon zijn, waren een feest. Hoe kan dat? Waarom zijn die dingen nu nog maar zo gewoon? Dat kwijtraken, dat vind ik jammer. Er zijn nog altijd manieren om te spelen (spelletjes, wat dan ook) maar veel volwassenen hebben het te druk met volwassen zijn.
2. Verantwoordelijkheid. Je kunt niet langer wegschuilen achter anderen en je moet zelf verantwoording afleggen van je keuzes. Ik denk dat dit een begrip is wat zowel nadelen als voordelen heeft (maar op de voordelen ga ik nog wel een keer in). Het betekent voor mij dat je meer en meer je tijd nuttig moet doorbrengen. Als kind ben je wat meer onbezorgd en kun je tijden spelen zonder te denken aan iets wat ook nog moet.
3. Vergroting van het bewustzijn. Ook dit heeft voor- en nadelen. Nadelen zijn in ieder geval dat je beter begrijpt dat de wereld geen goede plek is en dat er nare dingen gebeuren; dat mensen er een zooitje van maken en dat mensen lijden. Als kind denk je er ook niet zo bij na dat het kind-zijn ooit voorbij zal zijn. Als volwassene besef je beter dat veel dingen tijdelijk zijn.
4. De verwachtingen van anderen. Je ontdekt dat je niet aan de verwachtingen van anderen kunt voldoen. Anderen verwachten dat je keuzes maakt - en soms heb je het gevoel dat je het liefst niet kiest. Of iets anders kiest dan anderen willen.
Toch betwijfel ik of het gezond is als je altijd kind kon blijven.
Daarom schrijf ik binnenkort ook een blog over de leuke (of in ieder geval: de goede) kanten aan volwassen worden.
![]() |
Ergens in 1992 of 1993. Je kunt prima uit een tuinslang drinken. |
donderdag 6 november 2014
Hoe je pompoensoep, stokbrood en kruidenboter maakt.
Wat je niet ziet staan: 45 minuten laten rijzen na het kneden en 20 minuten bakken op 230 graden. |
Dat moment dat je voor het eerst zelf stokbrood maakt.. nou! |
Zelfgemaakte kruidenboter (roomboter, bieslook, peterselie, zout, peper & knoflook). |
Pompoensoep in de maak. Vijf minuutjes ui + paprika + whatever you like to add to your pumpkinsoup bakken. En dan 20 minuten samen met bouillon koken. En dan pureren. |
Zo ziet stokbrood eruit als je het zelf maakt. |
Eindresultaat. Eigengemaakt stokbrood + eigengemaakte kruidenboter + eigengemaakte pompoensoep. |
Dit was een ambitieus project. Nu kun je ambitieus op twee manieren opvatten: echt ambitieus en sarcastisch ambitieus. De combinatie pompoensoep + stokbrood + kruidenboter valt in de tweede categorie. Wat namelijk je niet weet, als je deze foto's bekijkt, is dat het stokbrood niet zout genoeg was - en hoewel niet zoveel zout misschien wel gezond is, is het echt niet lekker. Ook wist je nog niet dat de pompoensoep te dik was (want mislukte croutons die al uit elkaar vielen toen ze maar een beetje warme soep over zich heenkregen). De smaak was dan wel weer goed. De kruidenboter was wel lekker, maar die had ik - natuurlijk - te lang in de koelkast laten staan, dus smeren? Ho maar.
Ik was zo actief aan het foto's maken tijdens het proces, dat ik het sneu vond voor mezelf om ze niet te posten. Dus. Vandaar.
woensdag 5 november 2014
Blue Roses
You said "Come on, let's go down that Yellow Brick Road"
But that path was primrose and led back to black and white
And now I know, since that day you chose to let me know
My heart's been tangled with thorns that choke the light
And now I know, since that day you chose to let me know
My heart's been tangled with thorns that choke the light
Oh, here I go, collecting roses to me from you
Oh, here I go, a dozen red for every wound
Oh, now I stop and smell the roses when they're blue
Oh, here I go, a dozen red for every wound
Oh, now I stop and smell the roses when they're blue
Gonna find my way, break the lock on the Emerald City gates
It could be simple, but we're only half-awake
I feel the pain set in when I think of you and grip the stems
I feel my head begin to spin, I'm not alright
It could be simple, but we're only half-awake
I feel the pain set in when I think of you and grip the stems
I feel my head begin to spin, I'm not alright
Oh, here I go, collecting roses to me from you
Oh, here I go, a dozen red for every wound
Oh, now I stop and smell the roses when they're blue
Oh, here I go, a dozen red for every wound
Oh, now I stop and smell the roses when they're blue
When they're blue
Let go of the stems, free to bloom again
Let go of the stems, free to bloom again
Let go of the stems, free to bloom again
Let go of the stems, free to bloom again
Here I go, collecting roses to me from you
Oh, here I go, a dozen red for every wound
Oh, now I stop and smell the roses when they're blue
Oh, here I go, a dozen red for every wound
Oh, now I stop and smell the roses when they're blue
(Stop, stop, stop) Let go of the stems, free to bloom again
(Stop, stop, stop) Free to bloom again when they're blue
(Stop, stop, stop) Free to bloom again when they're blue
dinsdag 4 november 2014
Paradijs, waarheid en het bestaan van God. 3. Het bestaan van God.
Jaren geleden, toen ik begon met studeren, volgde ik het vak methodenleer en statistiek (tot twee keer toe zelfs). Ik had het veel te druk met statistiek haten om veel te leren. Toch waren er best interessante dingen in het vak. Bij methodenleer ging het om de methoden die je in wetenschappelijk onderzoek inzet. In het boek wat we toen moesten lezen werd ook iets genoemd over de wetenschappelijkheid van gebed. Wat dus niet wetenschappelijk is.
Neem twee onderzoeksgroepen met ziekte X. Voor de ene wordt gebeden en voor de andere niet. Wordt er dan verschil gevonden? Nee. (Of hoogstens verschillen die aan andere variabelen konden worden toegeschreven).
Dit zou wel een wetenschappelijk experiment zijn hè, om het bestaan van God aan te tonen (of niet). Maar het is niet echt eerlijk. Om voor de ene groep wel te bidden en voor de andere niet. (Wat hebben die stakkerds misdaan?). En bovendien zou je dan alleen een soort God die op afroep beschikbaar is aan kunnen tonen.
Dat een onderzoek als dit niet werkt, kan dus betekenen dat God niet bestaat. Het kan ook betekenen dat God een wil heeft die niet altijd per se gelijk is aan wat de mensen willen. En dan gebeurt het dus dat er mensen uit beide groepen beter worden - terwijl er ook mensen uit beide groepen niet beter worden. Het hangt er ook in dit geval maar weer net vanaf vanuit welk kader je het bekijkt. Vanuit het niet-gelovige kader kun je zeggen dat God niet bestaat (en dat je ideeën over een God-die-niet-op-afroep-beschikbaar-wil-zijn maar flauwekul vindt). Vanuit het wel-gelovige kader kun je zeggen dat God zelf bepaalt wanneer Hij naar de mensen luistert (en hoe).
Als ik heel eerlijk ben, vind ik schrijven over het bestaan van God moeilijker dan schrijven over de voorgaande twee onderwerpen. Vroeger kon ik niet begrijpen hoe het kon dat mensen niet in God geloofden. Nu kan ik het eigenlijk wel begrijpen. Ik ken de wetenschap nu ook. Een beetje.
Inderdaad doe ik een aanname als ik zeg dat God bestaat.
Maar ik denk dat iedereen aannames doet. Dat er ook in de wetenschap en in het dagelijkse leven aannames worden gedaan. Misschien maar hele kleine, maar toch.
En het gekke met deze aanname is dat je steeds meer van God gaat zien als je die aanname hebt gedaan. (Wat je vast en zeker ook wel psychologisch kunt verklaren - maar ik geloof dus dat het één het ander niet uitsluit). Soms kan ik er achterna rennen zonder dichterbij te komen, maar tegelijkertijd weet ik dat er weinig dingen zijn die zoveel rust kunnen brengen als het geloof in God.
Ik ben opgegroeid met God - maar de God waarover ik altijd hoorde is een strenge God die in de meeste mensen niet zoveel interesse heeft. Later, toen ik wat ouder werd, begon ik dat te betwijfelen. Het merendeel van de mensen die in God gelooft en die ook wat aan hun geloof hebben, gelooft juist in een liefdevolle God. Als je me nu vraagt hoe ik God zie dan heb ik geen idee. Eigenlijk verschilt het per moment.
Ik kan bij mezelf wel drie manieren van tegen God en geloof aankijken onderscheiden:
1.) Het interesseert me gewoon helemaal niet. Ik heb er geen zin in. Klaar.
2.) Ik verlang ernaar om in God te geloven.
3.) Ik ervaar de aanwezigheid van God. Maar dit is heel zeldzaam.
Wat ik bij veel mensen zie, is dat ze in God geloven omdat ze bang zijn. Bang zijn voor straf als ze niet geloven. Daarom laten ze hun hele leven bepalen door die angst. Of ze willen een beloning - en geloven daarom in God (en doen allemaal gekke dingen in de hoop om die beloning te krijgen) - wat niet zoveel met genade te maken heeft. Goede dingen doen wel, maar dat is meer een vorm van 'blij zijn omdat je genade hebt gekregen' en 'liefde'.
Angst en liefde zijn elkaars tegenpolen.
Liefde is het belangrijkst. Het doel. Het houden van God en de mensen om je heen.
(En ik geloof niet dat liefde honderd procent van de tijd een gevoel is. Soms is het gewoon alleen kaal gedrag-wat-je-zou-doen-als-je-liefde-zou-voelen. Lekker rationeel dus).
Eigenlijk is dit alles wat ik nu over het bestaan van God kan zeggen. Niet zo'n consistent verhaal hè? Maar sommige dingen zijn ook minder samenhangend dan andere.
De conclusie? Je kunt God niet bewijzen, maar Hem wel ervaren.
-
Zoals bij de eerdere blogs in deze serie is dit opnieuw mijn visie. Mijn visie nu. Een visie die door de jaren heen ontwikkelt. En verder ben ik niet diep ingegaan op ervaringen. In de eerste plaats omdat ik me heel erg irriteer aan mensen die met hun ervaringen op de proppen komen (en het 'jij-moet-daaraan-voldoen-gevoel' wat dit bij mij oproept). Iedereen is anders. In de tweede plaats vind ik sommige dingen te persoonlijk voor een algemene blog. Dus. Dat.
-
Deel één over paradijs vind je hier.
Deel twee over waarheid vind je hier.
De fotoserie waar het allemaal mee begon: link.
Neem twee onderzoeksgroepen met ziekte X. Voor de ene wordt gebeden en voor de andere niet. Wordt er dan verschil gevonden? Nee. (Of hoogstens verschillen die aan andere variabelen konden worden toegeschreven).
Dit zou wel een wetenschappelijk experiment zijn hè, om het bestaan van God aan te tonen (of niet). Maar het is niet echt eerlijk. Om voor de ene groep wel te bidden en voor de andere niet. (Wat hebben die stakkerds misdaan?). En bovendien zou je dan alleen een soort God die op afroep beschikbaar is aan kunnen tonen.
Dat een onderzoek als dit niet werkt, kan dus betekenen dat God niet bestaat. Het kan ook betekenen dat God een wil heeft die niet altijd per se gelijk is aan wat de mensen willen. En dan gebeurt het dus dat er mensen uit beide groepen beter worden - terwijl er ook mensen uit beide groepen niet beter worden. Het hangt er ook in dit geval maar weer net vanaf vanuit welk kader je het bekijkt. Vanuit het niet-gelovige kader kun je zeggen dat God niet bestaat (en dat je ideeën over een God-die-niet-op-afroep-beschikbaar-wil-zijn maar flauwekul vindt). Vanuit het wel-gelovige kader kun je zeggen dat God zelf bepaalt wanneer Hij naar de mensen luistert (en hoe).
Als ik heel eerlijk ben, vind ik schrijven over het bestaan van God moeilijker dan schrijven over de voorgaande twee onderwerpen. Vroeger kon ik niet begrijpen hoe het kon dat mensen niet in God geloofden. Nu kan ik het eigenlijk wel begrijpen. Ik ken de wetenschap nu ook. Een beetje.
Inderdaad doe ik een aanname als ik zeg dat God bestaat.
Maar ik denk dat iedereen aannames doet. Dat er ook in de wetenschap en in het dagelijkse leven aannames worden gedaan. Misschien maar hele kleine, maar toch.
En het gekke met deze aanname is dat je steeds meer van God gaat zien als je die aanname hebt gedaan. (Wat je vast en zeker ook wel psychologisch kunt verklaren - maar ik geloof dus dat het één het ander niet uitsluit). Soms kan ik er achterna rennen zonder dichterbij te komen, maar tegelijkertijd weet ik dat er weinig dingen zijn die zoveel rust kunnen brengen als het geloof in God.
Ik ben opgegroeid met God - maar de God waarover ik altijd hoorde is een strenge God die in de meeste mensen niet zoveel interesse heeft. Later, toen ik wat ouder werd, begon ik dat te betwijfelen. Het merendeel van de mensen die in God gelooft en die ook wat aan hun geloof hebben, gelooft juist in een liefdevolle God. Als je me nu vraagt hoe ik God zie dan heb ik geen idee. Eigenlijk verschilt het per moment.
Ik kan bij mezelf wel drie manieren van tegen God en geloof aankijken onderscheiden:
1.) Het interesseert me gewoon helemaal niet. Ik heb er geen zin in. Klaar.
2.) Ik verlang ernaar om in God te geloven.
3.) Ik ervaar de aanwezigheid van God. Maar dit is heel zeldzaam.
Wat ik bij veel mensen zie, is dat ze in God geloven omdat ze bang zijn. Bang zijn voor straf als ze niet geloven. Daarom laten ze hun hele leven bepalen door die angst. Of ze willen een beloning - en geloven daarom in God (en doen allemaal gekke dingen in de hoop om die beloning te krijgen) - wat niet zoveel met genade te maken heeft. Goede dingen doen wel, maar dat is meer een vorm van 'blij zijn omdat je genade hebt gekregen' en 'liefde'.
Angst en liefde zijn elkaars tegenpolen.
Liefde is het belangrijkst. Het doel. Het houden van God en de mensen om je heen.
(En ik geloof niet dat liefde honderd procent van de tijd een gevoel is. Soms is het gewoon alleen kaal gedrag-wat-je-zou-doen-als-je-liefde-zou-voelen. Lekker rationeel dus).
Eigenlijk is dit alles wat ik nu over het bestaan van God kan zeggen. Niet zo'n consistent verhaal hè? Maar sommige dingen zijn ook minder samenhangend dan andere.
De conclusie? Je kunt God niet bewijzen, maar Hem wel ervaren.
-
Zoals bij de eerdere blogs in deze serie is dit opnieuw mijn visie. Mijn visie nu. Een visie die door de jaren heen ontwikkelt. En verder ben ik niet diep ingegaan op ervaringen. In de eerste plaats omdat ik me heel erg irriteer aan mensen die met hun ervaringen op de proppen komen (en het 'jij-moet-daaraan-voldoen-gevoel' wat dit bij mij oproept). Iedereen is anders. In de tweede plaats vind ik sommige dingen te persoonlijk voor een algemene blog. Dus. Dat.
-
Deel één over paradijs vind je hier.
Deel twee over waarheid vind je hier.
De fotoserie waar het allemaal mee begon: link.
maandag 3 november 2014
Presents.
Iedereen vindt cadeautjes leuk. Toch?
Soms is het alleen wel lastig om iets te bedenken. Wat ik altijd leuk vind zijn dingen als thee en chocola. Het is lekker (en in dit geval fairtrade) én het neemt niet zoveel ruimte in. Dat dus. Afgelopen zaterdag had ik een feestje in Groningen en ik heb een stapeltje cadeautjes meegenomen..
Soms is het alleen wel lastig om iets te bedenken. Wat ik altijd leuk vind zijn dingen als thee en chocola. Het is lekker (en in dit geval fairtrade) én het neemt niet zoveel ruimte in. Dat dus. Afgelopen zaterdag had ik een feestje in Groningen en ik heb een stapeltje cadeautjes meegenomen..
vrijdag 31 oktober 2014
Als je slaapt.
als je slaapt houd je hand van de ander vast.
niet echt vast.
maar in je hoofd in je hart in je gedachten vast
in je hoofd in je hart
je handen door het haar van de ander
mooie ander
je ziet sterren en de nacht en samen kijk je
je kijkt niet echt - je bent niet echt samen
dat denk je alleen maar.
als je slaapt sta je aan de grond genageld
als je wordt achtervolgd
ik slaap - denk je
vlieg je verder van de echte wereld
vandaan.
niet echt vast.
maar in je hoofd in je hart in je gedachten vast
in je hoofd in je hart
je handen door het haar van de ander
mooie ander
je ziet sterren en de nacht en samen kijk je
je kijkt niet echt - je bent niet echt samen
dat denk je alleen maar.
als je slaapt sta je aan de grond genageld
als je wordt achtervolgd
ik slaap - denk je
vlieg je verder van de echte wereld
vandaan.
donderdag 30 oktober 2014
Paradijs, waarheid en het bestaan van God. 2. Waarheid.
Een tijdje terug spendeerde ik een avond aan het schrijven van een brief. Dat was een goede avond: drie uur achter elkaar schrijven en tekenen en muziek luisteren en thee drinken. Ik vind het tof als mensen gedachten delen in een brief - of filosofische vraagstukken of wat ook. Mijn penvriendin schreef een stukje over 'onware kennis'. In een werkgroep die zij volgde werd een discussie gevoerd of kennis ook onwaar kon zijn.
Dat was interessant. Want toen ik terug ging schrijven ontdekte ik dat je al schrijvende nieuwe inzichten opdoet. Zoiets als hardop denken, zeg maar, maar dan geschreven. (Met alleen het zachte krassen van een vulpen als geluid).
Kan kennis onwaar zijn? Ik denk het wel, maar dat komt veel kennis voorlopig is. Wanneer er dus meer wordt onderzocht, wordt er meer bekend. Ik zie dan een soort van cirkel voor me. Eerst is er een klein rondje met kennis. Dat rondje wordt, naarmate er meer onderzoek wordt gedaan, steeds groter. Soms blijkt dat kennis die we altijd voor waar hebben aangenomen toch niet waar is. Ik las in de krant iets dat melk drinken bijvoorbeeld niet per se goed voor je is (of misschien zelfs helemaal niet). Hoe lang dachten we niet dat dat wel zo was? Dat is wat ik bedoel met voorlopige kennis. Bij voeding is dat heel duidelijk zichtbaar. Er zijn wel verschillende terreinen. Er zijn de feiten (water kookt bij 100 graden) waarover makkelijk uitspraken kunnen worden gedaan. Die feiten zijn te controleren en experimenten kunnen herhaald worden uitgevoerd. Er zijn ook gebieden waarop aannames worden gedaan. Er wordt een theorie opgesteld - die vaak getoetst kan worden, maar soms ook niet. Op basis van de ene theorie kan weer een volgende theorie worden opgesteld en zo breidt kennis, de cirkel, zich uit.
Ik denk dus ook dat we delen van de waarheid kunnen kennen. De feitelijke (en toetsbare) kennis is makkelijk als waarheid te presenteren. Een waarheid die voor iedereen geldig is. Zwart en wit.
Bij de kennis die niet feitelijk en toetsbaar is, is dat veel moeilijker. Kennis over gevoel die per persoon verschilt. Grijstinten. Als ik bijvoorbeeld zeg dat ik iemand aardig vind, dan is dat wat ik voel. Voor mij is dat de waarheid. Maar als iemand niet gelooft dat het zo is - dan maakt het voor die persoon niet uit wat ik voel, het is onwaar voor diegene - zelfs als het waar is voor mij. Geloof in God is voor mij een waarheid. Maar een niet toetsbare waarheid, die is gebaseerd op een aanname die ik doe (dat God bestaat).
Mijn conclusie: Ik denk dat er verschillende soorten waarheid* zijn. De feitelijke waarheid. De voorlopige waarheid (of beter: de voorlopige kennis waarbij we er in ieder geval tijdelijk van uit gaan dat ze waar is). En dan is er datgene wat voor jou waar is (maar wat voor een ander niet waar hoeft te zijn - of waar hoeft te voelen).
-
* Ik noem de drie vormen van waarheid die in mij opkomen. Ik sluit natuurlijk niet uit dat er meerdere vormen van waarheid zijn.
Mijn blog over paradijs vind je hier.
Dat was interessant. Want toen ik terug ging schrijven ontdekte ik dat je al schrijvende nieuwe inzichten opdoet. Zoiets als hardop denken, zeg maar, maar dan geschreven. (Met alleen het zachte krassen van een vulpen als geluid).
Kan kennis onwaar zijn? Ik denk het wel, maar dat komt veel kennis voorlopig is. Wanneer er dus meer wordt onderzocht, wordt er meer bekend. Ik zie dan een soort van cirkel voor me. Eerst is er een klein rondje met kennis. Dat rondje wordt, naarmate er meer onderzoek wordt gedaan, steeds groter. Soms blijkt dat kennis die we altijd voor waar hebben aangenomen toch niet waar is. Ik las in de krant iets dat melk drinken bijvoorbeeld niet per se goed voor je is (of misschien zelfs helemaal niet). Hoe lang dachten we niet dat dat wel zo was? Dat is wat ik bedoel met voorlopige kennis. Bij voeding is dat heel duidelijk zichtbaar. Er zijn wel verschillende terreinen. Er zijn de feiten (water kookt bij 100 graden) waarover makkelijk uitspraken kunnen worden gedaan. Die feiten zijn te controleren en experimenten kunnen herhaald worden uitgevoerd. Er zijn ook gebieden waarop aannames worden gedaan. Er wordt een theorie opgesteld - die vaak getoetst kan worden, maar soms ook niet. Op basis van de ene theorie kan weer een volgende theorie worden opgesteld en zo breidt kennis, de cirkel, zich uit.
Ik denk dus ook dat we delen van de waarheid kunnen kennen. De feitelijke (en toetsbare) kennis is makkelijk als waarheid te presenteren. Een waarheid die voor iedereen geldig is. Zwart en wit.
Bij de kennis die niet feitelijk en toetsbaar is, is dat veel moeilijker. Kennis over gevoel die per persoon verschilt. Grijstinten. Als ik bijvoorbeeld zeg dat ik iemand aardig vind, dan is dat wat ik voel. Voor mij is dat de waarheid. Maar als iemand niet gelooft dat het zo is - dan maakt het voor die persoon niet uit wat ik voel, het is onwaar voor diegene - zelfs als het waar is voor mij. Geloof in God is voor mij een waarheid. Maar een niet toetsbare waarheid, die is gebaseerd op een aanname die ik doe (dat God bestaat).
Mijn conclusie: Ik denk dat er verschillende soorten waarheid* zijn. De feitelijke waarheid. De voorlopige waarheid (of beter: de voorlopige kennis waarbij we er in ieder geval tijdelijk van uit gaan dat ze waar is). En dan is er datgene wat voor jou waar is (maar wat voor een ander niet waar hoeft te zijn - of waar hoeft te voelen).
-
* Ik noem de drie vormen van waarheid die in mij opkomen. Ik sluit natuurlijk niet uit dat er meerdere vormen van waarheid zijn.
Mijn blog over paradijs vind je hier.
woensdag 29 oktober 2014
Over kaarten en een trui.
Postcrossing-kaarten-opbergboek (Hema). |
Ik heb ze maar ingeplakt met masking tape. (Kan ik de achterkanten nog steeds lezen). |
Een kaart uit Zuid-Afrika. |
Het boek en mijn (al wat jaren oude) Bachelordiploma. Over een poosje krijgt hij hopelijk gezelschap. |
De kaarten die ik nog niet zo lang heb hangen aan de kast. Met wat foto's. |
De trui. Ietsje te groot, maar zo heerlijk chagrijnig en - heel belangrijk - lekker zacht. |
dinsdag 28 oktober 2014
Paradijs, waarheid en het bestaan van God. I. Paradijs.
Acht dagen geleden blogde ik over een gesprek wat ik had met iemand die wil weten hoe allemaal verschillende mensen denken over het paradijs, waarheid en het bestaan van God. Toen ik die foto's hier postte bedacht ik me dat ik wel over al die begrippen een blogje kan schrijven. Iedereen zal deze begrippen weer anders zien (of deze concepten, als je een mooier woord wilt lezen) en dat is juist zo interessant. (Dus als iemand anders weer een heel ander beeld bij paradijs heeft: ik ben benieuwd).
Maar goed, paradijs dus.
Als ik aan paradijs denk, denk ik allereerst aan de aanwezigheid van iedereen waar je van houdt. Veel liefde en knuffels. Zoiets.
En ik denk aan natuur. Grappig is dat, sommigen zien het paradijs misschien als een stad, of als heel ver ontwikkelde techniek, maar ik denk dus aan natuur. Aan bossen, regenwouden, ijs, sneeuw. Alles zoveel je maar wilt met alle mogelijke wilde dieren die niet gevaarlijk meer zijn. Het Lam en de Leeuw die naast elkaar liggen, zeg maar. Ik vatte paradijs samen als 'met ijsberen zwemmen' en 'kunnen vliegen'. Behoorlijk onrealistisch misschien, maar soms vraag ik me af of het simpele feit dat we ergens naar verlangen betekent dat het ook ooit kan.
In de Kronieken van Narnia (mijn lievelingsboeken zo ongeveer) ontstaat in het laatste deel een Nieuw Narnia. Daar zijn al de dingen die het Oude Narnia zo mooi maakten. Die houden dus niet op te bestaan. Lewis houdt nogal vast aan het idee van Plato en dat spreekt mij wel aan: de goede dingen in deze wereld zijn te vergelijken met een potloodtekening van de échte dingen. Het paradijs dus.
Sommige mensen denken dat het paradijs maakbaar is. Dat het mogelijk zou moeten zijn om op aarde een paradijs te scheppen. Dat geloof ik niet. Wel kun je soms om de hoek een stukje paradijs aantreffen. Iets waar je heel erg van geniet. Een beetje ontzettend gelukkig gevoel. Een schaduw van de realiteit. Dat het paradijs scheppen (het échte paradijs dan, waarin geen oorlog, honger en ellende meer is) niet mogelijk is hier en nu, betekent niet dat de mensen niet moeten streven naar een betere wereld en dat ze de wereld niet een beetje mooier kunnen maken. Met liefde. Met creativiteit. Of waarmee dan ook.
-
Omdat ik in God geloof is het voor mij makkelijk om te zeggen dat paradijs de nieuwe aarde of de hemel is - die ooit komt, maar waarvan niemand weet wanneer. Wat ik schrijf komt dus heel erg voort uit mijn kader van 'de wereld zien'. Het gevaar van een visie waarin je denkt dat 'al het goede later komt' is dat je vergeet het beste te maken van het nu. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Daarin het evenwicht vinden is denk ik heel belangrijk bij deze manier van denken.
Maar goed, paradijs dus.
Als ik aan paradijs denk, denk ik allereerst aan de aanwezigheid van iedereen waar je van houdt. Veel liefde en knuffels. Zoiets.
En ik denk aan natuur. Grappig is dat, sommigen zien het paradijs misschien als een stad, of als heel ver ontwikkelde techniek, maar ik denk dus aan natuur. Aan bossen, regenwouden, ijs, sneeuw. Alles zoveel je maar wilt met alle mogelijke wilde dieren die niet gevaarlijk meer zijn. Het Lam en de Leeuw die naast elkaar liggen, zeg maar. Ik vatte paradijs samen als 'met ijsberen zwemmen' en 'kunnen vliegen'. Behoorlijk onrealistisch misschien, maar soms vraag ik me af of het simpele feit dat we ergens naar verlangen betekent dat het ook ooit kan.
In de Kronieken van Narnia (mijn lievelingsboeken zo ongeveer) ontstaat in het laatste deel een Nieuw Narnia. Daar zijn al de dingen die het Oude Narnia zo mooi maakten. Die houden dus niet op te bestaan. Lewis houdt nogal vast aan het idee van Plato en dat spreekt mij wel aan: de goede dingen in deze wereld zijn te vergelijken met een potloodtekening van de échte dingen. Het paradijs dus.
Sommige mensen denken dat het paradijs maakbaar is. Dat het mogelijk zou moeten zijn om op aarde een paradijs te scheppen. Dat geloof ik niet. Wel kun je soms om de hoek een stukje paradijs aantreffen. Iets waar je heel erg van geniet. Een beetje ontzettend gelukkig gevoel. Een schaduw van de realiteit. Dat het paradijs scheppen (het échte paradijs dan, waarin geen oorlog, honger en ellende meer is) niet mogelijk is hier en nu, betekent niet dat de mensen niet moeten streven naar een betere wereld en dat ze de wereld niet een beetje mooier kunnen maken. Met liefde. Met creativiteit. Of waarmee dan ook.
-
Omdat ik in God geloof is het voor mij makkelijk om te zeggen dat paradijs de nieuwe aarde of de hemel is - die ooit komt, maar waarvan niemand weet wanneer. Wat ik schrijf komt dus heel erg voort uit mijn kader van 'de wereld zien'. Het gevaar van een visie waarin je denkt dat 'al het goede later komt' is dat je vergeet het beste te maken van het nu. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Daarin het evenwicht vinden is denk ik heel belangrijk bij deze manier van denken.
maandag 27 oktober 2014
Een goede ontdekking: de kringloopwinkel.
Vorige week ging ik met m'n zus naar de kringloopwinkel in haar woonplaats. Hoe leuk was dat: allemaal boeken voor één of twee euro. Daar word ik heel erg hebberig van. Ik heb me beheerst en alleen dit boek gekocht. Voor twee euro dus. Omdat ik blij word van boeken.
Zaterdag zei ik tegen m'n moeder: "In [naburig dorp] is ook een kringloopwinkel. Zullen we even kijken? Misschien hebben ze daar wel leuke boeken". En dus gingen we samen naar die winkel en natuurlijk waren er veel leuke boeken. Maar er was ook een leuk spel.
Zes vijftig. Tegen vijfenveertig nieuw. Terwijl hij gewoon compleet is.
Ja, kringloopwinkels zijn een tip.
(En nu is het natuurlijk tijd voor een spelletjesavond).
Zaterdag zei ik tegen m'n moeder: "In [naburig dorp] is ook een kringloopwinkel. Zullen we even kijken? Misschien hebben ze daar wel leuke boeken". En dus gingen we samen naar die winkel en natuurlijk waren er veel leuke boeken. Maar er was ook een leuk spel.
Leuk spel |
Ja, kringloopwinkels zijn een tip.
(En nu is het natuurlijk tijd voor een spelletjesavond).
zaterdag 25 oktober 2014
Medelijden met slechte mensen.
Ik vertik het om medelijden te hebben met de mensen die slecht zijn.
Met de mensen die andere mensen het leven zuur maken door hen uit te schelden, door hen te vertellen hoe níet-competent ze zijn. De mensen die geld het allerbelangrijkste vinden en die hun volledige bestaansgrond ontlenen aan hun bankrekening en die het niet uitmaakt of anderen worden gekwetst.
Om nog maar niet te spreken van de mensen met een griezelige ideologie. De mensen die andere mensen achternazitten om hen te doden.
Ik ontdekte dat ik hoop dat de slechte mensen ook slecht blijven. Laat ze zich vooral idioot blijven gedragen en laat ze daarvoor gestraft worden. Enorm gestraft worden. (Soms voel ik dan een heel klein sprankje medelijden, maar dat mag eigenlijk niet als iemand écht heel slecht is). Gedachten als: die persoon heeft misschien een slechte jeugd of een moeilijk leven gehad; of: bij die persoon konden bepaalde behoeften niet worden vervuld, daarom werd hij (of zij) zo, sta ik niet toe. Medelijden? O nee!
Want slechte mensen vindt iedereen slecht en de meeste mensen zullen hopen dat slechte mensen gestraft worden (terwijl ze nog hartstikke slecht zijn; als ze ineens heel erg goed worden is het straffen voor de slechte dingen die ze hebben gedaan allang zo 'leuk' niet meer).
Eigenlijk is het misschien zelfs een beetje niet leuk als een slecht mens ineens zijn leven betert.
(Wat natuurlijk wel goed is, maar wat op de één of andere manier niet goed voelt).
-
Ik schrijf dit natuurlijk niet om te zeggen hoe iets moet voelen, maar meer om al schrijvend na te denken over een raar verschijnsel wat ik bij mezelf tegenkwam (waar ik ook nog eens niet trots op ben).
Met de mensen die andere mensen het leven zuur maken door hen uit te schelden, door hen te vertellen hoe níet-competent ze zijn. De mensen die geld het allerbelangrijkste vinden en die hun volledige bestaansgrond ontlenen aan hun bankrekening en die het niet uitmaakt of anderen worden gekwetst.
Om nog maar niet te spreken van de mensen met een griezelige ideologie. De mensen die andere mensen achternazitten om hen te doden.
Ik ontdekte dat ik hoop dat de slechte mensen ook slecht blijven. Laat ze zich vooral idioot blijven gedragen en laat ze daarvoor gestraft worden. Enorm gestraft worden. (Soms voel ik dan een heel klein sprankje medelijden, maar dat mag eigenlijk niet als iemand écht heel slecht is). Gedachten als: die persoon heeft misschien een slechte jeugd of een moeilijk leven gehad; of: bij die persoon konden bepaalde behoeften niet worden vervuld, daarom werd hij (of zij) zo, sta ik niet toe. Medelijden? O nee!
Want slechte mensen vindt iedereen slecht en de meeste mensen zullen hopen dat slechte mensen gestraft worden (terwijl ze nog hartstikke slecht zijn; als ze ineens heel erg goed worden is het straffen voor de slechte dingen die ze hebben gedaan allang zo 'leuk' niet meer).
Eigenlijk is het misschien zelfs een beetje niet leuk als een slecht mens ineens zijn leven betert.
(Wat natuurlijk wel goed is, maar wat op de één of andere manier niet goed voelt).
-
Ik schrijf dit natuurlijk niet om te zeggen hoe iets moet voelen, maar meer om al schrijvend na te denken over een raar verschijnsel wat ik bij mezelf tegenkwam (waar ik ook nog eens niet trots op ben).
vrijdag 24 oktober 2014
Paradise rediscovered.
Ik zal snel weer eens wat gaan schrijven. Maar voor nu nog een keer wat foto's :). Het Paradijs bestaat wél.
maandag 20 oktober 2014
vrijdag 17 oktober 2014
Tijd voor..
.. de dingen die ik allang wilde doen, maar waar ik steeds geen tijd voor had.
Drie uur achter elkaar een brief schrijven. Met Classic FM en thee erbij. Soort van Mindfulness. |
Af. |
Stapeltje. |
Ik leer mezelf borduren. Dit is voor het eerst sinds groep 6 dat ik het probeer en eigenlijk is het wel fijn. Dit patroon is lief, vind ik. O en: zoek het vraagteken dat ik op de foto vond. |
Ja, die pinguïn is best dik. Maar ik wilde even zeggen dat m'n grote sprei af is. Hoera! |
maandag 13 oktober 2014
Een kat, een smoothie en een nieuw project.
Ik vind katten fotograferen zo heerlijk. Ook al is de mijne eigenlijk de enige die ik af en toe op de foto zet. Mét jaren '60 effect van Picasa.
Omdat ik tijd had, maakte ik ook maar eens een smoothie van perzik, framboos, yoghurt en munt.
En tot slot, tussen het schrijven aan het stageverslag door, ben ik begonnen aan een rokje. Ja, je leest het goed. Ik kreeg een boek cadeau bij m'n stage met allemaal mooie haaksteken en omdat haken meditatief en ontspannend is, doe ik dat dus tussendoor.
Ts. Ik lijk bijna iemand met een smartphone en Instagram.
Maar zover is het nog niet.
Omdat ik tijd had, maakte ik ook maar eens een smoothie van perzik, framboos, yoghurt en munt.
En tot slot, tussen het schrijven aan het stageverslag door, ben ik begonnen aan een rokje. Ja, je leest het goed. Ik kreeg een boek cadeau bij m'n stage met allemaal mooie haaksteken en omdat haken meditatief en ontspannend is, doe ik dat dus tussendoor.
Ts. Ik lijk bijna iemand met een smartphone en Instagram.
Maar zover is het nog niet.
vrijdag 10 oktober 2014
De zelfverzekerde wereld.
Vandaag ga ik iets schrijven waarvan ik vind dat het waar is - maar natuurlijk hoeft het daarom nog niet waar te zijn.
Mijn beeld van de mensen om me heen is altijd dat iedereen heel zelfverzekerd is. Dat iedereen het prima vindt om in een bomvolle kamer met vreemde mensen naar binnen te lopen, zich dan niet onhandig gedraagt en dat iedereen gevat antwoordt als iemand anders wat tegen hen zegt. Ik denk ook dat alle andere mensen nieuwe dingen niet (of hoogstens even) spannend vinden en dat het vloeiend gaat als ze ermee beginnen. En ik denk dat anderen zich niet doorlopend vergelijken met anderen die het in de omgang met wéér anderen veel beter doen.
Dit beeld van anderen laat ook iets zien over mijn beeld van mezelf.
Ik ben niet zelfverzekerd (maar soms ook wel). Ik hou er helemaal niet van om ergens naar binnen te lopen als ik de mensen niet ken. Als het dan toch moet, dan het liefst achter de andere mensen aan. Je zult net zien dat ik iets op een verkeerd moment zeg en als iemand iets grappigs vertelt, weet ik absoluut niet hoe ik daarop moet reageren. En al helemaal niet hoe ik daar grappig op moet reageren. (Mijn standaard, in mijn hoofd, is dat ik wél grappig moet reageren want kom nou iedereen is grappig). Ik vind nieuwe dingen zo spannend dat ik er gewoon niet aan hoef te beginnen (wat niet altijd met vermijding te maken heeft, maar ook met de twijfel van anderen aan mij).
Mijn beeld van anderen blijkt niet te kloppen. Iedereen is weleens onzeker en er zijn veel meer mensen die het helemaal niet per se fijn vinden om een kamer binnen te lopen waar ze de meeste mensen niet kennen. Anderen voelen, na werkervaring van jaren, nog steeds weleens de kriebels.
Mijn standaarden zijn misschien wel te hoog. Maar het ontdekken dat anderen dingen ook spannend vinden. Dat is een goede ontdekking.
-
En eigenlijk zou ik het wel fijn vinden als de mensen het wat meer toe zouden geven dat ze onzekerheid ervaren. Dat ze zich van hun kwetsbare kant laten zien.
Mijn beeld van de mensen om me heen is altijd dat iedereen heel zelfverzekerd is. Dat iedereen het prima vindt om in een bomvolle kamer met vreemde mensen naar binnen te lopen, zich dan niet onhandig gedraagt en dat iedereen gevat antwoordt als iemand anders wat tegen hen zegt. Ik denk ook dat alle andere mensen nieuwe dingen niet (of hoogstens even) spannend vinden en dat het vloeiend gaat als ze ermee beginnen. En ik denk dat anderen zich niet doorlopend vergelijken met anderen die het in de omgang met wéér anderen veel beter doen.
Dit beeld van anderen laat ook iets zien over mijn beeld van mezelf.
Ik ben niet zelfverzekerd (maar soms ook wel). Ik hou er helemaal niet van om ergens naar binnen te lopen als ik de mensen niet ken. Als het dan toch moet, dan het liefst achter de andere mensen aan. Je zult net zien dat ik iets op een verkeerd moment zeg en als iemand iets grappigs vertelt, weet ik absoluut niet hoe ik daarop moet reageren. En al helemaal niet hoe ik daar grappig op moet reageren. (Mijn standaard, in mijn hoofd, is dat ik wél grappig moet reageren want kom nou iedereen is grappig). Ik vind nieuwe dingen zo spannend dat ik er gewoon niet aan hoef te beginnen (wat niet altijd met vermijding te maken heeft, maar ook met de twijfel van anderen aan mij).
Mijn beeld van anderen blijkt niet te kloppen. Iedereen is weleens onzeker en er zijn veel meer mensen die het helemaal niet per se fijn vinden om een kamer binnen te lopen waar ze de meeste mensen niet kennen. Anderen voelen, na werkervaring van jaren, nog steeds weleens de kriebels.
Mijn standaarden zijn misschien wel te hoog. Maar het ontdekken dat anderen dingen ook spannend vinden. Dat is een goede ontdekking.
-
En eigenlijk zou ik het wel fijn vinden als de mensen het wat meer toe zouden geven dat ze onzekerheid ervaren. Dat ze zich van hun kwetsbare kant laten zien.
maandag 6 oktober 2014
Een man die Ove heet (en emoties).

Er zijn boeken die je gewoon moet lezen. Dit is er één van. Over een excentrieke oude man waar je naarmate je meer leest, steeds meer van gaat houden. Een kat met één oor en een halve staart. Buren. Op een bepaalde manier gaat het zelfs over liefde. Zoals in deze zin:
'Nu moet je dubbel zoveel van me houden,' vroeg ze
Toen loog Ove tegen haar en zei dat hij dat zou doen. Ook al wist hij dat hij onmogelijk meer van haar kon houden dan hij al deed.'
Dat dus. En wat die emoties betreft: Het is geen boek om in de trein te lezen. Soms is het boek hilarisch (en wil je niets liever dan heel hard lachen). Soms is het boek ook weer een enorme tranentrekker. Allebei dus.
vrijdag 3 oktober 2014
Hearts content.
Eigenlijk zijn romantische films ook maar stom. Niet omdat het niet heerlijk is om ernaar te kijken, maar omdat ze (bij mensen zoals ik, die fantasie en werkelijkheid moeilijk kunnen scheiden) het zicht op de realiteit wat laten vervagen.
Hoe dan ook. Dit liedje is mooi.
Hoe dan ook. Dit liedje is mooi.
Abonneren op:
Posts (Atom)