Pagina's

maandag 18 augustus 2014

De wc-fobie



Je moet jezelf confronteren met je angsten.
Dan worden ze minder. Dan verdwijnen ze misschien wel.
Ik denk dus nog steeds dat als ik mijn angsten onder woorden breng, ze vast wel echt uitkomen. Net zoiets als wanneer je zegt dat je hoopt dat [insert iets waar je op hoopt] het naar alle waarschijnlijkheid niet gebeurt. Hopen moet je stil doen. Net als wensen. Als er een ster valt.

Maar die gedachte klopt dus niet. En waarom zou ik dan ook niet een angst beschrijven? (Iedereen moet wel angsten hebben).

De mijne gaat als volgt. (Dat klinkt alsof het een liedje is. Wie weet maakt één of andere creatieveling er ooit een limerick over. Een wannabe-psych uit het boerenland, haalde eens ineens de krant..).

Dit is alleen nog maar inleidend geschrijf. Om je nieuwsgierig te maken. (Of om de niet echt geïnteresseerden af te laten haken, dat ook).

Laten we zeggen dat het avond is. Ja. Het is avond. En op die avond zit ik ergens met anderen. Een verjaardagsfeestje, een cafeetje, een restaurant. Maak er maar iets van. Eigenlijk moet ik al naar de wc voordat ik aankom (ik ben een vrouw) maar ik besluit me te gedragen en te wachten tot na de thee. (Of tot na het hoofdgerecht). Dus. Ein-de-lijk mag ik. Soms sturen mensen je naar buiten (ga maar in de bosjes plassen, of in de rozenstruiken. Dat mag ook). Soms wordt de wc netjes met pijlen en bordjes aangegeven. Verdwalen uitgesluiten. Ontsnappen ook. Aan het Lot dan. Het WC-lot.

In mijn dromen zit de wc op slot. Als ik aansluit in de ellenlange rij, kom ik gegarandeerd te laat. Of de wastafels zijn groen uitgeslagen. Of je moet door een heel eng doolhof om er te komen. Of er staan twintig wc-potten op een rijtje zonder deur ervoor of ernaast. Gezellig.

In de echte wereld loop je een ruimte binnen met spiegels. Misschien met een verdwaalde tandenborstel. Of met dames die ijverig hun haar opsteken en hun make-up bijwerken. En je gaat dus naar de wc.

De volgende scenario’s zijn mogelijk:
1.] Je hebt je handen gewassen, draait vrolijk het slot om en komt huppelend weer bij het gezelschap. Die je nieteens hebben gemist.[frequentie: 6 van de 10x].
2.] Je hebt je handen gewassen. Heel erg droog zijn je handen niet, maar dat geeft niet. Je hoort de muziek al spelen – of het geroezemoes van de mensen. Verhip. Het slot draait niet. Hetslotdraaitechtniet. Verdorie. Je denkt: Ik wil eten, vanavond weer naar huis, naar bed. Het slot draait niet. Het slot zit muurvast. Je kijkt omhoog (geen uitweg) omlaag (geen uitweg). Je denkt eraan dat je je telefoon niet mee hebt genomen naar het toilet. Waarom zou je ook? Je denkt aan de anderen die je straks pas gaan missen. Je denkt aan de brandweer die je straks moet komen bevrijden. En dan ineens in al je wanhoop: HET LUKT. Met nog kloppend hart loop je terug. Weer niet. [frequentie: 4 van de 10x].
3.] Imaginair scenario. Fobie en dus geen realiteit. Je hebt opnieuw je handen gewassen. Je blijft maar handen wassen zeg (zou je jezelf niet eens een obsessief-compulsieve stoornis aan laten meten?). Je droogt je handen niet al te goed af – want hee, daar heb je geen zin in tijd voor. En dan draai je dus aan het slot. Je draait en je draait en je weet eigenlijk niet meer welke kant je nou ook alweer op moest draaien. En je denkt aan de brandweer en aan de anderen die het gezellig hebben met elkaar. En aan jij, arme jij. Zonder eten maar met een kraan en een wc. Je zult van dorst niet omkomen. Zo blijf je proberen en proberen.  Uiteindelijk geef je op.
Aan het einde van de avond – vraagt iemand zich af waar je blijft. “Die blijft wel heel lang weg hè,” zeggen ze. Paniekscenario’s.
Een heuse echte brandweer op de stoep.
Een rekening voor het molestreren van een slot. [frequentie: 0 van de 10x].
Nu hoop ik dus echt dat scenario 3 een imaginair scenario blijft.



woensdag 13 augustus 2014

Early Years.








Ik ging een paar dagen naar m'n zus. In oude albums kwam ik deze foto's tegen van een heel klein en blond ikje. In alle eerlijkheid: Oude foto's kijken is één van de leukste dingen die er is :). Vandaar maar even een paar oude fotootjes.

maandag 11 augustus 2014

Sympathie.



Op de één of andere manier ervaar ik altijd sympathie voor degene waarvoor de anderen dat niet hebben. Iets in mij wil tegendraads zijn. Als iemand tegen mij zegt: “Joh, wat zie je er leuk uit zo, dat moet je vaker doen!” Dan denk ik: Nee. Omdat jij het zegt doe ik dat niet. Op die manier. Omdat veel mensen in Nederland voor Gaza gaan demonstreren denk ik: Israël. Sympathie. Waarbij ook meespeelt dat ik iemand ken die daar woont die al meerdere keren terwijl ze op straat liep een schuilplaats in moest.

Maar tegelijkertijd zou ik niet gaan demonstreren en zeggen dat ik 100% achter dat land sta. Daar zijn verschillende redenen voor. De belangrijkste is kennis (het ontbreekt me daaraan). De ene bron zegt het ene, de andere bron het andere. Niemand is objectief en altijd speelt gevoel een rol. In wie goed is en wie fout. Maar is er wel iemand goed? Dat betwijfel ik steeds meer. Dat denk ik dus zelfs van niet. Ik kan wel sympathie hebben voor een land, maar als door hun toedoen duizenden onschuldige burgers dood worden gebombardeerd?  Zijn ze dan goed? Nee. Zijn de anderen dan slecht? Ja, maar niet slechter.

De vijand zit niet aan de andere kant van de grens, maar in je hart. Iets in je hart maakt de ander tot vijand. (Dusdanig tot vijand dat je raketten blijft afschieten – terwijl je wel weet dat er een reactie zal komen en ja hoor: we bombarderen een ziekenhuis. Of dusdanig tot vijand dat je blijft bouwen op plekken waar dat omwille van de lieve vrede beter is van niet?). 

Hebben de mensen daar er een beeld van hoe het leven zonder vijand zou zijn?
Zouden mensen hun haat soms niet koesteren.
Water geven alsof het een plantje is.


-
Nb: Dit is hoe ik er nu in sta. Dingen kunnen veranderen.

donderdag 7 augustus 2014

Couscoussalade.

Eergisteren maakte ik een couscoussalade. Gewoon omdat het kon. Het recept komt opnieuw van hier.



woensdag 6 augustus 2014

Iemand knuffelen.

Misschien is iemand knuffelen als de regen.

En is het hart van de ander als de grond.

Soms als de aarde die de regen nodig heeft.
Soms als een rots die weigert zich te laten doordrenken. Niet nodig.
Soms als de aarde die wel regen nodig heeft maar die weigert het tot zich te nemen. Paraplu's. Een regenjas, achteloos neergesmeten op de kurkdroge grond.

maandag 4 augustus 2014

Baking Bread.

Vakantie = eindelijk tijd om recepten uit te proberen. En broden te bakken, omdat brood bakken heel fijn is. Ik maakte zaterdag een focaccia. Het recept vind je hier. (Ik zou alleen de helft minder zout gebruiken).

Zondagmiddaglunch: Focaccia met Tzatziki, Geroosterde Paprika & Rucola

Zaterdagavond: Focaccia. Net uit de oven.

zaterdag 2 augustus 2014

Liefde en macht.

"Degene met de minste liefde heeft de meeste macht."

Een uitspraak die ik al vaker ben tegengekomen. Hoe waar is dat. Degene die het minst voor de ander voelt, kan de ander verlaten. De ander, die zoveel meer voelt, zal er alles aan doen om diegene bij zich te houden. (Waarschijnlijk tevergeefs). Hij of zij is volledig afhankelijk van wat diegene-die-niet-zoveel-voelt zal doen. Stomme positie.



donderdag 31 juli 2014

De mensen die het niet weten.

Het kan fijn zijn als je een dilemma hebt (of gewoon advies nodig hebt) dat er iemand is die je helpt.

Maar wat ik heb ontdekt is dat het het allermeeste helpt als mensen juist niet teveel advies geven.

Dat ze zeggen: 'Ik weet ook niet wat je moet doen. Ik luister naar je. Ik begrijp wat je wilt en wat je niet wilt en wat het beste is en wat niet. Maar ik ga  je níet vertellen wat je moet doen. Gewoon omdat ik het ook niet weet'. (Dat is pas inlevingsvermogen).

Wat heerlijk. Die mensen die het ook niet weten.

vrijdag 25 juli 2014

Een eendenverhaal.

Er waren eens sprookjes. Altijd liepen ze goed af. Zodat degenen die ze lazen gingen geloven dat het leven net zo’n sprookje was en dat het dus ook allemaal goed zou komen en dat zij, de lezers, lang en gelukkig zouden leven. Met degenen van wie ze hielden, want anders zou het geen sprookje zijn. Dat is het beeld wat we van sprookjes hebben. Dat de zeemeermin in zeeschuim verandert en dat de boze stiefmoeder op gloeiendhete sloffen moet dansen tot ze er dood bij neervalt vergeten we voor het gemak. Of we genieten ervan.
(Niets is zo lekker als janken bij  een film of verhaal).

Dit verhaal is geen sprookje, maar de realiteit.

Er waren eens twee eenden.
Een mannetjeseend. Een vrouwtjeseend.
Zij hielden van elkaar. (Hoe dat bij eenden gaat en of ze oxytocine aanmaken en of ze elkaar kusjes geven of op zijn eends knuffelen weet niemand. Misschien hielden ze ook wel niet van elkaar en heeft hij haar bruut verkracht. Daar hebben eenden een handje van). Maar goed. Een mannetjeseend en een vrouwtjeseend dus. Een nest vol eieren als het resultaat van hun liefde. Toewijding in capslockletters geschreven. Zó vol toewijding bebroedde moeder haar legsel.  Weken keek ze uit naar de geboorte van haar kroost. Vleugelwringend liep ze tenslotte rond. O blijde dag.

Zeven. Het waren zeven jonge eendjes. Piepend maakten ze hun aanwezigheid kenbaar. Moeder was trots en dacht: Ach, kijk nou toch eens. Zijn ze niet ongelofelijk mooi? Zijn ze niet wonderbaar? Iedereen die te dichtbij kwam werd met gekwaak en geblaas verteld dat dít toch niet de bedoeling was hè – in een straal van dichterbij dan vier meter naar haar kinderen kijken. Toewijding. Dat was het echt. Zoveel toewijding dat wij, schijterds, dachten dat moedereend het maar zelf op moest knappen – en dat we ze maar niet gingen vangen, want een blazende eend die op je afkomt is niet zo gezellig.

Maar moedereend slaagde er niet in haar kroost bij de les te houden. Aanvankelijk zwommen ze als een trouwe stoet achter haar aan. Mama is de beste en mama is de liefste en mama is vooral de warmste met de zachtste veren. Maar dat is dus aanvankelijk. Toen besloot nummer één dat het misschien wel een origineel idee was om te verdrinken. Nummer twee, drie en vier liepen weg. Moeder maakte, opnieuw met hevig gekwaak, kenbaar dat ze hier niet van gediend was. Maar dat maakte niet uit. Gaten in het gaas, zelfs als je ervoor moet springen, zijn bedoeld om te ontsnappen en je moeder met een gebroken hart achter te laten. Ze liepen dus weg en kwamen niet meer terug. Dat was de dag na hun geboorte.

De tweede dag na hun geboorte besloten nummer vier, vijf en zes dat ze wel lang genoeg onder moeders vleugels hadden gebivakkeerd.

De derde dag na hun geboorte was er een heldenrol voor mij weggelegd. Jawel. Ik kwam thuis, besloot: dit is een ultiem moment voor een middagdutje – en werd al snel opgeschrikt door gekwaak. Alweer. En daar rende het laatste eendje. Met een rotgang richting de vijver. En ik ving hem en bracht hem veilig naar zijn mama. Eind goed al goed.

Maar vandaag was ook het laatste eendje verdwenen..

maandag 21 juli 2014

Where the money is..

Dit is zo'n liedje die ik echt keihard 20x achter elkaar wil luisteren.


zaterdag 19 juli 2014

Onze grootste angst.

"Onze grootste angst is het kwijtraken van degenen waar we het meest van houden".
Ik las dit hier.

Die cadans van die woorden, die blijft in mijn hoofd hangen. Wat is dat een raar lot van ons mensen! Ondergaat iedereen dat lot? Van kind tot volwassene, van brave burger tot crimineel?
Zouden veel mensen die angst wegduwen? "Weg jij, ik wil niet aan je denken!"

Ze zeggen niet tegen de anderen om hen heen hoeveel ze van hen houden.
Angst voor afwijzing. Angst voor gekwetst worden.
Of gebrek aan liefde. Maar dat heeft niets met angst te maken. (Of misschien ook wel).

(En daar komt die angst weer om de hoek kijken met klamme handen, hartkloppingen, afwezigheid en kou. Kou die zo intens is dat je met vijfentwintig graden een dikke trui nodig hebt. Een capuchon op je hoofd. Thee om je handen weer te warmen).

Maar als die angst er niet was dan zou ook niet ineens op een klaarlichte lichtvoetige winterdag de één de ander vertellen hoeveel. En op een zwoele zomeravond zou dan niet de ander de één aanraken en vragen voor altijd. Want de angst brengt keuzes.

Soms. Het is niet altijd mogelijk.



vrijdag 18 juli 2014

De wereld.

Het voelt soms zo oppervlakkig om over fijne dingen te bloggen. Foto’s van post, lekker eten en bloemetjes. Net alsof  er geen grote boze wereld is. Met raketten over en weer en het goede en het kwade. Over de vijand die misschien niet alleen aan de andere kant van de grens op je kan loeren, maar die veel meer in je eigen hart zit – want anders zou alleen de vijand slechte dingen doen en jij niet (je zou er zelfs niet aan denken). Over onschuldige mensen waarvan sommigen hun dromen aan het vervullen waren en anderen misschien nog wel te jong waren om te dromen. Misschien waren er mensen die hun dromen al in rook hadden zien opgaan. En toen gingen ze hun dromen achterna.

Soms zijn er geen woorden. Wat is er met de wereld gebeurd?

donderdag 17 juli 2014

Geen zin in koken als het warm is.

Maar hee, ik had er wel een keertje tijd voor. Het is donderdag. Ik had geen afspraak in Utrecht. Ik ging wel richting vrijwilligerswerk - maar daar was de boel uitgestorven, dus ik heb rechtsomkeert gemaakt. En dus was ik thuis. Ik kón dus koken. Maar er zijn altijd alternatieven. Zoals deze tortilla-taart voor als het echt warm is.

Doorsnede #1.

Doorsnede #2.

Gerookte zalm + feta + ijsbergsla + Griekse yoghurt met tijmblaadjes.

Gerookte makreel + ijsbergsla (alweer? ja alweer!) + bosuitjes + (jaha) Griekse yoghurt met tijmblaadjes.

woensdag 16 juli 2014

Plantjes zijn relaxed.



Lieve minipaprika's in wording.

Wannabe-pumpkin

Wil-wel-bloeien-maar-nog-geen-vruchtjes-laten-zien-courgette

Pleasende peperplant die erg goed zijn best doet.

De grootheidswaan van de pompoenplant
De Oost-Indische Kers die de zon opzoekt. Ik kreeg de zaadjes van haar.

Mister Rabbit. Af en toe moet ik z'n oren een beetje bijknippen omdat het anders mr. Griezel wordt.

dinsdag 15 juli 2014

Postcrossing.

Ik hou van post. Van die post die de postbode met zijn wit-met-oranje-busje komt brengen en die ervoor zorgt dat de brievenbus kleppert. Hoe leuk is dat. Naar de brievenbus lopen en tussen alle vanzelfsprekende dingen (de folders, de rekeningen) iets zien wat je lief toelacht vanuit de bodem van de brievenbus. Brieven en kaartjes. Brieven die met pen op papier zijn geschreven. En kaartjes. Had ik al verteld dat ik, als ik jarig ben, nog altijd kattenkaarten krijg? Die kreeg ik al toen ik acht was - maar omdat ik dus nog steeds ongelofelijk veel van katten houd, krijg ik ze nog steeds.

Nu bestaat sinds - weet ik het hoe lang al - een website waarop je kaartjes kunt sturen naar mensen over de hele wereld. Je kunt ze niet alleen sturen: voor elke kaart die je stuurt, krijg je ook een kaart van iemand-weet-ik-het-waar. Ik dacht steeds: ik heb geen geld voor kaartjes (maar wanneer heb je dat wel, als bijna afgestudeerde wannabe-psycholoog?). En ik dacht: ik woon te ver van een plek waar ze leuke kaartjes verkopen (maar dat is een excuus om eens vaker naar een plek waar ze wel leuke kaartjes te verkopen toe te gaan). En ik dacht: ik heb geen inspiratie. Weet ik veel wat anderen leuk vinden. Tot slot dacht ik ook nog aan de postzegels - want om nou elke keer met m'n kaartjes naar de balie in de supermarkt te gaan. ("Mevrouw, hebt u een vriendje in land X?" - en voor je het weet trouw ik met een Viking uit het kille Noorden *leve de roddelcircuits* -  en waarom ook niet. Dan schrijf ik mijn blogjes in de toekomst zø, met extra streepjes en åånhangsels).

Je blijkt dus postzegels-met-de-koning-erop-voor-naar-het-buitenland te kunnen kopen. Het ene meisje achter de balie wist niet of die postzegels er wel waren. Het andere meisje schoot haar te hulp en diepte een velletje op. "Alstublieft, mevrouw" (al noemt niemand mij mevrouw, behalve de mensen aan de andere kant van de telefoon op m'n stage die niet weten dat ik eruitzie als zestien).

Dus. Sinds vorige week doe ik mee met de postcross-wereld.
Waarom ook niet.

woensdag 9 juli 2014

Het Noorden.

Dromen hebben is belangrijk.

Eén van de mijne is om ooit naar het Noorden te gaan. Niet een beetje naar het Noorden, maar heel erg noordelijk. In de winter. Als er veel sneeuw ligt. Het flink vriest. En je het Noorderlicht kunt zien. Onlangs las ik in de Sp!ts of Metro een artikel over avontuurlijke vakanties voor bikkels van mannen. Je had eerstegraads vakanties. Weliswaar kamperen, maar met nog een graadje comfort (geloof ik). Je had de tweedegraads vakanties. Het Noorden. Sneeuwscooteren en op een hondensleetje door het besneeuwde landschap zoeven. En je had de derdegraads vakanties. Gezellig bungeejumpen boven een vulkaan. Zoiets was het. Wat ik maar zeggen wilde, er bestaat bijna niemand die een grotere schijtert (scheitert? scheiterd? schijterd?) is als ik. Het is dan toch maar grappig dat je droomreis ergens als avontuurlijk wordt aangeduid. Nu nog plannen en doelen maken om die droom te realiseren.
wikipedia.



zaterdag 5 juli 2014

Sommige dingen moet je gewoon kopen.

Zoals dit kattennotitieboek van Paperchase (die leuke winkels die je op sommige stations vindt).
Mooie opvolger voor mijn Minnie Mouse-positieve-dingen-dagboek.

Ik heb alleen dus zoveel mooie notitieboeken gezien dat ik op zoek ben naar excuses om er meer te kopen (a).



donderdag 3 juli 2014

Want het bos is zo fijn.

Gisterenavond wandelde ik weer eens met E. (Woensdagavonden zijn fijn, want donderdag is m'n vrije dag en dus maakt het op woensdag wat minder uit hoe vroeg - of laat - ik ga slapen). Het was de ultieme gelegenheid om veel te kletsen, te lachen, te genieten van paradijselijke natuur en.. foto's te maken.

Haar haar.
Playing hide-and-seek
Het grappige aan deze foto is, dat we een foto van ons samen zouden maken. Toen ik die wilde bekijken bleek dat de camera véél te ver was ingezoomd. Stom en grappig.
Aanpassen is stom.
Ik wilde op mijn shirt lijken. Misschien een idee voor nog eens een shoot - met nog maffere shirts :)







maandag 23 juni 2014

Witboek.

Een tijdje terug blogde ik over opschrijfboekjes. De ene had ik weggegeven en de andere.. ging over een project waar ik mee bezig ben.

Nu heb ik dan eindelijk tijd om eens te bloggen over dat project. Het heerlijk egoïstische-dit-gaat-helemaal-over-mezelf-project.

In het werk als psycholoog kom je ontzettend veel mensen tegen die negatief over zichzelf denken. Ze hebben te maken met onzekerheid, hebben moeite met kritiek, zijn perfectionistisch. Voelen zich geremd in sociale situaties. Soms melden ze zich schuchter aan: ik heb een niet zo positief zelfbeeld. Ze schamen zich daarvoor. Toegeven dat je niet zo positief over jezelf denkt is niet makkelijk. Maar het is wel stap één.

In mijn paar weken op stage ontdekte ik al snel dat ik zelf ook veel positiever over mezelf zou kunnen denken dan ik doe. Ik voel me onzeker. Mag geen fouten maken van mezelf (waardoor ik ze vanzelfsprekend juist maak). En het allersterkst heb ik constant de gedachte (de overtuiging eigenlijk, omdat het wat dieper zit dan iets wat je alleen maar denkt) dat alle anderen overal veel beter in zijn dan ik. Dat ze mooier zijn, alles beter kunnen, leuker zijn om mee om te gaan. Constant vergelijken dus. Wat helemaal geen moeite kost, want het gaat vanzelf.

Maar waarom niet veranderen? Zorgen dat ik mezelf even aardig vind als alle anderen? Dat kan best. En nu heb ik dus naast die grote bomvolle kartonnen doos met negatieve dingen ("Argh, ik heb een fout gemaakt, de wereld vergaat!") een nieuwe neergezet. Met als doel dat die uiteindelijk zo groot wordt dat de negatieve-dingen-doos een klein stipje is. Hoe doe je dat? Ik ben begonnen met een zelfbeeldmethode. Het blauwe notitieboekje uit die blog van een tijdje terug is voor mijn vorderingen. Mijn kosten-batenanalyses. Maar daarnaast heb ik mijn oude boekje nog.

Het witboek. Ofwel mijn positief dagboek wat ik al meer dan een jaar bijhoud.

Positief dagboek



In het witboek schrijf je elke dag de goede dingen op. De dingen waar je trots op bent. De dingen die je gedaan hebt, die je níet gedaan hebt (omdat dat beter was), de dingen die je gezegd hebt, de dingen waar je van genoten hebt. Je schrijft je gevoel daarbij op (trots, blij, tevreden). De regel is dat je geen censuur toe mag passen. Iets waar je trots op bent, ben je trots op. Klaar. Niet bagatelliseren.

Gisteren


Je moet vooral hard je best doen om het boek zo snel mogelijk vol te schrijven. Niet te grote eisen hebben, grote dingen opdelen in meerdere kleine. Eindeloos herhalen mag. Evenals je juist concentreren op datgene wat je moeilijk vindt (want elk klein stapje is de moeite waard).

Tot dusver
Natuurlijk is die hele zelfbeeldmethode niet alleen het witboekgedeelte. Maar ik vind het zo leuk dat ik eigenlijk in de toekomst best iets met zelfbeeld zou willen doen. Ook in de zin van behandeling dan hè. En het idee van een positief dagboek is denk ik voor iedereen aan te raden.




vrijdag 20 juni 2014

Ontwikkeling, confrontatie en een idee.

Ja. Eindelijk heb ik dan ook een intake gedaan. Heel langzaam kan ik zeggen dat ik groei. Ik dacht eerlijk gezegd dat ik niet zo ver zou komen tijdens mijn stage - maar gelukkig dus wel. En hoewel ik cliëntencontact écht heel spannend vind, geniet ik er op een bepaalde manier ook van. Het is echt heel fijn om een klein beetje vriendelijkheid rond te strooien. Tegelijkertijd kom ik mezelf ook heel erg tegen. Ik realiseer me hoe erg ik altijd denk dat alle anderen dingen beter kunnen - en nu pas ontdek ik wat voor chaoot ik kan zijn. Alles moet ik opschrijven, omdat ik het anders domweg vergeet.

(Maar op de één of andere manier schiet schrijven er vreselijk bij in als ik elke dag van acht tot zes weg ben).

Gisteren bedacht ik me nog iets. De laatste tijd bewaarde ik vanalles in m'n agenda. Kaartje hier, documentje wat ik had uitgeprint daar. (Ik heb dus nog een papieren agenda hè, zo'n mooie grote van Flow). Maar ik kan die dingen ook inplakken. Mét uitgeprinte foto's van leuke dagen. Op die manier kan je agenda een soort dagboek worden. Vind het eigenlijk wel een leuk idee :)

maandag 9 juni 2014

In de kerk.

Ik dacht altijd, toen ik kind was, dat ik ooit kerkdiensten wel leuk zou vinden. Als ik groot was. Toegeven dat ik stilzitten (zo lang, meer dan anderhalf uur hè!) best lastig vond, durfde ik niet goed. Volgens mij heb ik dat ooit weleens gedaan. Maar wat je hoorde in de kerk was zo belangrijk dat beweegdrang zeker ondergeschikt was, of je nu ADHD had of niet. En dus vertelde ik maar niet dat ik zondag aan zondag moed zat te verzamelen voor die drie uur in totaal. Van die drie uur werd je wel creatief. Vouwsels van snoeppapiertjes. Bijnamen. De meisjes die zondag aan zondag zo hard hoestten doopten mijn broer en ik in een toepasselijk Uchtine, Hoestalina en Proestje. We hadden Tafelkleedje, omdat ze altijd een omslagdoek droeg. En spelletjes. Iets met voeten en krassen in de kerkbank. Spelletjes waren over het algemeen van korte duur. Na verloop van tijd kwam er een nijdige blik. Een por. Want spelen is niet luisteren - en daarvoor zit je in de kerk. Zelfs als je nog maar een jaar of acht bent.

Ik droomde van de tijd dat ik kerkdiensten leuk zou vinden. Als ik groot zou zijn. En intussen telde ik de pijpen van het orgel en de lampen. Een keer liep een herdershond voorin de kerk. Een andere keer kwam een kat op visite. Maar de orde van de dienst werd nooit verstoord.

Ik werd inderdaad wat ouder. Hoewel het geloof me eigenlijk niets te vertellen had toen ik kind was, veranderde dat toen ik een jaar of vijftien was. We volgden Bijbelstudies op school, ik luisterde de Amerikaanse praise-muziek van m'n zus. Ik werd autistisch fan van Michael W. Smith. En ik schreef dagboeken vol over mijn zoektocht naar God - en dat was een zoektocht, mede door mijn best wel rechtlijnige opvoeding. Die opvoeding en die kerk. (Hoewel ik vroeger veel schreef over hoe ik God zag - doe ik dat nu wat minder en zeker op een blog, omdat ik het wat meer persoonlijk vind).

Nu zit ik nog steeds in een kerkbank. Met beweegdrang tijdens de dienst (en ik heb nieteens ADHD) en een houten kont na afloop. (Soms besluipt me de gedachte: zou je kunnen vastgroeien aan je kerkbank? Hoe moet dat dan goed aflopen?) Af en toe zegt de dominee iets over mensen die 'met hun gedachten ergens anders zijn'. Raar, hoe je hersenen dat dan weer wel opvangen. Ik bouw luchtkastelen in de kerk. Stel me voor hoe ik gesprekken voer met de mensen die ik ken en wat ze zullen zeggen en wat helemaal niet. Een eindje voor me stiefelt Bruin Boon de bank in. Ik kan mijn adem volgens mij geen minuut inhouden (ik heb het weleens geprobeerd met mijn horloge erbij). De kinderen voor me geven elkaar een mep. Het jongetje verderop gaat voor de derde keer deze dienst naar de wc. (Toen ik klein was, mocht ik in de kerk niet naar de wc, want taferelen van kindjes die ommetjes maken tijdens de dienst zijn ons ook allemaal bekend). Ik ga verzitten en hoop dat mijn onderuitgezakte houding de dominee erop attendeert dat de anderhalf uur al voorbij zijn. Er verandert weinig. Misschien ben ik nog niet groot genoeg.

Soms vraag ik me af waarom we zo trouw naar de kerk gaan. Is het omdat we God willen ontmoeten en naar Hem verlangen - of veel meer uit angst: de kerkgang als een bingo-kaart die je vol moet krijgen? (Want anders).

Sommige dingen zijn zo raar.


Wat geknutsel.








Pogingen tot creativiteit.. tussen alle stagedrukte door :)
Het bovenste patroon komt uit 'Mollie makes birds' (boek). Cadeautje voor iemand die nu ver weg is.
Het onderste kun je hier vinden. Ik wilde een boekje opleuken voor iets waar ik mee bezig ben. Een project zeg maar, maar dit keer eens één die eigenlijk specifiek op mezelf gericht is.

maandag 2 juni 2014

Op het eerste gezicht.

In dit leven zijn er mensen die geloven in liefde op het eerste gezicht. Alléén in liefde op het eerste gezicht, want als het niet op het eerste gezicht is.. nou ja, dat dus. Dan was het niks, is het niks en wordt het niks.

Er zijn ook mensen die daar niet in geloven. Op het eerste gezicht is onzin. Zij willen mensen leren kennen en ontdekken wie die mensen zijn en dan, na verloop van tijd, zeggen ze: "Eigenlijk.." (waarna romantische verhalen volgen).

Maar behalve de mensen die daarin geloven en de mensen die daar niet in geloven, is daar ook het leven. En in dat leven de liefde, soms vormgegeven door dat malle mannetje met een pijl en boog.

Lukraak schiet hij. Meestal mis en af en toe een keertje raak. Hij heeft er een grote voorkeur voor om de mensen die in liefde op het eerste gezicht geloven vooral niet te raken. O nee. Misschien is hen raken net zo moeilijk als in de roos van het dartbord gooien zonder ervaring met zware pijltjes. Misschien doet hij het met opzet. Als daar toch eens sprake van was.

En de mensen die niet in liefde op het eerste gezicht geloven, ervaren plotseling liefde op het eerste gezicht (het wordt toch zo'n rare zin als je hem te vaak opschrijft) voor iemand die wel in liefde op het eerste gezicht gelooft - maar die jammerlijk gemist werd. Ergens in de grond, ver ernaast, ligt nog een kromgebogen, misgeschoten pijl. En niemand, niemand die dat malle mannetje eens op het matje roept en zegt: "Nou moet jij eens even goed luisteren!"

Niemand.