Pagina's

maandag 26 oktober 2015

De angst voor de onechtheid van het goede.

(Dit schreef ik gisteren, omdat ik een paar voorbeelden van 'angst voor de onechtheid van het goede' tegenkwam in het boek 'Eendagsvlinders' van Yalom).

-
Bang zijn mag niet. Niet van jezelf. Niet van anderen. Gewoon niet. Knoop dat nou eens in je oren. (Ik heb het tegen mezelf). 
Hoewel het van mezelf niet mag, mag het van anderen nog meer niet. Het kost tijd om je gerust te stellen - als ze daar al toe bereid zijn. Alles op deze aarde kost tijd. Er zijn betere dingen om tijd aan te besteden dan je angst. De angst dat de boot omslaat. Stel je niet aan, zeiden ze. Ze moesten zo hard lachen en waren tegelijkertijd geïrriteerd want het sloeg echt helemaal nergens op dat ik bang was om in het water te vallen. Ik kon toch zwemmen? En best goed ook.
Kijk eens, zeiden ze. We wiebelen. Dat doen we expres. Ervaar het maar eens. Er gebeurt niets. En als er iets gebeurt, gebeurt er nog steeds niets. Doe niet zo zenuwachtig. Stel je niet aan.
En ik? Ik ben het tot op de dag van vandaag niet vergeten.

Dat is gewoon bang zijn. Bang zijn om overboord te gaan. Bang zijn om onder een boot terecht te komen en niet te weten welke kant uit te zwemmen. De angst uit nachtmerries.

Er is ook bang zijn wat veel minder goed te definiëren is. De angst voor de kracht van onze illusies en de macht van de verbeelding.

Ik ben bang dat de mensen, de bijzondere mensen in mijn leven, op een zekere dag de deur achter zich dichtdoen en denken: zij. Wie is zij alweer? Waarom maakt zij deel uit van mijn leven? Dat slaat toch eigenlijk helemaal nergens op? Ze steken een paraplu op omdat het alwéér regent en met iedere druppel die door de paraplu wordt tegengehouden vinden ze het nog minder ergens op slaan.
Dat kan.
Misschien. Het is mogelijk.
Het is ook mogelijk dat mensen heel. veel. voor je betekenen en dat zij op zekere dag vinden dat je niet zoveel voor hen betekent.
Of, misschien is dat zelfs nog wel mogelijker, bestaat het dat iemand heel. veel. (echt heel veel) voor je betekent en je dacht dat dit andersom ook zo was, maar dat het niet zo blijkt te zijn. En daar sta je dan.

Met in je achterhoofd die keer dat dat ene liedje op de radio was en je aan die persoon moest denken. De blik in zijn ogen. De sneeuw die dwarrelde. Je dacht dat je bijzonder was voor diegene omdat diegene zo naar je keek en omdat je getwinkel zag en sterren gaan pas eens in de heel veel miljoen jaar uit. Twinkel. Twinkel. Kleine ster.

Daar sta je dan. Op de achtergrond staat je verbeelding je heel hard uit te lachen.
Of misschien was het geen verbeelding. Was het echt. Is het het leven.

In het boek wat ik las, las ik over een man die van een vrouw hield. Ze gingen samen op huwelijksreis en de man was euforisch van geluk. Korte tijd later bleek dat ze een ander had en dat ze die ander tijdens de euforische huwelijksreis al had. Dag. Mooie momenten. Met terugwerkende kracht.

Ik las over een vrouw die geweldige momenten had gehad met een man. Hij was haar beste vriend. Genoot met volle teugen van het leven en droeg dat op haar over. Toen bleek dat hij een diagnose had. Er was sprake van manie. Was zijn geluk dan wel echt en niet de euforie die bij de ziekte hoorde? De mooie momenten verbleekten. Met terugwerkende kracht.

Dat is de angst voor de onechtheid van het goede.
Want straks is het goede nooit goed geweest.
En wie ben je dan nog? Met je lege handen?

(Moet je dan zeggen dat je het jezelf zo mooi had verbeeld?
Of mag je zeggen dat de momenten dankzij je verbeelding zo mooi waren - zonder je latere kennis de momenten te laten bederven?)




zaterdag 24 oktober 2015

Het leven in foto's.

Jammer alleen dat ik weinig/geen foto's op het werk maak, terwijl daar de meeste tijd inzit :). Maar goed. Wie weet post ik mijn spreekkamer nog eens.

Ja, ik ga een rokje haken. Fijne kleurtjes, dit.
Donderdag begint mijn cursus. En waar ik in huiswerkbegeleiding iedereen altijd veel liet samenvatten/opschrijven, doe ik dat zelf dus ook. Al is het niet zozeer samenvatten meer (a).
Ik hou van grappige boeken tussendoor. Ter afwisseling op 'Eendagsvlinders' van Yalom en 'Het meten van de wereld' van ik weet niet meer wie.
Thee! Dat is zoveel goedheid in de herfst. Van links naar rechts (alsof het een groepsfoto is): Citroen/gember van Clipper, kersen van Pickwick, Honey-lemon-ginseng van Celestial Seasonings, Thee met amandel van Dilmah, Sterrenmunt van Pickwick, Chai Organic Green Tea van Clipper, mijn favoriet: Indian Chai Tea van Clipper, Earl Grey van Simon Levelt en de Snore & Peach-thee van Clipper die écht naar lavendel smaakt.

Bruiloft van m'n nichtje vorige week. Experimentje met andere kledingstijl en ik hou er wel van: bloesjes met een strik. (O ja en die foto is idioot, maar ik sta te vaak chagrijnig op foto's).



zaterdag 17 oktober 2015

Geluk.

Ik voel me gelukkig, maar soms ook niet.

(En wat is nou gevoel).

Op die momenten dat ik mijn cliënten behandel of heb behandeld en zie dat ze stappen vooruit maken, dat ze inzichten krijgen, dat ze dingen durven delen en dat ze durven huilen. Op die momenten dat ik met collega's lunch en hoor dat iedereen weleens ergens tegenaan loopt. Op die momenten dat ik anderen vertel over mijn werk en veel te lang doorpraat. Dan, dán ben ik gelukkig.

Het schijnt bij mij zo te werken dat ik iets nodig heb om gelukkig van te worden. Zoals het fluitspelen vroeger en mijn werk nu. Is dat een vorm van identiteitscrisis? Ik heb geen idee. Ik merk wel dat ik meer vertrouwen in mezelf krijg door het werk wat ik doe.

Maar soms voel ik me dus ook echt niet blij. Ik vertel mezelf dan dat gevoel maar gevoel is en dat ik er niet zoveel waarde aan moet hechten. Ik zou de wereld op zijn kop kunnen zetten omdat ik iets specifieks voel. Ik zou vriendschappen kunnen verbreken vanwege gevoel. Ik zou veel kunnen voelen en dan zou dat nog geen graadmeter kunnen zijn voor succes. Misschien wel juist niet zelfs. Omdat gevoel iets geks is.

Geluk dus. Wat er soms is en soms ook niet.

vrijdag 2 oktober 2015

Het waren bijna zes mooie jaren.

Ik ben best wel een klein beetje rigide.

Ik huilde twee weken toen we van het huis van mijn jeugd (om het maar een sentimentele benaming te geven) drie meter naar voren verhuisden naar een nieuw gebouwd huis.

Ik hoop en duim dat ik mijn psychologenkamertje (mét cactussen, muntplant, gehaakte beesten, posters en omdenkenkaartjes) niet af hoef te staan aan iemand anders.

Ik krijg een rare kriebel in mijn buik als ik in mijn auto rijd. Dat is ook deels dat gevoel van 'alles bij het oude willen houden' maar deels is het ook een soort van medelijden omdat ik morgen toch écht een andere auto krijg. Als mijn empathie teveel de overhand dreigt te krijgen, denk ik aan de rode lampjes. De verwarming die niet uit wil. Het rechterwiel wat telkens tegen het spatbord aankomt. Op die manier probeer ik te dealen met het idee dat mijn autootje morgen niet meer van mij is.



Poging tot heel moeilijk kijken.

Nou ja, die foto heb ik dan tenminste nog.

donderdag 1 oktober 2015

Navelstaren is ook een vak.

Het is weer die week van de maand. Die week waarin je een drieletterig woord naar elke vrachtwagenchauffeur slingert en waarin alles aan de hele wereld ligt behalve aan jou.

Ja. Gisteren was ik een beetje euforisch.
Ik bedoel, van behandelen krijg ik superveel energie en als ik dat aan het doen ben vergeet ik dat behandelen eigenlijk werken is. Zo voelt het namelijk niet.

Maar toen was het vandaag. En vandaag was dus ook leuk.
Totdat ik me weer bedacht hoe klein de kans is dat ik in dit vakgebied kan blijven werken. Moet ik met driehonderd anderen solliciteren op één GZ-plek?
Op die momenten word ik een beetje verdrietig.

Op die momenten komt er een 'ik haat het dat iedereen gelukkig is' gevoel naar boven.
Dat ik dat zelf een dag eerder ook nog was vergeet ik voor het gemak. Ik haat het dat iedereen foto's van mannenschoenen, vrouwenhakken en babysokjes op facebook post om te tonen hoe heerlijk zwanger men wel niet is. Ik haat het hoe iedereen daar vol enthousiasme op reageert. Ik haat het hoe de mensen opgaan in hun relaties - zodat alles en iedereen daarvoor moet wijken. Nou ja. En ik haat het dat ik niet weet wat ik met de toekomst moet. En ik haat vrachtwagens. Dat ook.

(Ik zal m'n best doen om morgen weer aardig te zijn).

maandag 28 september 2015

..in spite of your changing moods.

Faith is the art of holding onto things your reason has once accepted, in spite of your changing moods - C.S. Lewis

Je zou kunnen zeggen dat ik met een project bezig ben. Het leven opdelen in projecten houdt het lekker overzichtelijk én het helpt om resultaat te zien. Ik bedoel, als je niet bijhoudt of je iets leert - hoe kun je dan aan het einde zeggen dat je iets hebt geleerd (of niet)?

Mijn project is het onheilig verklaren van gevoel. Of althans: vraagtekens durven plaatsen bij gevoel. Een wetenschappelijke houding is namelijk dat je kritisch durft te kijken, ook al doet dat soms pijn. Kritisch zijn over gevoel betekent niet dat gevoel geen goede raadgever kan zijn. Gevoel is een instrument in mijn vak. Het betekent ook niet dat gevoel dan maar op de mesthoop moet. Alleen dat het niet zo heilig is als veel mensen denken. (Omdat wat je denkt wordt bepaald door wat je denkt en omdat wat je denkt wordt bepaald door hoe je jezelf en anderen en de wereld waarneemt wat weer wordt bepaald door je opvoeding en de dingen die je in je leven meemaakt).

Op relationeel gebied geldt dit natuurlijk. Een gebied waarop dit ook voorkomt - voor velen misschien niet zo herkenbaar - is het geloof.

Ik ben opgegroeid in een milieu waar men niet alleen in God gelooft, maar er ook heilig van overtuigd is dat God zich alleen op een bepaalde manier aan mensen openbaart en dat mensen daar een bepaald speciaal gevoel bij moeten hebben. De mensen jagen dat na, richten hun leven ernaar in, maar bereiken dat speciale gevoel nooit. Dit is één van de dingen waar ik heel verdrietig om kan worden. Het verdriet, de angst. Het je hele leven in dienst stellen maar nooit datgene bereiken waarvoor je dan toch op de aarde bent gezet.

Terwijl dat ook maar je opvoeding is. De manier waarop je de dingen hebt leren bekijken. De manier waarop je het gevoel hebt leren overwaarderen.

Soms vind ik het ingewikkeld hoe God meebeweegt met de (natuur)wetten. Waaronder de wetmatigheid dat we de wereld ervaren op grond van onze ervaringen. Waardoor we God zo vaak ervaren op basis van wat we geleerd hebben. Of Hem zo willen ervaren. Of Hem niet ervaren, omdat we dat niet geleerd hebben.

Ik vind dan wel rust in het citaat van Lewis.


zaterdag 26 september 2015

Mijn week. (Omdat weekoverzichten zo vaak voorkomen en natuurlijk ook wel leuk zijn).

Ik vind dat altijd zo leuk. Blogjes waarin mensen een weekoverzicht laten zien. Knap vind ik dat ook, omdat je dus de hele week precies bij moet houden wat je hebt gedaan en daar liefst ook nog foto's van moet maken.


Nou ja. Ik maak er maar gewoon een combinatieplaatje van. Mijn weken zijn op het moment heel veel van hetzelfde, maar waarvan wel heel veel heel leuk is.

* Drie dagen in de week werk ik dus als psycholoog en mag ik mensen behandelen en testen (waarbij ik soms mijn rechterhand een beetje verpruts door al het schrijven). Foto 3 laat mijn plankjes zien met Ikea-cactusjes, protocollenboeken, de DSM, ex-studieboeken en een nieuw studieboek voor de basiscursus cognitieve gedragstherapie waarmee ik in oktober begin.
* 's Avonds heb ik nooit zoveel zin in sociaal zijn als ik de hele dag mensen heb gezien. Meestal pak ik dan een boek of ik ga haken. Mijn nieuwe project is een poncho in mooi groen.
* Thee. Ik drink thee op mijn werk en heb daar zelfs een theedoos neergezet. Dit is die van thuis. Ik hou het meest van thee met citrus én van varianten op chai.
* Het kan niet altijd leuk blijven. Soms krijg je ineens een blaasontsteking. Ook al was de laatste keer dan alweer heel lang geleden. Eigenwijs als ik was, wilde ik geen antibiotica, dus vandaar: een cranberry-vitamine C-kuurtje. Lijkt wel aan te slaan trouwens.
* Wel weer leuk is dat de herfst oogsttijd is. Die paprikaatjes zijn erg mini (en ik heb ze in januari gezaaid en nu pas resultaat) maar het idee is leuk.
* Mister Konijn. Hij begon een beetje eng te worden want uit zijn oren groeiden allemaal nieuwe oren. Vandaag heb ik die extra oren er maar even afgeknipt.
* Ik heb er geen foto van gemaakt, maar: mijn auto is op dit moment nogal eens onderwerp van gesprek. Je moet weten: we wonen in een afgelegen uithoek, waar de dichtstbijzijnde bushalte tien minuten fietsen is en het dichtstbijzijnde station een kwartier rijden (met de auto of bus). Ik vind dus dat ik een auto moet hebben, zeker nu ik werk en een cursus ga doen. Maar goed. Mijn auto dus. 16 jaar oud, een trouwe Ford Ka. Iets in mijn dicht hem menselijke eigenschappen toe en gelooft ook dat die auto gevoel heeft (normaal doen alleen mannen dat). Maar empathie heeft die auto niet. Onlangs rookte hij en stond ik met rode lampjes aan de weg. De garagemeneer pikte me op en de auto werd weer gemaakt. Toen sloeg de auto bijna af als hij stationair liep. Dus de garagemeneer heeft hem weer gemaakt. Toen ging ik weer rijden en dacht: het is wel warm hier. Bleek dat de verwarming aan staat ook al staat hij uit. Toen ging het wiel tegen het spatbord aan met sturen. Dat is al vaker gebeurd, dus het hindert niet. Maar eigenlijk moet je zoiets wel laten maken natuurlijk. Dat njjjeng- geluid elke keer werkt op mijn zenuwen. Toen (het lijkt een opstel uit groep 6) reed ik dinsdag naar een naburig dorp en toen lichtte het lampje van de koelvloeistof even op. Dat had ik ook al eens eerder gehad en dat kostte toen zeker meer dan 100 euro om het te laten maken. En toen. Toen? Had ik er genoeg van. Ik heb een (idioot: want mag niet te duur en niet teveel kilometers en klein en benzine en en en) lijstje ingeleverd bij de garage en nu gaan we dus op zoek.
* Gisteren heb ik de secretaresse van Laura Denkt ontmoet. En Laura zelf natuurlijk ook. Natuurlijk was ik weer eens verdwaald op weg ernaartoe. Als ik een duif was, strandde ik vast en zeker op een station en was er een pootje afgereden door een trein.
Toen ik eindelijk het juiste pand gevonden had, stond ik te rammen op het naamplaatje van de bel in plaats van de bel zelf. Maar ik ben er gekomen en het was heel erg leuk!

Nou ja. Dat was dus mijn week. Misschien ga ik nog maar eens een cake bakken vandaag :)


donderdag 24 september 2015

Eigenaardigheden.

Soms zit er iets donkers diep in mij.

Iets donkers en magnetisch wat me influistert dat ik terug moet naar plekken die ik moeilijk vond. Maar ik wil niet aangetrokken worden tot die plekken. Ik zou moeten vermijden. In plaats daarvan liep ik lachend langs de plek waar ik een soort van blauwtje liep "hier was het ergens" - of kan ik het exacte punt zelfs niet meer vinden - en reed ik expres langs een route waar ik eens een beetje een erg ongemakkelijk gesprek had met iemand. Onlangs overwoog ik serieus ergens een cursus te doen waar ik voorheen te vaak te horen had gekregen dat ik eigenlijk niet zo geschikt was voor dit vak (zonder dat ik de kans had gehad te oefenen). Goed, de reden dat ik dat overwoog had vast iets met lange neuzen te maken. En met zelfingenomenheid want kijk mij eens. Ik vond die reden niet zo mooi, dus besloot er niets mee te doen. Er zit een grens aan exposure. Maar waar ik in de echte wereld niet even om het hoekje kijk om lekker puh te zeggen, doe ik dat in mijn dromen wel. En dan verstop ik me onder een tafel ergens, of ik stofzuig het vloerkleed, gewoon omdat ik even wil kijken hoe het daar is en die lange neus dus.

 Het slaat gewoon echt. helemaal. nergens. op.

Dit is in ieder geval mijn gekste eigenaardigheid op dit moment.

maandag 14 september 2015

Ik zou psycholoog worden als ik het niet al was.

Soms voel ik me zo euforisch gelukkig bij het vak wat ik nu uit mag oefenen.
Daar zijn nogal wat redenen voor. Maar eerst:

Het is toch gek hoe je maanden achtereen denkt dat je nooit psycholoog zult worden. Ik bedoel, ja, ik was afgestudeerd, maar ik had maar een paar brieven verstuurd omdat ik solliciteren haat (en afwijzing nog meer). En ik had een paar baantjes. Dus eigenlijk had ik genoeg te doen. Bovendien was mij te vaak verteld dat ik veel te onzeker zou zijn om als psycholoog te werken. Ik geloofde dat (al zei ik van niet) en geloofde niet meer in mijn capaciteiten op dat gebied. Die studie was een mooi opstapje om wetenschappelijk te leren denken - beetje ontwikkeling is nooit weg. Zo begon ik het te zien.

Totdat ik afgelopen juni ineens op sollicitatiegesprek mocht komen, te horen kreeg dat men 'graag met me verder wilde' en ik per juli als psycholoog mocht gaan werken. Als psycholoog! Zou ik dat nou wel doen, dacht ik - want ja, als je iets niet probeert, kun je ook niet falen. Maar ik dacht dat als ik het niet zou proberen ik ook niet zou weten of ik het zou kunnen. En dus ging ik het maar gewoon doen.

Daar heb ik nog geen seconde spijt van. Ik wist niet dat het bestond: zin hebben in werkdagen, werken leuk vinden. Genieten van contacten met leuke collega's (waaronder in de stad ijsthee drinken en snacken). En ook: genieten van het cliëntencontact. Want het is zo ontzettend tof om te zien hoe mensen ontdekken waardoor hun problemen zijn ontstaan. En nog toffer is het om hen te leren dingen anders te zien. Of om zich anders te gedragen. Om hen te laten geloven dat ze de moeite wél waard zijn, ook al geloven ze van niet. O ja. Als ik niet al psycholoog was, zou ik het willen worden.
(Maar toen ik het nog niet was, wist ik niet dat ik het zo leuk zou vinden).

Ik ga ook weer aan de studie, per oktober. Yay!

(Psycholoog zijn is natuurlijk niet altijd zo idealistisch als ik het voorstel. Ik ben gewoon in een heel idealistische stemming vandaag).

maandag 7 september 2015

Gevoel.

Er was eens iets ontastbaars wat heel groot kon zijn maar ook heel klein. De mensen noemden het gevoel. Ze vonden het een mooi woord. Gevoel was datgene wat de mensen niet zozeer voelden als ze pijn hadden of het gekriebel van een vlinder die per ongeluk op je hand landt en van daaruit de wereld een paar seconden bewondert (en jij, jij staat zo muisstil omdat je die vlinder niet weg wilt jagen). Gevoel leek wel wat op het gekriebel van die vlinder af en toe.

Er was kleine angst en grote angst. Gevoel waar de meeste mensen met een grote boog, wat aarzelend, omheen liepen. De helden liepen er met samengeknepen ogen dwars doorheen.
Er was klein verdriet en groot verdriet.Verdriet die een beetje schrijnt als een zere knie nadat je er op gevallen bent. Verdriet wat je borst doormidden scheurt (als het de kans krijgt).
Er was kleine boosheid en grote boosheid. Boosheid die zinderde als de lucht op een hete dag. Dreigend als de bliksem op diezelfde hete dag.
En er was blijdschap. En andere vormen van goed gevoel.

Klein goed gevoel. Groot goed gevoel.

En alle mensen jagen met vlindernetjes achter dat goede gevoel aan, alsof het een zeldzame vlinder is.

Het goede gevoel wanneer iemand je raakt zo diep raakt. Het goede gevoel wanneer iemand dichtbij is waar je van houdt. Het goede gevoel wanneer de zon schijnt en je in staat bent ervan te genieten. Wanneer je iets heel moeilijks heel goed hebt gedaan. Wanneer je kat je begroet.
Het goede gevoel. En als je het gevangen hebt en er even van geniet en het dan, per ongeluk, weer laat ontglippen, wil je het weer. En weer. Dat gevoel is een vereiste, want zonder. Het moet precies hetzelfde zijn als het was. En de mensen bouwen een beeld van hun gevoel en knielen. Hun knieën kapot. Heilig gevoel. Onbereikbaar heel hard lachend wegfladderend gevoel.

vrijdag 4 september 2015

Het kattencafé.

In augustus zou ik met Laura naar het kattencafé 'Kopjes'. Het was één van de warmste dagen van het jaar en ik stond op het station op het punt om in te checken toen ik bijna tegen de vlakte ging. Dus we gingen niet naar Kopjes. Eigenlijk was het ook te warm.

Vandaag stond het te regenen dat het goot. Ik was een beetje vergeten hoe gezellig dat ook alweer is. We hadden al even besloten dat we in de herkansing zouden gaan wat betreft Kopjes. Zo gezegd en zo gedaan. We liepen allebei op ballerina's en moesten zodoende behoorlijk wat grote plassen ontwijken. Ik stond als een kleuter me te verwonderen, omdat ik sinds de basisschool (zover ik me herinner dan) niet meer in Amsterdam was geweest. Omdat beelden vaak meer zeggen dan woorden, hier een paar plaatjes. Met commentaar.

Famous Laura denkt, Grumpy Cat, Haruki & Karamelbrownie.

Een karamelbrownie op een kattenschoteltje. Lunch. <3

Allemaal kattenplaten aan de muur.

Als je kat bent is het leven zo relax.

Bewoners.

Boeken en spelletjes.

Chillen.

Dat wil ik later ook in mijn huis.

Kattenplaat, menukaart, gekochte tas (met rek & strek-kat) en kopjes. Echte.

woensdag 2 september 2015

Waarom vind ik dat ik overal een mening over moet hebben?

Ik word omringd door mensen met meningen. Veel mensen in mijn omgeving en op facebook vinden dat alle vluchtelingen welkom zijn. Sommigen vinden dat niet alleen vluchtelingen welkom zijn, maar ook de zogenaamde gelukszoekers (wat ik maar een nare term vind). Onder het mom van 'jullie waren vroeger in het koloniale tijdperk ook niet zulke lieverdjes en los die schuld nu maar 'ns in' zou iedereen welkom moeten zijn in dit land. Veel mensen vinden dat een land niet het eigendom is van een bepaalde bevolkingsgroep, maar van iedereen. Dus iedereen mag op een klein stukje land wonen. Daar zit voor mij een probleem, want Nederland is klein en waar wil je ruimte voor natuur overhouden als zoveel mensen hier willen wonen en werken? Moet het landschap dan maar ondergeschikt zijn aan onze behoefte aan meer huizen, kantoren en snelwegen? En moeten wij dan maar naar de leeggelopen landen trekken als we nog wat natuur willen zien? Ah, ik overdrijf. Maar dat is mijn grootste angst.

Andere mensen in mijn omgeving denken er anders over. De mensen in mijn dorp bijvoorbeeld. In ons dorp wonen eigenlijk alleen blanke Nederlanders en een paar verdwaalde Polen. De meeste mensen werken als agrariër of zijn ondernemer en wat de boeren niet kennen dat vreten ze niet. Onbekend maakt onbemind. Zo gaat dat. In mijn dorp is veel onwetendheid, omdat men niet in aanraking komt met andere bevolkingsgroepen. Opnieuw een probleem. Want er zijn heel. veel. mensen die wel echt hulp nodig hebben. Zeggen dat ze niet welkom zijn zonder dat je jezelf verdiept in hun achtergrond is heel voorbarig. En ieder mens zou zelf in zo'n situatie ook heel graag geholpen willen worden.

Al met al vind ik het dus nog steeds lastig om een mening hierover te vormen. Ik denk écht dat we mensen die het het slecht hebben moeten helpen. Daarnaast denk ik dat vluchtelingen kansen kunnen zijn. Dat we veel van de mensen kunnen leren, dat we goede arbeidskrachten aan hen kunnen hebben. Als we hen daar de gelegenheid voor geven.
Maar. Waar ligt de grens? Er zijn veel welvarende landen (niet alleen in Europa). Zou het niet beter zijn als ook deze landen ruimte ter beschikking stellen? Ik lees in de krant alleen over Europese landen die worden overspoeld door migranten. Welke mensen hebben hulp echt nodig en welke mensen komen omdat ze allang in een minder fijne situatie zitten, maar denken dat het nu wel een uitgelezen moment is. Hoeveel mensen gaan terug naar hun land als het weer veilig is? (Als het dat ooit wordt). Of welke mensen - die hier om economische redenen komen - zetten de kennis die ze hier hebben opgedaan in om hun land van herkomst te helpen? Tot slot: hoeveel mensen zitten hier, terwijl hun land van herkomst veilig is en wachten en wachten en moeten dan na jaren van wachten en hopen alsnog terug?

Goed. Ik weet het dus niet. Maar wie wel?

zaterdag 29 augustus 2015

Goede dingen.

1. Ik wilde al zo lang weer afspreken met allemaal mensen die ik lange of korte tijd niet had gezien. Nu de vakantie voorbij is, kan dat. En dat heb ik dus gedaan. Hoeveel goedheid is dat? Het is fijn om soms diepe gesprekken te voeren, gewoon omdat het kan.
Gisteren sprak ik af met vriendin E. We wandelden en maakten wat foto's.

Kijk. Beetje Vintage.

En bij een ondergaande zon is álles mooi.
We liepen dus ergens in het bos en hoorden ineens pianomuziek. Waar zou dat vandaan komen? Dachten we. En dus liepen we in de richting van het geluid. Het zou zomaar eens uit een gebouw bij het kasteel kunnen komen. Dus we liepen daarheen. Maar daar was het niet. Mysterieus bleef het geluid voor ons uitdansen. Zou het dan uit et koetshuis komen? Maar nee, ook daar kwam het niet vandaan. Misschien staat ergens middenin het dorp een piano op straat? Of, wat ons waarschijnlijker leek: het geluid kwam uit de luidsprekers die het winkelend publiek van muziek moeten voorzien. Wel wat gek dat we het in het bos al konden horen, maar dat zou dan maar zo zijn. Toen zagen we wat mensen staan met smartphones. Ik begreep nog steeds niet waar het geluid vandaan kwam. Totdat E. naar boven wees en zei: Kijk daar. Een heel ensemble zat op het dak van het gemeentehuis mooie muziek te maken. Natuurlijk zijn we de rest van de avond bij dat café gaan zitten en hebben genoten van mooie muziek. (Zulke verrassingen zijn fijn).


2. Ik heb er geen foto's van, maar het maakte me wel heel gelukkig: een verjaardagsfeestje van iemand in de buitenlucht met heel veel kaarsjes, lampjes, een sterrenhemel en vuurkorven. De hele zomer zat ik al te hopen op zo'n avond en op de één of andere manier is het gewoon gelukt om dat mee te maken. Heel goed was dat.

dinsdag 25 augustus 2015

Associaties en geur.

Soms bedenk je je iets stoms.

Meestal is dat wanneer je aan het werk bent en verzandt in wat gedagdroom. Omdat het werk saai is, of omdat het werk is waarbij dagdromen geoorloofd is. Zoals schoonmaken.

Ik was geloof ik een wasbak aan het uitsoppen toen ik erover nadacht dat wasmiddel vaak naar citroen ruikt en dat je citroen ook heel goed in gerechten kunt verwerken. Twee webben van gebruiksmogelijkheden dus: schoonmaak en eten. Toen dacht ik eraan hoe een op zich lekker luchtje niet lekker kan worden, doordat het geassocieerd wordt met iets niet-lekkers. Neem de lavendelspuitbus in de wc. Lavendel an sich blijft natuurlijk lekker, maar als je het associeert met een rioollucht of erger, dan zou het kunnen zijn dat het ineens niet lekker meer is. Zelfs niet als je op een zonovergoten dag in je tuin langs de lavendel loopt en ziet hoe de bijen en vlinders van bloem naar bloem vliegen. Wat maakt dan dat de 'negatieve' associatie sterker is?

Ja. Soms bedenk je je iets stoms.

zaterdag 22 augustus 2015

Should I care - een liedje.

Ik blog niet zo vaak liedjes. Vooral omdat ik ook heel goed weet dat mensen liedjes vaak toch niet luisteren. (Ik ken mezelf). Maar af en toe mag het. Deze keer een liedje van Sea + Air (hij Duits, zij Grieks; een beetje alternatief). Hun album 'Evropi' kwam gisteren uit.


vrijdag 21 augustus 2015

(Zomer)-ergernissen.

Het feit is dat mensen soms denken dat je een sarcastisch mens bent, omdat je toevallig af en toe een klein beetje sarcastisch schrijft. Soms is dat waar. (Soms ook niet, want niets is leuker dan een bepaalde rol aannemen als je schrijft).
Volgens mij bent ik over het algemeen genomen best wel een zeikerd. Ik bedoel, ik haat BOA's nog steeds naar aanleiding van de parkeerboete (97 euro, verdorie) die ik pas kreeg. De meeste mensen halen na verloop van tijd hun schouders hierover op en denken: Ach. Die jongens doen hun werk. Als ze niet werken zijn ze vast best sympathiek. Datkanwelwaarwezen, denk ik dan. Maaralsjesympathiekwasdankoosjewelvooreennormaalberoep.
(Zo. Dat is mijn manier van denken. Niet per se aardig dus). Sarcasme dus. En de heerlijkheid van lijstjes.

Een aantal dingen waar ik me zo af en toe een klein beetje aan irriteer.

1. Vrachtwagens. Wat? Ja. Die heb ik eerder genoemd. Soms, als de hormonen hoog zitten en mijn frustratietolerantie laag is, zit ik al middelvinger uitstekend onder het dashboard me te verbijten en k-woorden te gebruiken die niet voor herhaling vatbaar zijn. Ik moet zeggen dat dit echt hormonaal gerelateerd is.
2. Kleine kinderen. Die had ik ook al eerder genoemd. Of misschien had ik ze verstopt in een blogje over troep die ze maken die irritant is. In de zomer zijn kleine kinderen wel degelijk irritant. Je wilt buiten een boekje lezen en de kindjes zijn óók buiten en huilen al als er een scheet dwars zit. Dat is dus zo'n 10 keer op een dag per kind. Hoezee.
3. Wespen. Je mag niet naar ze slaan. Je mag niet wegrennen en vooral niet bang zijn. Maar dat ben ik natuurlijk wel. En dus is het niet echt gezellig met mij te barbequen in augustus. Lees: Jij zit te eten met een stel anderen en voor je ogen ren ik van links naar rechts en weer terug. De beestjes vinden het wel best. Die verorberen mijn eten en bij elke toenaderingspoging van mijn kant, ontsteken ze in woede.
4. De combinatie kinderen en wespen. Ik doel er eigenlijk niet op dat kinderen ook bang voor wespen kunnen zijn. Eigenlijk vind ik dat wel terecht. Wat ik wél irritant vind, is dat ik niet alleen weg wil rennen, maar de wespen ook uit wil schelden met termen die ik normaal alleen gebruik als er een vrachtwagen voor me invoegt of midden op een weg moet keren waar ik langs wil. Maar: dat. kan. niet. Er zijn kleine kinderen bij.
5. Mensen die zich niet aan de tijd houden. Waar ik zeur over kinderen, bestaat het kind in mij nog steeds. Kerkdiensten zijn prima, mits ze gewoon de tijd duren die staat voorgeschreven. Als het langer duurt, probeer ik onderuitgezakt en jengelend de predikant duidelijk te maken dat het al twee minuten over tijd is. Die dat natuurlijk niet ziet. Of wel ziet en negeert.
6. Mijn auto met kuren. Ik hoop dat dit niet een telkens terugkerend fenomeen is. Afgelopen zaterdag begon mijn auto achtereenvolgens te stinken, te rammelen en toen te roken. Hij werd opgehaald door de garagemeneer en er bleek alleen een slangetje kapot. Maar desalniettemin heb ik een beetje achterdocht opgedaan met betrekking tot die goeie beste auto.

Tot zover mijn ergernissenlijstje. Ik moest weer even spuien. Wie volgt?

donderdag 20 augustus 2015

Een nachtmerrie.

Soms heb ik een nachtmerrie.
Het is een nachtmerrie waarin ik wakker word en naar buiten kijk.
Daar zie ik geen geweren. Geen oorlog.
Maar huizen. In plaats van maïs. Flats in plaats van gras. Kantoren in plaats van bomen.
En ik raak in paniek. Soms is het donker en zie ik overal de verlichting branden.
Soms is het licht. Komen mannen met graafmachines om alle weilanden in de omgeving van huizen en panden te voorzien.
Die nachtmerrie. Die heb ik soms.

Hoewel dat allemaal nog lang niet aan de orde is en de maïs vrolijk staat te shinen hier tegenover, is die nachtmerrie ook een reden dat ik wél chagrijnig word van al het nieuwe huizen en wijken bouwen in Nederland. Waarom doen ze dat? Als alle mensen 1.nogwat kind krijgen, dan zou de bevolking op den lange duur niet moeten groeien. Dan zouden er niet zoveel huizen, panden en weet ik wat nodig zijn.

Waarom moet de natuur overal wijken voor ons, mensen?
-
(Misschien zou ik me serieus minder druk maken over bevolkingsgroei en immigratie als ik niet af en toe die stomme nachtmerrie had).

dinsdag 18 augustus 2015

Mooie vrouwen.

Ik weet niet of het een man-vrouwverschil is, maar misschien wel. Ik kan namelijk prima benoemen welke vrouwen ik mooi vind. (En welke mannen, natuurlijk, dat ook, want ik val niet op vrouwen). Maar doen (heteroseksuele) mannen dat ook, onderling? Zeggen dat ze iemand (een andere man?) mooi vinden? Zonder seksuele lading? Ik denk zomaar van niet.

Want dat merk ik dus. Ik kan vrouwen heel mooi vinden, stiekem jaloers op ze zijn omdat ze zo mooi zijn en me bedenken dat ik er ook zo uit wil zien. Me laten inspireren heet dat. Vandaar dat ik soms ineens mijn haar verf (ik vind kastanjebruin of donker haar echt heel mooi). Of vandaar dat ik een pony knip - want ik vind donker haar met een pony echt heel, heel mooi. Natuurlijk ben ik dan weer chagrijnig omdat het bij de vrouwen die ik mooi vind, mooier uitvalt dan bij mij.

Er zijn verschillende categorieën mooie vrouwen. Heel erg mooie vrouwen die heel erg onzeker zijn over zichzelf. Heel erg mooie vrouwen die wéten dat ze mooi zijn (maar ik sluit niet uit dat ze eigenlijk ook in de eerste categorie thuis kunnen horen). Heel erg mooie vrouwen die helemaal niet meer heel erg mooi zijn als ze geen foundation of make-up gebruiken. Heel erg mooie vrouwen die echt Niet Aardig zijn (bitches!). En de mooie vrouwen met een Goed Hart.

Ik denk dat het typisch iets vrouwelijks is.
Elkaar kunnen haten.
Maar elkaar ook ontzettend bewonderen.

Welk type vrouw vind jij mooi?

(Ik zal ook eens bloggen over mooie mannen. Maar daarin ben ik een beetje net als de meesten, vrees ik).

woensdag 12 augustus 2015

Zussen aan Zee.

Samen met mijn lieve oudste zus, ging ik gisteren en vandaag naar zee. Gewoon om de branding te horen, het zand te voelen en de wind je haar in gruwelijke onkambare klitten te laten veranderen. Omdat we zussen zijn en naar zee wilden, kozen we voor de bed & breakfast 'Zussen aan zee', een aanrader! Merkwaardige dingen? Nee. Gewoon stilte en echt tot rust komen. Behalve 's nachts dan, want ik ben een neurotische idioot (ontleend aan de Sigmundstripjes) en ik kan niet tegen tikkende klokken, hanen of snurkende mensen. Ik 'sliep' met een snurkende zus. Maar dat mag de pret niet drukken. Het was fijn :).

Zo'n bed is een feestje.





Waakkat.


Per ongeluk. Echt.


Iets liefs voor de toevallige passant.

Teveel gegeten.

Avondwandeling.


Een poosje mijmeren op een bankje. De wind voelen en vergeten dat er behalve dat bankje, de zee en de wind nog een wereld bestaat.

Ik wilde altijd al eens een zwerm vogels op de foto zetten. Hier zijn ze.

Zo'n mooi ontbijtje! (Ik ben slecht in ontbijten, maar deze is te mooi om niet op de foto te zetten).

zaterdag 8 augustus 2015

Representaties of beelden.

Op vrijdag 14 maart 2014 postte ik een brief aan de representaties in mijn hoofd. Als je geen zin hebt om die brief te lezen: met representaties bedoel ik dat ik (en iedereen) van elke persoon die ik ken een beeld heb in mijn hoofd. Een soort schaduw, maar dan één in kleur, waarmee je (in gedachten weliswaar) gesprekken kunt voeren. Eén die je uit kunt nodigen voor een gesprek, bier of thee aan kunt bieden. Soms is de persoon een zwijgzame ander en luistert naar mijn stortvloeden aan woorden. Soms praat de persoon terug (maar altijd wat ik wil dat diegene zal zeggen).

Maar alles is gebaseerd op fantasie. Verbeelding. Want ik zie de persoon zoals ik verwacht dat deze persoon zal zijn en ook -illusies, illusies- hoe ik hoop dat de persoon zal zijn. De representaties (of beelden) bestaan dus uit verwachtingen en wensen. Deze verwachtingen en wensen kunnen gebaseerd zijn op gedrag-van-de-persoon-in-het-verleden. Maar verwachtingen hangen ook samen met mijn gedachten en overtuigingen. Kortom: hoe ik een persoon zie hangt ervan af hoe de persoon eerder was én van wat ik in mijn leven heb meegemaakt (en dat variëert van opvoeding, levensgebeurtenissen tot de literatuur die ik heb gelezen en de films die ik heb gezien - dit alles bij elkaar vormt mijn overtuigingen; een theorie over mezelf, anderen en de wereld).
Dus zie ik de persoon? Misschien niet. Ik zie de persoon-zoals-ik-hem-of-haar-zie. En soms zie ik de persoon-zoals-ik-hem-of-haar-graag-zie. De grap is: de persoon, iemand anders dus, ziet mij-zoals-hij-of-zij-mij-ziet. En dat is altijd gekleurd door al die overtuigingen die weer bepaalde verwachtingen scheppen.

Nu dacht ik dat ik dat best mooi verzonnen had. Tenminste dat eerste gedeelte over representaties van anderen in je hoofd en dat je met die representaties kunt 'praten' en dat je ze kunt laten doen wat je wilt (in gedachten, voordat je denkt dat ik gek ben). Maar het blijkt een sterk staaltje fantasie te zijn. Daar kwam ik achter toen ik verder ging lezen in 'het romantisch misverstand'. Het hele verhaal van representaties en beelden was dus al eerder verzonnen. Mijn vraag, waar ik de brief toen mee eindigde (of representaties ook voorkomen in andere hoofden) kan ik dus bevestigend beantwoorden.

Maar hoe dat er precies uitziet?

(Ik ga nog eens bloggen over overtuigingen trouwens. Eén van de meest interessante psychologische onderwerpen, vind ik).

woensdag 5 augustus 2015

Een veilige cocon van pijn.

Gisteren stond het katten en honden te regenen en behalve kleuren had ik niet zoveel te doen. Dat is de luxe van vakantie hebben. Dus ging ik naar het dorp om boeken te kopen (je moet wat, als de bieb dichtzit). Eén van de boeken die ik kocht heet 'het romantisch misverstand'. Op het moment van schrijven heb ik één hoofdstuk gelezen (zo ongeveer), dus ik kan nog niet uitgebreid vertellen wat ik ervan vind.

Het boek. Met nóg een boek wat ik had gekocht.
Wat ik wel een beetje weet (naar aanleiding van het stukje wat ik gelezen heb en de achterkant) is dat het boek ingaat op de romantiek waarmee we zo'n beetje worden doodgegooid en hoe onrealistisch dat is.

Kies voor je gevoel. Is het idee in onze maatschappij. Niet gek, want het voelt goed om voor je gevoel te kiezen. Lieve help, ik kies het liefst vanuit mijn gevoel en dat stomme stemmetje vanuit mijn verstand kan oprotten. Maar wat ik mijn cliënten steeds vertel, is dat je je gevoel dan niet kunt sturen, maar wel je gedachten en daarmee toch indirect ook je gevoel. Dat is ook wat de auteur van dit boek wil aantonen: je hebt wél invloed op je gedachten. En altijd je gevoel achternahobbelen is niet handig - omdat je gevoel wordt gekleurd door de ervaringen die je in je leven hebt opgedaan (de boeken die je hebt gelezen, de films die je hebt gezien). Het zou ook betekenen dat je voor een romantische relatie met X. kiest en dan ineens méér gevoel krijgt voor Y. en je gevoel achternagaat, maar wanneer je gevoel wat is wegge-ebt, is Y. ook niet volmaakt. Dát.

Maar gevoel is zo veilig. Het is zo veilig om in illusies te geloven en het doet zo ontzettend veel pijn om die cocon los te laten. Erin blijven zitten doet evenveel pijn, maar dat is lange-termijnpijn. Terwijl als een vlinder je ontworstelen uit die cocon korte-termijnpijn is. Ik ben soms net een klein kind. (Wie niet?).

zaterdag 1 augustus 2015

Zo mooi!

Ik droom er al een paar jaar van om in de winter naar het Noorden te gaan (en het Noorderlicht te zien). Gisteren had ik het er met wat familieleden over en zij vonden het niet zo'n gek idee. IJsland. Ofzo. En waarom niet? (Werk, cursus - maar sst; dromen moet je najagen). Dus wie weet, komende winter?

Hier een filmpje. Vergaap je aan het Noorderlicht.



donderdag 30 juli 2015

Je zult het maar hebben.

Mij als therapeut.

Je komt binnen met paniekklachten en krijgt te horen wat daar precies aan gedaan kan worden. Een deel van dat 'eraan doen' is blootstelling aan de dingen die je in je lijf voelt, met als doel dat je leert dat die dingen helemaal zo erg niet zijn en dat ze heus wel weer over gaan. Die dingen kun je op allerlei creatieve manieren opwekken. Gezellig samen hyperventileren bijvoorbeeld. Of, net als vroeger, rondjes tollen op een bureaustoel (maar dan met je ogen open). Er zijn ook andere opties. Doen alsof je astma hebt en door een rietje ademen. Fijne oefeningen zijn dat.

Nou goed. Ik kende die oefeningen en dacht dus: die ga ik even enthousiast voor doen. Met dat hyperventileren ging dat nog - al dacht ik: Hm. Ik wil wel even vijf minuten om weer te focussen op een normale ademhaling. Met de bureaustoel ging dat wat minder. Ik dacht: LEUK! Net als vroeger! (En ik vergat dat je ogen nu open moeten blijven). Lieve help. Dát was een beroerd gevoel. Gelukkig heb ik niemand ontmoedigd, maar het leerde me wel om respect te hebben voor cliënten. Al helemaal als ze mij van de bureaustoel af zien waggelen als een dronken eend en het dan tóch ook nog proberen (zij het niet zo enthousiast dat er rondjes werden getold in mijn tempo).

Misschien moet ik een volgende keer de dingen heel voorzichtig voordoen. Of gewoon niet.


maandag 27 juli 2015

Dingen die ik vroeger niet durfde en nu wel.

1. Alleen dingen doen.
Held op sokken die ik ben was, durfde ik vroeger echt niets alleen. Niet alleen met de bus, niet alleen boodschappen doen, niet alleen naar een feestje, niet alleen op de snelweg rijden. Dat soort dingen.
Toen kwam ik bij de psycholoog en daar bleek als snel dat het niet per se normaal was dat ik al die dingen niet durfde. Dus moest ik in m'n eentje boodschappen doen, in m'n eentje met de bus en in m'n eentje een broodje eten bij bakkerij Bart (dat laatste heb ik nog steeds nooit gedaan, omdat het niet goed voelt om in m'n eentje daar te gaan zitten). Waarom ik er niet van hield om dingen alleen te doen? Omdat ik altijd dacht dat de mensen dan zouden denken dat (vul maar in). Tegenwoordig ga ik in m'n eentje met de trein, met de auto, naar een feestje en boodschappen doen. Dat soort dingen. Ik wil niet de aandacht vestigen op wat ik niet durfde, maar op het feit dat je jaren later veel verder bent, dan waar je toen was.

2. Een klein beetje lak hebben aan wat de mensen denken. 
Dit is een hele moeilijke voor mij. In mijn omgeving is de sociale controle niet grappig en de mensen denken dus al snel stevig. Toch denken ze niet zoveel als ik denk dat ze denken. Mijn motto is daarom ook steeds meer dat mensen tóch wel over je denken, of je nu doet wat je leuk vindt of niet. En dus kun je maar beter doen wat je leuk vindt (als het tenminste een beetje niet al te recalcitrant is).

3. Vintage kleding.
Ahh. Ik zat al tijden te kwijlen als ik naar die swing dresses uit de jaren '50 keek op vintage-sites. Hoe cool is dat, een jurk met vlindertjes of bloemetjes waaronder je een petticoat moet dragen, zodat je eindelijk wat meer figuur hebt dan je rechte lijf. Ik draag maar heel af en toe een vintage-jurkje, maar het is fijn. Dat wilde ik maar zeggen.

4. Blij zijn met goede eigenschappen.
Geen idee of ik dat vroeger niet durfde: misschien zag ik ze wel gewoon niet. Nog steeds dreint er heel vaak iets in mijn hoofd dat ik het misschien wel goed doe, maar ánderen.. (die eeuwige anderen!). Maar anderzijds vind ik het ook wel prima dat ik hou van thee en katten en vintage en bloemetjes en kleurplaten voor volwassenen. Goede eigenschappen zijn namelijk ook de leuke dingen waar je van houdt.

5. Therapie geven.
O jongens. Een jaar geleden liep ik stage en therapie geven was niet aan de orde. Ik was een beetje onzeker (met drie uitroeptekens achter dat beetje) en ik moest er niet aan denken om drie kwartier (dat is lang hoor!) vol te moeten praten. Nu ben ik dat nog steeds, maar ik mag het ervaren en dat vind ik genieten. Eng? O ja. Maar als je niet bang bent, kun je niet dapper zijn (Pippi Langkous) en dus moet je soms gewoon de dingen doen die je eng vindt. Wat je niet doet, kan niet lukken. 

maandag 20 juli 2015

Een beetje tekenen en een flinke dot recalcitrantie.

Afgelopen weekend was ik helemaal happy aan het schrijven over de tuin en over de cranberrykoekjes die ik maakte. Naast al die leuke dingen, ging ik ook nog taalles geven (wat het in theorie heet, maar wat in de praktijk vooral betekent dat ik Nederlands praat met iemand die onderweg is het te leren - en we dus over veel dingen praten en soms eten en leuke dingen doen). Zaterdagavond deed ik dat. Ik had mijn pastelkrijt meegenomen en twee keer een canvas-doek. En zo gingen we dus tekenen. Heerlijk eigenlijk. Het wordt een bende van heb-ik-jou-daar (van tafel tot handen tot armen tot kleren), maar het is een ultieme manier van je hoofd leeg maken.

Resultaatjes.

Mijn handen vielen dan weer mee.
Deel twee van deze blog: recalcitrantie. Een mooi woord vind ik dat. Laat ik eens kijken wat van Dale ervan zegt, want in mijn hoofd betekent het 'prima weten hoe je je hoort te gedragen, maar het lekker eigenwijs niet doen' (okee, het betekent 'dwars', komt in de buurt toch?). Ik was nooit recalcitrant. Misschien als kind, maar dat is alweer even geleden. Als ik autorijd, houd ik me meestal redelijk aan de snelheid (óók op 60 kilometerwegen, waar je dan met 80 door chagrijnige automobilisten wordt ingehaald). Eigenlijk doe ik gewoon een beetje precies wat de mensen willen dat ik doe.

Maar daar kwam plotsklaps een einde aan.

Met mijn goeie gedrag reed ik pas netjes drie rondjes door een woonwijk om een parkeerplek te zoeken. Resultaat: nul. Wel een parkeerplek met een grote kar erop, maar een uitschuifbaar Willie-Wortelsysteem waarmee je je auto gewoon bóven een andere auto parkeert, bestaat nog steeds niet. Ik reed dus een paar rondjes, vond geen plek en dacht: dan maar naast de struik. Dat kan ook.

Dat kon niet. Aldus de BOA (^*%&%&% - mooi beroep is dat). En dus kreeg ik een fijne bekeuring (mijn vriendinnen met mij) van 90 euro. Fijntjes werd vermeld dat de administratiekosten daar nog bovenop komen (dat is iets waar ik dus al chagrijnig van word, want als die ^*%&%&%-BOA's geen bon uitschrijven, kun je gewoon op je kont blijven zitten koffiedrinken als administratief medewerkster, dus hoepel op met je administratiekosten). Voel je mijn recalcitrantie al? Ik wist niet dat het bestond.

Dus ik vond die bon en ramde een struik en reed te hard naar huis.
Ik nam meer kledingstukken mee in het pashokje dan eigenlijk mocht (ook zoiets wat ik normaal niet doe omdat het niet mág).
Vandaag plukten we bloemen in de tuin naast het pand waar we werken. Een praktijkruimte wordt een stuk leuker met bloemen, ook al zijn ze een beetje illegaal.

Tot zover een beschouwing over mijn recalcitrantie.

zaterdag 18 juli 2015

Weekend = tijd om fijne dingen te doen.

Fijne dingen zijn veel fijner als je er geen zeeën van tijd meer voor hebt :). De komende weekenden zit ik vol met barbeques (wat wil je, met drie baantjes - waarvan er twee een zomervakantiebbq hebben). Dit weekend hoef ik niet zoveel. Beetje kleuren. Beetje lezen. Beetje in de tuin werken. Koekjes bakken. (En slapen.Want elke dag om zeven uur opstaan went nooit). Gelukkig heb ik over twee weken ook even vakantie. (Wel weer jammer dat een sociale vakantie niet mogelijk is: als iedereen vakantie heeft, is iedereen ook tegelijkertijd weg).

Peultjes zijn niet alleen lekker: ze zijn ook MOOI!

Ik heb gisteren wat onderhoudsarme plantjes gekocht die ik in m'n spreekkamer (haha!) neer ga zetten. Tijd voor wat kleur en vrolijkheid!

Tussen al het groen van de plantjes door: ik bakte gisteren koekjes met cranberry's. De grap is dat ik ze in hartjesvormpjes had gedaan en ze dus als hartjes eruit moesten komen, maar de liefde is lastig en dus zijn het gewoon uit de kluiten gewassen hompen geworden.

Oregano, baby-rozemarijn en lavendel en zojuist gezaaide koriander.

Beetje paprika- en peperplantjes. O ja en tijm en salie.

De Grote Rozemarijn en Aubergine.

Mijn moeder heeft een rozenstruik!

We eten frambozen van de struik.

Lathyrus. Lijkt dan weer heel veel op de peulenplantjes :)

De Frustratie-Courgette. Hij wil niet -_-.