Zojuist deelde ik op facebook dit gedicht. Nee. Hij is niet van mij (was het maar waar). Als je geen zin hebt om het gedicht te lezen: Het gaat erover dat de schrijver van het gedicht zichzelf niet als een onzelfzuchtig persoon ziet. Eerlijk gezegd denk ik dat hij eerlijk is. Ik zou het moeilijk vinden om toe te geven dat ik misschien niet 100% zuiver van iemand zou houden. Daarmee bedoel ik dat er geen eigenbelang bij speelt.
Misschien is liefde als zand.
Soms zitten er korreltjes in. Die je eruit kunt zeven. Korreltjes van eigenbelang, gekwetstheid, verdriet.
Misschien is liefde allebei. Een behagen of genoegen erin hebben om bij iemand te zijn (maar het levert jou dan ook weer iets op, toch?). Het fijn vinden om iets goeds voor iemand te doen. Maar ook je goed voelen wanneer je bij die persoon bent, omdat je jezelf completer voelt. Dat.
maandag 29 juni 2015
vrijdag 26 juni 2015
Excuses om niet te bloggen.
Wát? Heb ik meer dan een week niet geblogd?
Waarschijnlijk heeft het iets te maken met ziek zijn (en niet kunnen praten), werken ondanks het ziek zijn (normaal ben ik een watje, dus ik ben een beetje trots), het hele huis doorrennen om je kat een pil te geven (en je kat die het hele huis doorrent omdat ze al wéét dat er een pilletje gaat komen; dit herhaalt zich twee keer daags) en boeken lezen (want ik heb weer wat geld om boeken te kopen nu ik werk en na al die jaren is het echt té fijn om in een boekenwinkel te snuffelen en inhalig naar de kassa te rennen met boeken onder je arm). O ja. Ik wacht nog af tot er een dyslectische, nagelbijtende vrachtwagenchauffeur met een klokkenverzameling op mijn datingsiteprofiel gaat reageren (zodat ik eens kan kijken of ik weet hoe ik iemand af moet wijzen). Of een blondine die woe-dend is omdat ik zpelvauten haat. (Teveel mensen denken dat 'me' een bezittelijk voornaamwoord is. Dat je dat in een berichtje doet is tot daaraan toe, maar ook gewoon in mails? Nee, het is niet 'me liefde' - maar 'hou je van me? en 'mijn liefde' O en: d's en t's. 'Het word vandaag mooi weer' - voelen die mensen dan niet dat daar nog een 't' bijmoet?). Wacht, ik vergat te vertellen dat ik gisteren maar weer eens heel uitgebreid heb gekookt (kip, citroen, olijven) en dat ik eergisteren taalles ging geven en meteen een groot bord Tabouleh kreeg wat superlekker was (mijn eigen variant faalde jammerlijk, maar dat terzijde).
Volgende week begint mijn nieuwe baan. Dat wordt een paar weken burgerlijk vijf dagen in de week werken. Maar eerst maar zorgen dat ik weer leer praten.
Waarschijnlijk heeft het iets te maken met ziek zijn (en niet kunnen praten), werken ondanks het ziek zijn (normaal ben ik een watje, dus ik ben een beetje trots), het hele huis doorrennen om je kat een pil te geven (en je kat die het hele huis doorrent omdat ze al wéét dat er een pilletje gaat komen; dit herhaalt zich twee keer daags) en boeken lezen (want ik heb weer wat geld om boeken te kopen nu ik werk en na al die jaren is het echt té fijn om in een boekenwinkel te snuffelen en inhalig naar de kassa te rennen met boeken onder je arm). O ja. Ik wacht nog af tot er een dyslectische, nagelbijtende vrachtwagenchauffeur met een klokkenverzameling op mijn datingsiteprofiel gaat reageren (zodat ik eens kan kijken of ik weet hoe ik iemand af moet wijzen). Of een blondine die woe-dend is omdat ik zpelvauten haat. (Teveel mensen denken dat 'me' een bezittelijk voornaamwoord is. Dat je dat in een berichtje doet is tot daaraan toe, maar ook gewoon in mails? Nee, het is niet 'me liefde' - maar 'hou je van me? en 'mijn liefde' O en: d's en t's. 'Het word vandaag mooi weer' - voelen die mensen dan niet dat daar nog een 't' bijmoet?). Wacht, ik vergat te vertellen dat ik gisteren maar weer eens heel uitgebreid heb gekookt (kip, citroen, olijven) en dat ik eergisteren taalles ging geven en meteen een groot bord Tabouleh kreeg wat superlekker was (mijn eigen variant faalde jammerlijk, maar dat terzijde).
Volgende week begint mijn nieuwe baan. Dat wordt een paar weken burgerlijk vijf dagen in de week werken. Maar eerst maar zorgen dat ik weer leer praten.
donderdag 18 juni 2015
Naar de dierenarts.
Ik had de wekker op half acht gezet. Op m'n vrije dag nog wel. En geloof me, hoe ik er ook aan probeer te wennen om elke dag om zeven uur op te staan (iets met werk en om acht uur beginnen), ik ben 's ochtends niet aanspreekbaar tot de koffie van half tien. Ik lijk gewoon niet gemaakt voor vroeg opstaan.
Dat terzijde. De reden dat ik vanmorgen zo vroeg m'n bed uit moest, was omdat ik nog een afspraak bij de dierenarts had staan. Mijn arme kat, die vorige week wat teveel haren had gegeten, bleek een ruis bij het hart te hebben en daarom hadden we besloten om een hartecho te laten maken.
Daar ga je dan. Kat in het bakkie. (Eerst beledigd, later een beetje apathisch). In de wachtkamer zit een aantal dames met hondjes die luid enthousiast beginnen te blaffen als ze elkaar zien. Het Jack Russelltje kwispelt tussen al het trillen door (want het arme beest is als de dood voor de dierenarts). Een grote stoere man met een ook al grote stoere hond komt binnen.
Terwijl dit alles plaatsvindt, steeg er een gebrom op vanuit mijn kattenmandje.
Maar daar kwam dan de dierenarts. Op naar de hartecho.
Verbazingwekkend eigenlijk wel. Mijn kat is niet de meest aardige kat, maar werd ineens zó zoet. De dierenarts haalde een plukje haar weg, de assistente hield de voorpoten van de kat vast en ik de achterpoten en daar gingen we dan. Tof, om op het apparaat een kloppend hartje te zien. Een beetje spannend ook wel (een beetje heel erg). Want je weet maar nooit wat er precies aan de hand is.
Gelukkig werd dat vrij snel duidelijk. Een veel voorkomend probleem bij katten is dat de hartspier steeds dikker wordt en er minder ruimte in de kamers is. Meer ga ik er niet over zeggen, omdat mijn kennis niet toereikend is.
We gingen in ieder geval naar huis met een doosje bètablokkers (eigenlijk voor mensen) waarvan we de kat nu elke dag twee keer een kwart moeten geven. Ik ben heel benieuwd hoe lang ze ons nog lief vindt, want de haarballenpasta geven was ook niet bevorderlijk voor onze verhouding. Hoe dan ook, ik ben heel blij dat er iets aan te doen is :).
Dat terzijde. De reden dat ik vanmorgen zo vroeg m'n bed uit moest, was omdat ik nog een afspraak bij de dierenarts had staan. Mijn arme kat, die vorige week wat teveel haren had gegeten, bleek een ruis bij het hart te hebben en daarom hadden we besloten om een hartecho te laten maken.
Daar ga je dan. Kat in het bakkie. (Eerst beledigd, later een beetje apathisch). In de wachtkamer zit een aantal dames met hondjes die luid enthousiast beginnen te blaffen als ze elkaar zien. Het Jack Russelltje kwispelt tussen al het trillen door (want het arme beest is als de dood voor de dierenarts). Een grote stoere man met een ook al grote stoere hond komt binnen.
Terwijl dit alles plaatsvindt, steeg er een gebrom op vanuit mijn kattenmandje.
Maar daar kwam dan de dierenarts. Op naar de hartecho.
Verbazingwekkend eigenlijk wel. Mijn kat is niet de meest aardige kat, maar werd ineens zó zoet. De dierenarts haalde een plukje haar weg, de assistente hield de voorpoten van de kat vast en ik de achterpoten en daar gingen we dan. Tof, om op het apparaat een kloppend hartje te zien. Een beetje spannend ook wel (een beetje heel erg). Want je weet maar nooit wat er precies aan de hand is.
Gelukkig werd dat vrij snel duidelijk. Een veel voorkomend probleem bij katten is dat de hartspier steeds dikker wordt en er minder ruimte in de kamers is. Meer ga ik er niet over zeggen, omdat mijn kennis niet toereikend is.
We gingen in ieder geval naar huis met een doosje bètablokkers (eigenlijk voor mensen) waarvan we de kat nu elke dag twee keer een kwart moeten geven. Ik ben heel benieuwd hoe lang ze ons nog lief vindt, want de haarballenpasta geven was ook niet bevorderlijk voor onze verhouding. Hoe dan ook, ik ben heel blij dat er iets aan te doen is :).
dinsdag 16 juni 2015
Hoe ik profielen op een datingsite lees.
Gisteren ging ik skypen met X. (die helemaal geen X. in haar naam heeft, maar dat doet er niet toe).
Vijf jaar geleden hadden we allebei twee weken een abonnementje op een niet nader te noemen datingsite. Wat deden we? Lachen. Vooral heel veel lachen. Aardig? Nee. Ik kreeg op m'n kop van een blondine omdat ik niet van zpelvauten hield (dat had ik ook op m'n profiel gezet) en een motorrijder was beledigd omdat ik niet met hem wilde mailen. Ik ben het type wat het leuk vindt om rond te kijken, het grappig vindt om berichtjes uit te wisselen, die allemaal linea recta via de facebookchat naar vriendin X. gaan, zodat we er samen hard om kunnen lachen. Zo ben ik.
Maar goed. Toen las ik gisteren dus profielen.
Dat gaat zo:
Rookt? Hoef ik niet. Roken is smerig.
Kinderwens? Ik wil wel kinderen, maar straks wil hij er 10 en ik ben geen broedmachine. (Hoe denigrerend kun je denken).
Geen huisdieren? Mijn kat is belangrijker dan jij. Dus als jij geen huisdieren wilt, wil ik jou niet.
Profielfoto zonder baard? Een baard is de eerste vereiste!
Kledingmaat XL? Niet charmant met mijn XS.
Op zoek naar een relatie? Dus jij ben wanhopig? Ik moet wel wanhopig zijn, wil ik iets met iemand die wanhopig is beginnen.
Waarschijnlijk trouw ik met een vrachtwagenchauffeur die ik via een datingsite opdoe. Zo ben ik ook. Want het laatste wat je wilt zou kunnen gebeuren.
In de wetenschap is een kritische geest een mooi iets.
Maar op een datingsite?
Vijf jaar geleden hadden we allebei twee weken een abonnementje op een niet nader te noemen datingsite. Wat deden we? Lachen. Vooral heel veel lachen. Aardig? Nee. Ik kreeg op m'n kop van een blondine omdat ik niet van zpelvauten hield (dat had ik ook op m'n profiel gezet) en een motorrijder was beledigd omdat ik niet met hem wilde mailen. Ik ben het type wat het leuk vindt om rond te kijken, het grappig vindt om berichtjes uit te wisselen, die allemaal linea recta via de facebookchat naar vriendin X. gaan, zodat we er samen hard om kunnen lachen. Zo ben ik.
Maar goed. Toen las ik gisteren dus profielen.
Dat gaat zo:
Rookt? Hoef ik niet. Roken is smerig.
Kinderwens? Ik wil wel kinderen, maar straks wil hij er 10 en ik ben geen broedmachine. (Hoe denigrerend kun je denken).
Geen huisdieren? Mijn kat is belangrijker dan jij. Dus als jij geen huisdieren wilt, wil ik jou niet.
Profielfoto zonder baard? Een baard is de eerste vereiste!
Kledingmaat XL? Niet charmant met mijn XS.
Op zoek naar een relatie? Dus jij ben wanhopig? Ik moet wel wanhopig zijn, wil ik iets met iemand die wanhopig is beginnen.
Waarschijnlijk trouw ik met een vrachtwagenchauffeur die ik via een datingsite opdoe. Zo ben ik ook. Want het laatste wat je wilt zou kunnen gebeuren.
In de wetenschap is een kritische geest een mooi iets.
Maar op een datingsite?
zaterdag 13 juni 2015
De kat is ziek.
Een kat hoort niet ziek te zijn. Bij voorkeur liggen ze blakend spinnend op een rolletje op de bank, vergenoegd en lui. Maar ziek: nee.
Mijn kat werd gisteren ziek. Wat er precies aan de hand is weet ik nog steeds niet. Wel weet ik dat ze heel erg verhaart, gras heeft gegeten uit een boeket wat in huis staat én dat ze telkens loopt te kokhalzen alsof er iets heel erg dwars zit. Gisteren kwam ik thuis van mijn schoonmaakbaantje en zag de kat snotterig op de trap zitten. Dat is niet goed, dacht ik - zeker omdat ze minder alert was dan normaal. We hebben het een uurtje aangezien en gingen toen naar de dierenarts. (Ik verbaas me er altijd zo over hoe aardig die mensen zijn).
En nu is het afwachten. We kregen antihaarballenpasta mee en gaan kijken of dat werkt. Sowieso was de hartslag te hoog en wordt er komende week een hartecho gemaakt. Ah ja, een kat is eigenlijk een kind.
Mijn kat werd gisteren ziek. Wat er precies aan de hand is weet ik nog steeds niet. Wel weet ik dat ze heel erg verhaart, gras heeft gegeten uit een boeket wat in huis staat én dat ze telkens loopt te kokhalzen alsof er iets heel erg dwars zit. Gisteren kwam ik thuis van mijn schoonmaakbaantje en zag de kat snotterig op de trap zitten. Dat is niet goed, dacht ik - zeker omdat ze minder alert was dan normaal. We hebben het een uurtje aangezien en gingen toen naar de dierenarts. (Ik verbaas me er altijd zo over hoe aardig die mensen zijn).
En nu is het afwachten. We kregen antihaarballenpasta mee en gaan kijken of dat werkt. Sowieso was de hartslag te hoog en wordt er komende week een hartecho gemaakt. Ah ja, een kat is eigenlijk een kind.
vrijdag 12 juni 2015
Iets niet doen wat je wel wilt omdat je bang bent dat het fout gaat.
Voor mij is deze titel zo herkenbaar. Vandaag was ik aan het schoonmaken en ergens halverwege het dweilen dacht ik hierover na. Hoe ik het liefst administratief werk wil doen, omdat ik dat kan en omdat het routinewerk wordt (op den duur) waarin je nauwelijks fouten kunt maken (nou ja, dat kan natuurlijk wel, maar het zijn geen fouten waarbij je heel erg afgaat). Het is veilig. Veilig is zo'n sleutelwoord voor mij. Mijn passie is mensen gelukkig maken (of ze een glimpje licht laten zien) en ik vind het ontzettend tof om anderen nieuwe inzichten te laten verkrijgen. Dat is wat ik écht wil. Dat is ook wat ik ga doen, omdat ik binnenkort bij een nieuwe baan begin. Iedereen is blij voor me en ik ben zelf ook blij: want het is datgene wat ik zo ontzettend graag wil. Maar het is niet veilig. Mijn neiging is soms om onder de tafel te kruipen en de wereld de wereld te laten, want dan hoeft niemand me uit te lachen of zich terug te trekken uit de behandeling omdat ik zo'n beroerde therapeut ben. Toch ben ik wel trots: omdat ik het ga doen. Omdat angst niet altijd je raadgever hoeft te zijn.
Of het kan weet ik niet, maar ik bedacht me - opnieuw tijdens datzelfde dweilen - ook dat iets dergelijks misschien op relationeel vlak ook wel zichtbaar kan zijn. Je kunt iemand echt het allerleukst vinden, maar tegelijkertijd een beetje huiverig zijn voor een relatie. Nú heb je het leuk samen. Wat als je een relatie aangaat, het misgaat en het dan niet leuk meer is? Je datgene wat je voor je relatie had + hetgene wat je in je relatie had kwijt raakt? De mensen zeggen dat je beter van iemand gehouden kunt hebben (en die persoon kwijtraken) dan dat je nog nooit van iemand hebt gehouden. Maar het laatste doet geen pijn. (Of misschien een beetje).
Of het kan weet ik niet, maar ik bedacht me - opnieuw tijdens datzelfde dweilen - ook dat iets dergelijks misschien op relationeel vlak ook wel zichtbaar kan zijn. Je kunt iemand echt het allerleukst vinden, maar tegelijkertijd een beetje huiverig zijn voor een relatie. Nú heb je het leuk samen. Wat als je een relatie aangaat, het misgaat en het dan niet leuk meer is? Je datgene wat je voor je relatie had + hetgene wat je in je relatie had kwijt raakt? De mensen zeggen dat je beter van iemand gehouden kunt hebben (en die persoon kwijtraken) dan dat je nog nooit van iemand hebt gehouden. Maar het laatste doet geen pijn. (Of misschien een beetje).
woensdag 10 juni 2015
Je weet niet hoe mooi je bent.
Ik zie het als mijn missie (of droom) om mensen die zichzelf niet de moeite waard vinden een klein beetje te helpen, door ze het inzicht te geven dat ze dat alleen maar dénken (en dat hetgene wat ze denken niet per se de realiteit is). De reden dat dit belangrijk voor me is, is omdat het iets is wat ik zelf moest leren - en nog steeds moet leren - en omdat ik ontdek hoe fijn het is dat je eigen stomheid geen feit is, maar gewoon je eigen gevoel wat nog eens bedrieglijk is ook.
Twee dingen dan nog.
1. Ik heb een werkervaringsplek. Wat wil zeggen dat ik eindelijk meer kan leren over het psychologenvak.
2. Een liedje met een heel mooie tekst:
Twee dingen dan nog.
1. Ik heb een werkervaringsplek. Wat wil zeggen dat ik eindelijk meer kan leren over het psychologenvak.
2. Een liedje met een heel mooie tekst:
dinsdag 9 juni 2015
Ik schreef je dat je geen illusies...
Ik schreef je dat je geen illusies...
ik heb het je meteen gezegd, de eerste keer,
ik had het bij me op een briefje
en ik schreef het op de rand van een krant
en op een kalender aan je muur,
en ik zei het in je oor, in de deuropening,
en op straat, aan een kade,
ik riep het naar je over het water
in het licht van een zwiepende straatlantaarn,
en jij riep terug;
"Ik ook van jou".
Toon Tellegen,
Uit: De andere ridders
Querido Amsterdam 1984
ik heb het je meteen gezegd, de eerste keer,
ik had het bij me op een briefje
en ik schreef het op de rand van een krant
en op een kalender aan je muur,
en ik zei het in je oor, in de deuropening,
en op straat, aan een kade,
ik riep het naar je over het water
in het licht van een zwiepende straatlantaarn,
en jij riep terug;
"Ik ook van jou".
Toon Tellegen,
Uit: De andere ridders
Querido Amsterdam 1984
donderdag 4 juni 2015
maandag 1 juni 2015
Projectjes.
Waar is de tijd gebleven dat ik met regelmaat postte waar ik mee bezig was? Brieven. Haakwerk. Borduurwerk. Wat dan ook. Nu doe ik dat soort dingen meestal op Instagram (ah ja, smartphone hè) - maar heel soms (vandaag) blog ik toch maar even een paar fotootjes. Ik heb zelfs wat geleerd: laat je grenzen soms even los als je creatief bezig wilt zijn. Gewoon kleuren door elkaar gooien, stippen zetten, boos worden en krassen (foto 2).
Felle kleuren-deken. Wordt een kraamcadeautje voor m'n nichtje :) |
Vrijdagavond verveelde ik me en ging wat klooien met pastelkrijt. Heerlijk! |
Kleuren is zó fijn! Ook dit was een beetje experimenteren, maar het resultaat wordt leuk. |
Het bewuste kleurboek. Aanrader! |
donderdag 28 mei 2015
Kiezen wat je wilt.
Zoals je kunt graven naar diepere motivaties (je pelt je gevoelens af, alsof ze een ui zijn), kun je ook graven in wat je wilt en wat je niet wilt.
Want volgens mij heb je de 'wil-zoals-hij-zou-moeten-zijn' - ook wel de rationele wil. Je weet wat je moet willen en je weet wat slim is om te willen. Maar daartegen in opstand komt de gevoelswil: wat je echt wilt - maakt niet uit of het goed is of niet en wat anderen ervan vinden. Soms kun je die wil uitspreken (Ik wil eten. Nu!). Soms kun je dat beter niet doen. En zo vechten de 'wil-zoals-hij-zou-moeten-zijn' en 'de-wil-zoals-hij-is' met elkaar en buitelen ze over elkaar heen.
Maar wát is de wil?
Een behoefte?
Je hebt honger en wilt dus eten?
Je bent eenzaam en wilt dus gezelschap?
Mensen zeggen dat God bestaat - en je wilt Hem ontmoeten?
Of is de wil een gevolg van die behoefte?
Ik betwijfel zelf of de wil iets is wat er puur van zichzelf is. Volgens mij wordt het ingegeven door je lichaam (honger, dorst - onder andere) of door de omgeving (behoefte aan gezelschap) en komen wil en behoefte heel vaak heel dicht bij elkaar. Misschien is er eerst een behoefte en volgt daaruit het wel of niet willen om iets aan die behoefte te gaan doen en volgt daarná pas de keuze of je dat daadwerkelijk gaat doen. Wat dan ook allemaal nog eens vaak onbewust gaat.
Hoewel ik het concept 'vrije wil' lange tijd wel logisch vond, denk ik daar wat anders over, nu. Volgens mij wordt je wil namelijk heel sterk gestuurd door eerdergenoemde factoren. En kun je ook nog eens wél zelf bepalen wat je doet (waar je voor kiest!) maar kun je (meestal) niet zelf bepalen wat je wilt. Omdat je soms iets wilt wat rationeel niet te begrijpen is en misschien zelfs wel niet goed voor je is. Je kunt dan kiezen wat je doet. Is datgene wat we als 'vrije wil' aanduiden eigenlijk niet gewoon 'keuzevrijheid' - wat pas ná (of overlappend met) het willen komt?
(Misschien zou je de wil kunnen beïnvloeden. Dat dan weer wel. Onthou jezelf een tijdje van gezelschap en je gaat ernaar verlangen. Dat soort dingen).
Want volgens mij heb je de 'wil-zoals-hij-zou-moeten-zijn' - ook wel de rationele wil. Je weet wat je moet willen en je weet wat slim is om te willen. Maar daartegen in opstand komt de gevoelswil: wat je echt wilt - maakt niet uit of het goed is of niet en wat anderen ervan vinden. Soms kun je die wil uitspreken (Ik wil eten. Nu!). Soms kun je dat beter niet doen. En zo vechten de 'wil-zoals-hij-zou-moeten-zijn' en 'de-wil-zoals-hij-is' met elkaar en buitelen ze over elkaar heen.
Maar wát is de wil?
Een behoefte?
Je hebt honger en wilt dus eten?
Je bent eenzaam en wilt dus gezelschap?
Mensen zeggen dat God bestaat - en je wilt Hem ontmoeten?
Of is de wil een gevolg van die behoefte?
Ik betwijfel zelf of de wil iets is wat er puur van zichzelf is. Volgens mij wordt het ingegeven door je lichaam (honger, dorst - onder andere) of door de omgeving (behoefte aan gezelschap) en komen wil en behoefte heel vaak heel dicht bij elkaar. Misschien is er eerst een behoefte en volgt daaruit het wel of niet willen om iets aan die behoefte te gaan doen en volgt daarná pas de keuze of je dat daadwerkelijk gaat doen. Wat dan ook allemaal nog eens vaak onbewust gaat.
Hoewel ik het concept 'vrije wil' lange tijd wel logisch vond, denk ik daar wat anders over, nu. Volgens mij wordt je wil namelijk heel sterk gestuurd door eerdergenoemde factoren. En kun je ook nog eens wél zelf bepalen wat je doet (waar je voor kiest!) maar kun je (meestal) niet zelf bepalen wat je wilt. Omdat je soms iets wilt wat rationeel niet te begrijpen is en misschien zelfs wel niet goed voor je is. Je kunt dan kiezen wat je doet. Is datgene wat we als 'vrije wil' aanduiden eigenlijk niet gewoon 'keuzevrijheid' - wat pas ná (of overlappend met) het willen komt?
(Misschien zou je de wil kunnen beïnvloeden. Dat dan weer wel. Onthou jezelf een tijdje van gezelschap en je gaat ernaar verlangen. Dat soort dingen).
woensdag 27 mei 2015
Zijn mensen slecht of zijn ze dat niet?
De eerste vraag is deze.
De tweede vraag is of hier een antwoord op is.
En mijn idee is dat het er maar net vanaf hangt hoe je het bekijkt - en dat mensen wel slecht zijn, maar dat er ook zeker goede dingen bij mensen te vinden zijn (denk aan liefde, medelijden, opoffering). Wel is dáárbij weer de vraag waarom mensen die dingen doen of voelen. Is dat omdat men van iemand houdt omdat die persoon heel erg mooi is. Lief. Leuk. Gepassioneerd. Of omdat die persoon dat allemaal heeft en omdat het wel heel bijzonder is als zo'n persoon van jou houdt - wat weer overweldigend goed voor je ego is. Medelijden. Is dat ook niet iets wat je soort in stand houdt? Opoffering: idem ditto.
Maar is iets niet goed als het uit eigengereide motieven voortkomt?
Hoe weet je wat je echte, allerdiepste motief is?
Hoe kun je alles daaromheen afbreken, filteren of wegdenken, totdat je de pure motivatie tegenkomt?
Houden van iemand omdat hij [denk hier iets moois, iets niet egoïstisch] en niet omdat hij [denk hier iets wat voor jou heel goed uitkomt]. Zou je dat aan jezelf, aan die iemand toe willen geven? En is het fout als je er zelf ook baat bij hebt om van iemand te houden? Knuffelmateriaal bijvoorbeeld?
Hoewel ik dus wel geloof in 'goede dingen bij de mensen' - zijn slechte dingen ook zichtbaar. Onnozel voorbeeld: laat je hormonen een klein beetje vervelend zijn en je kamt iedereen af. Van de vrachtwagenchauffeur die voor je neus invoegt (***-vrachtwagens - waarop je je realiseert dat je ooit met een vrachtwagenchauffeur gaat trouwen als je zo doet) tot de dominee die structureel veel te lang preekt (in je gedachten groeien er wortels uit je achterste vast aan de kerkbank - en is het wachten totdat iemand je bevrijdt). Dat is maar een klein voorbeeld, maar het laat zien dat iets kleins lichamelijks je waarneming van gewone, dagelijkse dingen beïnvloedt. Maar eigenlijk is het natuurlijk raar dat ik daar geen weerstand aan kan bieden. Dat ik gewoon koste wat het kost moet zeuren over wie dan ook. En negatieven over anderen - zonder verweer - is niet per se opbouwend gedrag.
Weerstand bieden aan slechte neigingen - of ze nu door hormonen komen, of door de druk van buitenaf - vinden mensen heel moeilijk. Misschien is het niet per se erg als je iets goeds doet met een minder goede motivatie (discussiepunt hoor) maar het is wel erg als je iets slechts doet, terwijl je motivatie niet per se slecht is - maar je gewoon geen weerstand kunt bieden aan de druk van binnen- of buitenaf (naar mijn mening slecht dan en niet feitelijk slecht). Neem de mensen in het experiment van Milgram die de - gelukkig niet bestaande, arme participant - stroomschokken toedienden die meer waren dan de arme (schreeuwende, kreunende) man kon verdragen. En toch doorgaan hè. Stelletje sadisten. Toch laat een dergelijk onderzoek zien dat het merendeel van de mensen zo ver gaat, bij genoeg sociale druk. Dat praat niets goed. Maar dit realiseren maakt duidelijk dat weerstand bieden aan slechte neigingen niet zo makkelijk is als het lijkt.
Vooralsnog geef ik dus nog geen antwoord op de vraag of mensen slecht zijn of niet.
Misschien ga ik er wél nog een blog over schrijven, maar daar moet ik nog even over nadenken.
De tweede vraag is of hier een antwoord op is.
En mijn idee is dat het er maar net vanaf hangt hoe je het bekijkt - en dat mensen wel slecht zijn, maar dat er ook zeker goede dingen bij mensen te vinden zijn (denk aan liefde, medelijden, opoffering). Wel is dáárbij weer de vraag waarom mensen die dingen doen of voelen. Is dat omdat men van iemand houdt omdat die persoon heel erg mooi is. Lief. Leuk. Gepassioneerd. Of omdat die persoon dat allemaal heeft en omdat het wel heel bijzonder is als zo'n persoon van jou houdt - wat weer overweldigend goed voor je ego is. Medelijden. Is dat ook niet iets wat je soort in stand houdt? Opoffering: idem ditto.
Maar is iets niet goed als het uit eigengereide motieven voortkomt?
Hoe weet je wat je echte, allerdiepste motief is?
Hoe kun je alles daaromheen afbreken, filteren of wegdenken, totdat je de pure motivatie tegenkomt?
Houden van iemand omdat hij [denk hier iets moois, iets niet egoïstisch] en niet omdat hij [denk hier iets wat voor jou heel goed uitkomt]. Zou je dat aan jezelf, aan die iemand toe willen geven? En is het fout als je er zelf ook baat bij hebt om van iemand te houden? Knuffelmateriaal bijvoorbeeld?
Hoewel ik dus wel geloof in 'goede dingen bij de mensen' - zijn slechte dingen ook zichtbaar. Onnozel voorbeeld: laat je hormonen een klein beetje vervelend zijn en je kamt iedereen af. Van de vrachtwagenchauffeur die voor je neus invoegt (***-vrachtwagens - waarop je je realiseert dat je ooit met een vrachtwagenchauffeur gaat trouwen als je zo doet) tot de dominee die structureel veel te lang preekt (in je gedachten groeien er wortels uit je achterste vast aan de kerkbank - en is het wachten totdat iemand je bevrijdt). Dat is maar een klein voorbeeld, maar het laat zien dat iets kleins lichamelijks je waarneming van gewone, dagelijkse dingen beïnvloedt. Maar eigenlijk is het natuurlijk raar dat ik daar geen weerstand aan kan bieden. Dat ik gewoon koste wat het kost moet zeuren over wie dan ook. En negatieven over anderen - zonder verweer - is niet per se opbouwend gedrag.
Weerstand bieden aan slechte neigingen - of ze nu door hormonen komen, of door de druk van buitenaf - vinden mensen heel moeilijk. Misschien is het niet per se erg als je iets goeds doet met een minder goede motivatie (discussiepunt hoor) maar het is wel erg als je iets slechts doet, terwijl je motivatie niet per se slecht is - maar je gewoon geen weerstand kunt bieden aan de druk van binnen- of buitenaf (naar mijn mening slecht dan en niet feitelijk slecht). Neem de mensen in het experiment van Milgram die de - gelukkig niet bestaande, arme participant - stroomschokken toedienden die meer waren dan de arme (schreeuwende, kreunende) man kon verdragen. En toch doorgaan hè. Stelletje sadisten. Toch laat een dergelijk onderzoek zien dat het merendeel van de mensen zo ver gaat, bij genoeg sociale druk. Dat praat niets goed. Maar dit realiseren maakt duidelijk dat weerstand bieden aan slechte neigingen niet zo makkelijk is als het lijkt.
Vooralsnog geef ik dus nog geen antwoord op de vraag of mensen slecht zijn of niet.
Misschien ga ik er wél nog een blog over schrijven, maar daar moet ik nog even over nadenken.
dinsdag 26 mei 2015
Gewaarwordingen.
Wat een kansloze titel is dit. Dat mag je vinden. (Niet opschrijven, alsjeblieft).
Het zit zo: mijn brein werkt niet goed. Of nou ja, wel goed genoeg om me te laten eten, slapen en 'het Rosie Project' lezen en zelfs goed genoeg om zoetsappige gesprekjes met de kat te voeren. Maar het werkt dan weer niet goed genoeg om samenhangend te typen. Op zich is dat allemaal niet zo erg als het klinkt. Maar ook weer wel: gisteren - Tweede Pinksterdag - had iedereen tijd om gezellig leuke dingen te doen en ik lag met een stevige hoofdpijnaanval (vermijd het M-woord, vermijd het!) en een koelelement uit de vriezer op bed. Vandaag zat ik dus met de restanten (iets met middenin de nacht kruipend naar de bank omdat je eigenlijk druk bezig bent flauw te vallen omdat je blijkbaar niet helemaal genoeg hebt gegeten de dag ervoor).
Dit was dan dus het verontschuldigende stukje waarom ik misschien wel een beetje wazig schrijf, vandaag. Het is altijd raar hoe je rondom zo'n aanval de dingen waarneemt.
1. Wat echt raar is, is dat ik me ineens bedacht hoe een klasgenootje (laten we haar X.) noemen van jááren geleden haar neusvleugels kon laten trillen. Eigenlijk was X. niet leuk. X. vond mij niet leuk, behalve als ik bijna jarig was. Anders was ik behoorlijk kansloos (wat ik ook was). X. trok aan mijn Kippling-tas (niet-hipheid aller niet-hipheden) die ik als eersteklasser had. Die ik als eersteklasser bomvol boeken propte. Dus X. was een trut. (Maar dat mag ik eigenlijk niet vinden. Misschien is ze nu wel heel aardig - of ik kon nergens tegen, dat kan ook).
2. Ik heb zoveel moeite om de regels te overtreden. Ik wil gewoon dat iedereen me aardig vindt en sympathiek en iemand die alles in één keer goed doet. Maar ik reken buiten het bestaan van zelfscanners, kopiëerapparaten en soms gewoon denken dat ik 120 mag in plaats van 100. Maar milder worden is een proces. Dus nu word ikniet langer veel minder boos op mezelf als ik weer iets stoms doe.
3. Daar staat tegenover dat het heerlijk is om je niet teveel te laten leiden door 'de mensen'. Als 17-jarige ging ik naar de psycholoog en die vertelde me dat ik in m'n eentje een broodje moest eten bij bakkerij Bart. Geen haar op m'n hoofd die eraan dacht en eigenlijk denken mijn haren er nog steeds niet aan. Ik denk dan dat mensen denken dat het zielig is, zo'n meisje alleen. Maar tegelijkertijd: mensen denken toch wel en veel dingen valt ze helemaal niet op. Als je het altijd goed probeert te doen, denken ze misschien wel dat je een uitslover bent. Ah. Dat inzicht. Ik vind het zo helpend. Toen ik 17 was, vond ik het doodeng om alleen met de bus naar een naburig dorp te gaan. Tegenwoordig durf ik met de trein, alleen - en het hoeft niet eens dichtbij. Veel dingen die ik toen niet alleen durfde, durf ik nu wel. Maar er bestaat voor mij wel het onderscheid tussen alleen-alleen (dingen die je prima alleen kunt doen) en samen-alleen (dingen waarbij de mensen, die verdraaide rotmensen* die ook maar mensen zijn en die ook stomme dingen doen, zouden kunnen denken dat je zoiets niet alleen hoort te doen).
4. Genoeg over mijn leerproces (geen zorgen, ooit zet ik dat weer in voor anderen). Wat bezielt de mensen om massaal deel te nemen aan onzinnigste, onnozelste facebookevenementen? Ja joh, we gaan slakken op (zucht, mijn brein), zoutjes op naaktslakken leggen, of linkshandig knikkeren. Of iets met paardenfotoshoots doen. Ik stel een evenement voor waarbij we met de handen op de rug kippen moeten plukken. (Mijn brein..).
-
* Niet beledigend bedoeld overigens. Het gaat vooral over 'te veel waarde hechten aan de mening van een ander'.
Het zit zo: mijn brein werkt niet goed. Of nou ja, wel goed genoeg om me te laten eten, slapen en 'het Rosie Project' lezen en zelfs goed genoeg om zoetsappige gesprekjes met de kat te voeren. Maar het werkt dan weer niet goed genoeg om samenhangend te typen. Op zich is dat allemaal niet zo erg als het klinkt. Maar ook weer wel: gisteren - Tweede Pinksterdag - had iedereen tijd om gezellig leuke dingen te doen en ik lag met een stevige hoofdpijnaanval (vermijd het M-woord, vermijd het!) en een koelelement uit de vriezer op bed. Vandaag zat ik dus met de restanten (iets met middenin de nacht kruipend naar de bank omdat je eigenlijk druk bezig bent flauw te vallen omdat je blijkbaar niet helemaal genoeg hebt gegeten de dag ervoor).
Dit was dan dus het verontschuldigende stukje waarom ik misschien wel een beetje wazig schrijf, vandaag. Het is altijd raar hoe je rondom zo'n aanval de dingen waarneemt.
1. Wat echt raar is, is dat ik me ineens bedacht hoe een klasgenootje (laten we haar X.) noemen van jááren geleden haar neusvleugels kon laten trillen. Eigenlijk was X. niet leuk. X. vond mij niet leuk, behalve als ik bijna jarig was. Anders was ik behoorlijk kansloos (wat ik ook was). X. trok aan mijn Kippling-tas (niet-hipheid aller niet-hipheden) die ik als eersteklasser had. Die ik als eersteklasser bomvol boeken propte. Dus X. was een trut. (Maar dat mag ik eigenlijk niet vinden. Misschien is ze nu wel heel aardig - of ik kon nergens tegen, dat kan ook).
2. Ik heb zoveel moeite om de regels te overtreden. Ik wil gewoon dat iedereen me aardig vindt en sympathiek en iemand die alles in één keer goed doet. Maar ik reken buiten het bestaan van zelfscanners, kopiëerapparaten en soms gewoon denken dat ik 120 mag in plaats van 100. Maar milder worden is een proces. Dus nu word ik
3. Daar staat tegenover dat het heerlijk is om je niet teveel te laten leiden door 'de mensen'. Als 17-jarige ging ik naar de psycholoog en die vertelde me dat ik in m'n eentje een broodje moest eten bij bakkerij Bart. Geen haar op m'n hoofd die eraan dacht en eigenlijk denken mijn haren er nog steeds niet aan. Ik denk dan dat mensen denken dat het zielig is, zo'n meisje alleen. Maar tegelijkertijd: mensen denken toch wel en veel dingen valt ze helemaal niet op. Als je het altijd goed probeert te doen, denken ze misschien wel dat je een uitslover bent. Ah. Dat inzicht. Ik vind het zo helpend. Toen ik 17 was, vond ik het doodeng om alleen met de bus naar een naburig dorp te gaan. Tegenwoordig durf ik met de trein, alleen - en het hoeft niet eens dichtbij. Veel dingen die ik toen niet alleen durfde, durf ik nu wel. Maar er bestaat voor mij wel het onderscheid tussen alleen-alleen (dingen die je prima alleen kunt doen) en samen-alleen (dingen waarbij de mensen, die verdraaide rotmensen* die ook maar mensen zijn en die ook stomme dingen doen, zouden kunnen denken dat je zoiets niet alleen hoort te doen).
4. Genoeg over mijn leerproces (geen zorgen, ooit zet ik dat weer in voor anderen). Wat bezielt de mensen om massaal deel te nemen aan onzinnigste, onnozelste facebookevenementen? Ja joh, we gaan slakken op (zucht, mijn brein), zoutjes op naaktslakken leggen, of linkshandig knikkeren. Of iets met paardenfotoshoots doen. Ik stel een evenement voor waarbij we met de handen op de rug kippen moeten plukken. (Mijn brein..).
-
* Niet beledigend bedoeld overigens. Het gaat vooral over 'te veel waarde hechten aan de mening van een ander'.
zaterdag 23 mei 2015
Onhandig? Ik?
Bloggen met smileys (of is het smiley's?) is natuurlijk heel irritant. Toch zou ik in een blog over onhandigheid graag een onschuldig kijkend geel bolletje (waarom zijn die dingen vaak geel?) met een aureooltje erboven willen posten. Gewoon omdat dát ongeveer de manier is waarop ik de titel bedoel. Het is maar dat je het weet.
Onhandigheid. Volgens mij heeft iedereen genoegen (of juist frustratie) in de onhandigheid van anderen. Tenzij onze spiegelneuronen op de 'dat-vind-ik-zielig-stand' gaan. Dan is het niet zo grappig meer. Dan willen we degene die iets doms deed het liefst een knuffel geven.
Ik schreef al eens eerder dat ik gruwelijk onhandig ben met printers. Wil je dat ik een reclamefolder dubbelzijdig print en dat het logo precies op de goede plek komt? Ik oefen vijf keer, doe het drie keer goed, denk: nu ga ik er 50 in één keer afdrukken en dan blijk ik het ineens toch niet goed te doen. In allerijl ren ik naar de stopknop, maar de printer heeft er in de gauwigheid al minstens 30 uitgekotst. En dus sta ik onschuldig kijkend bij het printapparaat, fluit een deuntje - en moffel de mislukte papieren ergens onderop de stapel oud papier. Néé hoor, er ging niks mis.
De laatste week bewees ik maar weer eens te meer dat ik heus niet altijd handig en georganiseerd en geordend ben.
1. Op youtube zag ik een filmpje voorbijkomen over typische vrouwendingen. Nu zou het leuk zijn als een een linkje had, maar door mijn verstrooidheid ben ik de titel van het filmpje vergeten. (Het zat zo: ik zou gaan kleuren, maar zag een grappig filmpje en je kent dat effect wel: een half uur later zit je nóg filmpjes te kijken die eigenlijk nergens over gaan). In dat filmpje zag ik de volkomen onschuldige grijns van een vrouw die zojuist haar lading tampons per ongeluk over de vloer had uitgestort. Daar moest ik een beetje om lachen. Iedere vrouw heeft denk ik wel iets bij zich. Mijn advies: doe het ergens in als je het in je tas stopt. (Het voelt best wel dom als je bij de bieb in plaats van je biebpasje per ongeluk een felgeel maandverbandpakketje uit je tas tovert).
2. De zelfscanner bij de Albert Heijn. Normaal probéér ik het nieteens, omdat ik te bang ben dat ik iets vergeet en ik eruit word gepikt en de politie word opgetrommeld en ik ineens naar de gevangenis moet en daar eenzaam verdrietig zit te zijn en een strafblad krijg waardoor ik nooooooooooit meer psycholoog kan worden. (Het is therapeutisch, soms als je iets niet durft, om na te gaan wat het ergste is wat er kan gebeuren, maar ik vind dit best erg). Hoe dan ook. Donderdag was ik bij mijn zus, zij moest boodschappen doen en ik ook. Zij nam de zelfscanner en ik dus ook. Ik probeerde mezelf ervan te overtuigen dat ik heus niet zó onhandig was.
Maar bij de controle (die ik natuurlijk kreeg, omdat ik nog nooit eerder zo'n apparaat had gebruikt), bleek dat ik maar gewoon twee keer dezelfde thee had gescand (en een andere was vergeten). Het goede nieuws: De caissière was niet boos en ik zit niet in de gevangenis.
3. Verstrooidheid. Ik sta bij de bieb (nog steeds) en heb zojuist nieuwe boeken op mijn pasje gezet. Ik print het bonnetje, kijk eens goed en denk: Verdraaid. Die boeken heb ik zojuist ingeleverd. Waarom staan ze nog op mijn pasje? Dus ik naar de balie, waar ze zeiden dat alle boeken nog in de inleverkast stonden. Dus ik naar de inleverkast. Boeken er niet bij. Een beetje verward dacht ik: dan moet ik ze maar verlengen. Ik zocht de halve auto af of de boeken daar soms lagen.
Maar nee. Ze lagen gewoon thuis op de keukentafel.
Je mag me best een beetje onhandig vinden hoor.
Onhandigheid. Volgens mij heeft iedereen genoegen (of juist frustratie) in de onhandigheid van anderen. Tenzij onze spiegelneuronen op de 'dat-vind-ik-zielig-stand' gaan. Dan is het niet zo grappig meer. Dan willen we degene die iets doms deed het liefst een knuffel geven.
Ik schreef al eens eerder dat ik gruwelijk onhandig ben met printers. Wil je dat ik een reclamefolder dubbelzijdig print en dat het logo precies op de goede plek komt? Ik oefen vijf keer, doe het drie keer goed, denk: nu ga ik er 50 in één keer afdrukken en dan blijk ik het ineens toch niet goed te doen. In allerijl ren ik naar de stopknop, maar de printer heeft er in de gauwigheid al minstens 30 uitgekotst. En dus sta ik onschuldig kijkend bij het printapparaat, fluit een deuntje - en moffel de mislukte papieren ergens onderop de stapel oud papier. Néé hoor, er ging niks mis.
De laatste week bewees ik maar weer eens te meer dat ik heus niet altijd handig en georganiseerd en geordend ben.
1. Op youtube zag ik een filmpje voorbijkomen over typische vrouwendingen. Nu zou het leuk zijn als een een linkje had, maar door mijn verstrooidheid ben ik de titel van het filmpje vergeten. (Het zat zo: ik zou gaan kleuren, maar zag een grappig filmpje en je kent dat effect wel: een half uur later zit je nóg filmpjes te kijken die eigenlijk nergens over gaan). In dat filmpje zag ik de volkomen onschuldige grijns van een vrouw die zojuist haar lading tampons per ongeluk over de vloer had uitgestort. Daar moest ik een beetje om lachen. Iedere vrouw heeft denk ik wel iets bij zich. Mijn advies: doe het ergens in als je het in je tas stopt. (Het voelt best wel dom als je bij de bieb in plaats van je biebpasje per ongeluk een felgeel maandverbandpakketje uit je tas tovert).
2. De zelfscanner bij de Albert Heijn. Normaal probéér ik het nieteens, omdat ik te bang ben dat ik iets vergeet en ik eruit word gepikt en de politie word opgetrommeld en ik ineens naar de gevangenis moet en daar eenzaam verdrietig zit te zijn en een strafblad krijg waardoor ik nooooooooooit meer psycholoog kan worden. (Het is therapeutisch, soms als je iets niet durft, om na te gaan wat het ergste is wat er kan gebeuren, maar ik vind dit best erg). Hoe dan ook. Donderdag was ik bij mijn zus, zij moest boodschappen doen en ik ook. Zij nam de zelfscanner en ik dus ook. Ik probeerde mezelf ervan te overtuigen dat ik heus niet zó onhandig was.
Maar bij de controle (die ik natuurlijk kreeg, omdat ik nog nooit eerder zo'n apparaat had gebruikt), bleek dat ik maar gewoon twee keer dezelfde thee had gescand (en een andere was vergeten). Het goede nieuws: De caissière was niet boos en ik zit niet in de gevangenis.
3. Verstrooidheid. Ik sta bij de bieb (nog steeds) en heb zojuist nieuwe boeken op mijn pasje gezet. Ik print het bonnetje, kijk eens goed en denk: Verdraaid. Die boeken heb ik zojuist ingeleverd. Waarom staan ze nog op mijn pasje? Dus ik naar de balie, waar ze zeiden dat alle boeken nog in de inleverkast stonden. Dus ik naar de inleverkast. Boeken er niet bij. Een beetje verward dacht ik: dan moet ik ze maar verlengen. Ik zocht de halve auto af of de boeken daar soms lagen.
Maar nee. Ze lagen gewoon thuis op de keukentafel.
Je mag me best een beetje onhandig vinden hoor.
Fijne thee <3 (die nu dus wel een associatie heeft met mijn geblooper). |
vrijdag 15 mei 2015
Een plaats om je te verstoppen waar niemand je vinden kan.
Ik weet heel zeker dat ik niet autistisch ben - en ook dat ik dat niet wás - maar ik vond het als kind wel heel erg fijn om me terug te trekken van de realiteit. Op sommige momenten dan, want ik had genoeg vriendinnetjes op school. Helaas (vond ik toen) woonde ik niet in het dorp, maar een eindje erbuiten, dus ik moest mezelf vermaken als ik thuis was. Nou. En dan fantaseerde ik gewoon de boel bij elkaar.
1. Als echt best wel klein kind dwaalde ik in de tuin. We hadden toen best wel een grote tuin met mysterieuze verstopplekjes (struiken waarbij je net kon doen alsof het een hut was waar je woonde).
Naast de gewone grote tuin hadden we ook een groentetuin én een klein boomgaardje met appelbomen, perenbomen en vooral: pruimen. Vroeger liepen daar eenden en vandaar dat daar dus nog een vijvertje was. Een heel kleintje maar, met vies groen water. Als kind ving ik slakken (als je ze bij het huisje vastpakte, was dat niet zo heel vies) die ik in die vijver dumpte en oh, wat was het leuk om te zien dat er babyslakjes kwamen. (Leve afgevallen takken van de bomen waarmee je door het water kon roeren en kon zien wat er allemaal inzat).
(Ah bah, ik was wel een vies kind hoor).
2. Nog meer viezigheid? Ik hield van kippen toen ik negen was en liep hele zaterdagen in m'n alleroudste kleren tussen de kippen. Gewoon. Alleen. En ik verzon verhalen dat ik een kippenhoedster was, zoals je ganzenhoedsters had in sprookjes. De kippen hadden namen en ik voedde ze op door ze te vertellen waar ze mochten lopen en door ze eten te geven. (Hoe kon ik ooit in vredesnaam een hele dag tussen die beesten lopen?).
3. Er zijn meer manieren om je te verstoppen. Boeken. Sprookjes.
Disney. Eerst lazen we de sprookjes over Doornroosje en Sneeuwwitje en daarna?
Daarna speelden we de verhalen na.
Lezen vond ik het fijnst op een donkere plek - een soort hut, het liefst van dekens. Later las ik geen Disney meer, maar vond ik échte prinsessen en koninginnen veel interessanter. En dan vooral die van zwart-witfoto's uit de negentiende eeuw. Ze moesten bij voorkeur een beetje tragisch zijn. We hadden een abonnement op Vorsten en ik omringde mezelf met plaatjes van al die mooie majesteiten (waarbij ik me altijd bedacht dat ik er ook zo uit wilde zien als ik later groot was).
Wat een fantasie eigenlijk.
1. Als echt best wel klein kind dwaalde ik in de tuin. We hadden toen best wel een grote tuin met mysterieuze verstopplekjes (struiken waarbij je net kon doen alsof het een hut was waar je woonde).
Naast de gewone grote tuin hadden we ook een groentetuin én een klein boomgaardje met appelbomen, perenbomen en vooral: pruimen. Vroeger liepen daar eenden en vandaar dat daar dus nog een vijvertje was. Een heel kleintje maar, met vies groen water. Als kind ving ik slakken (als je ze bij het huisje vastpakte, was dat niet zo heel vies) die ik in die vijver dumpte en oh, wat was het leuk om te zien dat er babyslakjes kwamen. (Leve afgevallen takken van de bomen waarmee je door het water kon roeren en kon zien wat er allemaal inzat).
(Ah bah, ik was wel een vies kind hoor).
2. Nog meer viezigheid? Ik hield van kippen toen ik negen was en liep hele zaterdagen in m'n alleroudste kleren tussen de kippen. Gewoon. Alleen. En ik verzon verhalen dat ik een kippenhoedster was, zoals je ganzenhoedsters had in sprookjes. De kippen hadden namen en ik voedde ze op door ze te vertellen waar ze mochten lopen en door ze eten te geven. (Hoe kon ik ooit in vredesnaam een hele dag tussen die beesten lopen?).
3. Er zijn meer manieren om je te verstoppen. Boeken. Sprookjes.
Disney. Eerst lazen we de sprookjes over Doornroosje en Sneeuwwitje en daarna?
Daarna speelden we de verhalen na.
Lezen vond ik het fijnst op een donkere plek - een soort hut, het liefst van dekens. Later las ik geen Disney meer, maar vond ik échte prinsessen en koninginnen veel interessanter. En dan vooral die van zwart-witfoto's uit de negentiende eeuw. Ze moesten bij voorkeur een beetje tragisch zijn. We hadden een abonnement op Vorsten en ik omringde mezelf met plaatjes van al die mooie majesteiten (waarbij ik me altijd bedacht dat ik er ook zo uit wilde zien als ik later groot was).
Wat een fantasie eigenlijk.
donderdag 14 mei 2015
Gewoonten, groeten, begroeten en groetjes.
Als er iets is waar ik me soms best wel ongemakkelijk bij voel, zijn het Nederlandse gewoonten. Neem een doorsnee Nederlandse verjaardag. Je komt binnen. "Hoi jarige, wat leeeeeeeeeeuk je te zien en gefeliciteerd en hier is je cadeau en ik hoop dat je het niet al hebt en als je het al wel hebt, dan heb ik het bonnetje nog zodat je het kunt ruilen". (Maar eigenlijk had je het bonnetje al bij het oud papier gegooid). Tot zover is er eigenlijk nog niet zoveel aan de hand. Maar dan. Je ziet de partner van de jarige dus ook die feliciteer je. "Hoi partner-van-de-jarige, wat leeeeeeeeeeeuk dat je partner jarig is. Gefeliciteerd hè!". Tot zover gaat het nog steeds best goed. Maar dan.
Er is een overvolle kamer. De één heeft een half gebakje naar binnen gepropt, de ander is in een druk gesprek verwikkeld.
Mijn instinct zegt op zo'n moment: Zoek een lege plek, ga rustig op je gemak thee drinken en eet taart en acclimatiseer van het binnenkomen in de drukke kamer.
Maar de Nederlandse gewoonte zegt dan nee. Néé. Je moet verplicht de hele kamer door en iedereen een hand geven om ze te feliciteren met de jarige. "Hoi ik-ken-jou-niet-maar-je-bent-vast-wel-een-bekende-van-de-jarige, wat leeeeeeeeeeeeeeeuk dat de jarige jarig is. Ook gefeliciteerd!" (In de praktijk zeg je meestal alleen 'gefeliciteerd' en maak je je uit de voeten en ik negeer de Nederlandse gewoonte vaak en maak die verplichte rondjes niet, maar het gaat om het idee).
Groeten en beleefdheid zijn met elkaar verweven. Beleefdheid is in onze cultuur dat je iedereen met een jarige feliciteert. Het is ook dat je 'goedemorgen' of 'goedemiddag' zegt, in plaats van gewoon hallo. Ook als je chagrijnig bent of als je absoluut geen ochtendmens bent en evenmin in 'goedemorgen' gelooft als in het bestaan van buitenaards leven op een willekeurige onbewoonbare planeet. Ik zei altijd 'hallo'. Of het nou een directeur was of een putjesschepper. Maar inmiddels heb ik dus geleerd om keurig een 'goedemorgen' te huichelen als iemand dusdanig kijkt dat hij of zij alleen 'goedemorgens' waardeert.
Je hebt dus de manier waarop je mensen groet. Je hebt ook een wijze van begroeten. In Nederland zijn we meestal niet zoals de Amerikanen die huggen dat het een lieve lust is. Ik hoef niet per se met iedereen te huggen - alleen goede vrienden zijn voldoende. Maar er is meer. We feliciteren iemand met drie zoenen. We groeten iemand met drie zoenen als we de persoon lang niet gezien hebben.
Dat zijn de situaties waarvan ik echt niet weet wat ik ermee aanmoet. Je zult maar mis zoenen als iemand jarig is of andere gekkigheid. Ik ben slecht in dat soort gewoonten.
Er zijn ook dingen waar ik niet per se slecht in ben, maar waar ik wel slecht tegen kan.
Groetjes. Bijvoorbeeld.
Groetjes klinkt als grutjes en grutjes klinken als iets wat in je pap kan zitten (aangenomen dat je pap eet). Het is net als met 'verliefd'. Dat klinkt net als 'verkouden'.
Toch vind ik groetjes niet verkeerd. Als ik iemand maar af en toe zie, of net ken of er gewoon niet zoveel mee heb, dan vind ik groetjes een prima afsluitingsvorm van mailtjes, smsjes en appjes.
Maar als ik iemand al jaren ken en ze sturen een smsje met (bijvoorbeeld: 'gr ma') - dan krijg ik nog steevast de neiging om aan te geven dat 'gr' het geluid is wat een agressieve hond maakt. (Mijn moeder heb ik het trouwens afgeleerd).
Dus. Nederlandse gewoonten zijn raar, er zijn verschillende manieren om elkaar te begroeten en waag het niet om als je me in het echte leven kent en me aardig vindt, een mail of sms of appje te eindigen met groetjes (en al helemaal niet met gr - want dan eet ik je op).
Er is een overvolle kamer. De één heeft een half gebakje naar binnen gepropt, de ander is in een druk gesprek verwikkeld.
Mijn instinct zegt op zo'n moment: Zoek een lege plek, ga rustig op je gemak thee drinken en eet taart en acclimatiseer van het binnenkomen in de drukke kamer.
Maar de Nederlandse gewoonte zegt dan nee. Néé. Je moet verplicht de hele kamer door en iedereen een hand geven om ze te feliciteren met de jarige. "Hoi ik-ken-jou-niet-maar-je-bent-vast-wel-een-bekende-van-de-jarige, wat leeeeeeeeeeeeeeeuk dat de jarige jarig is. Ook gefeliciteerd!" (In de praktijk zeg je meestal alleen 'gefeliciteerd' en maak je je uit de voeten en ik negeer de Nederlandse gewoonte vaak en maak die verplichte rondjes niet, maar het gaat om het idee).
Groeten en beleefdheid zijn met elkaar verweven. Beleefdheid is in onze cultuur dat je iedereen met een jarige feliciteert. Het is ook dat je 'goedemorgen' of 'goedemiddag' zegt, in plaats van gewoon hallo. Ook als je chagrijnig bent of als je absoluut geen ochtendmens bent en evenmin in 'goedemorgen' gelooft als in het bestaan van buitenaards leven op een willekeurige onbewoonbare planeet. Ik zei altijd 'hallo'. Of het nou een directeur was of een putjesschepper. Maar inmiddels heb ik dus geleerd om keurig een 'goedemorgen' te huichelen als iemand dusdanig kijkt dat hij of zij alleen 'goedemorgens' waardeert.
Je hebt dus de manier waarop je mensen groet. Je hebt ook een wijze van begroeten. In Nederland zijn we meestal niet zoals de Amerikanen die huggen dat het een lieve lust is. Ik hoef niet per se met iedereen te huggen - alleen goede vrienden zijn voldoende. Maar er is meer. We feliciteren iemand met drie zoenen. We groeten iemand met drie zoenen als we de persoon lang niet gezien hebben.
Dat zijn de situaties waarvan ik echt niet weet wat ik ermee aanmoet. Je zult maar mis zoenen als iemand jarig is of andere gekkigheid. Ik ben slecht in dat soort gewoonten.
Er zijn ook dingen waar ik niet per se slecht in ben, maar waar ik wel slecht tegen kan.
Groetjes. Bijvoorbeeld.
Groetjes klinkt als grutjes en grutjes klinken als iets wat in je pap kan zitten (aangenomen dat je pap eet). Het is net als met 'verliefd'. Dat klinkt net als 'verkouden'.
Toch vind ik groetjes niet verkeerd. Als ik iemand maar af en toe zie, of net ken of er gewoon niet zoveel mee heb, dan vind ik groetjes een prima afsluitingsvorm van mailtjes, smsjes en appjes.
Maar als ik iemand al jaren ken en ze sturen een smsje met (bijvoorbeeld: 'gr ma') - dan krijg ik nog steevast de neiging om aan te geven dat 'gr' het geluid is wat een agressieve hond maakt. (Mijn moeder heb ik het trouwens afgeleerd).
Dus. Nederlandse gewoonten zijn raar, er zijn verschillende manieren om elkaar te begroeten en waag het niet om als je me in het echte leven kent en me aardig vindt, een mail of sms of appje te eindigen met groetjes (en al helemaal niet met gr - want dan eet ik je op).
donderdag 7 mei 2015
Tuinieren blijft goedheid.
Een maandje geleden blogde ik over mijn tuintje. Tijd voor een update met wat foto's. (Ja sorry, ik ben druk enzo, wat natuurlijk heel hip is in onze maatschappij, maar wat ervoor zorgt dat ik minder aan bloggen toekom).
Ein-de-lijk. Baby-rozemarijn. |
![]() |
Linksboven tijm (gewone en citroen). Verder peper, nog meer paprika, uienplantjes en aubergine. |
Stiekem tussendoor: ik kreeg bloemen van mijn zus (voor het halen van m'n diploma). Kijk dat eens mooi zijn! <3 |
Radijsjes. Voor het eerst lukt het gewoon om ze te kweken :) |
Courgette-knopjes. Ambitieus hè? |
vrijdag 1 mei 2015
Mooi (en leuk) zijn.
Het zal een jaar of vijf geleden zijn.
Ik moest zo hard lachen. Tranen met tuiten. En dat alleen maar omdat ik twee weken een proefabonnementje had op een datingsite, een jongen met me wilde mailen, ik niet wilde - en het eerste wat hij toen schreef was: Je vindt me gewoon niet mooi.
Wat een onzin vond ik dat. (Ik heb maar niet gezegd dat de werkelijke reden veel kinderachtiger was. Als ik iemand op een datingsite moet ontmoeten, val ik er al over als hij 'betekend' met een 'd' schrijft als het om iets in de tegenwoordige tijd gaat). Eigenlijk gaat het daar niet om. Het gaat om dat eerste. Het 'je vindt me gewoon niet mooi'.
Waarom moest ik daar zo hard om lachen?
Ik herken dat eigenlijk wel.
Iets in mij vindt mezelf ook niet mooi.
(En als iemand lang niets laat horen of geen zin heeft om af te spreken of een beetje stug doet, dan denk ik dat iemand me niet mooi vindt, of - nog belangrijker: niet aardig en vooral: heel. saai. en. stoffig en dat die persoon véél liever tijd met heel iemand anders door wil brengen).
Dat zijn gedáchten, zeggen mijn gedachten soms.
Het is een overtuiging die diep in je brein wortelt.
Niet vergeten dat het geen boom is die je water moet geven.
Het is onkruid. Een bril waardoor je de wereld - jezelf - bekijkt.
Soms zoom ik uit. Dan denk ik te weten hoe anderen mij zien.
Wat vind ik mezelf dán stom. Flauwe grapjes en veel te dun om mooi te zijn.
De mensen kunnen dan wel zeggen dat je er mag zijn - maar eigenlijk moet ik daar dan net zo hard om lachen als om de jongen op de datingsite. De jongen met zijn motorfiets die dacht dat ik hem niet mooi vond.
Maar soms verandert er iets. Dat zijn de beste momenten. Die momenten dat ik gerust met snorharen op mijn gezicht getekend door het bos loop (omdat het niet uitmaakt en omdat je best leuke foto's kunt maken als je een beetje op een kat lijkt). Het zijn de momenten waarop mensen ineens zeggen dat ik er mooi uitzie in bepaalde kleren en dat ik me bedenk dat ik gewoon een eigen stijl heb die prima is en waar ik zelfs wel trots op ben. De momenten dat ik me realiseer dat ik gewoon psycholoog ben.
En de momenten waarop ik weet dat ik mijn ervaringen in kan zetten voor anderen en dat iedereen mooi is zoals hij - of zij - is. De momenten waarop ik ervan droom om anderen hun waarde te laten beseffen.
Gewoon omdat ze mooi zijn.
Ik moest zo hard lachen. Tranen met tuiten. En dat alleen maar omdat ik twee weken een proefabonnementje had op een datingsite, een jongen met me wilde mailen, ik niet wilde - en het eerste wat hij toen schreef was: Je vindt me gewoon niet mooi.
Wat een onzin vond ik dat. (Ik heb maar niet gezegd dat de werkelijke reden veel kinderachtiger was. Als ik iemand op een datingsite moet ontmoeten, val ik er al over als hij 'betekend' met een 'd' schrijft als het om iets in de tegenwoordige tijd gaat). Eigenlijk gaat het daar niet om. Het gaat om dat eerste. Het 'je vindt me gewoon niet mooi'.
Waarom moest ik daar zo hard om lachen?
Ik herken dat eigenlijk wel.
Iets in mij vindt mezelf ook niet mooi.
(En als iemand lang niets laat horen of geen zin heeft om af te spreken of een beetje stug doet, dan denk ik dat iemand me niet mooi vindt, of - nog belangrijker: niet aardig en vooral: heel. saai. en. stoffig en dat die persoon véél liever tijd met heel iemand anders door wil brengen).
Dat zijn gedáchten, zeggen mijn gedachten soms.
Het is een overtuiging die diep in je brein wortelt.
Niet vergeten dat het geen boom is die je water moet geven.
Het is onkruid. Een bril waardoor je de wereld - jezelf - bekijkt.
Soms zoom ik uit. Dan denk ik te weten hoe anderen mij zien.
Wat vind ik mezelf dán stom. Flauwe grapjes en veel te dun om mooi te zijn.
De mensen kunnen dan wel zeggen dat je er mag zijn - maar eigenlijk moet ik daar dan net zo hard om lachen als om de jongen op de datingsite. De jongen met zijn motorfiets die dacht dat ik hem niet mooi vond.
Maar soms verandert er iets. Dat zijn de beste momenten. Die momenten dat ik gerust met snorharen op mijn gezicht getekend door het bos loop (omdat het niet uitmaakt en omdat je best leuke foto's kunt maken als je een beetje op een kat lijkt). Het zijn de momenten waarop mensen ineens zeggen dat ik er mooi uitzie in bepaalde kleren en dat ik me bedenk dat ik gewoon een eigen stijl heb die prima is en waar ik zelfs wel trots op ben. De momenten dat ik me realiseer dat ik gewoon psycholoog ben.
En de momenten waarop ik weet dat ik mijn ervaringen in kan zetten voor anderen en dat iedereen mooi is zoals hij - of zij - is. De momenten waarop ik ervan droom om anderen hun waarde te laten beseffen.
Gewoon omdat ze mooi zijn.
Ook mooi. |
donderdag 30 april 2015
Vandaag werd ik Master of Science.
Voor de grap zei ik tegen m'n moeder dat ik met 'u' aangesproken wilde worden nu ik MSc ben, wat ze prompt deed. Heel irritant.
Ik post een paar foto's, want na jarenlang studeren dat felbegeerde papier eindelijk mogen ondertekenen is ECHT. HEEL. FIJN. Zodadelijk ga ik denk ik maar brownies maken om het te vieren (en vanavond wokken wat ook al zo fijn is!).
Ik post een paar foto's, want na jarenlang studeren dat felbegeerde papier eindelijk mogen ondertekenen is ECHT. HEEL. FIJN. Zodadelijk ga ik denk ik maar brownies maken om het te vieren (en vanavond wokken wat ook al zo fijn is!).
Ne me quitte pas. |
Chez Olivier. In de kerkkroeg. |
Ik kreeg veel meer slagroom omdat de charmante ober met bril en baard me blijkbaar te dun vond. |
En een complimentje voor de lezers. Zelfs als je haar op een muizennest lijkt en je de hele dag in je pyjama op de bank hangt is zoiets leuk om te lezen. Toch? :) |
vrijdag 24 april 2015
Teveel willen.
Soms wil ik echt teveel. En
tegelijkertijd durf ik niet zo goed.
Nu ik dan eindelijk afgestudeerd ben, ontdek ik hoe
vre-se-lijk moeilijk het is om een baan als psycholoog te vinden. Er zijn
enkele werkervaringsplekken (waarbij je –ongeveer- gratis werkt) en daarnaast
zijn er wel banen voor basispsychologen, maar dan moet je bij voorkeur twee tot
vijf jaar werkervaring hebben. Ja. De hele arbeidsmarkt in dit opzicht
frustreert me behoorlijk. Maar goed. Ik houd de vacatures in de gaten.
En ik weet niet of ik het al geschreven had, maar ik ontdek
steeds meer dat ik écht met jongeren wil werken. De laatste maanden werk ik als
taalmaatje en doe huiswerkbegeleiding en het is zo ontzettend tof om iets uit
te leggen, om er grapjes en verhalen en voorbeelden bij te verzinnen en om te
laten zien dat veel lesstof eigenlijk heel interessant is. (Laat staan hoe tof
het zou zijn om psychologische dingen uit te mogen leggen). Dat ik nu weet
welke doelgroep me echt aanspreekt, vind ik heel fijn. Ik werd echt een beetje onzeker van het idee
dat ik mensen van vijftig plus-met-een-chique-baan-en-een-mantelpakje zou
moeten gaan vertellen wat ze anders zouden moeten doen in hun leven. (Ik. Meisje die van vintagejurken, flauwe
grapjes en bloemen in het haar houdt).
Maar werken als psycholoog (of iets wat erop lijkt) kan dus
nog niet.
En dus moet ik leren om tevreden te zijn met wat ik heb –
want de baantjes die ik nu heb kunnen me helpen om misschien later iets op te
zetten en om veel meer zelfvertrouwen te krijgen.
donderdag 23 april 2015
Rotterdam en Taalles.
Gisteren ging ik met zuslief naar Rotterdam. En wat zo leuk was: ik heb een NS-abonnement en kreeg daar bonnen van om met korting burgers te gaan eten bij Ellis (aan het stationsplein - wij zijn goed in verdwalen en vonden het meteen). Dus na een afspraak die we daar hadden, gingen we samen burgers eten. En lekker dat dat was. (Er zijn trouwens ook vegetarische opties, voor de niet-carnivoren onder ons).
Home-made Ice Tea (heel zoet en zo als je ziet met citroen, limoen, aardbei & sinaasappel). |
Mijn niet allerwakkerste hoofd, een hamburger (met kip) en een tomaatje. |
Gisteravond gaf ik weer taalles en ohh soms krijg ik zulke lekkere dingen <3 |
maandag 20 april 2015
Toveren.
Ik zou wel willen dat de mensen op de goede manier konden
toveren. Met een stokje en sterrenstof – waardoor een zieke hoppa weer gezond
werd en een dierbare dode in een flits weer levend. Een stokje met een ster aan
het uiteinde die ervoor zou zorgen dat iedereen van iedereen hield (en dat
niemand zich meer achter metershoge muren zou hoeven verschansen met de angst
dat iemand je hart steelt en het niet meer teruggeeft en er een verpletterend
dansje op doet) en dat de bloemen bloeiden en de zon scheen en dat het genoeg
regende, maar niet genoeg om somber van te worden. De muziek zou spelen en we
zouden dansen. Dánsen, zoals nog nooit iemand gedanst heeft. We zouden dobberen
in de golven van een warme zee die alleen nog geeft en niet meer neemt.
En we zouden toveren omdat sprookjes toch wel bestaan. Dat zou
ik willen.
Maar ik wil zo veel.
Abonneren op:
Posts (Atom)